Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Nispen en Bikker over het bericht dat opvallend veel scholieren online gokken
Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Bikker (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (Rechtsbescherming) over het bericht dat het aantal mensen in behandeling om hun gokverslaving opnieuw fors is toegenomen (ingezonden 10 juli 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretarissen
            van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 5 september 2024). Zie ook Aanhangsel
            Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2258.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het rapport van de Stichting Informatievoorziening Zorg (IVZ) waaruit
               blijkt dat het aantal mensen in behandeling voor een gokverslaving in 2023 met maar
               liefst 24 procent is toegenomen ten opzichte van 2022?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Ziet u, met ons, dat ook voor de verslavingscentra die al jaren gegevens aanleveren
               bij de IVZ, het aantal behandelingen met maar liefst 15 procent is toegenomen?2
Antwoord 2
            
Uit de rapportage van LADIS (Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem) blijkt
               dat er een stijging zichtbaar is, zowel bij instellingen die al langer gegevens aanleveren
               bij de Stichting IVZ, als bij instellingen die voor deze rapportage voor het eerst
               gegevens aanleverden.3 Ik vind het belangrijk om deze negatieve ontwikkeling zoveel mogelijk te tegen te
               gaan. Daarom zet ik in op het voorkomen van risicovol en problematisch speelgedrag,
               door bijvoorbeeld de introductie van de Regeling speellimieten en bewuster speelgedrag
               per 1 oktober 2024, om te zorgen dat het niet zover komt dat mensen een verslaving
               ontwikkelen.4 In het bijzonder groepen die kwetsbaar zijn voor problemen door gokken, zoals minderjarigen
               en jongvolwassenen, moeten beschermd worden tegen de risico’s van gokken.
            
Vraag 3
            
Kunt u ook reflecteren op de ernst van deze cijfers omdat er juist sprake was van
               een dalende trend tussen 2018 en 2022?
            
Antwoord 3
            
Ten aanzien van de eerdere dalende trend is door mijn voorganger, onder andere in
               zijn brief aan uw Kamer van 1 juni 2023, aangegeven dat dit niet de enige indicator
               is om te kijken naar aantallen mensen met gokproblematiek.5 Een gokverslaving ontwikkelt zich meestal over een aantal jaren en niet iedereen
               met een verslaving meldt zich bij verslavingszorg. Om die reden kijk ik niet alleen
               naar de cijfers uit de LADIS-rapportages, maar ook naar andere informatie, zoals het
               aantal mensen dat risicovol of problematisch speelgedrag vertoont. Uit recent onderzoek
               blijkt dat ongeveer vijf procent van de spelers in Nederland die één of meerdere kansspelen
               speelden in de afgelopen twaalf maanden voldoet aan de criteria voor gematigd-risico-gokker
               en twee procent aan de criteria voor een hoog-risico-gokker. Bij jongvolwassenen ligt
               het percentage hoog-risico-gokkers hoger, namelijk op zes procent.6 Deze uitkomsten geven samen met de meest recente cijfers uit de LADIS-rapportage
               aanleiding om nog meer in te zetten op preventie, met name voor kwetsbare groepen
               zoals minderjarigen en jongvolwassenen.
            
Vraag 4
            
Onderschrijft u de constatering dat de toename van het aantal behandelingen voor het
               grootste gedeelte te wijten is aan het legaliseren van het online gokken aangezien
               hier veel van de verslavingen naar te herleiden zijn?
            
