Lijst van vragen : Lijst van vragen over het MIRT Overzicht 2025 (Kamerstuk 36600-A-4)
2024D41805 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over zijn brief inzake het MIRT-overzicht 2025 (Kamerstuk 36 600 A, nr. 4).
De voorzitter van de commissie,
Peter de Groot
Adjunct-griffier van de commissie,
Koerselman
Nr
Vraag
1
Hoe zijn naar aanleiding van de aangenomen motie-Olger van Dijk c.s. (Kamerstuk 36 410 A, nr. 37) aspecten van brede welvaart meegewogen in het afweegkader van infrastructuurbeslissingen
voor investeringen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)?
2
Hoe zijn naar aanleiding van de aangenomen motie-Olger van Dijk/Vedder (Kamerstuk
36 410 A, nr. 56) grensoverschrijdende effecten meegenomen in de Werkwijze maatschappelijke kosten-
en batenanalyse (MKBA) bij MIRT-verkenningen?
3
Kan in een overzichtelijk schema weergegeven worden welke MIRT-projecten er zijn op
het gebied van ov-infra en wat hiervoor de nu geraamde budgetten zijn, hoeveel hiervan
reeds beschikbaar is en hoeveel budget er per project nog nodig is om tot een volgende
fase over te gaan?
4
Op welke wijze wordt besloten of voor een specifiek vraagstuk met betrekking tot weg,
spoor of water tot een MIRT-onderzoek kan worden overgegaan?
5
Wanneer wordt direct tot een MIRT-verkenning overgegaan en hoe wordt besloten dat
hier dan toe wordt overgegaan?
6
Gezien het feit dat er 320 miljoen euro nodig is om de N36 verkeersveilig te maken
en er nu 125 miljoen beschikbaar is gesteld: hoe wordt de N36 met het beschikbare
budget toch verkeersveilig gemaakt?
7
Wanneer kunt u concrete informatie delen over de rondweg in Mariënheem? Graag in het
antwoord meenemen wat de huidige planning is en wanneer dit project afgerond gaat
zijn.
8
Welke concrete stappen neemt het Rijk om het ontstane tekort van 1,84 miljard euro
voor de ov-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer aan te vullen?
9
Wat is de tijdlijn voor het nemen van een voorkeursbesluit voor de ov-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer
en op welke termijn vangen de werkzaamheden aan?
10
Hoe gaat het ministerie om met de financieringstekorten in het Zuidasdok-project en
wat is de tijdlijn voor het oplossen van dit tekort?
11
Op welke concrete wijze worden de zeventien gepauzeerde MIRT-projecten hervat?
12
Worden er alternatieve financieringsmethoden onderzocht voor de dekking van de tekorten
op het investeringspakket van de metropoolregio Amsterdam? Zo ja, welke?
13
Welke MIRT-projecten hebben prioriteit en zullen het eerste worden aangevangen?
14
Heeft het pauzeren van de zeventien MIRT-projecten negatieve gevolgen gehad voor de
algehele staat van de infrastructuur in Nederland?
15
Hoe gaat de bezuiniging op de brede doeluitkering voorkomen worden? Is er een tijdlijn
te geven van het aankomende jaar?
16
Hoe beïnvloedt de voorgenomen bezuiniging op de brede doeluitkering de investeringskracht
van de metropoolregio Amsterdam en de regio Den Haag-Rotterdam, in projecten van zowel
lokaal, als regionaal als nationaal belang?
17
Op welke manier is het Rijk voornemens om de projecten die volgens het regeerakkoord
van bijzonder nationaal belang zijn, zoals de verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer,
de Lelylijn, Nedersaksenlijn en de verdieping van de vaargeul van de IJsel, prioriteit
te geven om deze zo snel mogelijk tot uitvoering te brengen?
18
Wat is de status en het verwachte tijdpad voor de implementatie van het European Rail
Traffic Management System (ERTMS) op de «OV Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (OV
SAAL)»-corridor om de ov-capaciteit voor woningbouw in de regio te ondersteunen?
