Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Piri en Kathmann over het onderzoek van Trollrensics over desinformatienetwerken tijdens de EU verkiezingen
Vragen van de leden Piri en Kathmann (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken, de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Koninkrijksrelaties en Digitalisering) en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het onderzoek van Trollrensics over desinformatienetwerken tijdens de EU verkiezingen (ingezonden 12 juli 2024).
Antwoord van Minister Uitermark (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Ministers
van Defensie en van Justitie en Veiligheid (ontvangen 2 oktober 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek van Trollrensics over desinformatienetwerken op sociale
media met als doel de Europese verkiezingen van 2024 te beïnvloeden?1
Antwoord 1
Ja, hiermee zijn we bekend.
Vraag 2
Deelt u de mening dat dergelijke activiteiten een rechtstreekse bedreiging zijn voor
de democratische rechtsstaat en daarmee voor de staatsveiligheid? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja. Heimelijke beïnvloeding ondermijnt onze democratische rechtsstaat en het vertrouwen
in onze democratische instituties. Daarmee vormt het een bedreiging voor onze nationale
veiligheid. Het is voor het kabinet van groot belang om dreigingen tegen onze samenleving
tegen te gaan.
Vraag 3
Beamen de AIVD, MIVD en NCTV de resultaten van het onderzoek volledig? Met hoeveel
zekerheid is te zeggen dat in Nederland niet op dezelfde schaal campagnes zijn gevoerd
door buitenlandse mogendheden tijdens de verkiezingen van 2024?
Antwoord 3
Onze inlichtingen- en veiligheidsdiensten waarschuwen al langere tijd dat inmengingsactiviteiten
van andere landen in toenemende mate een bedreiging vormen.2 Het netwerk ontdekt door Trollrensics was actief in Frankrijk, Duitsland en Italië.
In Nederland werd het niet waargenomen. Dit netwerk past in het normbeeld waarbij
Rusland voortdurend probeert westerse beeld- en besluitvorming te beïnvloeden ten
gunste van Rusland, maatschappelijke tegenstellingen probeert aan te wakkeren en te
versterken en onderlinge eenheid te ondermijnen. In de openbare jaarverslagen van
de AIVD en MIVD is te lezen dat Rusland zijn heimelijke beïnvloedingsactiviteiten
vooral op grote Europese landen richt. Dat betekent niet dat er geen risico is voor
Nederland op heimelijke beïnvloeding vanuit Rusland. Rusland stelt zich in deze opportunistisch
op en is in staat om in te spelen op zich voordoende kansen in kleinere landen. Bovendien
kunnen beïnvloedingscampagnes tegen bondgenoten ook indirect gevolgen hebben voor
Nederland.
Vraag 4
Hebben de AIVD en MIVD signalen opgevangen dat soortgelijke desinformatiecampagnes
in Nederland zijn gevoerd tijdens de verkiezingen van 2024? Zo ja, zijn deze effectief
bestreden? Wat was de schaal van deze campagne(s)?
Antwoord 4
De diensten hebben een divers instrumentarium om heimelijke beïnvloeding te onderzoeken
en waar nodig de samenleving, instanties en/of personen te alerteren. Het kabinet
kan in het openbaar geen mededelingen doen naar waar de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
al dan niet onderzoek naar doen. Het is voor het werk van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
immers van doorslaggevend belang dat zij in het belang van onze nationale veiligheid,
geheimhouding en bronbescherming waarborgen. U kunt ervan uitgaan dat de diensten
hun wettelijke bevoegdheden kunnen en zullen inzetten om heimelijke beïnvloeding te
onderkennen en waar mogelijk, tegen te gaan.
Vraag 5
Draagt Nederland als wereldwijde host van online diensten, waaronder servers die gebruikt worden in Russische desinformatiecampagnes
zoals recent bevestigd door de AIVD3, een bijzondere verantwoordelijkheid in het bestrijden van desinformatie? Zo ja,
hoe kan hier effectief tegen worden opgetreden met respect voor de privacy van onschuldige
internetgebruikers?
