Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over het bericht «Ouderen komen zonder hulp te zitten in zomervakantie: «Zoveel mogelijk proberen zelf te doen»»
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Ouderen komen zonder hulp te zitten in zomervakantie: «Zoveel mogelijk proberen zelf te doen»» (ingezonden 2 augustus 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Maeijer (Volksgezondheid, Welzijn en Sport ) (ontvangen
9 oktober 2024).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het berichtOuderen komen zonder hulp te zitten in zomervakantie:
«Zoveel mogelijk proberen zelf te doen»?1
Antwoord 1
Het is onwenselijk dat kwetsbare mensen lang moeten wachten op huishoudelijke hulp,
maar de situatie uit het artikel is wel herkenbaar. Op dit moment hebben veel aanbieders
moeite om de ondersteuning te organiseren door personeelstekorten vanwege een krappe
arbeidsmarkt. Dit speelt extra in de zomermaanden. Veel sectoren hebben last van de
krappe arbeidsmarkt en de huishoudelijke hulp is hierin geen uitzondering. Hierdoor
zijn in sommige regio’s wachtlijsten ontstaan. In sommige regio’s wordt geprioriteerd
op basis van behoefte en noodzaak en proberen gemeenten en aanbieders creatieve oplossingen
te vinden om toch zo goed mogelijk de ondersteuning te kunnen bieden.
Vraag 2
Wat moeten ouderen doen die (bijna) niets zelf meer kunnen als zij tijdelijk geen
toegang meer hebben tot huishoudelijke zorg? Krijgen zij nog wel toegang tot de noodzakelijke
huishoudelijke zorg?
Antwoord 2
Ik vind het belangrijk dat mensen die in een kwetsbare positie zitten, vanwege bijvoorbeeld
een chronische ziekte of door andere omstandigheden, ook tijdens de zomermaanden zo
veel als mogelijk de noodzakelijke ondersteuning behouden. Van gemeenten en aanbieders
verwacht ik dat zij zich maximaal hiervoor inspannen. Toch kan het, gezien de huidige
tekorten op de arbeidsmarkt, voorkomen dat deze ondersteuning tijdelijk minder frequent
of niet geleverd wordt. Het is in die periode van de belang dat ouderen blijvend in
contact staan met hun gemeente en de aanbieder, om gezamenlijk te kijken welke ondersteuning
nog wel mogelijk is.
Naar aanleiding van de berichtgeving is contact gezocht met de gemeente Eindhoven.
De gemeente Eindhoven hanteert als uitgangspunt dat alle inwoners moeten kunnen beschikken
over een schoon en leefbaar huis. Als tijdelijk sprake is van een lagere frequentie
van ondersteuning dan dienen aanbieders hier nog steeds voor te zorgen. De gemeente
Eindhoven vraagt om enige flexibiliteit van haar inwoners wanneer de ondersteuning
op een andere dag, ander tijdstip of voor een kortere tijdsindicatie beschikbaar is.
In de zomermaanden kunnen ouderen mogelijk (extra) gebruik maken van andere (buurt)voorzieningen.
In het bericht: Ouderen komen zonder hulp te zitten in zomervakantie: «Zoveel mogelijk proberen zelf
te doen»? wordt het voorbeeld gegeven van Stichting Steunpunt voor Ouderen. Dit is een vereniging
voor én van ouderen die wonen rondom het buurthuis in de wijk Schrouwbroek in Eindhoven.
Vanuit het buurthuis worden het hele jaar door verschillende lokale activiteiten georganiseerd
door ouderen zelf, gericht op het blijven meedoen aan de maatschappij waaronder veel
sociale activiteiten. Ook is het een plek waar ouderen terecht kunnen voor een luisterend
oor. Als sprake is van urgente situaties, bijvoorbeeld wanneer minder huishoudelijke
hulp beschikbaar is, dan wordt vanuit het buurthuis gekeken naar oplossingen.
Vraag 3
Hoe verhoudt dit besluit van Tzorg zich tot de zorgplicht van de gemeente Eindhoven
binnen de Wmo 2015 en het contract tussen Tzorg en de gemeente?
Antwoord 3
Ik heb geen signalen ontvangen dat gemeente Eindhoven haar zorgplicht onvoldoende
naleeft. Voor zover ik kan beoordelen spannen de gemeente Eindhoven en aanbieders
zich maximaal in om huishoudelijke ondersteuning te bieden op de plekken waar dit
het hardste nodig is. In tijden van personeelstekort kan dit betekenen dat een aantal
cliënten mogelijk tijdelijk minder ondersteuning ontvangt. De gemeente Eindhoven wordt
hiervan door de aanbieder op de hoogte gesteld. Het is primair aan de gemeenteraad
om erop toe te zien dat de gemeente op een passende manier invulling geeft aan wettelijke
taken. Ik ga regelmatig in gesprek met gemeenten, aanbieders en cliënten over knelpunten
die hierbij worden ervaren.
Vraag 4
Wat zijn de consequenties als de gemeente zich niet aan haar zorgplicht houdt?
