Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Koekkoek, Van Nispen en Ceder over het artikel 'The brutal truth behind Italy’s migrant reduction: beatings and rape by EU-funded forces in Tunisia'
Vragen van de leden Koekkoek (Volt), Van Nispen (SP) en Ceder (ChristenUnie) aan de Ministers van Asiel en Migratie, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en van Buitenlandse Zaken over het artikel «The brutal truth behind Italy’s migrant reduction: beatings and rape by EU-funded forces in Tunisia» (ingezonden 20 september 2024).
Antwoord van Minister Faber – Van de Klashorst (Asiel en Migratie), mede namens de
Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en van Buitenlandse Zaken
(ontvangen 18 november 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025,
nr. 244.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «The brutal truth behind Italy’s migrant reduction:
beatings and rape by EU-funded forces in Tunisia» verschenen op 19 september in The
Guardian?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat de Tunesische kustwacht, die zich schuldig maakt aan
de verkrachting van vrouwelijke migranten, Europese financiering ontvangt volgens
Raadsstukken?
Antwoord 2
Het kabinet heeft kennisgenomen van de zeer zorgelijke berichten over de behandeling
van vrouwelijke migranten, zoals benoemd in het artikel van 19 september 2024 in the
Guardian. Nederland heeft deze zorgen bij de Europese Commissie kenbaar gemaakt.
De Commissie monitort de uitvoering van programma's en voert hier een dialoog over
met de betrokken implementerende partners en overheden. Financiële middelen van de
Europese Commissie mogen op geen enkele wijze bijdragen aan mensenrechtenschendingen.
Het kabinet blijft dit uitdragen in Europees verband en de Europese Commissie brengt
dit ook steeds op in contacten met de betrokken landen.
Vraag 3
Heeft Nederland na eerdere gelijkaardige signalen dit jaar in het kader van het Lighthouse
Report en het verzoek van het Europees Parlement om uitleg en een review van de financiering,
de reactie van de Europese Commissie hierover al ontvangen? Zo nee, kunt u hierop
opnieuw aandringen bij de Europese Commissie?
Antwoord 3
De Europese Commissie rapporteert jaarlijks openbaar over de totale NDICI programmering
(inclusief migratie) conform haar verplichtingen volgend uit de NDICI-verordening.2 Het Europees Parlement heeft de Commissie op 24 mei jl. daarnaast gevraagd om een
uitleg en een volledige review van EU-financiering naar aanleiding van het Lighthouse
Report. Hier heeft de Commissie nog geen antwoord op gegeven. Nederland heeft dit
naar aanleiding van de recente berichtgeving opnieuw onder de aandacht bij de Europese
Commissie gebracht.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de signalen dat de Europese Unie (EU) zich bewust is van de geweldgolven
in Tunesië, maar de andere kant opkijkt om de instroom van migranten te remmen?
Antwoord 4
Het kabinet spant zich in om irreguliere migratie vanuit belangrijke landen van herkomst,
transit en opvang tegen te gaan – in lijn met internationaal en Europees recht. Het
kabinet blijft de aandacht voor mensenrechten zowel op EU-niveau als bilateraal richting
Tunesië uitdragen. Het kabinet is van mening dat de Nederlandse en Europese inzet
in Tunesië gestoeld moet zijn op het waarborgen van mensenrechten en rechtstaat. In
EU-verband blijft Nederland aandringen op het houden van een Associatieraad met Tunesië,
die de mogelijkheid biedt om democratie en mensenrechten in Tunesië aan de orde te
stellen.
Vraag 5
Klopt het inderdaad dat er mogelijk meer geld naar Tunesië gestuurd zal worden dan
publiekelijk bekend is? Zo ja, hoeveel en in hoeverre is Nederland hiervan op de hoogte?