Antwoord 5
Aanbieders van hostingdiensten (inclusief online platformen) hebben bepaalde verantwoordelijkheden
voor de informatie die zij hosten, die nader beschreven staan in de Digitaledienstenverordening
(DSA). Dit betekent onder andere dat wanneer desinformatie de vorm heeft van illegale
inhoud de DSA diverse bepalingen bevat die aanbieders van hostingdiensten een verantwoordelijkheid
geven in de bestrijding daarvan. Artikel 6 DSA bepaalt dat aanbieders van hostingdiensten
in beginsel niet aansprakelijk zijn voor informatie die gebruikers op hun servers
plaatsen en opslaan. Zodra zij er echter kennis van krijgen dat ze illegale inhoud
hosten, dan zijn ze verplicht om prompt te handelen en die inhoud te verwijderen of
de toegang ertoe te blokkeren. Doen ze dat niet, dan kan de Europese Commissie, als
toezichthouder van de DSA, ze wél aansprakelijk stellen voor die illegale inhoud.
De DSA verplicht hen ook om meldingen van illegale inhoud mogelijk te maken en verduidelijkt
dat dergelijke meldingen leiden tot kennis in de zin van artikel 6 (artikel 16, derde
lid). Daarmee is er niet alleen een verplichting maar ook een prikkel om dat soort
meldingen op te volgen.
Een puur hostingsbedrijf kan veelal niet ingrijpen op het niveau van specifieke inhoud
van internetgebruikers, maar wel op het niveau van een hele server of website. Bijvoorbeeld
door die ontoegankelijk te maken. Ingrepen door hostingbedrijven zijn daardoor over
het algemeen minder proportioneel dan ingrepen door de website-eigenaar of de dienst
die op de servers van het hostingbedrijf draait.
Niet alle desinformatie is illegaal. Niettemin kan het schadelijk zijn. Voor die gevallen
bevat de DSA verplichtingen voor zeer grote online platformen. Zeer grote online platformen
zoals X moeten daardoor in aanvulling op de verplichtingen waar alle aanbieders van
hostingdiensten aan dienen te voldoen, verantwoordelijkheid nemen tegen desinformatiecampagnes,
bijvoorbeeld in de vorm van niet-authentieke manipulatie van die diensten, op hun
platformen. Dit probleem moet Europa-breed en bij de bron worden aangepakt. Artikel 34
en 35 van de DSA, die betrekking hebben op risicobeoordeling en risicobeperking, verplichten
sociale media platforms als X of Facebook om maatregelen te nemen tegen gecoördineerd
niet-authentiek gedrag en desinformatiecampagnes. Het is de Europese Commissie die
hierop toezicht houdt vanuit de Digital Services Act (DSA). Meer informatie over de
wijze waarop de Europese Commissie dit heeft ingevuld rondom de Europese Parlementsverkiezing
is te vinden in het recentelijk gepubliceerde rapport hierover.4
Vraag 6
Zijn er nog andere voorbeelden bekend waar Nederland een faciliterende rol speelde
in beïnvloedingscampagnes gericht op andere landen? Hoe wordt dit ondervangen?
Antwoord 6
Nederland is een belangrijk knooppunt in mondiale digitale netwerken en infrastructuur.
Het is voor veel statelijke actoren aantrekkelijk om misbruik te maken van Nederlandse
ICT-infrastructuur, omdat deze van hoge kwaliteit is en eenvoudig is in te zetten.
De AIVD, MIVD en NCTV waarschuwen daarom al langer voor het risico van misbruik van
Nederlandse infrastructuur door statelijke actoren.5 Het is een belangrijke bevoegdheid en tegelijkertijd een taak van de AIVD en de MIVD
om heimelijke beïnvloeding te onderkennen en tegen te gaan. Ook als de beïnvloeding
in een ander land plaatsvindt en gebruik maakt van Nederlandse infrastructuur. Op
9 juli jl. is uw Kamer geïnformeerd over de verstoring van een Russische digitale
beïnvloedingsoperatie, gericht op de beïnvloeding van het publieke debat in de Verenigde
Staten van Amerika. Bij deze beïnvloedingsoperatie werd gebruik gemaakt van een server
in Nederland. De MIVD rapporteerde in 2022 over routers die door de Russische militaire
inlichtingendienst (Glavnoje Razvedyvatelnoje Oepravlenije, GROe) gebruikt worden als aanvalsinfrastructuur en de verstoring van dat netwerk.6 In 2023 zag de MIVD dat Russische actoren gebruik blijven maken van gehackte infrastructuur
van onschuldige gebruikers ten behoeve van digitale spionage-, sabotage- en beïnvloedingsactiviteiten.7
Het is van belang om de Nederlandse ICT-infrastructuur in generieke zin weerbaarder
te maken tegen misbruik, daarom zet het kabinet in op de uitvoering van de Nederlandse
Cybersecurity Strategie.8
Vraag 7
Doet de regering uws inziens voldoende om desinformatiecampagnes in Nederland als
ook beïnvloedingscampagnes die gehost worden vanuit Nederland tegen te gaan?