Antwoord 4
De Wmo 2015 is een gedecentraliseerde wet. Het is aan de gemeenteraad om erop toe
te zien dat het college op een passende manier invulling geeft aan de verplichtingen
die gemeenten hebben in het kader van de Wmo 2015. Daarbij hebben gemeenten de ruimte
en verantwoordelijkheid om deze verplichtingen in te vullen op een manier die aansluit
bij de specifieke, lokale context. Voor zover ik nu kan inschatten op basis van de
verstrekte informatie door zowel de betreffende aanbieder als de gemeente, is er geen
sprake van een bewuste verwaarlozing van taken en verantwoordelijkheden. Er kan in
dit geval dus niet worden gesteld dat de gemeente haar zorgplicht niet nakomt. De
gemeente en aanbieder(s) doen er binnen de mogelijkheden die zij hebben alles aan
om naar oplossingen te zoeken met als doel dat de meest kwetsbare inwoners toch de
ondersteuning krijgen die zij nodig hebben.
Vraag 5
Hoe verklaart u de personeelstekorten in de huishoudelijke zorg in Eindhoven? In hoeverre
hangen die samen met het salaris dat bedrijven als Tzorg bieden?
Antwoord 5
Helaas is een tekort aan medewerkers in zorg en welzijn niet nieuw en net zoals in
andere sectoren kampt deze sector met de gevolgen van krapte op de arbeidsmarkt. De
huishoudelijke sector is hierin géén uitzondering. Ook heeft invoering van het abonnementstarief
vanaf 1 januari 2019 voor Wmo maatwerkvoorzieningen, zoals huishoudelijke hulp, een
aanzuigende werking gehad. Hierdoor is de afgelopen jaren een forse groei zichtbaar
geweest van het aantal afgegeven indicaties voor huishoudelijke hulp. Wat betreft
de salarissen bij Tzorg geldt dat alle medewerkers in loondienst zijn. Tzorg betaalt
de salarissen conform de cao VVT en geeft aan extra te investeren in het bieden van
goede secundaire arbeidsvoorwaarden om medewerkers te binden en te boeien zoals trainingen,
vitaliteitsprogramma's en digitalisering om werkdruk te verlagen.
De cao VVT is tot eind 2024 verlengd, waarbij er ook afspraken zijn gemaakt over salarisverhoging.
Het is van belang dat niet alleen Tzorg maar ook de gehele branche van de huishoudelijke
zorg in lijn met de cao VVT handelt.
Vraag 6
Welke rol speelt de dreigende megakorting op het gemeentefonds in 2026 (het ravijnjaar)
hierbij?
Antwoord 6
Er is geen sprake van een «megakorting» op het Gemeentefonds in 2026. In 2026 is ten
opzichte van 2025 weliswaar een terugval te zien in de omvang van het gemeentefonds,
maar hierbij dient te worden aangemerkt dat de inkomsten uit het gemeentefonds in
de jaren 2022–2025 historisch hoog waren. Bovendien is de omvang van het gemeentefonds
in 2027 hoger dan in 2025. In de Voorjaarsnota 2024 zijn voorts maatregelen genomen
om deze korting te dempen, zoals het schrappen van de opschalingskorting en het ter
beschikking stellen van extra middelen voor de Wmo 2015. Gemeenten ontvangen vanaf
2026 extra middelen, oplopend tot een plus van structureel ongeveer 1 miljard euro
per jaar vanaf 2029. De afspraken die dit voorjaar tussen Rijk en gemeenten zijn gemaakt
dragen bij aan een meer stabiele financiering van medeoverheden. Daarnaast loopt op
dit moment het houdbaarheidsonderzoek voor de Wmo en de meerjarenagenda voor een toekomstbestendige
inrichting van het stelsel.
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat het onacceptabel is als ouderen geen toegang krijgen tot
de huishoudelijke zorg die zij nodig hebben? Zo ja, wat gaat u doen om ervoor te zorgen
dat mensen wel de zorg krijgen die zij nodig hebben? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het tekort aan personeel is momenteel het belangrijkste knelpunt om de groeiende vraag
naar zorg en ondersteuning op te vangen. Door demografische trends zoals de vergrijzing
is de verwachting dat de druk op de arbeidsmarkt in de toekomst verder zal toenemen.
Om een onbeheersbaar arbeidsmarkttekort af te wenden, moeten we nu de zeilen bijzetten.
Dit vraagt om een gezamenlijke inzet van Rijk, gemeenten, zorgaanbieders en -professionals
om tot oplossingen te komen. De Minister van VWS en ik willen zorg en welzijn ook
in de toekomst toegankelijk houden voor iedereen die dit nodig heeft. Eén van deze
oplossingen is het drastisch verminderen van administratieve lasten, onder meer met
behulp van technologie en digitalisering. Hierdoor krijgen professionals meer tijd
en ruimte om aan de patiënt te besteden. De toegang tot zorg en ondersteuning is bovendien
lang niet voor iedereen en niet overal in ons land vanzelfsprekend. Daarom heeft het
kabinet in het hoofdlijnenakkoord ook maatregelen aangekondigd om de toegang tot zorg
gelijkwaardiger te maken. Deze zijn nader uitgewerkt in het regeerprogramma.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.