Antwoord 5
Besluiten over de besteding van Europese externe financiering, zoals het NDICI en
macro-financiële bijstand, worden altijd publiek gemaakt.3 De Europese Raad heeft op 1 februari 2024 in het kader van de herziening van het
Meerjarig Financieel Kader (MFK) besloten om het budget voor het Zuidelijk Nabuurschap
op te hogen met € 2 miljard4. De Commissie werkt aan een nadere uitwerking van de besteding van deze middelen
en presenteert haar plannen voor de allocatie naar verwachting in het eerste kwartaal
van 2025, als onderdeel van het tussentijdse herzieningsproces van het NDICI. De Commissie
heeft hiervoor goedkeuring nodig van de lidstaten. Besluitvorming over de besteding
van deze middelen vindt plaats via de geëigende Brusselse processen en gremia, waar
Nederland aan deelneemt.
Vraag 6
Welke stappen gaat u nemen om te zorgen dat de voortdurende mensenrechtenschendingen
door de Tunesische kustwacht stoppen, of in ieder geval niet langer door de EU gefinancierd
worden?
Antwoord 6
Het kabinet beschikt niet over aanwijzingen dat de in het artikel genoemde praktijken
gefinancierd worden door de EU. Zoals in de beantwoording van vraag 2 opgenomen brengt
Nederland deze zorgelijke berichten voortdurend onder de aandacht van de Europese
Commissie.
Vraag 7
Is er zicht op operationele of financiële betrokkenheid van andere lidstaten?
Antwoord 7
Het is niet aan Nederland om te rapporteren over inzet en/of activiteiten van andere
Europese Lidstaten in algemene zin, ook niet t.a.v. migratiesamenwerking met derde
landen.
Vraag 8
Kunt u uiteenzetten wat dit betekent voor de juridische aansprakelijkheid van Nederland
en van de EU?
Antwoord 8
Het is afhankelijk van de feiten of de EU en/of haar lidstaten aansprakelijk kunnen
worden gesteld voor schendingen van het internationaal recht, waaronder mensenrechten,
die de EU en/of haar lidstaten kunnen worden toegerekend.
In de Kamerbrief van 4 november 20225 is uitgebreid ingegaan op het juridisch kader over de aansprakelijkheid van Nederland
en de EU in dit soort situaties.
Vraag 9
Wat zijn uw verwachtingen voor het onderzoek van de Europese Ombudsman met betrekking
tot de financiering van de EU aan de Tunesische kustwacht?
Antwoord 9
De EU-Ombudsman fungeert als belangrijk aanspreekpunt voor burgers die klachten hebben
over de Europese instellingen en kan waardevolle aanbevelingen doen om het optreden
van de Unie te verbeteren en het vertrouwen van de burger in de Unie te vergroten.
De EU-Ombudsman heeft op 21 oktober de uitkomst van haar onderzoek gepubliceerd6). Daarin formuleert zij vier aanbevelingen aan de Commissie: het bieden van informatie
over risicobeheersingsmaatregelen die genomen zijn voorafgaand aan het afsluiten van
de MoU met Tunesië, het delen van informatie over mensenrechtenmonitoring door implementerende
partners, het expliciteren van criteria voor opschorting van contracten in geval van
mensenrechtenschendingen, en het aanmoedigen van implementerende partners om klachtenmechanismen
in te richten.
Vraag 10
Hoe kijkt u naar de signalen van geweld tegen mannen en kinderen dat door de Tunesische
kustwacht wordt gepleegd?
Antwoord 10
Nederland heeft tot op heden geen onafhankelijk geverifieerde informatie over geweld
tegen mannen en kinderen door de Tunesische kustwacht ontvangen, noch bewijs hiervoor.
Alle niet gelegitimeerde vormen van geweld door autoriteiten worden afgekeurd door
de Nederlandse regering. Het is primair de verantwoordelijkheid van de Tunesische
overheid om hier tegen op te treden en de eigen kustwacht te houden aan de geldende
internationaalrechtelijke regels.
Vraag 11
Bent u bekend met signalen dat de Tunesische kustwacht boten en motoren verkoopt aan
smokkelaars om deze vervolgens weer te onderscheppen?
Antwoord 11
Nederland is bekend met dergelijke signalen, maar kan deze niet op basis van eigenstandige
informatie verifiëren.
Vraag 12
Hoe verhoudt dit zich tot de doelstellingen van de EU-Tunesiëdeal om smokkelnetwerken
aan te pakken en de Europese financiering?
