Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over het bericht dat 73% van de zorgverleners aangeeft dat de tijd die ze aan administratie besteden de laatste vijf jaar is toegenomen
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat 73% van de zorgverleners aangeeft dat de tijd die ze aan administratie besteden de laatste vijf jaar is toegenomen (ingezonden 17 juni 2024).
Antwoord van Minister Helder (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 1 juli
2024).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de «Zorg- & Welzijnsbarometer» van de FNV, waaruit blijkt dat
73% van de zorgverleners aangeeft dat de tijd die ze aan administratie besteden de
laatste vijf jaar is toegenomen?1
Antwoord 1
De uitkomsten van het onderzoek Zorg-& Welzijnsbarometer2 van de FNV onderschrijft het belang en de noodzaak van de aanpak van regeldruk in
de zorg. Dat zorgprofessionals nog steeds te veel tijd kwijt zijn aan overbodige of
dubbele registratie, kunnen we ons in het licht van het arbeidsmarktvraagstuk niet
permitteren. Deze tijd gaat ten koste van directe patiëntenzorg en drukt ook op hun
werkplezier. Er is vanuit het Ministerie van VWS dan ook volle inzet op het verminderen
van regeldruk met het programma [Ont]Regel de Zorg 2022–20253 en daar bovenop de intensiveringsaanpak4. Dit doe ik niet alleen, maar samen met relevante partijen binnen het Nederlandse
zorgstelsel, zoals overheden, financiers, branche- en beroepsverenigingen, toezichthouders
en werkgevers. Iedere partij heeft een eigen verantwoordelijkheid en rol om het gat
tussen ervaren en acceptabele registratielast te dichten. Tegelijkertijd wil ik benadrukken
dat regeldruk in de zorg complex en veelzijdig is, omdat het sterk verwerven is met
andere thema’s, zoals het afleggen van verantwoording, zeggenschap en goed werkgeverschap.
Daarom behoeft de aanpak van regeldruk een bredere discussie, die op bestuurlijk niveau
binnen het Integraal Zorgakkoord (IZA)5 gevoerd wordt, maar net zo goed een agendapunt in de regio’s en binnen de zorginstellingen
zelf dient te zijn.
Vraag 2
Erkent u dat het feit dat de administratie de laatste jaren verder is toegenomen,
aantoont dat uw aanpak om de administratie in de zorg te verminderen is mislukt? Hoe
vindt u zelf dat het gaat?
Antwoord 2
Nee, ik ben het niet met u eens dat mijn aanpak om de administratie in de zorg te
verminderen mislukt is.
De afgelopen jaren is gebleken dat regeldruk een complex en veelkoppig monster is
en gezamenlijke actie op verschillende niveaus nodig is om het beter te maken. Aan
de hand van verschillende sporen ben ik aan de slag gegaan met het verminderen van
administratieve lasten; onder andere via wet- en regelgeving, landelijk in het stelsel,
lokaal binnen zorginstellingen en bij de individuele zorgprofessional. Ik heb gezien
dat we met deze aanpak – als we samen de schouders eronder zetten – het verschil kunnen
maken voor de zorgpraktijk. Dit heeft mooie resultaten opgeleverd, zoals bijvoorbeeld
de verwijsafspraken van de eerste lijn naar de medisch specialistische zorg6, of het experiment vernieuwend verantwoorden7. Met deze succesvolle ontregelprojecten laten we zien dat het echt kan, en we gezamenlijk
dingen kunnen verbeteren. Maar ondanks goede en mooie resultaten, blijf ik kritisch
op wat we doen en bereiken. Dit om steeds meer impact en verlichting van regeldruk
binnen alle sectoren en over de gehele linie van alle beroepsgroepen te voelen. Met
de aankondiging van de intensivering van het bestaande programma [Ont]Regel de Zorg
heb ik topprioriteit aan dit vraagstuk gegeven, zodat samen met alle betrokkenen,
effectief en merkbaar het verschil kan worden gemaakt voor de zorgpraktijk.
Vraag 3
Deelt u de mening dat er een fundamentelere aanpak van de bureaucratie in de zorg
moet komen, die verder gaat dan de huidige tekortschietende actieplannen?
Antwoord 3
Ik ben het met u eens dat er ook een fundamentelere aanpak van de bureaucratie in
de zorg nodig is. In de afgelopen jaren zijn er met het programma [Ont]Regel de Zorg
2022 – 2025 al mooie resultaten behaald, maar de (ervaren) regeldruk in de zorg blijft
nog te hoog. Daarom heb ik vorig jaar december een intensiveringsaanpak aangekondigd
langs vier lijnen:
1. het effect vergroten van de eigen inspanningen van het Ministerie van VWS om de regeldruk
van eigen wet- en regelgeving te beperken;
2. het instellen van een gedragen regiegroep met mandaat en slagkracht;
3. de inzet van twee onafhankelijke speciaal gezanten;
4. het focussen van aandacht en actie op één sector per jaar.
Ik heb er vertrouwen in dat we met deze intensiveringsaanpak van het programma [Ont]Regel
de Zorg grotere impact gaan maken als het gaat om het terugdringen van de bureaucratie
in de zorg.
Vraag 4
Hoe reageert u op het feit dat 62% van de respondenten die de te hoge administratieve
last hebben aangekaart niet het idee heeft dat daar iets mee gedaan wordt? Deelt u
de mening dat dit aangeeft dat er een fors gebrek is aan zeggenschap van zorgverleners
over hun eigen werk? Zo ja, wat bent u van plan om hieraan te gaan doen?
Antwoord 4
Dat ben ik ten dele met u eens. Zeggenschap voor zorgprofessionals is een essentieel
middel om regeldruk te verminderen. Daarom is het belangrijk dat zorgprofessionals
betrokken worden bij het vaststellen van registratie- of verantwoordingseisen/werkprocessen,
en zorgprofessionals de ruimte krijgen om actief veranderingen door te voeren. Ik
kan niet vaak genoeg benadrukken hoe belangrijk het is dat leidinggevenden en/of bestuurders
ruimte en vertrouwen bieden voor professioneel zeggenschap en inspraak hebben over
hun eigen vak. In mijn gesprekken met bestuurders benoem ik dit ook en onderstreep
ik het als één van de belangrijkste randvoorwaarden voor succesvol ontregelen. Ook
voor het optimaal benutten van de rol van lokale ontregelaar, na bijvoorbeeld het
volgen van de door VWS gesubsidieerde e-learning en/of training, is steun van de leidinggevende
essentieel om daadwerkelijk aan de slag te kunnen gaan met ontregelen.
Uit de monitor Zeggenschap blijkt dat verzorgenden, verpleegkundigen, verpleegkundig
specialisten en begeleiders meer zeggenschap wensen. Dat geldt ook voor zeggenschap
over regeldruk. Om zeggenschap voor professionals duurzaam te versterken is het belangrijk
dat zeggenschap in de cultuur van organisaties geborgd wordt en in organisaties op
gelijkwaardige manier wordt samengewerkt. Met een integrale aanpak zeggenschap draag
ik hieraan bij. De integrale aanpak bestaat uit (financiering van) praktische initiatieven,
zoals de projectorganisatie van het Landelijk Actieplan Zeggenschap (LAZ) en de Subsidieregeling
Zeggenschap, onderzoek en monitoring.
Vraag 5
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de FNV over de resultaten van dit onderzoek
en de meer dan 8.000 ideeën van zorgverleners om de bureaucratie te verminderen die
zij hebben verzameld?
Antwoord 5
Ik laat het aan mijn opvolger al dan niet in gesprek te gaan met de FNV over de resultaten
van dit onderzoek.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.