Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sneller over de btw-verhoging op logies
Vragen van het lid Sneller (D66) aan de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Financiën over de echte gevolgen van de btw-verhoging op logies (ingezonden 24 september 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Idsinga (Financiën), mede namens de Minister van Economische
Zaken (ontvangen 14 oktober 2024).
Vraag 1
Klopt het dat u er in de berekening over de verwachte inkomsten uit de btw-verhoging
op logies van uitgaat dat de btw-verhoging neerslaat op het hele omzetbedrag bij hotels
à 6,8 miljard euro?1
Antwoord 1
Nee, voor de raming wordt uitsluitend gekeken naar het gedeelte van de omzet dat ziet
op de overnachtingen. Ook is er bij de raming rekening gehouden met zakelijke reizigers
die hun btw in vooraftrek kunnen nemen en met het feit dat voor aanvullende diensten
het btw-tarief ongewijzigd blijft. Het afschaffen van het verlaagde btw-tarief op
logiesverstrekking ziet op bredere dienstverlening dan uitsluitend hotels en pensions.
Zo vallen naast hotels en pensions ook overnachtingen in vakantieparken en het ter
beschikking stellen van kortdurend verblijf (short-stay) onder de tariefsverhoging. Zoals eerder met uw Kamer gedeeld wordt verwacht dat
het aandeel van hotels en pensions in de gehele opbrengst circa 33% bedraagt. De overige
67% wordt opgehaald bij andere vormen van logies.
Vraag 2
Deelt u de analyse dat de btw-verhoging in de praktijk slechts bij 34,8% van de totale
hotelomzet zal neerslaan, omdat zakenreizigers – 40% van de gasten – de btw kunnen
terugvorderen en 36% van de hotelomzet bestaat uit andere diensten dan logies? Zo
nee, waarom niet? Op welke exacte statistieken is de berekening van u gebaseerd?
Antwoord 2
Er is bij de raming rekening gehouden met zakelijke reizigers die hun btw in vooraftrek
kunnen nemen en met het feit dat voor aanvullende diensten het btw-tarief ongewijzigd
blijft. De basis voor deze ramingen zijn de btw-bestanden van het CBS, waarin de bestedingen
van huishoudens en vrijgestelde sectoren zijn ingedeeld in tariefgroepen. Hierin is
gekeken naar het bestedingsaandeel van logies in het totaal. Vervolgens is er aan
de hand van aangiftegegevens gekeken welk deel van de bestedingen bij specifieke sectoren
neerslaat.
Vraag 3
Onderschrijft u de conclusie dat deze kleinere reikwijdte van de btw-verhoging resulteert
in slechts 285 miljoen euro extra btw-inkomsten van hotels, in plaats van de geraamde
910 miljoen euro? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Nee, dat kan ik niet onderschrijven. Het afschaffen van het verlaagde btw-tarief op
logiesverstrekking ziet op een bredere productengroep dan uitsluitend hotels en pensions.
Zo vallen naast hotels en pensions ook overnachtingen in vakantieparken en het ter
beschikking stellen van kortdurend verblijf (short-stay) onder de tariefsverhoging. Het budgettaire belang van hotels en pensions bedraagt
€ 364 mln. van de totale opbrengst van de maatregel van € 1.110 mln. per jaar.
Vraag 4
Onderschrijft u de aanname van ABN Amro dat door dalende omzet en de verhoogde btw
hotels verlieslatend dreigen te worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het is mogelijk dat een btw-verhoging leidt tot een afname van de omzet waardoor de
winstgevendheid van deze sector afneemt. Tegelijkertijd hangt de winst van meer factoren
af dan uitsluitend de omzet en de belastingdruk en zal er binnen een sector sprake
zijn van de nodige heterogeniteit. Sommige hotels zullen mogelijk hun bedrijfsvoering
aanpassen, voor andere is sprake van een afname van de winst. Het is daarom niet vast
te stellen wat het effect zal zijn van een btw-verhoging op de winstgevendheid op
sectorniveau.
Vraag 5
Deelt u de conclusie dat de winstbelasting die hotels betalen hierdoor af dreigt te
nemen tot vrijwel nul? Zo nee, welke winstbelasting vanuit hotels verwacht het kabinet
de komende jaren te ontvangen?
