Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Mutluer, Lahlah, Boswijk, Helder en Michon-Derkzen over de voorgenomen sluiting van het politiebureau in Wolvega
Vragen van de leden Mutluer, Lahlah (beiden GroenLinks-PvdA), Boswijk (CDA), Helder (BBB) en Michon-Derkzen (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de voorgenomen sluiting van het politiebureau in Wolvega (ingezonden 22 augustus 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 oktober 2024).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2541.
Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoorden op de eerdere vragen van bovengenoemde leden over hetzelfde
onderwerp (ingezonden op 5 juli 2024, antwoorden ontvangen op 25 juli 2024)?
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Kunt u onderbouwen op grond waarvan de politie (blijkbaar al in 2014, wat u in uw
antwoord noemt) tot haar keuze is gekomen het nog in 2008/2009 nieuw opgeleverde bureau
in Wolvega te willen sluiten? Waaruit blijkt dat die keuze toen al gemaakt is?
Antwoord 2
In 2014 zijn er in het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie (LOVP) afspraken gemaakt
over het meerjarig huisvestingsplan. In dit overleg zijn de Regioburgemeesters vertegenwoordigd.
Op 23 februari 2015 is uw Kamer geïnformeerd over de huisvestingslocaties die per
eenheid zijn benoemd in het meerjarige huisvestingsplan.
De verdeling in het meerjarig huisvestingsplan is gekoppeld aan het streven om één
teambureau te hebben voor ieder basisteam, waar nodig, ondersteund met politieposten.
Deze beweging is, sinds 2015, geleidelijk aan ingezet en past bij veranderingen in
de dienstverlening van de politie (meer digitaal) en het gebiedsgebonden politiewerk
(meer mobiel op straat). De keuze om een politiebureau te sluiten maakt ruimte vrij
voor meer «blauw» op straat. Bemensing van een locatie vraagt capaciteit, die op dat
moment niet beschikbaar is voor de dienstverlening in de wijken.
In de bijlage bij de brief van 23 februari 2015 staat dat in de periode tot 2025 een
aanpassing zal plaatsvinden van een eigen teambureau naar een steunpunt in Wolvega
en Oosterwolde (politieposten) en een teambureau in Heerenveen. Voor de transitie
is de tijd genomen. Nu het moment komt van sluiting en transformatie naar een politiepost
zal ook het gesprek plaatsvinden over de locatie van de politiepost in Wolvega.
Vraag 3
Deelt u de mening dat op basis van de passage uit het Hoofdlijnenakkoord over meer
aanwezigheid van politieposten in wijken, buurten en regio’s, het rapport «Elke regio
telt» (Raad voor de leefomgeving en infrastructuur e.a., 2023), de uitkomsten van
het onderzoek «Ondermijning in Fryslân» (Van der Torre e.a., 2024) en de notitie «De
verantwoordelijkheid van de nationale politie ter discussie» (The Hague Centre for
Strategic Studies, 10 juli 2024) het kiezen voor het openblijven van een volwaardig
politiebureau in Wolvega een logische keuze is? Zo ja, kan dan alsnog op de gemaakte
keuze van sluiting worden teruggekomen? Zo nee, waarom deelt u die mening niet en
hoe duidt u dan de genoemde passage en de conclusies in de genoemde publicaties in
het licht van de voorgenomen sluiting?
Antwoord 3
Keuzes over welke politiebureaus of posten die worden toegevoegd, geopend blijven
of sluiten is een verantwoordelijkheid van de politie. Bij de keuze van de locaties
voor politiebureaus en politieposten wordt rekening gehouden met de veiligheidssituatie,
spreiding en aanrijtijden. Daarnaast spelen ook overwegingen als doeltreffendheid
en doelmatigheid alsook de kwaliteit van het politiewerk en de kwaliteit van de dienstverlening
een rol. De benoemde passage uit het hoofdlijnenakkoord en rapporten ondersteunen
onder meer het belang van de landelijke spreiding en dat de regio-overschrijdende
problematiek vraagt om samenwerking.