Antwoord 4
            
Op basis van voorliggende cijfers en onderzoeken kan ik niet onderschrijven dat de
               toename van het aantal mensen dat in behandeling is voor gokverslaving daadwerkelijk
               voor het grootste gedeelte te wijten is aan het legaliseren van het online gokken.
               Een direct causaal verband tussen de legalisering van online gokken en het aantal
               mensen in behandeling voor gokverslaving, is namelijk niet te leggen. Het is wel aannemelijk
               dat een deel van deze mensen pas na de legalisering van online gokken een gokverslaving
               heeft ontwikkeld. Het is ook waarschijnlijk dat een deel van deze mensen al illegaal
               gokte of legaal gokte in een speelhal, voordat online gokken legaal werd in 2021.
               Het duurt doorgaans een aantal jaar voordat mensen een verslaving ontwikkelen en niet
               iedereen meldt zich bij verslavingszorg met problemen, zoals ik ook in mijn antwoord
               op vraag drie heb aangegeven. Daarnaast wordt het aantal mensen dat geregistreerd
               is voor behandeling van kansspelverslaving niet uitgesplitst naar deelname aan landgebonden
               en online kansspelen.
            
Het voorgaande neemt niet weg dat de toename in het aantal mensen in behandeling voor
               gokverslaving en het aantal mensen dat risicovol of problematisch speelgedrag vertoont
               zeer zorgelijk is. Daarom is het van belang om na de evaluatie van de Wet kansspelen
               op afstand in oktober 2024 goed te kijken welke verdere aanscherpingen in beleid bij
               online kansspelen nodig zijn om mensen, met name personen die kwetsbaar zijn voor
               problemen door gokken, beter te beschermen.
            
Vraag 5
            
Deelt u de mening dat het zeer zorgwekkend is dat maar liefst 17 procent van de verslaafden
               ook jonger is dan 25 jaar?
            
Antwoord 5
            
Ja. Ik zie minderjarigen en jongvolwassenen als een belangrijke kwetsbare groep die
               goed beschermd moet worden tegen de risico’s van gokken. Ter bescherming van deze
               kwetsbare groep is door mijn ambtsvoorganger daarom ook al snel na de opening van
               de online kansspelmarkt ingegrepen, onder meer met het verbod op de inzet van rolmodellen
               en het verbod op ongerichte reclame voor online kansspelen.7 Per 1 oktober dit jaar treedt ook de Regeling speellimieten en bewuster speelgedrag
               (Regeling sbs) in werking.8 Dit maatregelenpakket omvat onder meer:
            
– een verplicht contactmoment als een speler een stortingslimiet van 350 euro of hoger
                     instelt; voor jongvolwassenen geldt een lagere limiet, van 150 euro;
                  
– neutrale omgevingen bij het instellen van limieten;
– het verplicht weergeven van bedragen in euro’s;
– verplichte meldingen als limieten bijna bereikt worden.
Daarnaast is op 23 mei 2024 het eerste deel van de aangescherpte beleidsregel Verantwoord
               spelen van de Ksa in werking getreden, waarin scherpe kaders worden gesteld voor de
               invulling van de zorgplicht.9 Op 1 oktober dit jaar zal het tweede deel in werking treden, waarin aanbieders worden
               verplicht na te gaan of een speler die meer dan 700 euro in een maand stort op zijn
               spelersrekening zich dit kan veroorloven.
            
Ook wordt er voor minderjarigen en jongvolwassenen in samenwerking met het Trimbos-instituut
               gewerkt aan signalering van en begeleiding bij risicovol of problematisch gokgedrag.
               Dit zal binnen het programma Helder op School aangereikt worden aan scholen.10 Naast wijziging en aanscherping van regelgeving worden ook andere maatregelen genomen
               op het gebied van verslavingspreventie, op basis van de werkagenda verslavingspreventie
               die op 26 februari 2024 naar uw Kamer is gestuurd.11 Bijvoorbeeld met gerichte bewustwordingsactiviteiten en het inrichten van een expertisecentrum
               gokken, zoals genoemd in voornoemde brief.
            
Deze inzet blijft voor mij onverkort van belang. Bij toekomstige wijzigingen van wet-
               en regelgeving, bijvoorbeeld naar aanleiding van de evaluatie van de Wet kansspelen
               op afstand, zal ik nadrukkelijk aandacht hebben voor de bescherming van bijzonder
               kwetsbare groepen zoals minderjarigen en jongvolwassenen.
            