Antwoord 5
Zie antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Verwacht u per saldo een effect van nul op de vennootschapsbelastinginkomsten als
gevolg van de btw-verhoging op logies?
Antwoord 6
Per saldo kan niet worden vastgesteld wat het effect van de btw-maatregel zal zijn
op de vennootschapsbelasting (vpb). Zoals aangeven hangt het bedrijfsresultaat van
ondernemingen in de hotelsector af van meerdere factoren waardoor er niet met zekerheid
een inschatting gemaakt kan worden van de resultaten in deze sector en dus ook niet
van de invloed op de vpb. Daarnaast zal een prijsverhoging waarschijnlijk leiden tot
toegenomen consumptie van substituten voor hotels en van andere consumptie, wat ook
een effect heeft op de vpb-inkomsten.
Vraag 7
Welke gevolgen verwacht u van het verhogen van de btw op logies, terwijl ons omringende
landen zoals België, Duitsland en Frankrijk een tarief tussen de 6% en 10% hanteren?
Wat verwacht u dat de verhoogde btw doet voor de concurrentiepositie van logiesverstrekkers
(anders dan hotels) in de grensprovincies?
Antwoord 7
Een hogere consumentenprijs voor overnachtingen in Nederland kan leiden tot een afname
van de vraag en een toename in de vraag naar buitenlandse overnachtingen. De mate
waarin de btw-verhoging leidt tot een hogere prijs is afhankelijk van de mate van
doorberekening. Naast de prijs is een eventuele uitwijk naar het buitenland ook afhankelijk
van een groot aantal factoren zoals eventuele verschillen in de taal, cultuur en natuur.
Zo kunnen consumenten er alsnog voor kiezen om in Nederland te overnachten wegens
de natuur of de cultuur van een bepaalde regio. Daarbij moet ook bedacht worden dat
de Nederlandse toeristische markt nog steeds aantrekkelijk is voor toeristen waarbij
die aantrekkelijkheid niet alleen aan het prijsniveau is toe te schrijven.
Vraag 8
Bent u bereid alsnog een grenstoets uit te voeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Nee. Zoals aangegeven is het erg complex om te bepalen welke factoren doorslaggevend
zijn bij de verblijfskeuze van consumenten. De prijs speelt hierin een rol, maar of
dit doorslaggevend is voor een consument die bijvoorbeeld geïnteresseerd is in het
ontdekken van een bepaalde plaats in een grensregio, is niet in cijfers te vatten.
Vraag 9
Bent u bereid met horeca-ondernemers in de grensregio’s in gesprek te gaan en te bezien
op welke wijze u aan hun zorgen tegemoet kan komen?
Antwoord 9
In de aanloop naar de btw-verhoging is gesproken met vertegenwoordigers van de horecasector.
In die gesprekken heeft de sector duidelijk gemaakt welke problemen zij op zich af
zien komen als gevolg van de btw-verhoging.
Vraag 10
Wat is uw reactie op onderzoek waaruit blijkt dat meer mensen naar het buitenland
op vakantie overwegen te gaan als gevolg van deze btw-verhoging? Hoe verhouden deze
uitkomsten zich tot de aannames waar de budgettaire en beleidsmatige inschattingen
van het kabinet eerder op gebaseerd waren?2
Antwoord 10
Uit het onderzoek van Ipsos in opdracht van HISWA-RECRON blijkt dat de helft van de
bevraagden aangeeft minder vaak in Nederland op vakantie te zullen gaan door een prijsstijging
van 12%-punt door de btw-verhoging. Het is mogelijk dat mensen ervoor zullen kiezen
om vaker in het buitenland op vakantie te gaan omdat de prijs een factor is bij de
keuzes die consumenten maken en hier is ook in de raming en in de beleidsoverweging
rekening mee gehouden. Overigens leidt de btw-verhoging tot een prijsstijging van
11% (121/109) als de btw-verhoging volledig wordt doorberekend in de prijzen. Daarnaast
is denkbaar dat de btw-verhoging niet volledig wordt doorberekend in de consumentenprijs.
Vraag 11
Hoe verhoudt de btw-verhoging op logies zich tot het feit dat verhuur via Airbnb (zowel
particulier als commercieel) niet wordt belast? Welke effecten verwacht u van de toename
van dit verschil in lastendruk? En hoe beoordeelt u die effecten vanuit maatschappelijk
en economisch perspectief?
