Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boswijk en Bamenga over de zorgwekkende humanitaire situatie in Zuid-Soedan
Vragen van de leden Boswijk (CDA) en Bamenga (D66) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en van Asiel en Migratie over de zorgwekkende humanitaire situatie in Zuid-Soedan (ingezonden 9 september 2024).
Antwoord van Minister Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp), mede namens
de Minister van Asiel en Migratie (ontvangen 4 oktober 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht en het radio-item «Ziekenhuizen in Zuid-Soedan liggen
vol met ondervoede kinderen uit Soedan»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Herkent u de classificatie van het conflict in Soedan en de grensoverschrijdende gevolgen
daarvan in Zuid-Soedan als een «vergeten crisis»?
Antwoord 2
Onder andere de Europese Unie en vertegenwoordigers van verschillende VN-organisaties
classificeren zowel Soedan als Zuid-Soedan als een «vergeten crisis». Het Directoraat-generaal
Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp (DG ECHO) definieert een «vergeten
crisis» als «een ernstige, langdurige humanitaire crisis waarbij mensen onvoldoende
of geen internationale hulp ontvangen. Er is vaak ook geen of niet voldoende politieke
inzet om de situatie op te lossen, deels vanwege een gebrek aan media-aandacht.»2
Vraag 3
Hoe schat u de humanitaire situatie in Zuid-Soedan op dit moment in? En welke rol
speelt de Nederlandse humanitaire inzet in het verlichten van de noden in het grensgebied
van Soedan en Zuid-Soedan?
Antwoord 3
Zuid-Soedan kent al jaren grote humanitaire noden door een samenkomst van omstandigheden,
waaronder aanhoudende overstromingen, geweld en ontheemding. Sinds afgelopen jaar
het conflict in Soedan uitbrak heeft het land meer dan 800.000 vluchtelingen moeten
opvangen, wat extra noden oplevert. De humanitaire situatie wordt daar bovenop verergerd
doordat de export van olie, de grootste bron van inkomsten voor Zuid-Soedan, vrijwel
stil ligt en als gevolg het land met enorme inflatie en economische crisis kampt.
Het coördinerende orgaan voor humanitaire zaken van de Verenigde Naties (OCHA) schat
in dat in 2024 zo’n 9 miljoen Zuid-Soedanezen hulp behoeven.
Nederland biedt op verschillende manieren humanitaire hulp aan Zuid-Soedan. Zo is
Nederland momenteel de grootste donor aan het landenfonds van de VN (South Sudan Humanitarian Fund) met EUR 10 miljoen en financiert Nederland een coalitie van Nederlandse en Zuid-Soedanese
NGO’s middels de Dutch Relief Alliance met ongeveer EUR 7 miljoen over 2024. Ook draagt Nederland via ongeoormerkte financiering
aan VN-organisaties, zoals het Wereld Voedselprogramma (WFP) en de VN-vluchtelingenorganisatie
UNHCR, en de Rode Kruisbeweging bij aan hulpverlening in Zuid-Soedan. Met deze financiering
wordt een breed scala aan humanitaire noden in Zuid-Soedan geadresseerd, inclusief
het verlichten van de noden in het grensgebied van Soedan en Zuid-Soedan. Het centrale
noodfonds van de Verenigde Naties, waarvan Nederland een van de grootste donoren is
(Central Emergency Response Fund), maakte eerder al USD 10 miljoen vrij voor Zuid-Soedan, specifiek voor steun aan
vluchtelingen die de grens met Soedan zijn overgestoken.
Vraag 4
Bent u bereid om samen met andere donoren de haalbaarheid te onderzoeken van een donorconferentie
voor Zuid-Soedan, om op deze manier als internationale gemeenschap de burgerbevolking
die lijdt onder het conflict en de hongersnood te ondersteunen?
Antwoord 4
Tijdens de donorconferentie voor Soedan in Parijs van 15 april jongstleden is ook
aandacht geweest en financiering gevraagd voor het regionale responseplan, voor hulp
aan Soedanese vluchtelingen in de buurlanden, met name Zuid-Soedan en Tsjaad. De verwachting
is niet dat een donorconferentie voor Zuid-Soedan enkele maanden na de donorconferentie
van Parijs in een context waarbij de internationale aandacht momenteel uit gaat naar
een aantal andere crises in de wereld tot substantiële extra financiële bijdragen
voor het land gaat leiden. Uiteraard blijft Nederland in gesprek met de Verenigde
Naties en andere partners over de besteding en prioritering van bestaande middelen,
ook in Zuid-Soedan zelf, om de burgerbevolking zo veel mogelijk te ondersteunen.