Vraag 6
            
Wat vindt u van het alarmerende feit dat van alle meldingen van verslaving, gokken
               met 46 procent eerste behandelingen, mogelijk duidt op veel nieuwe mensen met een
               gokverslaving?
            
Antwoord 6
            
Ik zie ook dat het aandeel mensen dat voor het eerst in behandeling is voor gokken
               fors is. Dat vind ik zeer zorgelijk. Er is reeds bijgestuurd met maatregelen zoals
               genoemd in de beantwoording van vraag vijf. Ik vind het van belang om naar aanleiding
               van de evaluatie van de Wet kansspelen op afstand goed te kijken hoe verslavingspreventie
               ten aanzien van kansspelen verder versterkt en verbeterd kan worden. Dit doe ik ook
               met de verdere uitvoering van de werkagenda verslavingspreventie kansspelen. Bij deze
               activiteiten betrek ik steeds de kennis en expertise van verslavings- en ervaringsdeskundigen.
            
Vraag 7
            
Deelt u de mening dat het geen toeval is dat na een daling van het aantal behandelingen
               voor gokverslavingen er sprake is van een forse stijging juist na de aanname van de
               legalisering van het online gokken?
            
Antwoord 7
            
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 4 heb aangegeven is een duidelijk causaal verband
               niet te leggen. Dat betekent niet dat de stijging van het aantal mensen in behandeling
               voor gokverslaving niet zeer zorgelijk is en aanleiding is om te bezien waar het beleid
               aanscherping behoeft.
            
Vraag 8
            
Versterken deze cijfers volgens u het belang om snel maatregelen te nemen om de online
               gokmarkt in te perken, in lijn met de motie van het lid Van Nispen c.s. over het zo
               snel mogelijk nemen van maatregelen en niet de evaluatie van de Wet kansspelen op
               afstand afwachten?12
Antwoord 8
            
Mijn inzet is erop gericht om waar noodzakelijk en mogelijk snel in te grijpen en
               bij te sturen met maatregelen om mensen te beschermen tegen de risico’s van kansspelen.
               De cijfers uit de LADIS-rapportage onderstrepen het belang om vroegtijdig in te grijpen.
               Mijn beleid is erop gericht om risicovol en problematisch speelgedrag en gokverslaving
               zoveel mogelijk te voorkomen. Zoals in mijn antwoord op vraag vijf aangegeven, moeten
               groepen die kwetsbaar zijn voor problemen door (online) kansspelen extra beschermd
               worden tegen de risico’s.
            
In de volgende voortgangsbrief kansspelen op afstand in september dit jaar informeer
               ik uw Kamer verder over de opvolging van de motie van het lid Van Nispen c.s. over
               het zo snel mogelijk nemen van maatregelen en niet de evaluatie van de Wet kansspelen
               op afstand af te wachten.
            
Vraag 9
            
Kunt u in het licht hiervan aangeven hoe het staat met de uitvoering van de moties
               van het lid Nispen c.s. over een verbod op onlinespelen met een aantoonbaar zeer hoog
               risico en over het de Kansspelautoriteit mogelijk maken om gebruik te maken van fake-ID's
               voor controle op kansspelaanbieders?13
               14
Antwoord 9
            
In de volgende voortgangsbrief kansspelen op afstand, waar ik in antwoord op vraag
               acht aan refereer, informeer ik uw Kamer over de opvolging van de moties van het lid
               Van Nispen c.s. over een verbod op online kansspelen met een aantoonbaar zeer hoog
               risico en over het mogelijk maken om gebruik te maken van valse identificatiegegevens
               door de Kansspelautoriteit.
            
