Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen het lid Van Haasen over de politieke instabiliteit en corruptie in het Caribisch deel van het Koninkrijk
Vragen van het lid Van Haasen (PVV) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de politieke instabiliteit en corruptie in het Caribisch deel van het Koninkrijk (ingezonden 11 september 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
(ontvangen 21 oktober 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025,
nr. 168.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de instabiele politieke situatie en de wijdverspreide corruptie
in de autonome landen binnen ons Koninkrijk?1
Antwoord 1
Ja, ik ben op de hoogte van de gebeurtenissen waaraan u refereert.
Vraag 2
Deelt u de mening dat uw doelen goed bestuur, solide financieel beleid en economische
zelfredzaamheid alleen haalbaar zijn met een integer bestuur dat vrij is van corruptie?
Antwoord 2
Ja. Een goed functionerende rechtsstaat is een randvoorwaarde voor een veilige en
stabiele samenleving, positieve economische ontwikkeling en houdbare overheidsfinanciën.
Vraag 3
Ziet u een rol voor de Nederlandse overheid om corruptie en integriteit in de autonome
landen binnen ons Koninkrijk te monitoren volgens dezelfde criteria als Transparency
International?
Antwoord 3
Monitoring van corruptie en integriteit is een autonome aangelegenheid van de landen.
Wel hecht ik grote waarde aan samenwerking op dit gebied in het Koninkrijk, want deugdelijk
bestuur is een voorwaarde voor een zelfredzame overheid. In de Kamerbrief over de
uitkomsten van de herijking van de Nederlandse inzet in de rechtsstaat kondig ik daarom
aan de inzet op het gebied van de integriteit te versterken. BZK stelt overigens al
jaarlijks 1 miljoen euro ter beschikking aan de landen voor initiatieven op het gebied
van de bestuurlijke aanpak van ondermijning. Mijn departement faciliteert ook het
Integriteitsplatform Dutch Caribbean om in het Koninkrijk kennis en expertise uit
te wisselen. In dit kader zal in november de tweede Integrity Summit Dutch Caribbean
plaatvinden op Sint Eustatius.
Ik vind het samen met u wenselijk dat de staat van de integriteit in de verschillende
Caribische delen van het Koninkrijk – net als in de meeste landen – wordt gemonitord.
Hierdoor kan het functioneren op het gebied van integriteit en goed bestuur vergeleken
kan worden met de andere landen en eilanden in het Koninkrijk en in het Caribisch
gebied. De komende periode wil ik samen met Aruba, Curaçao en Sint Maarten nagaan
wat ervoor nodig is en wat het oplevert om de Caribische delen van het Koninkrijk
aan te laten sluiten bij bestaande indexen en monitors op het gebied van integriteit
en goed bestuur.
Transparency International heeft in het kader van integriteit wel al de National Integrity
Assessment op Curaçao (2013) en Sint Maarten (2015) uitgevoerd, maar deze onderzoeken
zijn niet periodiek en Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden om methodologische redenen
niet meegenomen in hun periodieke Corruption Perceptions Index (CPI). Ook zijn Bonaire,
Saba en Sint Eustatius geen onderdeel van TI’s beoordeling van Nederland. Ik ben momenteel
in gesprek met Transparency International en verken de mogelijkheden.
Overigens wil ik in het kader van monitoring het Verdrag van de Verenigde Naties tegen
Corruptie (UNCAC) noemen. Het UNCAC-verdrag verplicht landen tot het implementeren
van maatregelen die corruptie in alle vormen bestrijden. Daarnaast vindt periodiek
monitoring plaats vanuit UNCAC. Nederland heeft dit verdrag geratificeerd. Ik vind
het een positieve ontwikkeling dat begin maart 2024 de Raad van Ministers van Curaçao
heeft ingestemd met het opstarten van het ratificatieproces van het Verdrag van de
Verenigde Naties tegen Corruptie (UNCAC).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.