Schriftelijke vragen : Het bericht dat de cultuursector een kaalslag vreest
Vragen van het lid Mohandis (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat de cultuursector een kaalslag vreest (ingezonden 11 september 2024).
Vraag 1
Kent u het bericht1 dat uit onderzoek dat in opdracht van onder meer het Cultuurfonds en Kunsten ’92
is uitgevoerd blijkt dat de cultuursector zwaar zal worden geraakt door de voorgenomen
bezuinigingen? Zo ja, bent u het met de directeur van het Cultuurfonds eens dat gesproken
kan worden van een kaalslag? Zo nee, waarom niet?
Vraag 2
Wat vindt u van de uitkomsten van dit onderzoek? Heeft u zelf onderzoek laten uitvoeren
naar de mogelijke gevolgen van uw voorgenomen bezuinigingen en btw-verhoging op kunst
en cultuur? Zo nee, waarom niet? Zo ja, komen uw bevindingen overheen met deze onderzoeksuitkomsten?
Vraag 3
Onderschrijft u het levensgrote gevaar van een negatief domino-effect waardoor alle
inkomstenbronnen van de cultuursector geraakt zullen worden, oplopend tot 200 tot
250 miljoen minder inkomsten per jaar, veroorzaakt door minder private inkomsten uit
kaartverkoop (door de voorgenomen btw-verhoging), de te verwachten teruglopende gemeentesubsidies
en de lagere afdrachten uit goededoelenloterijen? Zo nee, waarom niet? Denkt u ook
niet dat deze maatregelen de culturele instellingen in de regio extra hard zullen
raken en dat cultuur minder of zelfs niet toegankelijk worden voor lagere en middeninkomens?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Klopt het dat uw voorgenomen maatregelen deels zijn gebaseerd op verouderde cijfers
over de veronderstelde prijselasticiteit in de cultuursector? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om de aan de kabinetsvoornemens ten grondslag liggende feiten en cijfers
onafhankelijk te laten valideren? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Welke gevolgen verwacht u van de voorgenomen kabinetsmaatregelen ten aanzien van de
uitvoering van de gewenste uitgangspunten van fair pay? Deelt u de mening dat de voorgenomen
kabinetsmaatregelen er niet toe mogen leiden dat kunstenaars en makers terugvallen
in hun inkomen?
Vraag 6
Welke gevolgen verwacht u van de voorgenomen kabinetsmaatregelen voor het lokale culturele
leven? Deelt u de vrees dat gemeenten en provincies niet in staat zullen zijn om bijvoorbeeld
de lokale muziekscholen, culturele verenigingen, theaters en regionale professionele
gezelschappen adequaat te ondersteunen en dat dus een substantieel aantal cultuuruitingen
zal ophouden te bestaan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Waarom is niet eerder een degelijke impactanalyse gemaakt van de voorgenomen btw-verhoging?
Bent u bereid om deze analyse alsnog uit te voeren voor cultuurgoederen? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 8
Bent u bereid om in overleg te treden met vertegenwoordigers van de kunst- en cultuursector
om te bezien hoe de te vrezen teruggang van 9 tot 12 procent kan worden voorkomen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Bent u bereid om de voorgenomen kabinetsvoornemens zoals bijvoorbeeld inzake de btw-verhoging
op cultuurgoederen te heroverwegen? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Indiener
Mohammed Mohandis, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.