Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Omtzigt en Wilders over het feit dat de MIVD de wettelijk verplichte notificatieplicht bij afluisteren, aftappen en andere bijzondere bevoegdheden niet nakomt
Vragen van de leden Omtzigt (Nieuw Sociaal Contract) en Wilders (PVV) aan de Ministers van Defensie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister-President over het feit dat de MIVD de wettelijk verplichte notificatieplicht bij afluisteren, aftappen en andere bijzondere bevoegdheden niet nakomt (ingezonden 25 juli 2024).
Antwoord van Minister Brekelmans (Defensie), mede namens de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 26 augustus 2024).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de brief van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen-
en Veiligheidsdiensten (CTIVD) van 23 juli jl. waarin de toezichthouder aangeeft dat
de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) al vier jaar lang de notificatieplicht
niet nakomt en dus mensen niet meedeelt dat een bijzondere bevoegdheid zoals post
ongemerkt onderscheppen, een telefoontap, een internettap, het heimelijk plaatsen
van een microfoon of het inbreken in de woning, is ingezet, terwijl het wel de wettelijke
plicht is om dat vijf jaar na dato te doen (tenzij een uitzonderingsbepaling van toepassing
is)?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich nog dat de CTIV in 2017 vernietigend oordeelde velde over de notificatieplicht
in toezichtsrapport 51:
«Bij de MIVD bestaat een volledig gebrek aan procedurele waarborgen in het notificatieporces.
Het gaat met name om het ontbreken van centrale coördinatie en sturing, een dekkend
overzicht van notificatieonderzoeken, dienstbreed beleid en/of werkinstructie, dossiervorming
aan de voorkant van het proces in de vorm van een voorgenomen besluit en verslaglegging
van het notificatieonderzoek. Hierin schuilen grote risico’s die kunnen resulteren
in een onrechtmatige uitvoering van de notificatieverplichting»?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Kunt u per aanbeveling aan de MIVD in toezichtsrapport 51 aangeven of en hoe deze
is opgevolgd?
Antwoord 3
De MIVD heeft de aanbevelingen uit het toezichtsrapport 51 destijds overgenomen en
geïmplementeerd. Zo is er reeds in 2017 het beleidskader «notificeren bij de MIVD»
opgesteld en is dit in 2018, na inwerkingtreding van de Wiv 2017, geactualiseerd.
Ook wordt reeds bij de aanvraag van de inzet van notificeerbare bijzondere bevoegdheden
bezien of er op voorhand al een afstelgrond van toepassing is. De achterstanden waarover
in rapport 51 wordt gesproken zijn destijds binnen afzienbare tijd weggewerkt.
In november 2023 heeft een afdeling van de MIVD, naar aanleiding van een navraag van
de CTIVD, een melding gedaan bij het Compliance & Risk Office (CRO) van de MIVD. Deze
melding had betrekking op een achterstand bij het uitvoeren van notificatieonderzoeken
die is ontstaan vanwege capaciteitsgebrek binnen deze afdeling van de MIVD.
Dit toonde aan dat het belang van notificeren alsmede het opvolgen van de aanbevelingen
destijds nog onvoldoende structureel in de organisatie waren ingebed. Dit had beter
moeten worden ingericht.
Na de compliance-melding in november 2023 is de MIVD begonnen met het in kaart brengen
en herstellen van de notificatieachterstand. Uit het interne onderzoek is gebleken
dat de achterstand ziet op de periode vanaf 2019 tot november 2023. Een dergelijke
achterstand had niet mogen ontstaan. Inmiddels zijn er diverse maatregelen genomen
om de notificatieachterstand te herstellen. Zo is er een plan van aanpak opgesteld
om de achterstand met prioriteit aan te pakken en zijn er werknemers aangenomen die
zich richten op het wegwerken van de achterstand. Het streven is dat de MIVD de achterstand
voor 1 april 2025 volledig heeft hersteld.
De notificatieonderzoeken worden, door de genomen maatregelen, vanaf heden weer conform
de wet en intern beleid uitgevoerd. De Minister van Defensie informeert uw Kamer zodra
de achterstanden zijn ingelopen.
Vraag 4
Kunt u per jaar vanaf 2014 melden:
– hoe vaak elk van de bijzondere bevoegdheden, waarvoor de notificatieplicht geldt,
tegen een persoon zijn ingezet;
– hoe vaak een notificatiebesluit genomen had moeten worden (inclusief een uitgesteld
besluit);
– hoe vaak een notificatiebesluit genomen is en uitsplitsen hoe dat luidde, namelijk
notificeren, en of bij niet notificeren de CTIVD daarvan correct op de hoogte gesteld
is?