Antwoord 12
Het brede strategische partnerschap tussen de EU en Tunesië, zoals aangegaan in juli
2023, betreft naast samenwerking op tal van beleidsterreinen, ook samenwerking op
het gebied van migratie, waaronder de aanpak van mensensmokkel. Het kabinet is van
mening dat de inzet van de Europese Commissie om mensensmokkel aan te pakken effectief
moet zijn, bij moet dragen aan het versterken van autoriteiten om te handelen, met
inachtneming van de internationaalrechtelijke kaders. Daarover is de Commissie met
de Tunesische autoriteiten doorlopend in gesprek. Het is aan de Commissie om dergelijke
berichten te verifiëren en waar nodig de programmeringsinzet er op aan te passen.
In 2024 is het aantal illegale grensoverschrijdingen langs de centrale Middellandse
Zeeroute tot nu toe meer dan gehalveerd (-64%) ten opzichte van dezelfde periode vorig
jaar (46 890 illegale grensoverschrijdingen in 2024 tegenover 133 441 in 2023). Dit
is waarschijnlijk mede het gevolg van de voortdurende migratiebeheersings- en smokkelbestrijdingsoperaties
door de Libische en Tunesische autoriteiten. Dergelijke activiteiten worden eveneens
gefinancierd door de EU.
Vraag 13
Gaat Nederland zich uitspreken over deze misstanden, zowel met betrekking tot mensenrechtenschendingen
als corruptie?
Antwoord 13
Nederland blijft het belang van waarborgen van mensenrechten uitdragen en zal de zorgelijke
berichten over de misstanden aan de orde stellen bij de Tunesische autoriteiten tijdens
bilaterale gesprekken.
Vraag 14
Klopt het dat het de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR niet toegestaan wordt om nieuwe
asielzoekers te registreren?
Antwoord 14
Dit komt overeen met de informatie waarover wij beschikken. UNHCR is in juni jl. door
de Tunesische autoriteiten aangezegd te stoppen met het registreren van nieuwe asielzoekers.
UNHCR blijft bij de Tunesische autoriteiten aandringen dat de registratie van nieuwe
asielzoekers zo snel mogelijk voortgezet moet worden. Nederland is voortdurend in
gesprek met UNHCR over de ontwikkelingen. De circa 16.500 asielzoekers die al geregistreerd
waren, voorafgaand aan de stop, worden nog steeds ondersteund door UNHCR.
Vraag 15
Hoe kijkt u naar de situatie in El Amra waar tot tienduizenden migranten verblijven
in «makeshift camps» en waar geen toegang is voor UNHCR en lokale en internationale
hulporganisaties? Wordt hierover gesproken vanuit de EU of bilateraal met de Tunesische
overheid?
Antwoord 15
Nederland is bekend met de zeer zorgelijke situatie in El Amra. Voor Nederland is
het van belang dat partnerorganisaties toegang kunnen blijven houden tot dit gebied.
Gesprekken via de EU of met de Tunesische autoriteiten over de situatie in El Amra
vinden plaats.
Vraag 16
Zal u erop aandringen bij de Europese Commissie dat zij zich uitspreekt over deze
misstanden en dat er een grondig onderzoek ingesteld wordt naar de inzet van Europese
financiering bij dergelijke praktijken?
Antwoord 16
Zie vraag 3.
Vraag 17
Bent u bekend met de oproep van de Verenigde Naties om onderzoek te doen naar massagraven
van migranten aan de grens tussen Libië en Tunesië?7 Kunt u toelichten wat de status is van dit onderzoek? Hoe zal Nederland opvolging
geven aan dit onderzoek?
Antwoord 17
Wij zijn bekend met het verzoek van OHCHR aan de Libische autoriteiten om onderzoek
te doen naar het massagraf op de Libisch-Tunesische grens maar hebben tot op heden
geen informatie over de aanvang van een mogelijk onderzoek door de Libische autoriteiten.
Wij zijn niet bekend met een oproep aan de Tunesische autoriteiten omtrent hetzelfde.