Vraag 5
Vindt u, gezien de fragiele veiligheidssituatie in Zuid-Soedan (het land staat bijna
onderaan de Global Peace Index) en de structurele uitdagingen op het gebied van sociale ontwikkeling, het bieden
van louter humanitaire hulp afdoende? Bent u van mening dat om die reden het verlichten
van humanitaire noden in deze context gekoppeld moet worden aan initiatieven op het
gebied van vredesopbouw en structurele ontwikkelingssamenwerking?
Antwoord 5
Het verlichten van humanitaire noden alleen is niet afdoende om Zuid-Soedanese burgers
een lange termijn perspectief te geven. Daarom bestaat de huidige Nederlandse inzet
in Zuid-Soedan uit een geïntegreerde aanpak die humanitaire hulp, vredesopbouw en
duurzame ontwikkeling in samenhang met elkaar beschouwt.
Vraag 6
Op welke manier kan Nederland bijdragen aan de hervestiging van de meest kwetsbare
vluchtelingen uit Soedan, nu er geen besluit- en vertrekmoratorium meer geldt?
Antwoord 6
Hervestiging gebeurt uitsluitend op voordracht van de VN Vluchtelingenorganisatie
(UNHCR) vanuit een land van eerste opvang buiten de Europese Unie. UNHCR selecteert
daarvoor de meest kwetsbare vluchtelingen en draagt hen voor. Om in aanmerking te
komen voor hervestiging naar Nederland is daarnaast nodig dat een persoon op grond
van het geldende nationale asielbeleid in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning
en dat geen sprake is van contra-indicaties.
Voor het bepalen van de hervestigingsinzet in een bepaalde periode wordt gekeken naar
de prioriteiten van UNHCR, van de EU, en nationaal. Met betrekking tot de periode
2024–2025 is uw Kamer reeds geïnformeerd over de voorgenomen inzet onder het EU 2024–2025
Hervestiging- en humanitaire toelatingsprogramma.3 In lijn met genoemde prioriteiten zal hervestiging op grond van het nationale quotum
worden uitgevoerd uit Libanon en/of Jordanië, Egypte, Kenia, Pakistan en/of Turkije,
en uit het Emergency Transit Mechanism in Niger en/of Rwanda. Ook reserveert Nederland binnen het nationale quotum ruimte
voor het hervestigen van een beperkt aantal individuele urgente zaken vanuit de hele
wereld.
Nu er geen besluit- en vertrekmoratorium voor Soedan meer geldt, en voor zover in
voornoemde landen sprake is van Soedanezen die volgens UNHCR in aanmerking komen om
te worden voorgedragen voor hervestiging, is het op grond van het landgebonden asielbeleid
in principe weer mogelijk voor UNHCR om kandidaten met deze nationaliteit voor te
dragen voor hervestiging naar Nederland.
Vraag 7
Aan welke initiatieven draagt Nederland, al dan niet in Europees of VN-verband, bij
om een vreedzame oplossing voor het conflict in Soedan dichterbij te brengen?
Antwoord 7
Nederland en de Europese Unie ondersteunen de diplomatieke inspanningen van de Verenigde
Staten, Saoedi-Arabië en Zwitserland in Genève. Daarnaast blijft de Europese Unie,
via o.a. de Speciaal Gezant voor de Hoorn van Afrika, intensief engageren met alle
betrokken partijen om een staakt-het-vuren te bewerkstelligen. Naast diplomatieke
inspanningen, heeft de Europese Unie afgelopen jaar een sanctieregime ingesteld waarop
momenteel zes bedrijven en zes personen staan.
Vraag 8
Hoe staan de wereldwijd toenemende noden en het grote aantal humanitaire crises in
verhouding tot de aangekondigde bezuinigingen op het Nederlandse BHO-budget, waar
ook het humanitaire budget onder valt? Kunt u garanderen dat de financiële steun voor
het bestrijden van conflict en hongersnood tenminste op hetzelfde niveau zal blijven
als in 2024?
Antwoord 8
Over de effecten van de bezuinigingen uit het Hoofdlijnenakkoord in 2025 bent u bij
de ontwerpbegroting 2025 geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Mede namens
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.