Zoals genoemd in het antwoord op vraag 2, maakt de transformatie naar een nieuwe kleinere
politiepost in Wolvega onderdeel uit van een beweging die in 2015 is ingezet om in
het huisvestingsbeleid te laten aansluiten op ontwikkelingen binnen de dienstverlening
van politie en het gebiedsgebonden politiewerk. Deze ontwikkelingen zijn onveranderd
actueel. Zo vindt de dienstverlening steeds meer online en/of buiten de traditionele
politiebureaus plaats en zijn agenten minder gebonden aan een fysieke politielocatie
door het beschikbaar komen van digitale middelen voor het werken op straat. Deze transformatie
draagt eraan bij dat de politie meer tijd op straat aanwezig is.
Om die reden ligt het niet in de rede om terug te komen op de voor de locatie Wolvega
gemaakte huisvestingskeuze.
Vraag 4
Betekent de passage uit uw eerdere antwoord (vraag 4) dat de nieuwe politiepost «op
een goed toegankelijke plaats in een gebouw bij een ketenpartner» komt, dat het al
bekend is over welke locatie het gaat of dat daar zicht op is? Zo ja, bij welke ketenpartner
komt die politiepost en op welke termijn? Zo nee, hoe moet uw antwoord dan wel geduid
worden?
Antwoord 4
Er is nog geen definitief besluit genomen door de politie over een concrete locatie.
Er is ook nog geen lijst van opties besproken. Bij de locatiekeuze spelen de kansen
voor de dienstverlening en samenwerking tussen politie en de betreffende ketenpartner
een belangrijke rol. Dit kan leiden tot een politiepost in een gemeentekantoor en
samenwerking met de BOA’s, maar bijvoorbeeld ook bij een woningcorporatie. Om de politiepost
in Wolvega eind 2025 in gebruik te kunnen nemen wordt binnenkort samen met de gemeente
Weststellingwerf gestart met een inventarisatie van de opties.
Vraag 5
Kunt u onderbouwen hoe met een transformatie van een politiebureau naar een politiepost
klein ertoe gaat leiden dat er netto meer blauw op straat komt in Wolvega en Weststellingwerf?
Antwoord 5
Fysieke locaties zijn er in algemene zin om het politiewerk op straat en in de wijk
te ondersteunen. Deze fysieke locaties hebben daarbij verschillende functies, waaronder
het faciliteren van contact met burgers en partners, maar ook administratieve afwerking,
opkomstlocatie en briefing. De hoeveelheid en het soort politielocaties moeten daarom
vooral worden bezien vanuit deze behoefte.
In het basisteam Zuidoost-Fryslân levert de verdeling van een teambureau in Heerenveen
en een politiepost in Oosterwolde en een politiepost in Wolvega een ondersteuning
die aansluit op de ontwikkeling van de dienstverlening. Door samenvoeging van opkomstlocaties
is minder capaciteit nodig voor de bedrijfsvoering en dus meer mogelijkheid voor de
politie om op straat aanwezig te zijn. Bemensing van een locatie vraagt capaciteit,
die op dat moment niet beschikbaar is voor de dienstverlening in de wijken.
De politie investeert in een wendbare organisatie met meer mobiele vormen van werken.
Dit draagt bij aan de mogelijkheden van operationele politiemensen als wijkagenten
om meer aanwezig te zijn in hun wijk en zo weer meer tijd krijgen voor hun werk op
straat.
Vraag 6
Kunt u in dit verband ook reflecteren op het feit dat de agenten die hun dienst nu
in Wolvega starten, dat straks in Heerenveen of Oosterwolde moeten doen en dat dat
hen per dienst minimaal een halfuur (Heerenveen) of een uur (Oosterwolde) aan reistijd
van standplaats naar werkgebied kost? Hoe verhoudt zich dit tot uw opmerking over
meer blauw op straat?
Antwoord 6
Het is correct dat volgens het huidige plan Wolvega geen opkomstlocatie meer zal zijn.
Het basisteam Zuidoost-Fryslân bedient drie gemeenten voor zowel incidentafhandeling
als andere vormen van politiewerk. De aanwezigheid verdeeld over de drie gemeenten
is een operationeel sturingsvraagstuk gekoppeld aan actuele aandachtsgebieden en spreiding
van de aanwezigheid.
