Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over het bericht ‘Staat moet Holland Casino afstoten’
Vragen van het lid Inge vanDijk (CDA) aan de Minister en de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Staat moet Holland Casino afstoten» (ingezonden 4 september 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van Oostenbruggen (Financiën), mede namens de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 27 november 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2024–2025, nr. 59.
Vraag 1
Deelt u de mening dat het dweilen met de kraan open is, als de staat aan de ene kant
een verantwoord kansspelaanbod wil faciliteren in Holland Casino, maar aan de andere
kant 30 vergunningen verleent aan veel makkelijker toegankelijke online kansspelaanbieders?1
Antwoord 1
De markten voor landgebonden casinospelen en online casinospelen kennen andere wettelijke
regimes en een andere dynamiek en zijn niet direct met elkaar te vergelijken. Holland
Casino biedt op verschillende locaties verspreid door het land kansspelen aan en voorziet
daardoor in een behoefte aan specifieke fysieke kansspelen, zoals roulette of poker.
Daarmee draagt dit aanbod van Holland Casino bij aan de doelstellingen van het kansspelbeleid:
het beschermen van consumenten, het tegengaan van kansspelverslaving en het tegengaan
van aan kansspel gerelateerde criminaliteit en fraude binnen gereguleerd aanbod.
Bij de totstandkoming van de Wet kansspelen op afstand (koa) is besloten dat een open
markt met meerdere aanbieders nodig is om te zorgen voor voldoende attractief gereguleerd
aanbod. Dit biedt mensen die online willen gokken een alternatief voor illegale aanbieders,
waar doorgaans geen sprake is van bescherming van spelers. Op 5 november jl. is de
evaluatie van de Wet koa naar de Kamer verstuurd.2 De Staatssecretaris Rechtsbescherming is voornemens om voor het commissiedebat kansspelen
op 27 maart 2025 een inhoudelijke beleidsreactie op de evaluatie van de Wet koa naar
de Kamer te sturen.
Vraag 2
Deelt u de mening dat dit beleid (nu al aantoonbaar) meer verslaving in de hand werkt,
en dat de beste oplossing is het terugdraaien van de legalisering van online kansspelen?
Antwoord 2
De evaluatie van de Wet Koa concludeert dat het te vroeg is om uitspraken te doen
over het effect van de legalisering op het aantal personen met een kansspelverslaving.
De reden daarvoor is dat het volgens experts vaak vijf tot acht jaar duurt voordat
iemand met een gokverslaving zich meldt bij de verslavingszorg. Wel laten de recentelijk
gepubliceerde cijfers in de rapportage van het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie
Systeem (LADIS) een stijging zien van het aantal mensen in behandeling voor gokverslaving.3 Die cijfers zijn zorgwekkend. Daarnaast bevestigen de uitkomsten van de evaluatie
de eerdere signalen dat de bescherming van spelers onvoldoende is en dat er verbeteringen
nodig zijn. In de beleidsreactie op de evaluatie van de Wet koa zal de Staatssecretaris
Rechtsbescherming ingaan op welke aanpassingen en aanscherpingen in het beleid gewenst
zijn om mensen beter tegen de negatieve effecten van kansspelen te beschermen.
Vraag 3, 4, 5 en 6
Deelt u de mening dat zonder het terugdraaien van de legalisering van online gokspelen,
het werkelijk geen enkele zin heeft voor de staat om Holland Casino in publieke handen
te houden?
Deelt u de mening dat de deelneming in Holland Casino überhaupt overbodig is, omdat
we inmiddels een sterk gereguleerde omgeving hebben via de Wet op de Kansspelen, de
Wet kansspelen op afstand en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van
terrorisme, allen onder toezicht van de Kansspelautoriteit (zie ook de conclusies
in een rapport in opdracht van de Eerste Kamer vorig jaar)?
Deelt u ook de mening dat het publiek aandeelhouderschap eveneens niet tot de gewenste
resultaten leidt en daarmee meerwaarde biedt, zoals het bericht beschrijft: «De transparantiebenchmark
van het Ministerie van Economische Zaken, die het maatschappelijk verantwoord ondernemen
van staatsdeelnemingen beoordeelt, schaarde de toko in 2021 in de categorie achterblijvers.
Ook de financiële prestaties zijn mager: omdat uiteenlopende tegenvallers dat niet
toelieten, kreeg de overheid na 2018 geen cent dividend meer uitgekeerd.»?
