Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de Voorhang wijzigingsregeling op Regeling vakwedstrijden vmbo en mbo (Kamerstuk 31524-621)
31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie
30 079 VMBO
Nr. 622 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 7 november 2024
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen en
opmerkingen voorgelegd aan de Minister en Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap over de brief van 15 oktober 2024 over inzake de voorhang wijzigingsregeling
op de Regeling vakwedstrijden vmbo1 en mbo2 (Kamerstuk 31 524, nr. 621).
De vragen en opmerkingen zijn op 5 november 2024 aan de Minister en Staatssecretaris
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voorgelegd. Bij brief van 7 november 2024 zijn
de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Bromet
Adjunct-griffier van de commissie, Arends
Inhoud
blz.
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
2
•
Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de NSC-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de D66-fractie
3
II
Reactie van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
3
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de voorhang wijzigingsregeling
op de Regeling vakwedstrijden vmbo en mbo en hebben nog enkele vragen. De leden juichen
de vakwedstrijden enorm toe; het is een mooie manier om te laten zien wat er allemaal
wordt geleerd in het vmbo en mbo en het is een manier voor leerlingen en studenten
om te excelleren. De vragen richten zich dan ook niet zozeer op de vakwedstrijden
zelf, maar het feit dat er voor deze vakwedstrijden nu wederom gebruik wordt gemaakt
van een subsidieregeling in plaats van een instellingssubsidie. Kan er met zekerheid
worden gezegd dat de vakwedstrijden niet in gevaar komen, gezien het huidige kabinet
1 miljard euro wil gaan bezuinigen op subsidies waaronder subsidies binnen de OCW-begroting?
In de beslisnota lezen de leden ook dat er kritisch wordt gereageerd op het besluit
om de regeling vakwedstrijden wederom te verlengen en te wijzigingen, omdat de huidige
verlenging uit 2023 al onrechtmatig is. Deze leden vragen hoe er in het vervolg wordt
gewerkt aan het voorkomen van onrechtmatigheden in uitgaven. Daarnaast vragen zij
hoe het kan dat er zo’n moeizaam proces is ontstaan rondom het opzetten van de instellingssubsidie
en wat wordt gedaan om dit in te toekomst te voorkomen, gezien dit leidt tot onzekerheid
rondom de vakwedstrijden, onrechtmatige uitgaven en extra werk.
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de nieuwe regeling voor het verstrekken
van instellingssubsidie voor de (v)mbo-vakwedstrijden en hebben daar de volgende vragen
over.
Deze leden lezen dat er door gebrek aan informatie bij alle betrokkenen, personele
wisselingen en miscommunicatie wederom vertraging is ontstaan. Hoe wordt er in de
toekomst voor gezorgd dat er zonder vertraging kan worden gewerkt aan de nieuwe instellingssubsidie?
Deze leden zijn benieuwd hoe betrokken sectoren worden meegenomen bij het instellen
van de nieuwe instellingssubsidie en bij het organiseren van de (v)mbo-vakwedstrijden.
Inbreng van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de brief inzake de voorhang van
de wijzigingsregeling op de Regeling vakwedstrijden vmbo en mbo en blijven achter
met hoofdzakelijk één vraag. Hoe gaan de bewindspersonen voorkomen dat het soort vertragingen
die opgelopen zijn bij de uitvoering van de motie van de leden El Yassini en Van der
Molen3 zich in de toekomst weer voordoen? Anders gezegd: Welke maatregelen gaan zij nemen
om ervoor te zorgen dat, als gevolg van «een gebrek aan informatie…personele wisselingen
[etc.]» op de betrokken ministeries de overheid niet nogmaals min of meer gedwongen
wordt tot een onrechtmatige financiering?
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de wijzigingsregeling vakwedstrijden
vmbo en mbo. Zij hebben op dit moment geen vragen.
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Reactie op de vragen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen zich af of met zekerheid kan worden
gezegd dat de vakwedstrijden niet in gevaar komen, gezien het feit dat het huidige
kabinet 1 miljard wil gaan bezuinigen op subsidies waaronder subsidies binnen de OCW-begroting.
