Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen het lid Ellian over het voorkomen van een moordaanslag op een Iraanse dissident in Nederland
Vragen van het lid Ellian (VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken over het voorkomen van een moordaanslag op een Iraanse dissident in Nederland (ingezonden 1 juli 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van
Buitenlandse Zaken (ontvangen 19 augustus 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2023–2024, nr. 2209.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Vrees voor Iraans doodseskader in Nederland: «Huurmoordenaars
ingezet om critici te executeren»1 en «Aanslag op Iraanse acitiviteits in Nederland mogelijk voorkomen»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waarom schreef u in antwoord op schriftelijke vragen op 22 maart 2024 dat Nederland
niet betrokken is bij het opsporingsonderzoek naar de moordaanslag op de Spaanse politicus
van Iraanse origine Alejo Vidal-Quadra, terwijl de hoofdverdachte Mehrez A. inmiddels
in Nederland is aangehouden?3
Antwoord 2
Zoals aangegeven in de antwoorden op uw schriftelijke vragen op 22 maart 2024 waren
de Nederlandse opsporingsautoriteiten niet betrokken bij het onderzoek naar de aanslag
op de Spaanse politicus Alejo Vidal-Quadra.
Zoals het Openbaar Ministerie bekend heeft gemaakt op 26 juni 2024 zijn op 6 juni
2024 twee mannen aangehouden die worden verdacht van het voorbereiden van de liquidatie
van een in Nederland verblijvende Iraanse activist en journalist. Het Openbaar Ministerie
is toen een strafrechtelijk onderzoek gestart. Een van de twee aangehouden mannen
bleek vervolgens eveneens te worden verdacht van een poging tot liquidatie op de Spaanse
politicus Alejo Vidal-Quadra.
Vraag 3
In hoeverre wordt actief ingezet op het blootleggen van de rol van het Iraanse regime
in zowel de mislukte moordaanslag in Spanje op Alejo Vidal-Quadra als de verijdelde
moordaanslag in Nederland op Siamak Tadayon Tahmasbi?
Antwoord 3
Ik kan niet verder ingaan op de details van een lopend strafrechtelijk onderzoek omdat
dit het lopende onderzoek zou kunnen schaden.
Vraag 4
Wat vindt u van de samenwerking die het Iraanse regime aangaat met criminelen in diverse
landen, waaronder Nederland, om dissidenten te vermoorden?
Antwoord 4
Het kabinet vindt ongewenste buitenlandse inmenging in onze vrije en open maatschappij
volstrekt onwenselijk en niet acceptabel. Burgers in Nederland moeten in vrijheid
kunnen leven en hun eigen keuzes maken, zonder door autoriteiten van derde landen
in die keuzes te worden beperkt. Sinds 2018 hanteert het kabinet daarom een aanpak
tegen ongewenste buitenlandse inmenging, bestaande uit drie sporen: te weten het diplomatieke
spoor, het weerbaarheidsspoor en het bestuurlijk/strafrechtelijke spoor.4
Voor zover de conclusie zou kunnen worden getrokken dat een statelijke actor de samenwerking
aangaat met criminelen in diverse landen, ziet het kabinet dergelijke vijandige acties
als een onacceptabele schending van de Nederlandse soevereiniteit en/of de soevereiniteit
van derde landen.
Vraag 5
Welke risico’s lopen Iraanse dissidenten op dit moment in Nederland?
Antwoord 5
Het kabinet is zich terdege bewust van de dreiging tegen Iraanse dissidenten. Zoals
ook in het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren 2 en het jaarverslag van AIVD 2023 is
geconstateerd, ontplooit Iran uiteenlopende inlichtingen- en beïnvloedingsactiviteiten,
onder meer gericht op hun diaspora in Nederland. In hetzelfde Dreigingsbeeld Statelijke
Actoren is beschreven dat opposanten van autoritaire regimes, bijvoorbeeld dissidenten
en critici, een verhoogd risico lopen om geïntimideerd, bedreigd, gearresteerd of
vervolgd te worden. Daarnaast is opgemerkt dat sommige statelijke actoren eveneens
bereid zijn om opposanten in het buitenland te ontvoeren of om geweld tegen hen te
gebruiken, of in het uiterste geval liquidaties uit te voeren.
In algemene zin kan ik zeggen dat waar het de fysieke veiligheid van individuele personen
betreft en nodig wordt geacht op basis van actuele dreigingsinformatie, beveiligingsmaatregelen
kunnen worden getroffen. Ook hier geldt dat het kabinet zich niet in het openbaar
uitspreekt over dergelijke informatie.
Vraag 6
Is de aanhouding van Mehrez A. en het voorkomen van een moordaanslag in Nederland,
nu eindelijk voldoende om de Iraanse Revolutionaire Garde op de Europese terreurlijst
te plaatsen? Zo ja/nee, waarom?
Antwoord 6
Ik kan niet ingaan op een lopend strafrechtelijk onderzoek. Wel kan ik zeggen, zoals
uw Kamer bekend, dat het kabinet voorstander is van het plaatsen van het IRGC op de
EU terrorisme-sanctielijst. Nederland staat hierover in nauw contact met andere lidstaten.
Hierover is in Europees verband echter (nog) geen consensus.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.