Vraag 10
            
Op welk moment verwacht u de wetgeving in te dienen die voortkomt uit de motie van
               het lid Bikker c.s. over een overkoepelende limiet voor storten en verliezen bij onlinecasino's
               zonder mogelijkheid tot verhoging? Kunt u inzicht geven welke partijen van buiten
               uw ministerie betrokken zijn bij het voorbereidende onderzoek?15
Antwoord 10
            
Op 1 maart 2024 heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd aan uw Kamer om te kijken hoe
               overkoepelende speellimieten zo kunnen worden gerealiseerd dat deze bijdragen aan
               de optimale bescherming van spelers tegen onmatig gokken en kansspelverslaving.16 In de volgende voortgangsbrief kansspelen op afstand, zoals benoemd in het antwoord
               op vraag acht, zal ik uw Kamer informeren over de stand van zaken. Ik ben voornemens
               in december de contouren gereed te hebben van de mogelijke opties voor overkoepelende
               speellimieten. Bij het uitwerken hiervan houd ik rekening met de juridische en technische
               mogelijkheden.
            
Vraag 11
            
Kunt u aangeven hoe het staat met de uitvoering van een reclameverbod om hiermee ook
               met name jongeren te beschermen tegen mogelijke gokverslavingen?
            
Antwoord 11
            
Het thans geldende verbod op ongerichte reclame (Besluit ongerichte reclame kansspelen
               op afstand (Besluit orka)) is bijna volledig in werking getreden.17  Op 1 juli 2025 zal nog het verbod op sportsponsoring in werking treden. Op korte
               termijn zal een onderzoek worden gestart naar de werking van het Besluit orka.
            
Ik informeer uw Kamer in de volgende voortgangsbrief kansspelen op afstand, zoals
               benoemd in het antwoord op vraag acht, over de uitvoering van de motie van het lid
               Van Nispen c.s. die verzoekt om online reclames voor online kansspelen, bijvoorbeeld
               via online activiteiten zoals advertenties, te verbieden.18
Vraag 12
            
Welke extra inspanningen worden er verricht om illegaal aanbod te voorkomen gedurende
               deze sportzomer en op welke manier zit u erbovenop dat deze zomer niet een nieuwe
               hausse aan nieuwe jonge gokkers oplevert?
            
Antwoord 12
            
De Kansspelautoriteit (Ksa) heeft deze zomer niet alleen ingezet op toezicht en handhaving,
               maar ook vooral op preventie. Op het gebied van toezicht en handhaving let de Ksa
               met name op naleving van de reclameregels voor het legale aanbod. Zij heeft deze sportzomer
               tevens haar handhaving op illegaal wedaanbod en reclame hiervoor geïntensiveerd. Op
               het gebied van preventie heeft Loket Kansspel, in samenwerking met de Ksa, de bewustwordingscampagne
               «Speel geen spelletjes met je geld» uitgevoerd. Deze campagne is gefinancierd uit
               het Verslavingspreventiefonds. Doel van deze campagne is om jongvolwassenen beter
               te informeren over sportweddenschappen en ze bewust maken van de daaraan verbonden
               risico’s.
            
Vraag 13
            
Op welke manier gaat u ervoor zorgen dat verslavingsinstellingen voldoende middelen
               en capaciteit tot hun beschikking krijgen om gokverslavingen te kunnen behandelen?
            
Antwoord 13
            
Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht jegens hun verzekerden. Dit houdt in dat zorgverzekeraars
               (in het geval van een naturapolis) ervoor moeten zorgen dat hun verzekerden de zorg
               krijgen waar ze recht op hebben. Zorgverzekeraars moeten dus voor iedere sector, ook
               de geestelijke gezondheidszorg (ggz)/verslavingszorg, zorgen dat dit gebeurt. De Nederlandse
               Zorgautoriteit en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd houden daarbij toezicht op
               de situatie vanuit het oogpunt van deze zorgplicht en de kwaliteit van zorg.
            
Vraag 14
            
Deelt u de mening dat aanvullende middelen nodig zijn om verslavingsinstellingen voldoende
               te ondersteunen in deze stijging van het aantal verslaafden als gevolg van uw beleidskeuze?
            
