Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bontenbal en Erkens over de leveringszekerheid van elektriciteit
Vragen van de leden Bontenbal (CDA) en Erkens (VVD) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over de leveringszekerheid van elektriciteit (ingezonden 24 september 2024).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 16 oktober 2024).
Vraag 1
Klopt het dat de Monitor Leveringszekerheid 2024 tot en met 2030 nog geen risico’s
voor de leveringszekerheid van elektriciteit ziet, maar dat er volgens ditzelfde rapport
in 2033 wel sprake zal zijn van een duidelijke overschrijding van de leveringszekerheidsnorm
tot een niveau van Loss-of-Load Expectation (LOLE) van ruim 14 uur (10 uur meer dan
de betrouwbaarheidsnorm van 4 uur)?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het tevens juist dat de daling van het beschikbare regelbare productievermogen
van 9,4 gigawatt (GW) tussen 2022 en 2033 een belangrijke oorzaak is van deze ruime
overschrijding van de betrouwbaarheidsnorm in 2033?
Antwoord 2
Ja, in de Monitor Leveringszekerheid 2024 wordt een combinatie van een aantal ontwikkelingen
op termijn verondersteld en vervolgens de leveringszekerheid beoordeeld. Naast een
stijging van de elektriciteitsvraag en toename van het aandeel duurzame opwek met
variabele productie (en daarmee meer afhankelijkheid van weersomstandigheden) is ook
de veronderstelde daling van het regelbare vermogen een belangrijke oorzaak van de
genoemde afname van de leveringszekerheid. Ik teken daarbij aan dat de verwachte daling
van het vermogen het grootst is in de periode tot 2030, namelijk 7,8 GW. In de periode
tussen 2030 en 2033 is de verwachte daling 1,6 GW. De veronderstelde elektriciteitsvraag
in deze periode stijgt van 151 TWh in 2030 naar 172 TWh (+ 21 TWh) in 2033.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de Monitor Leveringszekerheid 2024 dus wel degelijk laat zien
dat er zich in de toekomst, al in 2033, problemen zullen voordoen met de leveringszekerheid
van elektriciteit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De Monitor Leveringszekerheid 2024 geeft aan de hand van de verwachte ontwikkeling
inzicht in de toekomstige leveringszekerheid en brengt mogelijke risico’s in kaart.
In aanvulling op de nationale Monitor Leveringszekerheid, is mijn inzet eveneens gebaseerd
op resultaten van de jaarlijkse European Resource Adequacy Assessment. Ik beschouw
de Monitor Leveringszekerheid 2024 als een eerste waarschuwing dat er gedurende een
aantal uren per jaar mogelijk een situatie kan ontstaan dat er onvoldoende aanbod
is om aan alle vraag naar elektriciteit te voldoen. Dat betekent niet dat er zich
in 2033 gegarandeerd leveringszekerheidsproblemen zullen voordoen. De verwachte ontwikkelingen
in zowel Nederland als de landen om ons heen kunnen zeker voor het jaar 2033 nog anders
blijken. Daarom is het goed dat dit jaarlijks op Europees en nationaal niveau gemonitord
wordt.
Vraag 4
Deelt u tevens de mening dat de oplossing van dit probleem in de toekomst er eigenlijk
vandaag al zou moeten liggen, omdat we weten dat het bouwen (inclusief vergunningen)
van elektriciteitscentrales die het wegvallende regelbare productievermogen kunnen
vervangen een langdurig proces is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De waarschuwing die TenneT heeft afgegeven in haar leveringszekerheidsanalyse neem
ik serieus. Daarom onderzoek ik op dit moment de concrete betekenis daarvan, en de
effectiviteit en mogelijke implicaties van potentiële oplossingen. De in mei van dit
jaar gepubliceerde Monitor Leveringszekerheid 2024 laat een mogelijk probleem zien
vanaf 2033. Dit is de eerste keer dat de Monitor Leveringszekerheid een mogelijk probleem
voorziet. De in december 2023 gepubliceerde European Resource Adequacy Assessment
voorziet dergelijke problemen (nog) niet. De Monitor Leveringszekerheid 2024 is het
eerste concrete en onderbouwde signaal van een mogelijk leveringszekerheidsprobleem.
Oplossingen om dit risico te mitigeren zijn kostbaar en/of mogelijk marktverstorend.
Mede daarom hecht ik er belang aan om beslissingen hierover, die tijdig genomen moeten
worden, goed doordacht en onderbouwd te nemen. Hierover zal ik de Kamer eind dit jaar
informeren. Dit is ook in lijn met de op 5 maart 2024 aangenomen motie van de leden
Erkens en Grinwis (Kamerstuk 36 197, nr. 15).