Daarnaast vragen de leden zich af hoe in het gevolg gewerkt wordt aan het voorkomen
van onrechtmatigheden in uitgaven. Tot slot vragen de leden zich af hoe het komt dat
er zo’n moeizaam proces is ontstaan rondom het opzetten van de instellingssubsidie
en wat wordt gedaan om dit in de toekomst te voorkomen, gezien dit leidt tot onzekerheid
rondom de vakwedstrijden, onrechtmatige uitgaven en extra werk.
De invulling van de taakstelling op subsidies voor het jaar 2025 is verwerkt in de
ontwerpbegroting 2025 die op Prinsjesdag aan uw Kamer is aangeboden. De invulling
voor 2026 en verder is aangekondigd in de brief die wij op 24 oktober aan uw Kamer
stuurden en verwerkt middels een nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2025.4 De vakwedstrijden vallen hier niet onder.
Wij erkennen dat het proces om te komen tot een instellingssubsidie moeizaam is verlopen.
Reflecterend zien we twee hoofdzaken. Allereerst bleek het oorspronkelijke doel, het
publiceren van de nieuwe regeling voor 1 juli 2024, uitvoeringstechnisch niet haalbaar
te zijn. Toen dat duidelijk werd was een onrechtmatige verlenging de enige manier
om zekerheid te krijgen over de doorgang van de vakwedstrijden in 2025. We voorkomen
herhaling hiervan met een uitgebreid en nauwkeurig plan van aanpak, dat in samenwerking
met alle betrokkenen is opgesteld. Het doel is om de nieuwe regeling uiterlijk in
april 2025 te publiceren zodat de instellingssubsidie tijdig verstrekt kan worden.
We liggen daarvoor op koers.
Ten tweede kostte het tijd om te onderzoeken hoe wij de motie van de leden El Yassini
(VVD) en Van der Molen (CDA)5 het beste konden uitvoeren. Wettelijke verankering van de organisatie van de vakwedstrijden,
zoals de motie vraagt, bleek complex en niet de best passende oplossing. Uit de evaluatie
blijkt dat het uitvoeren van de vakwedstrijden door een marktpartij via een subsidieregeling
tot op heden goed loopt. De doelen van de vakwedstrijden worden behaald en om die
reden zetten wij dit voort via een instellingssubsidie. Hiervoor is een nieuwe regeling
nodig.
Reactie op de vragen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vragen hoe er in de toekomst voor wordt gezorgd dat er
zonder vertraging kan worden gewerkt aan de nieuwe instellingssubsidie. De leden zijn
benieuwd hoe betrokken sectoren worden meegenomen bij het instellen van de nieuwe
instellingssubsidie en bij het organiseren van de (v)mbo-vakwedstrijden.
Om het proces beter in te richten is een plan van aanpak gemaakt met een uitgebreide
planning en risicoanalyse met bijbehorende maatregelen. Dit plan is afgestemd met
alle betrokkenen. Met dit plan van aanpak loopt het proces beter dan voorheen en liggen
we op koers om met de nieuwe regeling in het eerste kwartaal van 2025 te komen. Daarmee
voorkomen we een nieuwe onrechtmatige verlenging.
De betrokken onderwijssectoren worden bij de instellingssubsidie betrokken bij de
aanbestedingsprocedure. Er wordt een externe adviescommissie samengesteld om de aanvragen
te beoordelen. In deze commissie zullen afgevaardigden van de onderwijssectoren en
van de leerlingen en studenten plaatsnemen. De mate waarin het onderwijs, studenten/leerlingen
en werkgevers betrokken worden bij de organisatie van de vakwedstrijden zelf is onderdeel
van het beoordelingskader voor de aanbesteding.
Reactie op de vragen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie vragen met welke maatregelen de bewindspersonen gaan voorkomen
dat het soort vertragingen die opgelopen zijn bij de uitvoering van de motie van de
leden El Yassini en Van der Molen6 zich in de toekomst weer voordoen.
Om te voorkomen dat dit nogmaals gebeurt is een plan van aanpak gemaakt, bestaande
uit een risicoanalyse met bijbehorende maatregelen, en een uitgebreide planning. Dit
plan is afgestemd met alle betrokkenen. Met dit plan van aanpak loopt het proces beter
dan voorheen en liggen we op koers om met de nieuwe regeling in het eerste kwartaal
van 2025 te komen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M.H.R.M. Arends, adjunct-griffier