Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boomsma en Bikker over de eerste veroordeling van een klant die willens en wetens heeft bijgedragen aan mensenhandel
Vragen van de leden Boomsma (Nieuw Sociaal Contract) en Bikker (ChristenUnie) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de eerste veroordeling van een klant die willens en wetens heeft bijgedragen aan mensenhandel (ingezonden 8 oktober 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 28 november 2024).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 416.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht en de uitspraak over de eerste klant die veroordeeld
is voor artikel 273g Wetboek van Strafrecht (Sr)?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het bericht en de uitspraak.
Vraag 2
Klopt het dat dit de eerste keer sinds de invoering van deze strafbaarstelling in
2022 dat het gelukt is om een klant die willens en wetens misbruik maakt van een slachtoffer
van mensenhandel hiervoor veroordeeld is? Zo nee, hoe vaak is er op grond van dit
artikel een veroordeling geweest? Kunt u aangeven in hoeveel zaken sinds 2022 er tot
vervolging van een klant is overgegaan?
Antwoord 2
Ja, het klopt dat in de zaak waar in het artikel naar wordt verwezen voor het eerst
iemand is veroordeeld op grond van artikel 273g Wetboek van Strafrecht (Sr). Sinds
de invoering van dit artikel op 1 januari 2022 zijn op grond hiervan vier verdachten
ingeschreven bij het Openbaar Ministerie (OM) voor vervolging. Daarvan zijn er inmiddels
drie vervolgd. Voor één verdachte moet nog een vervolgingsbesluit worden genomen.
Vraag 3
Hoe vaak is tot vervolging overgegaan van een klant op grond van artikel 248b Sr?
Antwoord 3
Sinds 1 januari 2022 zijn 31 verdachten bij het OM ingeschreven voor vervolging op
grond van artikel 248b Sr. Inmiddels zijn hiervan 22 verdachten vervolgd. Waar artikel
273g Sr klanten strafbaar stelt die een seksuele dienst afnemen van een sekswerker
van wie ze weten of een ernstig vermoeden hebben dat sprake is van dwang, uitbuiting
of mensenhandel, stelt artikel 248b Sr iemand strafbaar die seks koopt van 16- of
17-jarigen.
Vraag 4
Heeft u kennisgenomen van het onderzoek «Op de koop toe» van het Centrum Kinderhandel
en Mensenhandel?2
Antwoord 4
Ja, daarvan heb ik kennisgenomen. Uw Kamer ontvangt nog voor het kerstreces een beleidsreactie
op dit rapport.
Vraag 5
Klopt het dat de mensen die veroordeeld zijn met name via legale seksadvertentiewebsites
in contact kwamen met minderjarige slachtoffers? Welke pogingen worden ondernomen
om dit te voorkomen?
Antwoord 5
De bevindingen uit het rapport van het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel (CKM)
bevestigen dat klanten in contact komen met minderjarige slachtoffers via legale advertentieplatforms.
Het is zorgwekkend dat minderjarige slachtoffers worden aangeboden tegen betaling
en dat een bepaalde klantengroep bewust op zoek gaat naar deze kwetsbare groep. Het
is belangrijk dergelijke verwerpelijke misstanden tegen te gaan, nieuwe slachtoffers
te voorkomen en daders te vervolgen.
Binnen het kader van het voorgaande wordt er onder andere door bijvoorbeeld politie
gewerkt aan de doorontwikkeling van de online opsporing, in het kader van de kwalitatieve
afspraken uit de Veiligheidsagenda 2023–2026. Onderdeel hiervan is de versterking
van de samenwerking met online partners ten aanzien van het signaleren van online
uitbuiting. Dit doet de politie onder andere door in gesprek te gaan met enkele leveranciers
van online platformen en door aandacht te vragen voor het verstrekken van signalen
aan de politie vanuit verschillende (online) partners.
Daarnaast is op 17 februari 2024 de Digital Services Act (DSA) in werking getreden.
De DSA is een Europese verordening die onder meer tot doel heeft de bescherming van
grondrechten te verbeteren. Zo zijn er in de DSA regels opgenomen over onder meer
de omgang met illegale inhoud, wordt er voorzien in een kennisgevings- en actiemechanisme
voor meldingen van illegale inhoud en worden er nadere regels gesteld rondom het misbruik
van diensten door afnemers en reclame op online platforms. Ook stelt de DSA nadere
regels ter bescherming van (minderjarige) burgers. Deze worden bijvoorbeeld aan tussenhandeldiensten,
zoals websites en online platforms, gesteld over onder andere de moderatie op online
illegale activiteit en inhoud. Zo dienen ze een duidelijk meldingsmechanisme te hebben
zodat bezoekers mogelijke illegale inhoud makkelijk kunnen melden en moet er transparantie
worden getoond over wat er met deze meldingen is gedaan. De verwachting is dat de
DSA ook zal bijdragen aan het tegengaan van bijvoorbeeld advertenties op digitale
platforms die verband houden met mensenhandel of seks met minderjarigen.
Vraag 6
Kunt voorafgaand aan de begrotingsbehandeling Justitie en Veiligheid uw kabinetsreactie
naar de Kamer sturen? Kunt u in die reactie nader toelichten welke inzichten die volgen
uit dit onderzoek u opportuun acht om te betrekken bij nadere beleidsontwikkeling
conform de toezegging van uw voorganger?3
Antwoord 6
Uw Kamer zal voor het kerstreces een beleidsreactie op het CKM-rapport ontvangen.