Antwoord 14
            
Zoals bij de beantwoording van vraag 13 aangegeven is het aan zorgverzekeraars om
               voldoende zorg voor verzekerden te organiseren en zijn zij verantwoordelijk voor het
               laten aansluiten van het aanbod op de vraag. Tegelijkertijd is er sprake van personele
               krapte en een daarmee samenhangend structureel capaciteitstekort. Het verbeteren van
               de toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg vergt een brede aanpak en een
               lange adem. Met het Integraal Zorgakkoord, het Gezond en Actief Leven Akkoord en de
               aanpak «Mentale gezondheid: van ons allemaal» wordt deze brede aanpak vormgegeven.
            
Vraag 15
            
Bent u bereid om te kijken of het eigen risico voor mensen met een gokverslaving bekostigd
               zou kunnen worden uit het kansspelverslavingsfonds?
            
Antwoord 15
            
Hulp bij verslaving wordt vergoed vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw). Voor zorg uit
               de Zvw geldt een eigen risico. Door een (relatief beperkt) deel van de zorgrekening
               bij de zorggebruiker neer te leggen wordt de druk op de premies beperkt.
            
Voor individuele verzekerden kan het eigen risico een fors bedrag zijn, zeker als
               het om een kwetsbare groep gaat die bijvoorbeeld te maken heeft met schulden. Voor
               mensen die moeite hebben om de zorgrekening te betalen zijn er verschillende mogelijkheden
               om hen daarbij te ondersteunen. Zo is er de zorgtoeslag voor mensen met een lager
               inkomen. De zorgtoeslag biedt een compensatie voor de kosten van de zorgverzekering,
               verder bieden veel gemeenten maatwerk aan hun inwoners om hen te ondersteunen indien
               zij moeite hebben om zorgkosten te maken. Ook kan het eigen risico bij zorgverzekeraars
               gespreid betaald worden.
            
Daarnaast zal het Kabinet verschillende maatregelen nemen rondom het eigen risico,
               zo wordt onder andere het eigen risico vanaf 2027 fors verlaagd van € 385 naar € 165.
            
De Staatssecretaris voor Jeugd, Preventie en Sport ziet daarom geen aanleiding voor
               maatregelen om het eigen risico voor mensen met een gokverslaving te vergoeden.
            
Het versterken van verslavingspreventie en daarmee het verbeteren van het proces voor
               doorgeleiding naar beschikbare hulp en zorg wordt meegenomen bij de verdere invulling
               van de werkagenda verslavingspreventie en de besteding van middelen uit het Verslavingspreventiefonds.
            
Vraag 16
            
Bent u bereid om te kijken naar het afschaffen van behandelplafonds voor de verslavingszorg
               zodat alle mensen die een gokverslaving hebben kunnen worden geholpen?
            
Antwoord 16
            
Nee, daartoe is de Staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport niet bereid. Er
               is binnen de geestelijke gezondheidszorg sprake van een beperkte capaciteit. Deze
               capaciteit moet zo goed mogelijk verdeeld worden en idealiter terecht komen bij de
               mensen die de zorg het hardste nodig hebben. Behandelplafonds zijn juist een middel
               voor zorgverzekeraars om de schaarse capaciteit zo goed mogelijk te verdelen. Het
               stoppen met behandelplafonds in een specifiek onderdeel van de ggz beperkt deze sturingsmogelijkheden
               van zorgverzekeraars en zou ertoe kunnen leiden dat er op andere plekken mogelijk
               juist (grotere) tekorten ontstaan. Wel is de Staatssecretaris voor Jeugd, Preventie
               en Sport actief in gesprek met het veld, waaronder zorgverzekeraars, om te bekijken
               hoe de toegankelijkheid voor de ggz kan worden verbeterd. Ook de werking van de sturingsinstrumenten
               van zorgaanbieders en zorgverzekeraars in de contractering, zoals het behandelplafond,
               wordt meegenomen in die gesprekken.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- 
              
                  Mede namens
 V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 
              
                  Mede namens
 V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