Antwoord 11
Ook logiesverstrekking via Airbnb is in beginsel btw-belast. Iedereen die op regelmatige
basis een verblijfsruimte kortdurend verhuurt, kwalificeert hiervoor als ondernemer
voor de btw-heffing. Als de omzet van de verhuurder op jaarbasis minder bedraagt dan
€ 20.000 kan de verhuurder een beroep doen op de vrijstelling van de kleineondernemersregeling.
In alle andere gevallen zal ook deze vorm van verhuur onder het algemene tarief gaan
vallen. De kleineondernemersregeling geldt overigens voor alle btw-ondernemers dus
ook voor ondernemers die een (klein) hotel of pension exploiteren. Gebruikmakend van
de kleineondernemersregeling is het niet mogelijk om btw-vooraftrek te claimen.
Vraag 12
Deelt u de verwachting dat ook overige logiesverstrekkers (anders dan hotels) hun
winst zullen zien teruglopen en dat daardoor ook inkomsten vanuit de vennootschapsbelasting
zullen teruglopen? Zo ja, deelt u het beeld dat dit gaat om een afname van 111 miljoen
euro? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Deze verwachting wordt niet gedeeld. Het is mogelijk dat een btw-verhoging leidt tot
een afname van de omzet waardoor de winstgevendheid van een specifieke sector afneemt.
Tegelijkertijd hangt winst van een groot aantal factoren af. Zo kan een onderneming
meerdere activiteiten uitoefenen en zou een minder winstgevende activiteit gedempt
kunnen worden door een hogere winstgevendheid van een andere activiteit als gevolg
van een stijging van de koopkracht. Het is daarom niet vast te stellen wat het effect
zal zijn van een btw-verhoging op de winstgevendheid.
Vraag 13
Deelt u de inschatting dat het zeer waarschijnlijk is dat de verwachte inkomsten uit
de btw-verhoging op logies fors zal tegenvallen en dat dit zal leiden tot een financiële
tegenvaller voor het kabinet? Zo nee, waarom niet? Welke per saldo opbrengst voor
de schatkist verwacht het kabinet van deze btw-verhoging?
Antwoord 13
Deze inschatting wordt niet gedeeld. De opbrengsten van de btw-verhoging op logies
worden geraamd op € 1.110 mln. per jaar. In deze raming is rekening gehouden met zakelijke
reizigers en aanverwante diensten. Deze raming is reeds gecertificeerd door het Centraal
Planbureau dat de raming heeft beoordeeld als redelijk en neutraal.
Vraag 14
Hoe apprecieert u de kritiek van de Raad van State en fiscalisten op de btw-verhoging
op logies, waarbij wordt gesteld dat waarschijnlijk de fiscale neutraliteit wordt
geschonden vanwege de ongelijke behandeling van vergelijkbare diensten, zoals kamperen
en het huren van een vooraf opgezette tent?
Antwoord 14
Er zijn duidelijke verschillen tussen het verstrekken van logies en het gelegenheid
geven tot kamperen die voorkomen dat deze vormen van dienstverlening in de ogen van
de modale consument met elkaar in concurrentie treden. Zo is er bij verstrekking van
logies sprake van verblijfsruimten die zijn toegerust om daarin kort te verblijven
zonder dat de tijdelijke bewoner is belast met de zorg voor de inventaris (zie bijv.
Hoge Raad 26 januari 2007 nr. 41.917), terwijl bij het geven van gelegenheid tot kamperen
een plek ter beschikking wordt gesteld om op te kamperen. Mede gelet op de zogenoemde
fiscale neutraliteit is de verhuur van compleet ingerichte tenten en (sta)caravans
te kwalificeren als het verstrekken van logies waarvoor eveneens het algemene btw-tarief
gaat gelden. Ook is er bijvoorbeeld onderscheid in serviceniveau bij de twee typen
diensten. De maatregelen vallen binnen de beleidsruimte en bevoegdheden die Nederland
op grond van de Btw-richtlijn heeft.