Kunt u reflecteren op de stelling in het bericht: «Toezicht houden op de gokmarkt
en de uitwassen die zich daar voordoen bestrijden, dat is een overheidstaak. Een noodlijdend
bedrijf in de benen houden dat aanzet tot verkwisting, met alle verslavingsrisico's
van dien, is dat zeker niet.»?
Antwoord 3, 4, 5 en 6
Bovenstaande vragen gaan over het (toekomstig) aandeelhouderschap van de staat in
Holland Casino. De Nota Deelnemingenbeleid rijksoverheid 2022 (Nota 2022) bevat het
uitgangspunt dat eens in de zeven jaar het aandeelhouderschap in elke staatsdeelneming
wordt geëvalueerd. Vorig jaar is het aandeelhouderschap van de staat in Holland Casino
geëvalueerd. Op 24 mei 2023 heb ik uw Kamer het rapport met daarin de evaluatie doen
toekomen.4 Die evaluatie is uitgevoerd op basis van de Nota 2022 en conform het daarop gebaseerde
evaluatiemodel uit het «Handboek evalueren deelnemingen». Dit evaluatiemodel wordt
gebruikt om te bezien of een deelneming nog steeds het juiste instrument is om een
bijdrage te leveren aan de borging van de betreffende publieke belangen. Ook is in
de evaluatie ingegaan op de vraag of het beheer van de aandelen de gewenste toegevoegde
waarde heeft gehad (doeltreffendheid).
In de evaluatie van het staatsaandeelhouderschap in Holland Casino wordt geconcludeerd
dat wet- en regelgeving mogelijkheden biedt om de publieke belangen te kunnen borgen.
Hierdoor is in beginsel staatsaandeelhouderschap van Holland Casino niet noodzakelijk.
Ook werd in de evaluatie geconcludeerd dat het aandeelhouderschap een bepaalde toegevoegde
waarde vertegenwoordigt die verloren gaat mocht tot vervreemding over worden gegaan.
Het aandeelhouderschap voorziet in die toegevoegde waarde, omdat de staat als aandeelhouder
op de publieke belangen stuurt. Tegelijk werd in de evaluatie vastgesteld dat de toegevoegde
waarde van het aandeelhouderschap niet zwaarwegend genoeg is dat een verdere verkenning
naar andere toekomstopties bij voorbaat uitgesloten zou zijn.
Met Holland Casino ben ik op dit moment in gesprek over de impact van de voorgenomen
verhoging van de kansspelbelasting. De verhoging van de kansspelbelasting zet de continuïteit
van de onderneming mogelijk onder druk. In deze gesprekken gaat het over maatregelen
die het herstel kunnen bevorderen en opties om de toekomstige uitdagingen het hoofd
te kunnen bieden.
Ik streef ernaar om u rond de zomer van 2025 te informeren over de ontwikkelingen
bij Holland Casino. Hierbij houd ik rekening met de uitkomsten van de evaluatie van
de Wet kansspelen op afstand, de beleidsreactie daarop, en de beleidsvisie op kansspelen
die de Staatssecretaris Rechtsbescherming naar verwachting voor het commissiedebat
kansspelen op 27 maart 2025 naar de Kamer zal sturen.
Vraag 7 en 8
Kunt u een inschatting geven wat het de staat oplevert aan incidentele middelen als
de deelneming in Holland Casino verkocht wordt?
Deelt u de mening dat alle incidentele middelen die dit oplevert beter ingezet kunnen
worden voor het tegengaan van gokverslaving en helpen van mensen die mede als gevolg
hiervan in de schulden zijn geraakt?
Antwoord 7 en 8
Zoals in de antwoorden hierboven beschreven is, is er nog geen besluit genomen over
de toekomst van (het aandeelhouderschap) in Holland Casino. Een verkoop en eventuele
besteding van de incidentele middelen die dat oplevert is dan ook niet aan de orde.
Vraag 9
Bent u voornemens met een nieuw deelnemingenbeleid te komen, zo ja, wilt u daarin
expliciet opnemen waarom en wanneer het maatschappelijk wenselijk is om publieke deelnemingen
te hebben/verwerven?
Antwoord 9
In het kader van het schriftelijk overleg staatsdeelnemingen is een vergelijkbare
vraag gesteld. Omdat ik beide vragen graag integraal wil beantwoorden, verwijs ik
naar de beantwoording van het schriftelijk overleg en bijbehorende aanbiedingsbrief.5
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.