Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kisteman over het bericht 'Basisscholen bestookt met ‘linkse’ lespakketten: Het is echt dagelijkse spam’
Vragen van het lid Kisteman (VVD) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Basisscholen bestookt met «linkse» lespakketten: Het is echt dagelijkse spam» (ingezonden 26 augustus 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Paul (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 15 oktober
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het nieuwsbericht «Basisscholen bestookt met «linkse» lespakketten:
Het is echt dagelijkse spam»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Wat vindt u ervan dat scholen tientallen lespakketten per week aangeboden krijgen?
Wat vindt u ervan dat deze lespakketten ook ongevraagd worden opgestuurd?
Deelt u de mening dat wetenschappelijk onderbouwde lespakketten zoals «de Week van
de Lentekriebels» ondersteunend kunnen zijn aan het voldoen aan de kerndoelen voor
het onderwijs? Deelt u tevens de mening dat er veel lespakketten zijn die weinig relevantie
hebben voor het curriculum?
Antwoord 2 en 3
Ik deel de mening dat wetenschappelijk onderbouwde lespakketten ondersteunend kunnen
zijn aan het voldoen aan de kerndoelen.
Ik maak me in algemene zin zorgen over de grote hoeveelheid lespakketten die op basis
van goede bedoelingen actief aan het onderwijs wordt aangeboden. Het is belangrijk
dat scholen zich in de eerste plaats kunnen richten op lezen, schrijven en rekenen
en die zaken die belangrijk zijn voor kinderen om zichzelf te kunnen ontwikkelen.
Dit kabinet wil de overladenheid tegengaan, daarom moeten bedrijven en maatschappelijke
organisaties terughoudend zijn bij het aanbod van ongevraagde lesmaterialen aan scholen.
Overigens is het goed om te vermelden dat de Week van de Lentekriebels geen lespakket
in zichzelf is. Het is een themaweek en initiatief van expertisecentrum seksualiteit
Rutgers en de regionale Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD). Deze week is bedoeld
om op een positieve manier aandacht te vragen voor relationele en seksuele vorming
(RSV). Als onderdeel van de Week van de Lentekriebels kunnen scholen gebruik maken
van lespakketten Kriebels in je Buik, Wonderlijk Gemaakt of Veiligwijs. Deze lespakketten
sluiten aan bij Europese standaarden voor effectief en leeftijdsadequaat onderwijs
over relaties en seksualiteit.
Vraag 4
Moeten lespakketten aan bepaalde voorwaarden voldoen voordat deze door basisscholen
mogen worden gebruikt? Zo nee, hoe kunnen basisscholen lespakketten toetsen voordat
zij besluiten deze te gaan gebruiken?
Antwoord 4
Scholen zijn verplicht om aandacht te besteden aan alle kerndoelen, maar mogen zelf
bepalen hoe en met welk lesmateriaal zij dat doen. Dit past bij de autonomie die scholen
onder artikel 23 van de Grondwet hebben. Scholen blijven echter verantwoordelijk voor
de kwaliteit van het onderwijs en de afstemming op de ontwikkeling van hun leerlingen.
Leraren en schoolleiders kunnen vanuit hun expertise uitstekend beoordelen of een
methode geschikt is voor hun leerlingen.
Om scholen en docenten te ondersteunen bij de effectieve inzet van leermiddelen in
de klas werk ik aan heldere kerndoelen en een kwaliteitskader voor leermiddelen dat
kennisgedreven gebruik van leermiddelen versterkt.
Vraag 5
Als basisscholen hier vrij in zijn, hoe worden de kinderen op basisscholen beschermd
tegen eenzijdige informatie of commerciële belangen?
Antwoord 5
Leerlingen hebben recht op kwalitatief goed onderwijs waarin meerdere perspectieven
aan bod komen, zodat zij beschermd worden tegen eenzijdige informatie of commerciële
belangen. Scholen zijn vrij in de keuze van leermiddelen maar hebben zich daarbij
uiteraard wel te verhouden tot de geldende wet- en regelgeving. De burgerschapsopdracht
verplicht scholen om zich binnen hun onderwijsaanbod onder meer herkenbaar te richten
op het bijbrengen van respect voor en kennis van de basiswaarden van de democratische
rechtsstaat. Daar dienen zij ook bij de keuze van leermiddelen zich rekenschap van
te geven. Leermiddelen die aanzetten tot haat of discriminatie zijn daarmee niet in
lijn, daar trek ik dan ook een grens.
Daarom moeten leraren toegang hebben tot een breed aanbod aan (wetenschappelijk onderbouwd)
lesmateriaal, zodat zij hun leerlingen verschillende perspectieven en invalshoeken
kunnen leren. Leerkrachten hebben de expertise en vakkennis om zorgvuldig af te wegen
welke lesmaterialen zij moeten gebruiken om een compleet en genuanceerd beeld te geven
in hun lessen. In het geval van lesmateriaal waar commercieel belang bij zit kan de
Reclame Code Commissie waar nodig uitspraken doen, en heeft in voorkomende gevallen
uitspraken gedaan, over misleidende en onjuiste informatie in lesmateriaal.
Vraag 6
Op welke manier ondersteunt u leraren en scholen bij het verantwoord gebruikmaken
van lespakketten? Deelt u de mening dat lespakketten bewezen effectief zouden moeten
zijn?
Antwoord 6
Zie antwoord op vraag 4.
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat leraren zelf het lesprogramma zouden moeten invullen en
dat lespakketten maximaal een ondersteunende rol daarin zouden moeten spelen?