Vraag 15
Deelt u het beeld dat vooral mensen met een kleinere portemonnee worden geraakt door
de btw-verhoging en de daaruit volgende prijsstijgingen, omdat juist zij vaker in
eigen land op vakantie gaan?3
Antwoord 15
Uit cijfers van het CBS blijkt dat lagere inkomenskwartielen niet vaker op vakantie
gaan in Nederland dan hogere inkomenskwartielen, zie ook de tabel hieronder. Over
het algemeen geldt dat hogere inkomens vaker op vakantie gaan, zowel in Nederland
als in het buitenland. Hierdoor slaat de btw-verhoging met name neer bij hogere inkomens.
Inkomen
Aantal vakanties in Nederland
Aantal vakanties in buitenland
Aantal vakanties in Totaal
Aandeel vakanties in Nederland
Kwartiel 1
2 320 000
1 308 000
3 628 000
64%
Kwartiel 2
3 940 000
1 551 000
5 491 000
72%
Kwartiel 3
5 862 000
2 396 000
8 258 000
71%
Kwartiel 4
9 318 000
4 991 000
14 309 000
65%
Vraag 16
Welke impact voorziet u voor scholen, sportvereniging, scouting en dergelijke, die
gebruik maken van groepsaccommodaties? Bent u voornemens om richting deze doelgroepen
iets te ondernemen om hen te helpen deze gevolgen op te vangen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 16
Als gevolg van de voorgenomen btw-verhoging kan de prijs voor overnachtingen stijgen.
Het kabinet voorziet niet in een tegemoetkoming voor de genoemde partijen. Het is
gebruikelijk dat scholen, sportverenigingen, scouting en dergelijke zelf, binnen de
voor hen beschikbare middelen, afwegingen maken over de besteding daarvan.
Vraag 17
Erkent u dat veel ondernemers de btw-verhoging niet volledig zullen kunnen doorberekenen
en daardoor nog verder op hun eigen marges zullen inleveren? Erkent u dat dit – samen
met de naweeën van corona – ondernemers over het randje kan duwen? Hoeveel faillissementen
verwacht u als gevolg van deze keuzes en hoeveel acht u acceptabel?
Antwoord 17
Het is niet mogelijk om het effect van de btw maatregel op faillissementen te kwantificeren.
Het is mogelijk dat de btw-verhoging maar gedeeltelijk wordt doorberekend aan consumenten
wat betekent dat ondernemers in dat geval een deel van de verhoging voor hun rekening
nemen. Dit kan leiden tot kleinere marges. Tegelijkertijd zijn ook veel andere factoren
van invloed op de winsten van de ondernemers in de logiessector, zoals de aantrekkelijkheid
van Nederland als vakantieland en het weer. In welke mate dit uiteindelijk doorwerkt
in faillissementen is onzeker omdat faillissementen kunnen ontstaan door veel verschillende
redenen. Cijfers van het CBS laten zien dat het resultaat voor belasting van bedrijven
in logiesverstrekkingen in 2022 op het niveau was van 2019.
Vraag 18
Wat betekent het verhogen van de btw voor de financiële ruimte bij ondernemers om
bij te dragen aan andere maatschappelijke belangen, zoals verduurzaming, innovatie
en het bieden van een goed loon?
Antwoord 18
Iedere ondernemer maakt binnen de voor hem beschikbare middelen afwegingen over zijn
bestedingen. De btw-verhoging zou de marges van ondernemers kunnen verkleinen. De
financiële gevolgen en keuzes die een ondernemer daaraan verbindt, vallen binnen zijn
eigen bewegingsruimte. Het is denkbaar dat een lagere marge leidt tot een verminderde
bijdrage aan maatschappelijke belangen. Het is evenzeer denkbaar dat een besparing
of opbrengst op een ander front de bijdrage in stand houdt.
Vraag 19
Wat betekent de btw-verhoging op logies voor aanpalende sectoren, zoals schoonmaakbedrijven,
cateringbedrijven, wasfaciliteiten en andere toeleveranciers van ondernemingen die
zullen worden geraakt? Op welke wijze zijn deze effecten in het totale budgettaire
effect opgenomen?
Antwoord 19
Bij de raming van de opbrengst van de maatregel wordt alleen gekeken naar eerste orde
effecten. Dit betekent dat tweede en derde orde effecten zoals het effect op andere
sectoren niet worden meegenomen in de berekening van het budgettaire effect dat optreedt
als direct gevolg van de maatregel. In de macro economische ramingen van het CPB wordt
wel rekening gehouden met het inflatoire effect van deze maatregel op de bredere economie.