De aanwezigheid in alle drie de gemeenten zorgt ervoor dat de politie met spoed kan
reageren op meldingen. Dat is niet per definitie vanuit één van de politielocaties,
maar vanaf de locatie waar tot dat moment een surveillance of noodhulpeenheid aan
het werk is. Het basisteam Zuidoost Fryslân beslaat een gebied waarbinnen de maximale
reistijden per auto tussen de politielocaties en de grens van het gebied liggen tussen
de 10 en 15 minuten.
Bij de keuze van de locaties voor politiebureaus en politieposten wordt rekening gehouden
met de veiligheidssituatie, spreiding en aanrijtijden.
Vraag 7
Op welke wijze wordt overleg gevoerd tussen de politie en het lokaal gezag over deze
kwestie?
Antwoord 7
In het Regionaal Bestuurlijk Politie Overleg, waaraan de burgemeesters van de 40 gemeenten
in Noord-Nederland en hoofdofficier van Justitie in Noord-Nederland deelnemen, komt
de aanpassing van politielocaties regelmatig aan de orde. De basis is de dienstverlening
door de politie, waarbij er voortdurend sprake is van ontwikkelingen. De eenheidsleiding
van de politie-eenheid Noord-Nederland heeft aan de burgemeester een toelichting gegeven
over de effecten voor het basisteam Zuidoost Fryslân. Dergelijke gesprekken hebben
plaatsgevonden in juni 2023 en in juni en juli 2024. Daarnaast vinden er reguliere
operationele overleggen plaats met de burgemeester waaronder het overleg in de driehoek.
Die gesprekken gingen ook over de invulling van het besluit om het huidige teambureau
te sluiten en een politiepost te openen.
Vraag 8
Wat is de status van het Huisvestingsplan? Wordt dat gedeeld met de burgemeesters?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 2
Vraag 9
Welk bezwaar zou er kunnen bestaan tegen het openhouden van het politiebureau in Wolvega
als de gemeente Weststellingwerf bereid is om het probleem van de huisvestingskosten
over te nemen?
Antwoord 9
Keuzes over welke politiebureaus of posten die worden toegevoegd, geopend blijven
of sluiten is een verantwoordelijkheid van de politie. Zoals genoemd in het antwoord
op vraag 2, sluit het huisvestingsbeleid aan bij veranderingen in de dienstverlening
van de politie (meer digitaal) en het gebiedsgebonden politiewerk (meer mobiel op
straat). Het openhouden van de bestaande locatie, via bijvoorbeeld het verkopen aan
en weer terug huren van de gemeente Weststellingwerf, past niet binnen de ingezette
beweging en de organisatieontwikkeling van de politie.
Zelfs als de gemeente de huisvestingskosten van de politie voor haar rekening neemt,
moet de politie voor de bemensing van het bureau zorgen. Dat doet afbreuk aan het
idee achter de nieuwe huisvestingsopzet voor het basisteam Zuidoost Fryslân met één
teambureau in Heerenveen en twee politieposten in Wolvega en Oosterwolde, waardoor
politiemensen meer op straat en in de wijk kunnen werken.
Vraag 10
Wat is de stand van zaken betreffende het voornemen uit het Hoofdlijnenakkoord, dat
er «meer zichtbare aanwezigheid en meer politie en politieposten in wijken, in buurten
in de regio» gaan komen? Wordt dit voornemen in het regeerakkoord concreet en met
afrekenbare doelen uitgewerkt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
In het regeerprogramma worden aanvullend middelen vrijgemaakt voor het openen van
innovatieve politieloketten op nieuwe en bestaande locaties, zoals stadhuizen, stations
en ziekenhuizen. Burgers kunnen daar laagdrempelig in contact komen met de politie
door bijvoorbeeld online aangifte te doen of een melding te doen via videobellen.
De verwachting is dat deze manieren van werken op termijn mogelijk maken dat operationele
politiemensen, zoals wijkagenten, meer tijd krijgen voor het werk op straat. Dit nieuwe
concept wordt via pilots nader uitgewerkt, de eerste pilot is reeds gestart.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.