Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Claassen over het artikel 'Einde Co-Med zorgelijk voor artsen en patiënten: ’Niemand neemt me aan, want niemand heeft plek''
Vragen van het lid Claassen (PVV) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Einde Co-Med zorgelijk voor artsen en patiënten: «Niemand neemt me aan, want niemand heeft plek»» (ingezonden 3 juli 2024).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 7 augustus
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel in NRC «Einde Co-Med zorgelijk voor artsen en patiënten:
«Niemand neemt me aan, want niemand heeft plek»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Kunt u toelichten hoe het kan dat de overdracht van het patiëntendossier naar de vervangende
huisarts niet is geregeld? Zo nee, waarom niet?
Kunt u toelichten of de verplichte overdracht van patiëntengegevens inmiddels geregeld
is? Zo nee, waarom niet en welke stappen kunt u ondernemen om dit alsnog te bespoedigen?
Antwoord 2 en 3
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft op 24 juni een bevel opgelegd aan Co-Med
Zorg B.V. om volledige medewerking te geven aan het noodplan van de zorgverzekeraars
en te zorgen voor directe (tijdelijke) inzage in het patiëntendossier van patiënten
die een andere, door de zorgverzekeraars aangewezen, zorgaanbieder willen. Vervolgens
heeft de inspectie echter geconstateerd dat Co-Med Zorg B.V. niet of niet volledig
aan het bevel heeft voldaan.
Om te bewerkstelligen dat alsnog wordt voldaan aan het bevel heeft de inspectie op
27 juni 2024 bestuursdwang opgelegd (https://www.igj.nl/actueel/nieuws/2024/07/03/inzage-in-patientendossier…). Dit heeft erin geresulteerd dat op dit moment inzage en overdracht van patiëntendossiers
mogelijk is. De inspectie heeft daarnaast een aantal professionals aangewezen om inzage
en overdracht mogelijk te maken binnen het noodscenario van de zorgverzekeraars. Door
het grote aantal patiënten en structurele oplossingen die al zijn gerealiseerd op
sommige locaties worden veel verzoeken tot overdracht gedaan. Daarbij dient een toestemmingsformulier
van de patiënt te worden overgelegd. Er wordt hard gewerkt om de gevraagde dossiers
zo spoedig mogelijk over te dragen. De IGJ heeft mij laten weten dat zij deze situatie
dagelijks monitort om de toegang tot huisartsenzorg te garanderen.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat inmiddels voor iedere patiënt een vervangende huisarts is geregeld?
Zo ja, hoe is dit momenteel ingeregeld? Zo nee, waarom niet?2
Antwoord 4
De NZa heeft mij laten weten dat in iedere regio met een Co-Med praktijk zorgverzekeraars,
regionale huisartsenorganisaties en lokale huisartsen actief samenwerken aan de tijdelijke
oplossing zodat zorg voor patiënten met een zorgvraag beschikbaar blijft. De oplossing
verschilt per regio. In sommige regio’s wordt de oplossing geboden door lokale huisartsen,
in andere regio’s wordt de oplossing geboden door Arene samen met lokale huisartsen.
Er wordt op dit moment door betrokken partijen hard gewerkt aan een structurele oplossing
in samenspraak met de curator.
Vraag 5
Gaat u ervoor zorgen dat iedereen in Nederland fysiek bij een huisarts terecht kan
en niet alleen afhankelijk is van een digitale huisarts? Zo ja, hoe gaat u dit doen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ik vind het belangrijk dat iedereen in Nederland toegang heeft tot een huisarts in
de buurt. Het aantal huisartsen is de afgelopen jaren toegenomen, maar deze toename
zie ik niet terug in het aantal praktijk houdende huisartsen. Ik wil daarom stimuleren
dat huisartsen zoveel mogelijk werken met een vaste patiëntenpopulatie, door onder
andere het aantrekkelijker maken van het praktijkhouderschap. Daarnaast zet ik mij
in lijn met het hoofdlijnenakkoord in op een sterke, brede eerstelijnszorg. Dit is
belangrijk om bijvoorbeeld de administratieve lasten bij zorgaanbieders te verlagen
zodat zij zich meer kunnen richten op de zorgverlening. Digitale levering van zorg
biedt soms ook kansen, maar dit kan nooit het primaire en enige uitgangspunt zijn.
Met de ruimte die ontstaat door het inzetten van digitale middelen kunnen we juist
ook ruimte creëren voor een fysiek bezoek aan de huisarts wanneer dat nodig is.
Vraag 6
Bent u bereid om met voorrang te kijken naar het stimuleren van het praktijkhouderschap
voor huisartsen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Een vaste arts-patiëntrelatie leidt tot de beste kwaliteit van (huisartsen)zorg, een
hogere levensverwachting en minder doorverwijzingen naar de tweedelijnszorg. Daarom
vind ik het belangrijk dat iedereen in Nederland een vaste huisarts heeft. Het praktijkhouderschap
is een mooie vorm om een vaste arts-patiëntrelatie in te vullen, maar dit kan ook
met een huisarts in loondienst. Ik zal mij inzetten om, samen met alle partijen in
het veld, deze vaste relatie tussen huisarts en patiënt te bevorderen, door onder
andere het praktijkhouderschap aantrekkelijker te maken.
Vraag 7
Kunt u garanderen dat mensen zonder emailadres ook zorg kunnen krijgen? Zo ja, waaruit
blijkt dit dan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Zoals vermeld in het antwoord op vraag 4 verschilt het tijdelijke noodplan per regio.
Arene is daarbij een belangrijke partij die zorg op afstand biedt en samenwerkt met
lokale huisartsen die fysiek onderzoek kunnen doen als dat nodig is. Arene maakt daarbij
gebruik van een app waarbij het van belang is dat de zorgvrager over een e-mailadres
beschikt. Het team van assistenten van Arene is echter ook telefonisch bereikbaar.
Het telefoonnummer is te vinden op de speciale website die Arene heeft opgezet voor
patiënten van Co-Med.
Vraag 8
Deelt u de mening dat telefonische of digitale consulten geen vervanging mogen zijn
van reguliere zorg? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
In de eerstelijn kunnen digitale hulpmiddelen ingezet worden waar dit van meerwaarde
is en op zo’n manier dat de kwaliteit en de kernwaarden van zorg geborgd blijven.
Het is aan de zorgaanbieder, in overleg met de patiënt, in welke vorm zij zorg leveren.
Een telefonisch of andere vorm van digitaal consult kan onderdeel zijn van dit arsenaal.
Dit is ook in lijn met de afspraken in de visie eerstelijnszorg 2030 en in het IZA.
Passende inzet van digitalisering kan in voorkomende gevallen de dienstverlening richting
patiënten verbeteren en vergemakkelijken maar ook de druk op de huisarts verlichten,
zeker bij laagcomplexe zorgvragen, maar het kan nooit het primaire en enige uitgangspunt
zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.