Vraag 20
Kunt u inhoudelijk toelichten waarom de btw-verhoging op logies niet is opgenomen
in een afzonderlijk wetsvoorstel, zoals de Raad van State adviseert?4 Waarom is het negatieve koopkrachteffect van deze btw-verhoging dat het kabinet
klaarblijkelijk wenst te realiseren precies doorslaggevend om niet een los wetsvoorstel
aan de Kamer te zenden (Kamerstuk 36 602, nr. 4)?
Antwoord 20
Deze vraag heeft mij via verschillende wegen bereikt. Zo wordt in de aangenomen motie
van het Lid Van Meenen (D66)5 verzocht om de voorgenomen maatregel «opheffen meerdere posten verlaagd btw-tarief»
in een separaat wetsvoorstel op te nemen en aan de Kamers aan te bieden. Voor de beantwoording
van deze vraag wil ik verwijzen naar de kabinetsreactie op de motie van het Lid Van
Meenen6 en de nota naar aanleiding van het verslag bij het Belastingplan.
Vraag 21
Kunt u toelichten waarom u heeft besloten geen mkb-toets uit te voeren voor de btw-verhoging
Kamerstuk 36 202, nr. 149?7
Antwoord 21
Het kabinet heeft ervoor gekozen om geen impact-analyse uit te voeren. Het effect
van de btw-maatregelen wordt wel gemonitord. Direct na invoering zal het kabinet een
eerste analyse doen van de korte-termijnimpact van deze maatregelen. Vervolgens zal
er in 2028 ex post evaluatie plaatsvinden.
Vraag 22
Kan een opzet – methodiek, criteria waar op gelet zal worden, etc. – met de Kamer
worden gedeeld van de onderzoeken die het kabinet voornemens is te doen, aldus de
premier (Kamerstuk 2024D34222)?
Antwoord 22
Gezien de verwachte impact van de maatregel zullen vanaf 2026 de effecten worden gemonitord
en zullen deze door een ex-post evaluatie in 2028 worden gerapporteerd aan de Tweede
Kamer. In deze evaluatie zal gekeken worden naar in hoeverre de btw-verhoging wordt
doorberekend in consumentenprijzen (op moment van en kort na invoering) en wat de
vraageffecten zijn over een langere periode. Daarbij zou voor het vaststellen van
de effecten een vergelijking gemaakt kunnen worden tussen de getroffen en uitgezonderde
sectoren (attractieparken, kampeerterreinen, bioscopen, etc.). Hiervoor zal ruim vóór
invoering van de maatregel een nulmeting worden gemaakt met behulp van sectorale gegevens
(van het CBS). Daarnaast zal er na invoering een eerste analyse gedaan worden van
de kortetermijnimpact van deze maatregelen.
Vraag 23
Wat is uw reactie op het nieuws dat volgens de betrokkenen zelf tijdens de formatie
«op een middag» is besloten om de btw op logies te verhogen? Snapt u dat dit voor
veel ondernemers nogal ontluisterend nieuws was?8
Antwoord 23
Het is aan het kabinet om voorstellen voor te bereiden en voor te leggen voor politieke
besluitvorming. Het nemen van een politiek besluit is doorgaans onderdeel van een
langdurig proces waarin zorgvuldige afwegingen worden gemaakt. Wetswijzigingen worden
in zowel de Tweede als de Eerste Kamer besproken. Het kabinet zet met deze politieke
beslissing een duidelijke lijn in van vereenvoudiging van het belastingstelsel en
kiest er daarnaast voor een btw-verhoging in te zetten om zijn overige plannen te
financieren.
Vraag 24
Bent u bereid om alsnog een impactanalyse voor de btw-verhoging op logies uit te voeren?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 24
Nee, in aanloop naar het afschaffen van het verlaagde btw-tarief zal er geen additionele
impact-analyse worden uitgevoerd. Naar aanleiding van de evaluatie van het verlaagde
btw-tarief is er een ambtelijke fichebundel opgesteld waar de eerste gevolgen van
een btw-verhoging op logies is verkend.9
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.L. Idsinga, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.