Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid van Oostenbruggen over de altijd weer enorme meevallers op de rijksbegroting
Vragen van het lid Van Oostenbruggen (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Financiën over de altijd weer enorme meevallers op de rijksbegroting (ingezonden 25 september 2024).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën) (ontvangen 27 september 2024).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de overheid een positief begrotingssaldo
had van 7,9 miljard euro over de eerste zes maanden van 2024?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich dat de miljoenennota over 2022 een tekort voorspelde van 21,3 miljard
euro2 en dat het tekort uitkwam op 0 volgens de bijgesteld CBS cijfers?3
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Herinnert u zich dat de miljoenennota over 2023 een tekort voorspelde van 29,6 miljard
euro4 en dat het tekort uitkwam op 3,5 miljard volgens het financieel jaarverslag rijk?
5
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Herinnert u zich dat de miljoenennota over 2024 een tekort voorspelde van 31,7 miljard
euro, een tekort van 3%?6
Antwoord 4
Ja. Om precies te zijn raamde het kabinet Rutte IV in de Miljoenennota 2024 een begrotingstekort
van 31,7 miljard euro, wat overeenkwam met een begrotingstekort van 2,9% van het bbp.
Vraag 5
Herinnert u zich dat er zich in deze jaren ook aanzienlijke extra uitgaven voordeden
zoals het energie prijsplafond (vooral in 2023) en extra corona-uitgaven in 2022,
die in de aard natuurlijk lastig te begroten waren?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Zijn de ramingen in 2022, 2023 en 2024 realistisch geweest of niet? Of is er bewust
conservatief geraamd bij de begrotingen, bij zowel de inkomsten als de uitgaven?
Antwoord 6
Het uitgangspunt voor de ramingen van het begrotingssaldo is realistisch ramen, wat
betekent dat de ramingen een zo goed mogelijke inschatting zijn van de uitgaven en inkomsten.
Er is dus geen sprake van conservatief ramen. Het kabinet gaat in zijn ramingen altijd
uit van de meest actuele en beschikbare gegevens op dat moment. Hierbij gebruikt het
kabinet de uitgavenramingen van departementen, de inkomstenramingen van de belasting-
en premie-inkomsten en de meest actuele macro-economische inzichten uit de ramingen
van het Centraal Planbureau (CPB).
Hierbij moet wel bedacht worden dat ook de beste raming nog steeds fors kan afwijken
van de realisatie. Bepaalde situaties maken het ingewikkelder om te ramen. Bijvoorbeeld
in de gevallen van de coronasteunmaatregelen en het prijsplafond was sprake van een
zeer grote onzekerheid.
Vraag 7
Als dat zo is, wat is de omvang van dat conservatief ramen geweest in elk van de drie
jaren?
Antwoord 7
Het kabinet raamt op basis van de meest recente en beschikbare gegevens zo realistisch
mogelijk.
Vraag 8
Hoe verklaart u dat de regering nu al drie jaar achter elkaar tientallen miljarden
minder tekort heeft dan voorspeld, terwijl vergelijkbare ontwikkelingen zich vroeger
nooit voordeden in Nederland en ook in omliggende landen het begrotingssaldo niet
elk jaar 2% tot 3% beter uitvalt dan geraamd?
Antwoord 8
Het kabinet is zich ervan bewust dat in de afgelopen jaren de realisaties meermaals
positiever uitvielen dan de ramingen. De oorzaak hiervan lag voor een deel in incidentele
factoren. Zo waren er aan de uitgavenkant meevallers aan corona-uitgaven en aan het
prijsplafond energie, terwijl zich aan de inkomstenkant een groter dan verwacht anticipatie-effect
voordeed als gevolg van wijzigingen in box 2. Ook zorgde de onverwachte inflatiepiek
voor volatiliteit in de ramingen en een groot noemereffect.
Hiernaast zijn aan de inkomstenkant herhaaldelijk meevallers opgetreden. Deze concentreren
zich in het bijzonder bij de vennootschapsbelasting (vpb) en volgen vaak uit nabetalingen
door hogere winstrealisaties dan waar tijdens het boekjaar vanuit is gegaan.7 In dit verband heeft ook het CPB aangegeven dat economische grootheden zich de laatste
jaren lastiger laten meten en ramen.8
Tot slot is er de afgelopen jaren aan de uitgavenkant een spanningsveld ontstaan tussen
een ambitieuze investeringsagenda en beperkingen zoals bijvoorbeeld de krappe arbeidsmarkt
en restricties rondom stikstof. De investeringsagenda was achteraf te optimistisch
en gereserveerde budgetten kwamen niet geheel tot besteding. Hierdoor ontstond zogeheten
onderuitputting. Hierover is uw Kamer meerdere malen geïnformeerd via de budgettaire
nota’s en het focusonderwerp bij het Financieel Jaarverslag Rijk 2023. Het kabinet
heeft zich ten doel gesteld om de begroting realistischer te maken door middelen in
een meer realistisch kasritme te plaatsen en te verschuiven naar latere jaren. In
de Miljoenennota is bijvoorbeeld voor circa 7 miljard euro aan budget uit 2024 doorgeschoven
naar latere jaren. Mede hierdoor is het geraamde begrotingstekort over 2024 bij Miljoenennota
2025 fors afgenomen ten opzichte van de Voorjaarsnota (van –2,5% naar –1,6%) en is
het verschil met de raming van het CPB fors verminderd. Gezien de aanhoudende krapte
op de arbeidsmarkt zal realistisch ramen ook de komende jaren een prioriteit blijven.
Hierbij wil ik benadrukken dat het ook de verantwoordelijkheid is van de vakministers
om de ramingen op hun eigen begrotingen zo realistisch mogelijk te maken. Daarom is
het ook goed dat in de departementale jaarverslagen aandacht is voor de gerealiseerde
onderuitputting per begroting.
Vraag 9
Heeft u intern een realistische raming van het overheidstekort?
Antwoord 9
De meest actuele en meest realistische inschatting van het EMU-saldo en de EMU-schuld
die het kabinet op dit moment kan maken is gepubliceerd in de Miljoenennota 2025.
Vraag 10
Zijn er dit jaar nog meevallers in de belastinginkomsten die u kunt melden aan de
Tweede Kamer?
Antwoord 10
De meest actuele raming van de belasting- en premie-inkomsten is verwerkt in de Miljoenennota
2025. Op dit moment zijn er geen mee- of tegenvallers in de belastinginkomsten te
melden aan de Tweede Kamer. Ontwikkelingen in de inkomsten- en uitgavenramingen over
2024 worden in de Najaarsnota met het parlement gedeeld.
Vraag 11
Wat is volgens u de meest realistische huidige raming van het tekort in 2024, in 2025
en in 2026? Kunt u daarvan een update sturen voor de Algemeen Financiële Beschouwingen?
Antwoord 11
De meest actuele en realistische raming van het begrotingssaldo in 2024, 2025 en 2026
is opgenomen in de Miljoenennota en betreft respectievelijk –1,6%, –2,8% en –3,7%
van het bbp.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.