19
In hoeverre kunnen Europese «Connecting Europe Facility (CEF)»-gelden worden ingezet
voor projecten, zoals de Zuidasdok, de Noord-Zuidlijn of de IJmeerverbinding?
20
Hoeveel is het tekort voor de Merwedelijn en hoeveel kan er bijgedragen worden vanuit
het MIRT?
21
Zijn er MIRT-projecten die vanwege leefbaarheid en veiligheid niet langer kunnen wachten?
22
Welk belang weegt zwaarder in de hypothetische situatie dat een acuut hoog risico
voor de veiligheid, doordat een infrastructuurobject niet tijdig is hersteld, en de
geldende stikstofnorm in strijd zijn met elkaar?
23
Op welke wijze wordt het forse tekort gedekt van maximaal 800 miljoen dat ten aanzien
van de Zuidasdok is vastgesteld?
24
Zijn er mogelijkheden om het budget te verhogen, indien nodig?
25
Heeft de apparaattaakstelling invloed op het MIRT? Zo ja, welke projecten zullen als
eerst gepauzeerd en/of geannuleerd worden als gevolg hiervan?
26
Indien de apparaattaakstelling uit de vorige vraag concrete invloed heeft op de uitvoerbaarheid
van MIRT-projecten, worden projecten zoals de Zuidasdok, met een tekort van maximaal
800 miljoen, dan op grond van de financiën gepauzeerd, dan wel geschrapt?
27
Op grond van welke aspecten wordt herprioritering bepaald?
28
In hoeverre worden de financiën en personeelsbezetting extra belast, indien besloten
wordt om de aanleg van de fysieke scheiding op de N36 in twee fasen te doen?
29
Indien de fysieke scheiding op de N36 in twee fasen wordt aangelegd, heeft dit dan
concrete gevolgen voor de stikstofuitstoot? Zo ja, wat zijn hier de gevolgen van in
vergelijking met de andere scenario's?
30
Kunt u de Kamer een uitputtende lijst doen toekomen met het aantal projecten dat in
kalenderjaar 2025 afgerond zal zijn?
31
Wanneer wordt weer bekeken of er geld en menskracht beschikbaar zijn voor het onderhoud
van de fietswegen die op eigen gronden van IenW liggen?
32
Kan er een overzicht worden gegeven van de bestedingen en de daarmee gerealiseerde
doelen van de beschikbare bedragen voor het Programma Fiets?
33
Welke criteria zijn er nader samen uitgewerkt door het Rijk en de regio voor de verdeling
van de beschikbare gelden die geïnvesteerd dienen te worden in doorfietsroutes?
34
Kan zo concreet mogelijk worden aangegeven voor welke MIRT-projecten u geld uittrekt
uit de extra woningbouwmiddelen om nieuwbouwprojecten te ontsluiten?
35
Kan onderbouwd worden waar de 2,5 miljard euro die het huidige kabinet extra uittrekt,
op gebaseerd is? Welke onderliggende gegevens liggen ten grondslag aan dit bedrag?
36
Klopt het dat de aanleg van infrastructuur voor nieuwbouw van woningen in laaggelegen
gebieden relatief duurder is, omdat hier extra kosten gemaakt moeten worden voor klimaatadaptieve
maatregelen, zodat de infrastructuur ook bij bijvoorbeeld piekbuien gebruikt kan worden?
37
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de verlening van de derde tranche van
de investeringsimpuls Verkeersveiligheid aan medeoverheden en hoe is daarbij uitwerking
gegeven aan de aangenomen motie-Grinwis c.s. (Kamerstuk 29 398, nr. 1096)?
38
Is al bekend welke financiële bijdrage de gemeente Oude IJsselstreek zal leveren aan
het N18-project, en hoe staat die bijdrage in verhouding tot de opmerking dat het
financiële tekort voor dat project is opgelost door middel van een amendement?
39
Welke risicofactoren zijn er nog die eventueel vertraging opleveren voor de start
van het personenvervoer Coevorden-Bad Bentheim?
40
Wat is de actuele planning van de ingebruikname van de lijn Bad-Nieuweschans-Leer?