Antwoord 7
Het kabinet heeft in de Voortgangsbrief Rijksbrede strategie desinformatie, die in
juni aan de Tweede Kamer is verzonden, beschreven wat zij deed en welke nieuwe acties
zij voornemens zijn te ondernemen. Deze acties zijn onder andere gericht op het versterken
van de weerbaarheid van burgers tegen desinformatie.9
Zie verder het antwoord op vraag 5.
Vraag 8
Zijn er tijdens de Europese verkiezingen in 2024 aanvullende maatregelen genomen om
desinformatienetwerken tegen te gaan? Zo ja, welke en bleken deze effectief? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 8
Ja, er zijn maatregelen genomen in aanvulling op reeds bestaande maatregelen, zowel
in samenwerking op Europees niveau, als aanvullende maatregelen op nationaal niveau.
De Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) heeft netwerken van statelijke actoren
tijdens de Europese verkiezingen beter in beeld gebracht door deze te identificeren
en hierover artikelen te publiceren op de website EUvsDisinfo.10
De Europese Commissie heeft met enkele van de sociale media platformen, NGO’s en nationale
toezichthouders, waaronder de ACM, een zogenoemde «stresstest» gevoerd. Hierbij testte
de Commissie samen met de platformen of zij klaar waren voor heimelijke verkiezingsbeïnvloeding,
zoals desinformatienetwerken, op hun platform en hoe daarmee om te gaan.11 Verder heeft de Commissie richtsnoeren gepubliceerd voor aanbieders van zeer grote
onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines (VLOPS en VLOSE) inzake de beperking
van systeemrisico’s voor verkiezingsprocessen.12 Sinds de inwerkingtreding van de DSA is de ACM in Nederland aangewezen als digitaledienstencoördinator.
Bij de afgelopen EP-verkiezing was de ACM betrokken bij onder andere de verkiezingstafel.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) werkt samen met
andere EU-lidstaten via mechanismen zoals het Rapid Alert System (RAS), de voor de
verkiezingen ingestelde geïntegreerde regeling politieke crisisrespons (IPCR) en
het European Cooperation Network on Elections (ECNE) om informatie en acties te coördineren
en de weerbaarheid te vergroten.
Op nationaal niveau neemt het Ministerie van BZK tijdens de verkiezingen standaard
extra maatregelen om de effecten van desinformatienetwerken te verminderen.13 Dit gaat op de eerste plaats om begrijpelijke en transparante communicatie over het
verkiezingsproces en de stemprocedure. Als burgers weten hoe het verkiezingsproces
werkt, zijn ze minder vatbaar voor desinformatie over dit onderwerp. Daarnaast organiseerde
het Ministerie BZK wederom een verkiezingstafels voor vertegenwoordigers van de gemeenten,
de Kiesraad en alle veiligheidspartners (Politie, OM, ACM en betrokken ministeries),
waar mogelijke risico’s worden besproken die ondermijnend zijn voor het verkiezingsproces.
Verder organiseerde het ministerie een webinar voor gemeenteambtenaren waar specifiek
is ingegaan op het tegengaan van desinformatie.
Tot slot kan het Ministerie van BZK in bijzondere gevallen haar trusted flagger status
inzetten, waardoor meldingen door sociale media platformen met prioriteit worden behandeld.
De sociale mediabedrijven maken hierbij altijd hun eigen onafhankelijke afweging of
er sprake is van een overtreding van de gebruikersvoorwaarden en dus of actie gerechtvaardigd
is. Het ministerie heeft geen bevoegdheid bepaalde content te laten verwijderen. Deze
status is voor de EP-verkiezing eenmalig ingezet bij het platform X om een algemene
waarschuwing te geven dat er wellicht valse berichten worden verspreid over het verkiezingsproces.
Uw Kamer wordt hierover nader geïnformeerd in de evaluatie van de EP-verkiezingen.
De Minister van BZK streeft ernaar deze evaluatie begin november aan uw Kamer toe
te sturen.