Het kabinet zal deze zaak aandachtig blijven volgen.
Vraag 18
Terugkijkend naar de «deal» die met Tunesië is gesloten in 2023, kunt u reflecteren
op het gebrek van een human rights impact assessment binnen deze afspraken?
Antwoord 18
Het Memorandum van Overeenstemming (MoU) tussen de EU en Tunesië van 16 juli 2023
benadrukt dat het tegengaan van irreguliere migratie gestoeld dient te zijn op respect
voor mensenrechten.8 De beleidsdialoog in het kader van het MoU wordt aangewend om met de Tunesische autoriteiten
te spreken over het belang van het voeren van een geïntegreerd migratiebeleid, inclusief
de bescherming van migranten. De voorzitter van de Commissie heeft onderstreept dat
de bescherming van migranten een kernprioriteit is in de samenwerking met Tunesië.
De EU-steun aan Tunesië vindt plaats binnen de daartoe vastgelegde kaders van de Commissie,
waarbij respect voor de internationaalrechtelijke verdragen het uitgangspunt is. Nederland
spant zich er in Europees verband voor in om de toetsing en monitoring van de mensenrechtensituatie
te versterken en dat eventuele zorgen op dit vlak onderdeel zijn van de dialoog met
partnerlanden.
Voorts geldt dat Tunesië onder meer partij is bij het VN-Verdrag inzake Burgerlijke
en Politieke Rechten en het VN-Kinderrechtenverdrag en is gehouden mensenrechten effectief
te beschermen bij het grensbeheer. Andere staten en internationale organisaties kunnen
Tunesië aanspreken op de naleving van deze normen, zoals ook is gedaan door de VN-verdragscomités.
Vraag 19
Kunt u reflecteren op de inzet op het gebied van mensenrechtenmonitoring en hoe Nederland
zich er sterk voor gaat maken dat dit zo snel mogelijk ingezet wordt?
Antwoord 19
Het kabinet roept de Europese Commissie op tot het versterken van de monitoring van
mensenrechten in het kader van migratie-gerelateerde programmering in derde landen.
Mensenrechtenmonitoring binnen migratieprogramma’s is inmiddels versterkt.
Vraag 20
Kunt u aangeven hoe er uitvoering wordt gegeven aan de motie Drost c.s. (Kamerstuk
21 501-20, nr. 1963), die oproept om de feitelijke naleving van mensenrechten van migranten, zoals die
zijn vastgelegd in internationale verdragen te garanderen en controleren?
Antwoord 20
Het kabinet deelt de zorgen over de mensenrechtensituatie voor migranten in Tunesië.
Ook de arrestaties van medewerkers van organisaties die actief zijn op gebied van
steun aan migranten is zorgwekkend, zij doen juist zeer belangrijk werk. Het is belangrijk
dat Tunesië een geïntegreerd migratiebeleid ontwikkelt, waarin ook bescherming wordt
geboden aan migranten en asielzoekers in lijn met internationaalrechtelijke kaders
en met respect voor mensenrechten.
Nederland heeft zich voor de positie van migranten sterk gemaakt en zal dit ook blijven
doen. Zo zet het door Nederland gefinancierde programma van UNHCR zich in voor de
bescherming van asielzoekers en migranten, o.a. via juridische steun en assistentie
bij onderdak, gezondheidszorg en onderwijs. Daarnaast steunt Nederland IOM voor de
bescherming van en assistentie aan gestrande migranten, o.a. via opvang of hulp bij
vrijwillige terugkeer en herintegratie voor diegenen die niet in Tunesië willen blijven.
Ook financiert Nederland een regionaal programma in Noord Afrika met UNODC gericht
op het versterken van de mensenrechten gerichte aanpak van mensenhandel en -smokkel.
Via UNICEF zet Nederland in op het bieden van bescherming voor minderjarige migranten
en de toegang tot sanitaire voorzieningen en veilig drinkwater. Daarnaast steunt Nederland
Medecins du Monde om de coördinatie tussen verschillende partners die zich inzetten
voor de bescherming van migranten verder te versterken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie -
Mede namens
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Mede namens
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.