Antwoord 4
De MIVD en AIVD zijn op grond van artikel 59, eerste lid van de Wiv 2017 verplicht
om vijf jaar na beëindiging van de inzet van bepaalde bijzondere bevoegdheden te onderzoeken
of de persoon tegen wie deze bevoegdheden zijn ingezet hiervan op de hoogte kan worden
gebracht of dat de in wet genoemde gronden dit in de weg staan. Indien dit op basis
van het onderzoek kan, wordt betrokkene genotificeerd. Indien dit op basis van het
onderzoek niet kan, wordt de CTIVD hiervan gemotiveerd op de hoogte gesteld.
Gelet op de wettelijke plicht tot geheimhouding wordt in het openbaar niet ingegaan
op de modus operandi van de diensten. Het openbaar maken van dergelijke informatie
gaat ten koste van het goed functioneren van de diensten en daarmee ten koste van
de bescherming van de nationale veiligheid. Daarom doen wij geen uitspraken over de
hoeveelheid, aard en ontwikkeling van bepaalde, jegens een persoon ingezette, bijzondere
bevoegdheden, waarop artikel 59 Wiv 2017 van toepassing is.
Wel kunnen wij u aangeven hoe vaak er per jaar is genotificeerd. Daarbij moeten wij
de kanttekening maken dat de opgelopen achterstand ten aanzien van het aantal te notificeren
personen door de MIVD ziet op de periode vanaf 2019. Het daadwerkelijk aantal te notificeren
personen zal waarschijnlijk dus hoger liggen dan de huidige cijfers. In het jaarverslag
van de MIVD zullen de ingehaalde notificaties per jaar worden uitgesplitst.
Toelichting op de cijfers
De diensten zijn met betrekking tot een aantal in de wet genoemde bevoegdheden verplicht
natuurlijke personen te notificeren ten aanzien van wie een bijzondere bevoegdheid
is uitgeoefend. Daarbij is ook wettelijk vastgelegd dat in bepaalde gevallen de plicht
om te notificeren wordt uitgesteld of vervalt. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
• indien het uitbrengen van een verslag naar redelijke verwachting ertoe leidt dat bronnen
of werkwijze van een dienst, daaronder begrepen inlichtingen- en veiligheidsdiensten
van andere landen, worden onthuld;
• indien de betrekkingen met andere landen en/of met internationale organisaties ernstig
kunnen worden geschaad;
• indien de persoon waaraan het verslag zou moeten worden uitgebracht niet te traceren
valt.
De cijfers van de notificaties zijn bij de MIVD lager dan die van de AIVD. Dit komt
doordat de AIVD meer (binnenlandse) onderzoeken doet en de onderzoeken van de MIVD
meer gericht zijn op het buitenland en/of fenomenen, en in mindere mate persoonsgericht
van aard zijn. Zo ligt het voor de hand dat een buitenlandse inlichtingenofficier
niet wordt genotificeerd, gelet op het feit dat dit de betrekkingen met dat land of
die specifieke organisatie kan schaden. Bij een binnenlands extremisme- dan wel contraterreur-target
zijn deze redenen minder vaak relevant. Voor beide diensten geldt dat slechts in een
klein percentage van de gevallen er een notificatieverslag uitgebracht kan worden.
Jaar
Notificaties door MIVD
Notificaties door AIVD
2014
2
29
2015
0
22
2016
0
38
2017
4
30
2018
4
29
2019
2
61
2020
0
41
2021
0
34
2022
0
17
2023
0
30
Vraag 5
Kunt u de mail en briefwisselingen over notificatie tussen MIVD en CTIVD sinds toezichtsrapport
51 aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 5
In de bijlage treft u de correspondentie aan die de Minister van Defensie met de CTIVD
heeft gevoerd. Tevens treft u de ongerubriceerde reactie van de directeur van de MIVD
op de brief van de CTIVD aan.
Vraag 6
Kunt u de standaardbrieven waarmee de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD)
en MIVD notificeren aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 6
Deze treft u aan in de bijlage bij deze beantwoording.
Vraag 7
Hoeveel politici, advocaten en journalisten zijn sinds 2014 onderwerp geweest van
bijzondere bevoegdheden van de AIVD en de MIVD?