En wanneer kan volgens de huidige planning de rechtstreekse Wunderline Groningen-Bremen
van start gaan? Welke middelen zijn hiervoor nog benodigd en welke belemmeringen moeten
praktisch nog opgelost worden?
41
Hoe is de passage uit het regeerprogramma «Er komt een voorstel voor grensoverschrijdend
spoorvervoer, inclusief de aansluiting van vijf treinstations op stations van de hogesnelheidslijnen
net over de grens» (p. 43) precies verwerkt in het MIRT en hoe verhoudt zich dit voornemen
tot het MIRT?
42
Zijn er plannen om de lijn Weert-Hamont te heractiveren? Zo ja, wat is er nodig om
deze lijn te heractiveren en wat is de concrete planning voor de reactivering van
deze lijn?
43
Kan voor alle grensoverschrijdende trajecten in een schema weergegeven worden welke
komende langere onderhoudsperioden er zijn (dus onderhoudsperioden die langer zijn
dan een periodieke sluiting van een weekend of een week wegens reguliere onderhoudswerkzaamheden)?
44
Stopt de bijdrage aan de financiering van de lijn Venlo-Düsseldorf na 2025? En zo
ja, wat betekent dit concreet voor de verbinding tussen Venlo en Duitsland?
45
Wat is de actuele planning wanneer de intercity Eindhoven-Düsseldorf kan gaan rijden?
Welke financiële middelen zijn hiervoor nog benodigd en welke praktische belemmeringen
moeten nog weggenomen worden?
46
Is het ticketsysteem voor treinen naar Duitsland en België nu niet toegankelijk en
klantgericht?
47
Wat gebeurt er concreet in de pilot voor het «klantgerichte ticketsysteem»? En wat
is de reden dat er een pilot nodig is om ticketsystemen klantgericht te maken? Op
wie zijn deze systemen nu gericht?
48
Hoe verhoudt de opgave die er is voor het herstellen van de spoordijken zich tot het
MIRT en de MIRT-budgetten?
49
Kan een actuele stand van zaken gegeven worden voor de herstelwerkzaamheden aan de
hogesnelheidslijn (HSL)? Wat is de planning voor het opheffen van de tijdelijke snelheidsbeperkende
maatregelen?
50
Wat betekent de oplevering in 2028 van het project Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
(PHS) Tractie Energievoorziening concreet? Is het spoornetwerk dan voldoende in staat
om de te verwachte groei van het aantal treinen voor het komende decennium op te vangen?
51
Gelet op het de uitspraak «Het totaal aantal mogelijk te bouwen woningen bedraagt
60.000–70.000, waarvan in totaal 15.250–26.800 woningen in de grootschalige A12-zone
en 22.500–25.000 woningen in Rijnenburg.», welke harde afspraken zijn gemaakt over
woningbouw? Hoe hard zijn die afspraken over woningbouw in Rijnenburg (zowel tot 2030
als daarna)? Welke aantallen zijn afgesproken en bestuurlijk vastgelegd voor wanneer?
52
Gezien de Noordelijke Randweg Utrecht (NRU) samenhangt met besluitvorming over het
alternatief Ring Utrecht (ARU), en we recent in een brief van u lazen dat het ARU
volgens u in feite geen alternatief is voor het Tracébesluit dat nog door de Raad
van State wordt beoordeeld: ziet uw ministerie mogelijkheden om de NRU zo snel mogelijk
weer op te starten? Welke «hobbels» moeten er worden genomen op het gebied van stikstof,
personeel en financiën om de NRU weer op te starten?
53
Uitgaande van een positief oordeel in de uitspraak van de Raad van State over Tracébesluit
A27, hoe ziet dan de planning eruit voor de realisatie van dit Tracébesluit en wat
is de inschatting van het totale financiële beeld?
54
Hoe staat het met zo spoedig mogelijk alternatieve maatregelen nemen op het onderliggend
wegennet om de verkeersveiligheid te waarborgen, waaronder de op- en afritten van
de A2, naar aanleiding van de aangenomen motie-Grinwis/Olger van Dijk (Kamerstuk 36 410 A, nr. 40)?
