Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mutluer over de eisen ten aanzien van de kleurenblindheid bij de politie
Vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de eisen ten aanzien van de kleurenblindheid bij de politie (ingezonden 7 november 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 28 november 2024).
Vraag 1
Kent u de «Eisen politie voor ogen, oren en medicijngebruik»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Deelt u de mening dat gezien de behoefte aan politiepersoneel dat de toelatingseisen
ten aanzien van het onderscheiden van kleuren niet onnodig streng moeten zijn? Zo
nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat veruit de meeste taken van de politie uitgevoerd kunnen worden
zonder dat daarbij het onderscheiden van kleuren nodig is? Zo nee, welke specifieke
taken kunnen niet zonder het kunnen onderscheiden van kleuren worden uitgevoerd?
Antwoord 2 en 3
In het kader van goed werkgeverschap en de veiligheid en bescherming van een politiemedewerker
zijn aanstellingseisen vastgelegd. Gedurende de selectieprocedure wordt getoetst of
kandidaten voldoen aan deze eisen, waaronder medische eisen. Eén van deze medische
eisen is dat een kandidaat kleuren kan zien en onderscheiden. De (medische) eisen
waaraan kandidaten moeten voldoen, verschillen per type aanstelling.
Het onderscheiden van kleuren is voor politiemedewerkers met executief werk van belang.
Deze eis is voor politiemedewerkers met een generiek executieve aanstelling daarom
vastgelegd in de Regeling aanstellingseisen politie 2023. De reden hiervoor is de
noodzaak van correcte waarnemingen bij incidenten en het voorkomen van veiligheidsrisico’s.
Correcte waarneming is bijvoorbeeld nodig voor het opstellen van een proces verbaal
of een getuigenis. Waarnemingen zoals welke kleur jas de verdachte aan had en in welke
kleur auto de verdachte wegreed zijn hierbij van belang. Bovendien kan onvoldoende
kleur onderscheidend vermogen van een medewerker invloed hebben op de reactiesnelheid
die vereist is in het politiewerk. Het gevolg kan zijn dat in een situatie te laat
wordt gereageerd of een inschattingsfout wordt gemaakt. Dit kan leiden tot veiligheids-
en gezondheidsrisico’s voor betrokkene of derden.
Voor politiemedewerkers met een executieve specifieke aanstelling (ESI) is de functie,
met de daarbij behorende werkzaamheden, bepalend of kleuren zien en onderscheiden
een vereiste is2.
Voor politiemedewerkers met een niet-executieve functie geldt de aanstellingseis van
kleur onderscheidend vermogen niet, tenzij in uitzonderlijke gevallen aan de vervulling
van de functie bijzondere eisen op het punt van de medische geschiktheid zijn gesteld.
Vraag 4
Welke hulpmiddelen zoals apps en speciale brillen zijn er beschikbaar bij het ondersteuning
bieden in situaties waarin kleurenonderscheiding bij de politie wel relevant is?
Antwoord 4
Bij het testen van het kleuronderscheidingsvermogen van een kandidaat is het gebruik
van hulpmiddelen, zoals brillen met gekleurde glazen, niet toegestaan. Dit is gebruikelijk
bij medische keuringen voor veiligheidsfuncties. De werking van hulpmiddelen bij kleurenblindheid
is niet wetenschappelijk bewezen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat bij het afgeven van signalementen niet alleen het kunnen onderscheiden
van kleuren van belang is maar dat een breed scala aan kenmerken waaronder lichaamsbouw,
kledingstijl en gezichtskenmerken daarbij minstens zo relevant is? Zo nee, waarom
deelt u die mening niet?
Antwoord 5
Voor een goed signalement zijn meerdere aspecten van belang. Het kunnen onderscheiden
van kleuren is daarbij een belangrijk aspect.
Vraag 6
Deelt u de mening dat aangezien agenten in teamverband werken een agent zonder kleurenblindheid
desnoods een kleurenblinde collega kan aanvullen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Voor executieve politiemedewerkers is het van belang om kleuren te kunnen zien en
te onderscheiden. Gezien de aard van het executieve politiewerk is afhankelijkheid
van een collega voor het zien en herkennen van kleuren onwenselijk, omdat het politiewerk
niet altijd samen met een collega plaatsvindt. Zo kunnen politiemedewerkers in de
situatie komen waarbij zij van elkaar worden gescheiden en goede waarneming van belang
is.
Vraag 7 en 8
Kunt u in overleg met de politieorganisatie treden om de nu geldende eisen ten aanzien
van het onderscheiden van kleuren niet meer absoluut doorslaggevend te laten zijn
bij het werven van nieuw personeel en ook kleurenblinde sollicitanten in aanmerking
te laten komen en daarbij meer ruimte mogelijk te maken voor individuele beoordelingen
en praktische aanpassingen? Zo ja, op welke termijn gaat u de Kamer daarover informeren?
Zo nee, waarom niet?
Kunt u tevens in overleg met de politieorganisatie inventariseren of er ten aanzien
van de medische toelatingseisen mogelijk meer maatwerk kan worden toegelaten zodat
er meer ruimte ontstaat voor het aannemen van nieuw personeel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7 en 8
De politie is gestart met een herijking van de aanstellingseisen. Dit traject zit
in de oriëntatiefase. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van externe wetenschappelijke
expertise. Deze herijking heeft onder andere als doel om zoveel mogelijk kandidaten
in de gelegenheid te stellen als executief politiemedewerker bij de politie te kunnen
werken, mits de kandidaat voldoet aan de benodigde (medische) eisen die het politiewerk
vraagt. Of de eisen ten aanzien van het zien en herkennen van kleuren op basis van
deze herijking kunnen worden aangepast is nu nog onbekend.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.