Antwoord 7
Gelet op de wettelijke plicht tot geheimhouding wordt in het openbaar niet ingegaan
op de modus operandi van de diensten. Het geven van inzicht daarin gaat ten koste
van het goed functioneren van de diensten en daarmee ten koste van de bescherming
van de nationale veiligheid. Daarom doen wij geen uitspraken over aantallen.
Vraag 8
Kunt u aangeven hoe de notificatieplicht is opgevolgd bij elk van de inzetten van
bijzondere beroepsgroepen tegen deze drie groepen?
Antwoord 8
Artikel 59 van de Wiv 2017 regelt de notificatieplicht. De notificatieplicht houdt
in dat de AIVD en MIVD vijf jaar na de beëindiging van het toepassen van een bepaalde
bijzondere bevoegdheid, moeten onderzoeken of degene tegen wie deze is ingezet hiervan
in kennis kan worden gesteld. De AIVD en MIVD onderzoeken of het mogelijk is de betrokken
persoon te informeren, of dat in de wet geregelde gronden hieraan in de weg staan.
In bepaalde gevallen komt de plicht om te notificeren te vervallen, of is er reden
voor uitstel. Dit vergt een individuele afweging bij elk te notificeren persoon. Dit
wettelijk kader is evenzeer van toepassing op politici, advocaten, journalisten of
andere categorieën van bijzondere beroepsgroepen.
Vraag 9
Waarom is er geen mededeling gegaan dat de MIVD zich structureel niet aan de Wet op
de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV) houdt, bijvoorbeeld in het jaarverslag
of aan de Kamer?
Antwoord 9
Deze kwestie ziet op een achterstand in het uitvoeren van notificatieonderzoeken bij
één afdeling van de MIVD die niet had mogen ontstaan. De notificatieonderzoeken worden,
door de genomen maatregelen, vanaf heden weer conform de wet en intern beleid uitgevoerd.
Met de CTIVD is overeengekomen dat bij het systeemtoezicht van de CTIVD door de MIVD
een intern compliance-managementsysteem wordt ingericht, waar een intern inschalingsmodel
voor compliance-incidenten deel van uitmaakt. De diensten en de CTIVD hebben hiervoor
gezamenlijk een incidentenprotocol opgesteld waarin is opgenomen hoe moet worden omgegaan
met compliance-incidenten.
Gelet op het functioneren van het interne compliancemanagementsysteem informeren wij
uw Kamer doorgaans niet over compliance-incidenten. De CTIVD houdt toezicht op dit
proces.
Vraag 10
Op welke termijn zal de achterstand in notificatiebesluiten zijn ingelopen en zal
het notificatieproces fatsoenlijk zijn ingericht, volgens de aanbevelingen van de
CTIVD uit 2017 of zoals de AIVD het wel fatsoenlijk heeft ingericht volgens de toezichthouder?
Antwoord 10
De MIVD streeft ernaar de achterstand voor 1 april 2025 volledig te hebben hersteld.
De Minister van Defensie informeert uw Kamer voor 1 april 2025 over de stand van zaken
ten aanzien van het herstellen van de achterstanden. Daarbij zullen ook de aantallen
ingehaalde notificaties sinds 2019 per jaar worden uitgesplitst.
Door de genomen maatregelen, worden de notificatieonderzoeken vanaf heden weer conform
de wet en intern beleid uitgevoerd.
Vraag 11
Zijn er behalve artikel 59 van WIV, andere artikelen van deze of andere wet, waaraan
de MIVD en/of de AIVD zich structureel of regelmatig niet houdt? Zo ja, welke?
Antwoord 11
De inzet van de diensten is er altijd op gericht om conform wet- en regelgeving en
beleid te handelen.
Het personeel van de diensten wordt opgeleid om de Wiv en de Wvo in alle facetten
te kennen en rechtmatig toe te passen en heeft integer en compliant handelen hoog
in het vaandel staan.
Vraag 12
Is het proces van notificatie op dit moment op orde bij de AIVD?
Antwoord 12
De CTIVD beschrijft in rapport 51 dat de AIVD de uitvoering van de notificatieverplichting
op een gedegen wijze heeft ingericht en georganiseerd. Hoewel het proces op orde is,
heeft de AIVD een achterstand die wordt veroorzaakt door het volume. Er zijn diverse
maatregelen genomen om de achterstand weg te werken.
Vraag 13
Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 13
We hebben de vragen zo snel als mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.