Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Dobbe en Van Kent over de uitspraak dat Oekraïne Nederlandse F-16’s in mag zetten in Rusland
Vragen van de leden Dobbe en Van Kent (SP) aan de Ministers van Defensie en van Buitenlandse zaken over de uitspraak dat Oekraïne Nederlandse F-16's in mag zetten in Rusland (ingezonden 3 september 2024).
Antwoord van Minister Brekelmans (Defensie), mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken (ontvangen 8 oktober 2024).
Vraag 1
Klopt het dat u het standpunt heeft ingenomen dat Oekraïne Nederlandse F-16’s op Russisch
grondgebied mag inzetten?
Antwoord 1
Ja, mits Oekraïne zich bij de inzet houdt aan het internationaal recht, waaronder
het humanitair oorlogsrecht.
Vraag 2
Wanneer heeft de ministerraad tot dit standpunt besloten en wanneer kan de Tweede
Kamer een brief en toelichting van dit besluit verwachten?
Antwoord 2
De beraadslagingen van de Ministerraad zijn geheim. Per de openbare besluitenlijst
van de Ministerraad van 22 december 2023 is besloten om personele- en financiële middelen
toe te wijzen voor de gereedstelling en levering van Nederlandse F-16’s aan Oekraïne.
Voorafgaand aan de besluitvorming is gesproken over inzetvoorwaarden. De inzetvoorwaarden
voor de F-16’s volgen het staande beleid voor de levering en inzet van militair materieel
aan Oekraïne. Oekraïne heeft het recht zichzelf te verdedigen tegen de Russische agressie.
Het uitvoeren van militaire operaties door Oekraïne ter verdediging van het grondgebied
is geografisch niet beperkt tot het eigen grondgebied en kan dus ook plaatsvinden
tegen legitieme militaire doelwitten die zich op het grondgebied van de agressor –
in dit geval Rusland – bevinden. Beide partijen moeten zich houden aan het internationaal
recht, waaronder het humanitair oorlogsrecht. Bij elke levering wordt een eindgebruikersverklaring
ondertekend door de Oekraïense autoriteiten waarin dit wordt onderschreven, en waarin
zij verder verklaren de enige gebruiker van de goederen te zijn en deze enkel ten
behoeve van zelfverdediging in te zetten.
Vraag 3 en 4
Wat is uw analyse ten opzichte van de risico's op escalatie die met dit besluit gepaard
gaan? Kunt u deze analyse en de onderliggende adviezen of informatie die u hierover
heeft ontvangen met de Kamer delen?
Kunt u uitsluiten dat Nederland of andere NAVO-landen door deze stap direct bij het
conflict betrokken raken? Kunt u uitgebreid reageren?
Antwoord 3 en 4
Het is belangrijk te benadrukken dat Rusland de agressor is. Met de grootschalige
illegale invasie en de voortdurende agressie tegen Oekraïne veroorzaakt en continueert
Rusland terreur, instabiliteit en onveiligheid in Oekraïne, en indirect ook in de
bredere Europese regio. Oekraïne is een soeverein land dat het recht heeft om zich
tegen deze grootschalige Russische agressieoorlog te verdedigen, op basis van artikel 51
van het VN-Handvest. Nederland, de NAVO en EU zijn niet uit op een conflict met Rusland.
Tot nu toe heeft de militaire steunverlening aan Oekraïne er niet toe geleid dat Nederland
of andere NAVO-landen direct bij het conflict betrokken zijn geraakt. Om Oekraïne
ook in deze fase van het conflict in staat te stellen invulling te geven aan het legitieme
recht op zelfverdediging, heeft een groot aantal internationale partners de militaire
steun aan Oekraïne geïntensiveerd. Dat heeft ook geleid tot het kabinetsbesluit tot
levering van de F-16’s. Oekraïne beschikte al over jachtvliegtuigen en bijbehorende
munitie waardoor het leveren van F-16’s geen escalerende stap is. Om verdere escalatie
te voorkomen kan Rusland zich overigens ieder moment terugtrekken uit Oekraïne, waarmee
de oorlog zal stoppen.
Het besluit omtrent de inzet van F-16’s boven Russisch grondgebied is getoetst aan
het EU gemeenschappelijk standpunt inzake wapenexport. Het risico tot mogelijke escalatie
wordt standaard meegenomen in de overweging tot levering van geleverde militaire goederen
aan Oekraïne, inclusief goederen die nog niet eerder aan Oekraïne zijn overhandigd.
Sinds februari 2022 hebben Nederland en internationale partners in toenemende mate
geavanceerde militaire goederen geleverd aan Oekraïne. Deze leveringen hebben tot
op heden niet geleid tot substantieel escalerende maatregelen door Rusland. De afwegingen
voorafgaand aan de levering van F-16’s zijn gebaseerd op interne en externe discussies,
gesprekken met partners op verschillende niveaus, voorgaande ervaringen en andere
analyses door derden. Gezien de vertrouwelijke aard van deze overwegingen en de afspraken
met internationale partners omtrent informatieveiligheid kan het kabinet hierover
niet communiceren.
