Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ceder over het aanhoudende geweld tegen christenen in Nigeria
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het aanhoudende geweld tegen christenen in Nigeria (ingezonden 6 juni 2024).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 16 augustus 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat afgelopen week acht mensen vermoord en 160 mensen,
voornamelijk christenen, ontvoerd zijn door Islamitische militanten in het dorp Kuchi
in de Nigeriaanse deelstaat Niger?1 Zo ja, hoe duidt u deze recente geweldsuitbarsting?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het genoemde bericht van 29 mei. Het geweld en het hoge aantal
ontvoeringen in het dorp Kuchi past in een bredere trend van ontvoeringen, met name
in het noordwesten van het land. In de afgelopen maanden werden bij verschillende
incidenten meer dan 500 mensen ontvoerd. Deze ontwikkeling kan worden gezien als het
gevolg van een uitbreiding en intensivering van bendegeweld en extremisme in Noord-Nigeria.
Het leger heeft recent (in week 26) bekendgemaakt een aankoop van 50 helikopters te
hebben gedaan om de strijd tegen terrorisme in het noordwesten te intensifiëren.
Vraag 2
Bent u van mening dat deze moorden en ontvoeringen onderdeel zijn van een langlopende
strijd over schaarse middelen als grond en water? Speelt de religieuze achtergrond
van de slachtoffers volgens u geen rol bij dit geweld? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Het geweld dat in het gehele land plaatsvindt en waarbij burgerslachtoffers vallen
en mensen met verschillende etniciteiten en religies worden ontvoerd, wordt veroorzaakt
door een mengeling van factoren die in de verschillende gebieden een meer of minder
belangrijke rol spelen. Religie wordt onder andere aangevoerd als reden voor geweld
en ontvoeringen, maar het is niet vast te stellen dat dit de grondoorzaak daarvan
is. Zo zijn bijvoorbeeld de schaarse grond in noordelijke gebieden, zwakke sociaaleconomische
ontwikkeling, geringe mogelijkheid tot effectieve politieke participatie en het landbeheerstelsel
de grondoorzaken van het geweld. Factoren als klimaatverandering, de vermeende marginalisering
van bevolkingsgroepen en de verslechterende economische situatie verergeren de strijd
om schaarse middelen.
Vraag 3
Deelt u de conclusie van het rapport van de International Society for Civil Liberties
and Rule of Law dat stelt dat er sinds de opkomst van Boko Haram in 2009, 150 duizend
mensen om religieuze redenen gedood zijn waarvan 100 duizend christenen waren?2 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
In de laatste jaren is er in geheel Nigeria sprake van een verslechterende veiligheidssituatie,
met name sinds de opkomst van Boko Haram en soortgelijke extremistische groeperingen.
Daarbij vallen slachtoffers uit verschillende religieuze groepen. De toename van geweld
gericht op christelijke gemeenschappen in Nigeria met name in het centrum van het
land (Middle Belt) maakt deel uit van een grotere toename van geweld gericht op burgers. De conclusie
van het genoemde rapport over specifieke aantallen christelijke slachtoffers is verontrustend,
maar kan op dit moment nog niet op basis van eigen informatie worden bevestigd. We
zullen dit goed blijven monitoren.
Vraag 4
Bent u van mening dat de langlopende strijd over schaarse middelen als grond en water
de onderliggende oorzaak van het geweld is? Zo ja, hoe verklaart u het dat vooral
christenen en gematigde moslims het slachtoffer hiervan worden?
Antwoord 4
Zie de antwoorden op vragen 2 en 3. Aan de rol van religieuze overwegingen en extremisme
bij het geweld zullen departement en betrokken post(en) nadere aandacht besteden.
Vraag 5
Bent u bereid het geweld tegen christenen aan de orde te stellen in de Verenigde Naties
(VN) Mensenrechtenraad waar Nederland vanaf dit jaar weer deel van uitmaakt? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 5
Ja, zeker. Nederland spant zich in om de vrijheid van religie en geloofsovertuiging
wereldwijd te versterken en benut daartoe een veelheid aan kanalen. Tijdens de 43e
Universal Periodic Review (UPR, 23 januari 2024) heeft Nederland naar aanleiding van geweld tegen gelovigen
Nigeria specifiek aanbevolen om ten behoeve van de uitoefening van de vrijheid van
religie en geloofsovertuiging de veiligheid in alle regio’s van Nigeria te vergroten.
Nederland heeft ook de aanbeveling gedaan om de accountabilityvoor schendingen van dit mensenrecht te versterken.
Nederland is, als lid van de Mensenrechtenraad, voornemens om later dit jaar belemmeringen
van de vrijheid van religie en geloofsovertuiging, waaronder geweld tegen gelovigen
in Nigeria, aan de orde te stellen in de Mensenrechtenraad. Het kabinet geeft op deze
wijze uitvoering aan de gewijzigde motie van de leden Ceder en Stoffer, 32 735, Nr. 397 (25 juni 2024).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.