Uit rapporten van de onder de DSA opgerichte Europese digitaledienstenraad en de EDMO
(het factcheckers consortium) Task Force blijkt dat er, ondanks pogingen van desinformatienetwerken,
geen grote of structurele problemen zijn geweest bij de Europese verkiezingen.14 Ook de nieuwe, onder de DSA opgerichte, Europese digitaledienstenraad concludeert
op dit moment dat er geen grootschalige of systemische incidenten hebben plaatsgevonden
waardoor het verloop van de Europese verkiezingen is verstoord.15
Vraag 9
Biedt de bestaande Europese wet- en regelgeving, met name via de Digital Services
Act, voldoende mogelijkheden om op te treden tegen desinformatiecampagnes? Welke nationale
en Europese maatregelen zijn er verder nog nodig om desinformatie effectief te bestrijden?
Antwoord 9
Ja, de desinformatiecampagnes zoals omschreven in het onderzoek van Trollrensics,
vonden plaats op X. Dit platform geldt als een zeer grote online platform en valt
sinds augustus 2023 onder de DSA. De DSA bevat verschillende bepalingen over inhoudsmoderatie
door aanbieders van online tussenhandeldiensten. Volgens de definitie van het begrip
«inhoudsmoderatie» (artikel 3, onderdeel t, van de DSA) gaat het dan om zowel illegale
inhoud als om informatie die in strijd is met de algemene voorwaarden die de aanbieder
toepast, bijvoorbeeld omdat hij deze onwenselijk of schadelijk acht. Desinformatie
kan zowel de vorm aannemen van illegale inhoud als schadelijke inhoud. In het geval
van het laatste, kan desinformatie en andere schadelijke inhoud vallen onder contractuele
beperkingen die in de algemene voorwaarden opgenomen zijn. Daarnaast kan desinformatie
ook vallen onder zogenaamde «systeemrisico» zoals beschreven in artikel 34 van de
verordening. Tegen dergelijke schadelijke inhoud moeten aanbieders van zeer grote
online platforms en zeer grote onlinezoekmachines maatregelen treffen om deze te beperken.
Aanbieders van zeer grote online platforms en zeer grote onlinezoekmachines moeten
daarom, bij de beoordeling van systeemrisico’s, bijzondere aandacht besteden aan de
manier waarop hun diensten (kunnen) worden gebruikt om misleidende of bedrieglijke
inhoud, met inbegrip van desinformatie en gecoördineerde desinformatiecampagnes, te
verspreiden of versterken. Het is vervolgens aan de Europese Commissie als bevoegde
toezichthouder om toezicht te houden op zeer grote online platformen en onlinezoekmachines.
Bij het treffen van maatregelen moeten platformen de rechten van burgers beschermen,
zoals het recht op privacy en de vrijheid van meningsuiting.
Daarnaast is uw Kamer recentelijk geïnformeerd over de nieuwe maatregelen die wij
nemen in de Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak van desinformatie.16 Het Ministerie van BZK heeft opdracht gegeven tot een brede verkenning waarin wordt
onderzocht hoe de kwaliteit van het open publieke debat beter kan worden gewaarborgd.
Daarbij wordt onderzocht welke kwetsbaarheden het open publieke debat kent, waaronder
de wijze waarop desinformatie de Nederlandse democratische rechtsstaat kan ondermijnen
en welke interventies het open publieke debat beter kunnen beschermen. Over dit onderzoek
en de eerste resultaten wordt uw Kamer eind 2024 geïnformeerd.
Vraag 10
Doen grote online platforms volgens u voldoende om desinformatiecampagnes op hun kanalen
te bestrijden? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo niet, van welke online platforms verwacht
u meer actie en is de Digital Services Act, onder andere, voldoende uitgerust om hen
hiertoe te dwingen?
Antwoord 10
De DSA verplicht zeer grote online platforms en zoekmachines om tenminste jaarlijks
een risicobeoordeling te verrichten om te onderzoeken of hun diensten vatbaar zijn
voor systeemrisico’s. De verspreiding van desinformatie kan zo’n systeemrisico vormen.
Indien dergelijke systeemrisico’s aanwezig zijn, moeten aanbieders van zeer grote
online platforms en zeer grote onlinezoekmachines maatregelen treffen om deze te beperken.