Vraag 7
Wat is uw reactie op de constatering van de onderzoekers dat de veroordeelde klanten
met name via legale seksadvertentieplatforms in contact kwamen met minderjarige slachtoffers?
Deelt u de conclusie van experts van het fieldlab Tulpafslag onder leiding van het
Openbaar Ministerie, dat deze platforms hiervan op de hoogte zijn en desondanks weigeren
passende maatregelen te nemen?4
Antwoord 7
Ik vind het onacceptabel dat minderjarige slachtoffers voor seks tegen betaling worden
aangeboden. Het uitbuiten van deze kwetsbare slachtoffers dient voorkomen te worden.
Klanten die zich schuldig maken aan dit misdrijf, moeten worden vervolgd. Dat minderjarige
slachtoffers in bepaalde gevallen werden aangeboden aan klanten via seksadvertentieplatforms
is verontrustend. Laat ik hierin duidelijk zijn: ieder geval is er één te veel, ongeacht
hoe een klant in contact komt met een minderjarig slachtoffer.
Ik ben bekend met de conclusies van het Fieldlab Tulpafslag waarin wordt geconcludeerd
dat de zelfregulering van seksadvertentieplatforms ter bestrijding van het seksueel
uitbuiten van minderjarigen te wensen overlaat. Ik neem deze signalen serieus en ben
mij bewust van de zorgen die er zijn. Daarom zal mijn departement in gesprek gaan
met de organisaties die destijds betrokken waren bij het Fieldlab Tulpafslag. In een
later stadium zal het departement ook in gesprek gaan met de verschillende advertentieplatforms.
Het doel van deze gesprekken is om gezamenlijk te bezien hoe het aanbieden van minderjarige
slachtoffers op deze legale advertentieplatforms kan worden tegengegaan.
Vraag 8
Deelt de de mening dat deze platforms op deze wijze seksuele uitbuiting van minderjarigen
faciliteren? Klopt het dat het huidige programma Samen tegen mensenhandel momenteel
geen maatregelen bevat om deze platforms aan te pakken? Hoe beoordeelt u dat?
Antwoord 8
De advertentieplatforms zijn in principe legale platforms waar sekswerkers hun diensten
kunnen aanbieden aan klanten. Indien sprake is van misstanden op deze platforms is
het van belang om op te treden. Bovendien vind ik het belangrijk dat deze platforms
zelf aan de slag gaan om misstanden te voorkomen, bijvoorbeeld met de aanbevelingen
van het mensenhandel Fieldlab Tulpafslag. Zoals toegezegd onder de beantwoording van
vraag 7, zal mijn departement in gesprek gaan met onder meer deze platforms om samen
te bezien wat moet gebeuren om effectiever op te treden en om dergelijke misstanden
te voorkomen.
Het klopt dat in het Actieplan programma Samen tegen mensenhandel geen maatregelen
zijn opgenomen die zien op seksadvertentieplatforms. Het Actieplan vormt een aanvulling
op staand beleid en alle inzet die dagelijks wordt gepleegd in de aanpak van mensenhandel.
Het focust op essentiële elementen die voor het beleid en de uitvoering tot verbeteringen
kunnen leiden. Omdat de hiervoor beschikbare financiële middelen en capaciteit begrensd
zijn, zijn keuzes gemaakt bij de totstandkoming van het Actieplan. In het Actieplan
is wel een aantal acties opgenomen die zich specifiek richten op klanten van mensenhandel.
Vraag 9
Bent u bereid om alsnog maatregelen dan wel wetgeving te initiëren om deze platforms
alsnog aan te pakken, onder andere door het invoeren van een 100 procent leeftijdsverificatie
en een meldplicht van misstanden? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Zoals vermeld onder de beantwoording van vraag 5, is er al een aantal maatregelen
uitgevoerd om het aanbieden van minderjarige slachtoffers op seksadvertentieplatforms
tegen te gaan, zoals de doorontwikkeling van de online opsporing van de politie in
het kader van de Veiligheidsagenda. Bovendien is de Digital Services Act in werking
getreden. Daarnaast zal mijn departement, zoals opgenomen in mijn antwoord op vraag
7, in gesprek gaan met de betrokken organisaties van het Fieldlab Tulpafslag. Vervolgens
zullen ook gesprekken plaatsvinden met de advertentieplatforms zelf om te bezien hoe
het aanbieden van minderjarige slachtoffers kan worden aangepakt.
Het invoeren van verplichte online leeftijdsverificatie maakt op dit moment geen onderdeel
uit van het maatregelenpakket. Het is belangrijk dat leeftijdsverificatie, indien
hiervoor zou worden gekozen, op een veilige en privacyvriendelijke manier gebeurt.
Hiervoor dienen eerst duidelijke breed gedragen Europese kaders te worden opgesteld.
Op dit moment werkt de Europese Commissie samen met lidstaten, waaronder Nederland,
en de AVG- en DSA-toezichthouders aan een kader dat moet helpen technische tools te
ontwikkelen waarmee leeftijdsverificatie kan plaatsvinden binnen de Europese wettelijke
kaders. Het kabinet houdt deze ontwikkelingen en de ontwikkelingen in andere landen
hieromtrent scherp in de gaten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.