Vraag 5
Hoe verhoudt dit standpunt zich tot restricties die andere NAVO-landen, zoals de Verenigde
Staten, wel opgelegd hebben aan de militaire steun en wapens die ze leveren?
Antwoord 5
Het kabinet gaat niet in op de beleidskeuzes van individuele landen. Verschillende
Europese partners leggen geen restricties op aan inzet van gedoneerd materieel door
Oekraïne, buiten de eerder genoemde juridische overwegingen. Nederland pleit in internationaal
verband voor het opheffen van restricties omtrent het inzetten van aan Oekraïne gedoneerd
militair materieel, omdat het van cruciaal belang is dat Oekraïne zich zo goed mogelijk
kan verdedigen tegen de Russische agressie. Dit is ook van belang voor onze veiligheid
aangezien het tegengaan van de illegale agressie ook bepalend is voor de toekomst
van Nederland en Europa.
Vraag 6
Welke andere middelen worden momenteel onderzocht om de druk op Rusland om tot vredesonderhandelingen
te komen te vergroten?
Antwoord 6
Rusland kan deze oorlog op elk moment stoppen door zijn troepen terug te trekken.
Daar wijst de Nederlandse regering Rusland rechtstreeks op, bijvoorbeeld in de Verenigde
Naties en in de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Helaas wijst
niets erop dat Rusland voornemens is deze oorlog te stoppen. Nederland blijft zich,
samen met Oekraïne en partners, inzetten voor een rechtvaardige en duurzame vrede,
waarbij de principes uit het VN-Handvest, zoals het geweldsverbod, territoriale integriteit
en soevereiniteit, leidend zijn.
In vrijwel alle bilaterale besprekingen met andere landen stelt Nederland de noodzaak
van een vredesproces aan de orde. Zo moedigt het kabinet derde landen die nauwere
banden hebben met Rusland aan Rusland te stimuleren deel te nemen aan het vredesproces.
Op deze manier wil Nederland bijdragen aan de totstandkoming van een steeds grotere
groep landen die het eens is over de basisprincipes voor een vredesproces om op die
manier uiteindelijk Rusland en Oekraïne te overtuigen met elkaar aan tafel te gaan.
Ten slotte dient de politieke, militaire, financiële en morele steun aan Oekraïne
ertoe om te zorgen dat Rusland zich gedwongen voelt om vredesonderhandelingen te starten.
Het vergroot bovendien de kans dat dergelijke vredesonderhandelingen resulteren in
een resultaat dat ook voor Oekraïne rechtvaardig en duurzaam is.
Vraag 7
Welke andere sancties, naast de bestaande sanctiepakketten, of welk nieuw sanctiepakket
zou op korte termijn opgelegd kunnen worden aan Rusland om de druk op te voeren en
hoe bent u bereid om zich daarvoor in te zetten?
Antwoord 7
Het kabinet pleit in Europees verband actief voor aanvullende en verbeterde sancties
om de druk op Rusland te verhogen waarbij alle opties op tafel liggen. Het kabinet
brengt dit thema actief ter sprake in iedere Raad Buitenlandse Zaken en in bilaterale
gesprekken met Europese en G7-partners. Het is niet in het belang van dit proces en
de effectiviteit van sancties om hier in verder detail inzicht in te verschaffen.
Vraag 8
Kunt u een stand van zaken geven over de ontwikkelingen ten aanzien van de inzet van
bevroren Russische tegoeden op Westerse bankrekeningen waartoe opgeroepen in de motie
Dobbe c.s.? (Kamerstuk 36 410 V, nr. 65)
Antwoord 8
Conform moties Krul c.s., Dobbe c.s. en Brekelmans c.s.1 zet Nederland zich in de EU in met de ambitie om aanvullende maatregelen op basis
van (rente-inkomsten van) bevroren tegoeden van de Russische Centrale Bank te onderzoeken.
Ten aanzien van het gebruik van de rente-inkomsten lopen op dit moment twee sporen.
Ten eerste bereikte de EU op 21 mei jl. een akkoord over het heffen van een financiële
bijdrage (van 99.7%) op de rente-inkomsten over de bevroren Russische Centrale Banktegoeden,
die worden aangehouden door Europese centrale effectenbewaarinstellingen. Deze heffing
komt ten goede aan Oekraïne. Volgens huidige inschatting zal dit circa 3 miljard euro
per jaar beschikbaar maken voor steun aan Oekraïne, waarbij de precieze inkomsten
afhankelijk zijn van de ontwikkeling van de rentestanden. De eerste tranche van € 1,5 miljard
rente-inkomsten is op 26 juli jl. vrijgemaakt voor Oekraïne. Ten tweede heeft de G7
op 13 juli jl. een politiek akkoord bereikt over het verstrekken van leningen ter
waarde van circa 50 miljard dollar waarbij de toekomstige rente-inkomsten worden gebruikt
om deze te faciliteren. Het doel is om deze lening uiterlijk eind dit jaar rond te
hebben. Verdere uitwerking van dit akkoord vindt op dit moment plaats in EU-verband.