55
Wat is er nodig om het project A67/A73 knooppunt Zaarderheiken in uitvoering te brengen?
Wanneer kan dit knooppunt opengesteld worden?
56
Kunt u een overzicht geven van de ongevallen op/rond het wegvak A67/A73 knooppunt
Zaarderheiken? Hoe borgt u tot het moment van oplevering de veiligheid op dit wegvak?
Is de geluidshinder van deze weg op orde en voldoet het Rijk aan de gestelde regels?
57
Hoe is geborgd dat de intercity (IC) Eindhoven-Düsseldorf in december 2026 zijn dienstregeling
kan starten? Zijn de perrons in Venlo dan tijdig verlengd? Is het station in Eindhoven
daarop ingericht? Is de nieuwe spanningsluis tijdig vernieuwd?
58
Hoe is geborgd dat de IC Eindhoven-Aken kan gaan rijden?
59
Is de MIRT-verkenning zo ingericht dat de gewenste beslisinformatie met betrekking
tot vereiste aanpassingen van station Eindhoven daaruit naar voren komt?
60
Welke Europese middelen zijn al zeker gesteld voor IC Eindhoven-Aken? Hoe ziet het
proces eruit om deze middelen tijdig te verkrijgen?
61
In hoeverre is de tijdige oplevering van de aanpassingen in Eindhoven goed afgestemd
op de grote woningbouwambities in o.a. Helmond, Eindhoven, Weert en Venlo die in 2030
opgeleverd moeten zijn?
62
Gelet op uw opmerking in eerdere Kamerbrieven dat aanpassing van station Eindhoven
zeker niet in 2030 klaar zal zijn, wanneer zal aanpassing van station Eindhoven wel
opgeleverd kunnen worden?
63
Wanneer kan de Kamer het voorstel voor grensoverschrijdend spoorvervoer tegemoetzien?
Is in dat voorstel ook een uitvoeringsparagraaf inclusief dekking voorzien?
64
Wat zijn de totale kosten die de aanwezigheid van dassen op/rond het project verbreding
A2 in Limburg met zich meebrengt?
65
Op welke wijze heeft Rijkswaterstaat voorzien dat de bereikbaarheid tijdens de uitvoering
van het project verbreding A2 in Limburg is geregeld? Is de facilitering daarvan in
het projectbudget voorzien? Lopen de afspraken met de regio hierover goed en hebben
de gemeenten en provincie de vereiste middelen om de bereikbaarheid te borgen?
66
Wordt er gesproken over herstart van het gepauzeerde project N35 Wijthmen-Nijverdal
en specifiek de aanpak van de verkeersveiligheidsproblematiek van Mariënheem?
67
Op welke wijze wordt exact invulling gegeven aan de motie-Veltman c.s. (Kamerstuk
36 410 XII, nr. 34) waarmee is verzocht met voorrang te kijken naar het traject rondom Mariënheem en
allereerst te beginnen met het aanleggen van een ringweg rond Mariënheem, zodra dit
stikstoftechnisch mogelijk is en wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering
van de motie, ook gelet op de uitspraak «Bij afronding van de verkenning worden de
randvoorwaarden (financiën, capaciteit en stikstof) opnieuw bezien» en het amendement-Heutink
c.s. (Kamerstuk 36 410 A, nr. 27), waarmee de Kamer begin 2024 heeft verzocht de aanpak van de N35 te herprioriteren?
68
Kan een actueel beeld worden gegeven van de planning van de Lelylijn?
69
Kan een actuele stand van zaken worden gegeven van het taakstellend budget en de aanvullende
post voor de Lelylijn?
70
Kan een actueel beeld worden gegeven van de planning van de Nedersaksenlijn?
71
Kan een actuele stand van zaken worden gegeven van het taakstellend budget voor de
Nedersaksenlijn?
72
In hoeverre wordt bij het onderzoek naar de tracémogelijkheden tussen Stadskanaal
en Emmen ook de locatie van de stations bekeken en kan hier een toelichting op worden
gegeven?
73
In hoeverre zijn de Duitse aangrenzende regio’s betrokken bij de planuitwerking van
de Nedersaksenlijn?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.