Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over het bericht «Uithuisgeplaatste kinderen overgeleverd aan hardhandige invalkrachten»
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Uithuisgeplaatste kinderen overgeleverd aan hardhandige invalkrachten» (ingezonden 17 oktober 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
8 november 2024).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Uithuisgeplaatste kinderen overgeleverd aan hardhandige
invalkrachten»?1
Antwoord 1
Wat ik heb gelezen in het artikel raakt me: kinderen die uithuisgeplaatst zijn horen
passende hulp in een veilige omgeving te krijgen. Dat is niet gebeurd en dat is in
de eerste plaats heel verdrietig voor deze kinderen en hun ouders. Ik lees ook dat
de eigenaar van D3 ingegrepen heeft: de banden met het bemiddelingsbureau zijn doorgesneden,
de crisisgroep is gesloten en er zijn nu vooral vaste ervaren medewerkers. Ik hoop
dat daarmee een situatie is gecreëerd waarin de kinderen die daar nu verblijven, passende
hulp ontvangen. Er loopt momenteel toezicht van de IGJ op de D3 locatie in Hoenderloo.
Ik heb van de IGJ vernomen dat hun rapport begin 2025 verschijnt.
Vraag 2
Hoe reageert u op de misstanden, zoals onnodige fixaties, ongediplomeerd personeel
en onprofessioneel en ongepast gedrag van medewerkers?
Antwoord 2
Alle jeugdigen die zorg nodig hebben moeten erop kunnen vertrouwen dat ze goede hulp
krijgen. Uit de beschreven situatie in het artikel van Follow the Money komt het beeld
naar voren dat ongekwalificeerd personeel ingezet zou zijn. Ik keur dit af. De inzet
van vrijheidsbeperkende maatregelen in de open residentiële jeugdhulp is bovendien
niet toegestaan. De inzet van geweldsmiddelen zoals beschreven in het artikel mag
niet, is niet effectief en kan veel schade aanrichten.
Omdat we zien dat kwaliteitsverbetering een impuls nodig heeft, zijn afspraken gemaakt
in de Hervormingsagenda met als doel het borgen van kwaliteit en blijvend leren in
het jeugdstelsel. Het is de ambitie dat in 2028 de jeugdhulp kan bouwen op een stevige
gezamenlijke structuur en cultuur waarin voortdurend leren en veranderen vanzelfsprekend
is; dat van een substantieel deel van de jeugdhulp is vastgesteld wat aantoonbaar
werkt en dat dit aantoonbaar in de praktijk wordt toegepast, dat hetgeen aantoonbaar
niet werkt, niet meer wordt toegepast; en dat voor belangrijke delen van de jeugdhulp
kwaliteitskaders bestaan. Daartoe is de werkorganisatie Kennis en Blijvend Leren (KBL)
van en voor professionals opgezet.
Vraag 3
Is het toegestaan dat een zorgbedrijf invalkrachten laat aansturen door het uitzendbureau
zelf, zonder interne controle?
Antwoord 3
De jeugdhulpaanbieder is te allen tijde eindverantwoordelijk, ook indien hij gebruik
maakt van de diensten van een uitzendbureau. Het is de verantwoordelijkheid van de
jeugdhulpaanbieder om ervoor te zorgen dat er voldoende personeel wordt ingezet dat
over de juiste diploma’s, expertise en vaardigheden – beschikt. De jeugdhulpaanbieder
moet zich er dus van vergewissen of het personeel dat wordt ingezet geschikt is. Ook
moet de jeugdhulpaanbieder zorgen voor het kwaliteitsbeleid en interne controles binnen
zijn instelling.
Vraag 4
Waar is het bedrijf Present Zorg nog meer actief? Wordt daar wel actief toezicht gehouden?
Antwoord 4
Ik heb geen overzicht van de locaties waar Present Zorg actief is. Het is de verantwoordelijkheid
van de jeugdhulpaanbieder om ervoor te zorgen dat voldoende personeel wordt ingezet
dat over de juiste diploma’s, expertise en vaardigheden – beschikt. Ook indien sprake
is van inhuur van flexibel personeel via een uitzendconstruct dan nog blijft de jeugdhulpaanbieder
te allen tijde eindverantwoordelijk voor het leveren van goede zorg. De IGJ heeft
geen bevoegdheden om toe te zien op bemiddelings- of uitzendbureaus. De IGJ is bij
onderzoek naar vervalste diploma’s afhankelijk van de informatie van de melder en/of
betrokken zorgverlener en van andere instanties. Alleen wanneer er aangifte wordt
gedaan van fraude kan er opsporing plaatsvinden en kunnen daders vervolgd worden.
Eerder dit jaar hebben de Ministeries van OCW en VWS signalen ontvangen over misstanden
in het opleiden in de zorgsector, over onvoldoende opgeleid personeel en fraude bij
diverse schakels in de zorgketen, waaronder bij uitzendbureaus werkzaam in de zorg.
De IGJ en de Inspectie van het Onderwijs zijn vervolgens een onderzoek gestart. In
het onderzoek staat dat de bevoegdheden van toezichthouders niet in alle gevallen
toereikend zijn. Op dit moment worden met diverse partijen gesprekken gevoerd over
vervolgacties naar aanleiding van het onderzoek. Uw Kamer zal hier dit najaar door
de Minister van VWS over worden geïnformeerd.
Vraag 5
Zijn andere zorgaanbieders en zorginkopers (zoals gemeenten) gewaarschuwd voor de
gang van zaken bij Present Zorg? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Jeugdhulpaanbieders zijn te allen tijde verantwoordelijk voor de eigen bedrijfsvoering
en de kwaliteit van de dienstverlening. Zij moeten zorgen voor de kwaliteit van alle
diensten en producten die zij inkopen, dus ook van zzp-ers en uitzendkrachten. Mij
is niet bekend of zorgaanbieders of gemeenten gewaarschuwd zijn voor de gang van zaken.
Vraag 6
Hoe komt het volgens u dat dit soort praktijken voorkomen in de jeugdzorg? Deelt u
de analyse dat dit mede veroorzaakt wordt door enerzijds de wildgroei van aanbieders
sinds de decentralisatie en de invoering van marktwerking en anderzijds de mogelijkheid
om winst te maken in de zorg?
Antwoord 6
Uw analyse dat het inzetten van (ongekwalificeerde) invalkrachten mede veroorzaakt
wordt door de invoering van marktwerking, wildgroei van aanbieders en de mogelijkheid
om winst te maken in de jeugdhulp deel ik niet.
Het inzetten van invalkrachten lijkt met name een effect van de krappe arbeidsmarkt.
Door marktwerking staat de markt open voor nieuwe aanbieders en concurrentie vanuit
de gedachte dat dit leidt tot prikkels tot gewenst gedrag in de zin van onder andere
kwaliteit en efficiency. De inzet van invalkrachten in het algemeen heeft geen relatie
met de aantallen aanbieders die actief zijn binnen de jeugdhulpsector of het feit
dat aanbieders winst kunnen maken. De stijging in het aantal aanbieders sinds de decentralisatie
is vooral te zien in het aanbod van lichtere vormen van (ambulante) zorg en minder
in het specialistisch aanbod en het type jeugdhulp waar de signalen in het bericht
«Uithuisgeplaatste kinderen overgeleverd aan hardhandige invalkrachten» betrekking
op hebben.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.