De Nederlandse inzet is dat de toekomstige Europese lening door Oekraïne op korte
termijn kan worden besteed daar waar de noden het hoogst zijn, dit kan militaire steun
zijn, maar ook steun voor wederopbouw of compensatie van schade. Dit moet waar mogelijk
in consultatie met Oekraïne worden vastgesteld en dient bovenop de steun te komen
die reeds op EU-niveau door lidstaten is toegezegd. Het kabinet blijft tevens onderzoeken
of aanvullende maatregelen op basis van de bevroren tegoeden kunnen worden genomen.
Vraag 9
Kunt u een stand van zaken geven ten aanzien van het ontduiken van bestaande sancties
om de druk tegen Rusland op te voeren, en wat dit betekent voor de effectiviteit van
deze sancties?
Antwoord 9
Rusland is in staat gebleken om via omwegen aan gesanctioneerde goederen te komen
en zodoende EU-sancties te omzeilen. Hoewel deze omwegen de aanvoer compliceren en
de kosten van de goederen aanzienlijk verhogen, zijn het zorgelijke signalen, in het
bijzonder waar het zogenaamde common high priority-goederen betreft. Door omzeiling actief aan te blijven pakken kunnen de EU en haar
partners het voor Rusland zo kostbaar mogelijk blijven maken om zijn aanvalsoorlog
voort te zetten. De aanpak van omzeiling blijft dan ook een prioriteit voor het kabinet.
Vraag 10
Kunt u een stand van zaken geven over de effectiviteit van de aanpak om sanctie-ontduiking
tegen te gaan?
Antwoord 10
Op basis van onderzoeken van de EU heeft de diplomatieke outreach van de EU-sanctiegezant, alsmede de internationale en nationale maatregelen die zijn
genomen om omzeiling tegen te gaan, wisselend succes. Een aantal landen waar voorheen
veel omzeiling plaatsvond heeft nu maatregelen genomen waardoor dit afneemt. De kosten
voor Russische afnemers blijven onverminderd hoog. Ook het listen van schepen, betrokken
bij omzeiling, heeft impact, getuige ook het recente stilleggen van twee schepen die
kort daarvoor op sanctielijsten geplaatst waren. Tegelijkertijd vindt omzeiling via
nieuwe routes en wisselende methoden plaats. Realisme en een lange adem zijn daarom
noodzakelijk; een robuuste en adaptieve aanpak van omzeiling zal nodig blijven zolang
de sancties van kracht zijn.
Vraag 11
Welke inspanningen worden momenteel geleverd om een vervolg op de vredesconferentie
van afgelopen juni in Zwitserland te organiseren waarbij Russische vertegenwoordigers
wel aanwezig zijn? Zijn hierover contacten tussen Westerse en Russische diplomaten?
Antwoord 11
Sinds de vredestop in Zwitserland (15-16 juni jl.) spreekt Oekraïne met andere landen
over de organisatie van een tweede vredestop dit najaar. Nederland steunt deze ambitie
en benadrukt in bilaterale gesprekken met andere landen de noodzaak om blijvende steun
voor dit vredesproces om een rechtvaardige en duurzame vrede in Oekraïne te kunnen
bewerkstelligen. Het kabinet moedigt landen, onder andere in bilaterale contacten,
aan om een volgende vredesbijeenkomst te organiseren dan wel om deel te nemen aan
deze vredesbesprekingen. Het kabinet onderstreept dat de principes van het VN-Handvest,
zoals territoriale integriteit en soevereiniteit op basis van de internationaal erkende
grenzen, de basisvoorwaarden voor zo’n proces moeten zijn, en dat Oekraïne het volste
recht heeft zichzelf te blijven verdedigen. Het is aan Oekraïne om te bepalen wanneer
en onder welke voorwaarden vredesbesprekingen plaatsvinden.
Rusland continueert zijn agressie tegen Oekraïne en maakt geen aanstalten zijn troepen
uit Oekraïne terug te trekken. Rusland toont geen enkele serieuze intentie om een
vredesproces te starten. Het kabinet kan geen uitspraken doen over wat andere landen
in hun diplomatieke contacten bespreken met de Russische overheid, maar onderschrijft
het grote belang van Russische deelname in besprekingen over het bewerkstelligen van
een rechtvaardige en duurzame vrede in Oekraïne. Het kabinet moedigt derde landen
die nauwere banden hebben met Rusland dan ook aan om Rusland te stimuleren een volgende
keer wel aanwezig te zijn. In dit verband zij gemeld dat Oekraïne zelf ook meerdere
malen publiekelijk heeft bevestigd dat het de wens heeft dat Rusland deelneemt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.