Antwoord 7
Ja, de leraar is het meest bepalend in de kwaliteit van het onderwijs. Ik vind het
belangrijk dat leraren lesmaterialen naar eigen inzicht kunnen gebruiken en inzetten.
Waar zij dat willen kunnen ze ook zelf lesmateriaal ontwikkelen zodat zij dit kunnen
gebruiken ten behoeve van kwalitatief goede lesprogramma’s. Bij de keuzes die leraren
en schoolleiders maken in de invulling van hun onderwijs is het van belang dat ze
deze weloverwogen maken en daarbij de best beschikbare (wetenschappelijke) kennis
betrekken.
Vraag 8
Leidt de overvloed aan willekeurige lespakketten niet enorm af van de belangrijke
onderwerpen die kinderen op de basisschool moeten leren zoals taal, rekenen en burgerschap?
Antwoord 8
Bedrijven en maatschappelijke organisaties moeten zich bewust zijn van de overladenheid
in het funderend onderwijs en terughoudend zijn bij het aanbod van lesmaterialen.
Het is belangrijk dat scholen zich in de eerste plaats richten op lezen, schrijven
en rekenen en die zaken die belangrijk zijn voor kinderen om zichzelf te kunnen ontwikkelen.
Dat betekent niet dat andere onderwerpen niet belangrijk zijn, maar wel dat we moeten
oppassen dat de school niet de eerst aangewezene is om alle maatschappelijk problemen
op te lossen. Ook de ouder, zorgmedewerker of de omgeving spelen een belangrijke rol
in de ontwikkeling van kinderen. Dat wordt vaak vergeten.
Vraag 9
Bent u bereid te inventariseren hoe vaak verschillende lespakketten gebruikt worden
en hoeveel tijd scholen hieraan besteden?
Antwoord 9
Vanuit de stelselverantwoordelijkheid van de overheid laat ik onafhankelijk onderzoek
uitvoeren naar de ontwikkeling in prijs en kosten van leermiddelen. Ik zal uw Kamer
dit najaar hierover informeren.
Gezien de grondwettelijke onderwijsvrijheid ten aanzien van leermiddelen past het
niet bij mijn verantwoordelijkheid om een inventarisatie te doen naar het gebruik
van lespakketten. De verantwoordelijkheid van het departement richt zich op de kerndoelen
en examenprogramma’s. De invulling van deze kerndoelen en examenprogramma’s ligt bij
de school en de leraar.
Vraag 10
Herkent u het beeld dat lespakketten vaak gratis worden aangeboden in combinatie met
andere deals, zoals gratis fruit op school? Is het wel wenselijk dat scholen min of
meer onder druk worden gezet met deals, zoals gratis fruit, waaraan vervolgens een
verplicht pakket gekoppeld zit waarbij zij geen invloed hebben op de inhoud? Zo nee,
wat gaat u hiertegen doen?
Antwoord 10
Scholen moeten in gevallen van lesmateriaal waar enige vorm van sponsoring bij betrokken
is instemming vragen van de medezeggenschapsraad, zoals het sponsorconvenant stelt.
De EU-Schoolregeling voor schoolfruit- en groente, stimuleert kinderen samen in de
klas fruit en groente te eten. Deelnemende scholen ontvangen 20 weken lang iedere
week 3 porties groente en fruit voor alle leerlingen. Als scholen zich voor deze regeling
aanmelden ontvangen scholen ook lesmateriaal.
Scholen kunnen zich vrijwillig aanmelden voor de EU-Schoolregeling. Vooraf weten zij
dat er lesmateriaal verbonden is aan de regeling en zij kunnen op basis daarvan besluiten
of ze al dan niet mee willen doen aan de regeling.
Het is geenszins de bedoeling dat scholen onder druk gezet worden om lesmateriaal
af te nemen. Bij mijn weten is dat bij de EU-Schoolregeling ook niet het geval.
Vraag 11
Op welke manier worden onterechte claims van lespakketten tegengegaan, bijvoorbeeld
van aanbieders die ten onrechte claimen dat een school voldoet aan de burgerschapsopdracht
bij gebruik van hun pakket? Hoe zorgt u ervoor dat scholen niet meer dit soort pakketten
ontvangen?
Antwoord 11
Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de burgerschapsopdracht.
Het is in de eerste plaats hun taak scherp te zijn op de eisen van de burgerschapsopdracht
wanneer ze lesmateriaal kiezen. Daarbij moeten schoolbesturen zich ervan bewust zijn
dat de burgerschapsopdracht gaat over de inhoud van de lessen, maar ook over de cultuur
binnen de school, die moet aansluiten bij de basiswaarden van de democratische rechtsstaat.
Dat betekent automatisch dat een school nooit volledig aan de burgerschapsopdracht
kan voldoen door slechts één specifiek lespakket te gebruiken.
Verder is het niet aan de aanbieders van lesmateriaal om te bepalen wanneer een school
aan de burgerschapsopdracht voldoet; dit is de taak van de Onderwijsinspectie. Ook
dit is belangrijk voor zowel scholen als voor aanbieders van lesmateriaal om te weten.
In dat kader roep ik aanbieders van lesmateriaal op om niet onterecht de claim te
maken dat hun materiaal voldoende is om aan de burgerschapsopdracht te voldoen. Laat
ik nog eens benadrukken: het gebruik van één lespakket is nooit voldoende om aan de
burgerschapsopdracht te voldoen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.