Dergelijke maatregelen kunnen de aanpassing van hun diensten, online-interfaces, algemene
voorwaarden inhoudsmoderatieprocedures, algoritmische systemen of aanbevelingssystemen
omvatten.
Het is nu nog te vroeg om volledig te kunnen vaststellen of zeer grote online platforms
en zoekmachines voldoende maatregelen nemen om systeemrisico’s, waaronder de verspreiding
van desinformatie, te mitigeren. Dat oordeel is in de eerste plaats aan de Europese
Commissie als bevoegde toezichthouder. In het geval van niet-naleving van de bepalingen
door zeer grote online platformen en zeer grote onlinezoekmachines kan de Europese
Commissie handhavingsmaatregelen. Zo kan de Europese Commissie bijvoorbeeld een maximale
boete opleggen tot 6% van de wereldwijde omzet van een zeer groot online platform.
De Europese Commissie is voortvarend gestart met het toezicht, ook op de verplichtingen
van artikel 34 en 35 DSA. Op 18 december 2023 is ze een formele procedure gestart
tegen X. Onder meer omdat ze twijfelt aan de doeltreffendheid van de maatregelen die
X neemt ter bestrijding van desinformatie. Deze procedure loopt nog. Op 12 juli j.l.
heeft de Europese Commissie zijn voorlopige bevindingen naar X gestuurd.17 Daarnaast is ze een formele procedure gestart tegen Meta. De systeemrisico-analyses
van Meta, de risico’s van desinformatie, en de maatregelen die Meta daartoe heeft
genomen zijn onderdeel van die procedure.18 Wij volgen de voortgang van deze procedures en ondersteunen de Europese Commissie
waar nodig in haar rol als toezichthouder op de naleving van de DSA.
Vraag 11
Welke stappen gaat u nemen om samen met uw ambtsgenoten in de EU op te treden tegen
deze vorm van buitenlandse verkiezingsbeïnvloeding? Bepleit u samen met hen een gezamenlijke
boodschap richting de nieuwe Europese Commissie?
Antwoord 11
Het hoofdlijnenakkoord omschrijft dat de overheid zich inzet om de maatschappij weerbaar
te maken tegen desinformatie. Dit belang dragen we ook in de EU uit. Het kabinet staat
in EU verband in nauw contact met andere landen waar het buitenlandse beïnvloeding
betreft. Concrete voorbeelden hiervan zijn het Europese Rapid Alert System (RAS) en
het European cooperation network on elections (ECNE). In deze gremia zijn onder andere
signalen over desinformatie, maatregelen om hiermee om te gaan en de laatste wetenschappelijke
inzichten uitgewisseld. Leden van de Europese lidstaten doen mee om de negatieve impact
van desinformatie zo effectief mogelijk aan te pakken en van elkaar te leren. Via
deze wegen worden ook FIMI-campagnes19 gesignaleerd, vindt uitwisseling plaats over de verschillende verschijningsvormen
van FIMI en worden best practices gedeeld over het verhogen van de weerbaarheid en
responsmogelijkheden. Waar nodig wordt gekeken naar een gezamenlijke reactie. Nederland
participeert actief, o.a. door via het Rapid Alert System vertaalde versies van de
Rijksbrede Strategie en de Kamerbrief Weerbaarheid Verkiezingsproces te delen.
De nieuwe Europese Commissie zal op het onderwerp desinformatie nieuwe stappen willen
zetten. Dat blijkt uit de politieke richtlijnen van de herkozen Commissievoorzitter.20 Het is nu aan de Commissie om binnen hun mandaat met nieuwe voorstellen te komen.
Uw Kamer wordt hier te zijner tijd over geïnformeerd.
Vraag 12
Wat is de stand van zaken van de motie van de leden Piri en Paternotte over het in
de Europese Raad pleiten voor onderzoek naar buitenlandse inmenging in de Europese
Parlementsverkiezingen?21
Antwoord 12
Deze motie is uitgevoerd. De Minister-President heeft tijdens de informele Europese
Raad van 17 juni 2024 zijn zorgen overgebracht over mogelijke buitenlandse inmenging
in de EP-verkiezingen.22 De Minister-President gaf daarbij aan dat een onderzoek wenselijk is als er indicaties
van inmenging zijn. Een dergelijk onderzoek op Europees niveau zou in de eerste plaats
aan het EP zijn, in samenwerking met de Belgische autoriteiten.
Vraag 13
Kunt u de vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
R.P. Brekelmans, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.