Vraag 5
Op welke wijze wordt er bij het opstellen van plannen om het regelbare productievermogen
op peil te houden rekening gehouden met de fase waarin er tegelijkertijd bestaand
regelbaar vermogen wordt uitgefaseerd en er nieuwe kerncentrales worden gebouwd? Wordt
er bijvoorbeeld rekening gehouden met een scenario waarin bestaand regelbaar vermogen
langer daar eerder voorzien wordt behouden, in afwachting van de afronding van de
bouw van nieuwe kerncentrales?
Antwoord 5
Het maken van plannen om het regelbare productievermogen op peil te houden is in eerste
instantie aan de eigenaren van de centrales. Zij kunnen rekening houden met de fase
tot er nieuwe kerncentrales zijn gebouwd. Daarnaast biedt het voorstel voor de Energiewet
(Kamerstuk 36 378), zoals momenteel in behandeling bij de Eerste Kamer, met artikel 5.12 de mogelijkheid
dat ik TenneT opdracht kan geven een strategische reserve in te richten. Daarmee kan
TenneT een centrale die om commerciële redenen uitgefaseerd wordt, tegen betaling
van de kosten daarvan, buiten de markt achter de hand houden voor het geval zich een
leveringszekerheidsprobleem voordoet. Daarmee zou een strategische reserve zich kunnen
lenen om regelbaar vermogen – buiten de markt – langer te behouden. De Kamer wordt
mede over deze optie eind dit jaar nader geïnformeerd, zoals aangegeven in mijn antwoord
op vraag 4.
Vraag 6
Realiseert u zich dat als er te lang wordt gewacht met het maken van plannen om het
regelbare productievermogen op peil te houden, problemen met de leveringszekerheid
mogelijk niet meer te voorkomen zijn en bovendien de kosten van het nemen van maatregelen
vele malen hoger zullen zijn?
Antwoord 6
De Monitor Leveringszekerheid 2024 laat zien dat er mogelijk een probleem is in 2033.
Dit is het eerste onderbouwde signaal van een dergelijk risico. Zoals ik ook aangaf
in mijn antwoord op vraag 4, wil ik zorgvuldig wegen welke potentiële oplossingen
er zijn en wat daarvan de implicaties zijn. De leveringszekerheid is bovendien niet
alleen afhankelijk van de hoeveelheid regelbaar vermogen. Het regelbaar vermogen bepaalt
gezamenlijk met andere vormen van flexibiliteit (interconnectie, (batterij)opslag
en vraagrespons) de leveringszekerheid. Daarom is het van belang de gevolgen van een
leveringszekerheidsprobleem en oplossingsrichtingen eerst nader te verkennen. Uiteraard
zet ik me in om mogelijke leveringszekerheidsproblemen te voorkomen. Zoals aangegeven
in mijn antwoord op vraag 4, en op vraag 5 van vragen van de leden Bontenbal en Erkens
(Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, Aanhangsel 2535) op 11 september jl., ben ik mogelijke nadere maatregelen aan het inventariseren
en zal ik de Kamer hierover eind dit jaar informeren.
Vraag 7
Deelt u daarom de constatering van TenneT dat, hoewel er nu nog voldoende tijd is
om ervoor te zorgen dat de leveringszekerheid ook na 2030 te waarborgen, het wel van
belang is dat er tijdig actie wordt ondernomen om te verzekeren dat er tijdig voldoende
flexibiliteit gerealiseerd wordt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ja, mijn eerder genoemde inventarisatie van mogelijke maatregelen richt zich daarom
op alle vormen van flexibiliteit (interconnectie, (batterij)opslag, regelbaar vermogen
en vraagrespons). Naast het realiseren van extra flexibiliteit zou het behouden van
bestaande flexibiliteit ook een optie kunnen zijn de leveringszekerheid te borgen.
Daar zou het (tijdelijk) achter de hand houden van bestaand regelbaar vermogen als
strategische reserve een voorbeeld van zijn, zoals aangegeven in mijn antwoord op
vraag 5.
Vraag 8
Hoe geeft u invulling aan het advies van TenneT om tijdig een uitvoeringsplan te ontwikkelen
en te implementeren op basis waarvan maatregelen worden genomen om de leveringszekerheid
van elektriciteit te waarborgen?
Antwoord 8
TenneT adviseert mogelijke beleidsmaatregelen in kaart te brengen die zich richten
op het stimuleren van het behoud van het bestaande, en de totstandkoming van nieuw,
regelbaar productievermogen, vraagsturing en opslag binnen de kaders van de Nederlandse
energy-only markt. In lijn met het advies van TenneT ben ik hiermee bezig, zoals ook
aangegeven in mijn antwoorden op de vragen 4, 5 en 6. Over de resultaten daarvan zal
ik u eind dit jaar middels mijn eerder toegezegde brief informeren. Ik zal daarbij
tevens aandacht besteden aan overige opties.
Vraag 9
Op welke termijn denkt u een dergelijk uitvoeringsplan te kunnen ontwikkelen en implementeren
en wat zijn uw uitgangspunten bij het opstellen van een dergelijk plan?
Antwoord 9
Zie mijn antwoord op vraag 8.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.