Lijst van vragen : Lijst van vragen over o.a. Naslag van kandidaat-bewindspersonen (Kamerstuk 36471-65)
2024D27530 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan
                  de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brieven van 17 juni
                  2024 en 20 juni 2024 inzake Naslag van kandidaat-bewindspersonen (Kamerstuk 36 471, nrs. 65 en 68).
               
De fungerend voorzitter van de commissie,
Peter de Groot
De griffier van de commissie,
Honsbeek
Nr
Vraag
                         
                         
1
Wie zijn er precies allemaal op de hoogte van de inhoud van een naslag op een kandidaat-bewindspersoon,
                              indien de betrokkene uiteindelijk geen bewindspersoon kan worden?
                           
2
Wie zijn er op de hoogte als er nadelige gegevens zijn aangetroffen, en wie zijn op
                              de hoogte wát die nadelige gegevens zijn?
                           
3
Op welk moment wordt informatie bekendgemaakt bij degenen die besluiten dat het niet
                              verstandig is om een kandidaat Minister te laten worden?
                           
4
Wiens verantwoordelijk is het na een naslag om te beoordelen of een betrokkene Kamerlid
                              kan blijven, gelet op het feit dat ook een Kamerlid toegang heeft tot vertrouwelijke
                              informatie?
                           
5
Kan er een moment komen dat door een ander dan de partij of fractie zelf, bijvoorbeeld
                              door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) of de Minister, informatie
                              naar buiten wordt gebracht over de inhoud van de nadelige gegevens, dan wel een dringend
                              advies wordt gegeven het Kamerlidmaatschap te beëindigen, als de inhoud van de nadelige
                              gegevens daar aanleiding toe zou geven omdat de staatsveiligheid in het geding is?
                           
6
Kan het precieze proces van de naslag van een kandidaat-bewindspersoon schematisch
                              worden weergegeven?
                           
7
Hoe wordt precies bepaald welke informatie wel en niet relevant is bij het doen van
                              de naslag?
                           
8
Tot hoever terug wordt naslag gedaan bij kandidaat-bewindspersonen? Kan onderbouwd
                              worden hoe dit wordt bepaald?
                           
9
Kan het juridisch kader van de naslag bij kandidaat-bewindspersonen worden geschetst?
10
Sinds wanneer vindt de huidige naslag bij kandidaat-bewindspersonen plaats?
11
Is bekend op welke wijze in de ons omringende landen naslag (of screening) van kandidaat-bewindspersonen
                              plaatsvindt?
                           
12
Wat is het precieze afwegingskader hoe bepaald wordt of signalen ernstig genoeg zijn
                              om hier melding van te maken aan de formateur en/of de fractievoorzitter van de betreffende
                              voordragende Kamerfractie?
                           
13
Welke functionarissen/ambtsdragers worden op de hoogte gesteld van de uitvoering en
                              de uitkomst van een naslag van een kandidaat-bewindspersoon?
                           
14
Zijn er naast de AIVD andere diensten betrokken bij de naslag van kandidaat-bewindslieden?
15
Voor welke functies/ambten doet de AIVD naslag? En wat zijn de eventuele verschillen
                              in de vorm van de naslag tussen deze verschillende functies/ambten?
                           
16
Kan in algemene zin worden aangegeven hoe vaak er daadwerkelijk als gevolg van de
                              naslag naar kandidaat-bewindspersonen signalen worden doorgeven aan de formateur c.q.
                              de fractievoorzitter van de voordragende fractie?
                           
17
Worden eventuele signalen van de diensten naar aanleiding van de naslag bij kandidaat-bewindspersonen
                              altijd zowel aan de formateur als de betreffende fractievoorzitter gemeld of kan het
                              ook zijn dat deze signalen alleen bij de formateur, of alleen bij de betreffende fractievoorzitter
                              worden gemeld? Welk afwegingskader geldt hierbij?
                           
18
Als een veiligheidsonderzoek heeft plaatsgevonden naar een kandidaat-bewindspersoon
                              of kandidaat-Kamerlid, met wie worden die resultaten en/of vaststellingen gedeeld?
                           
19
Als een naslag heeft plaatsgevonden naar een kandidaat-bewindspersoon of kandidaat-Kamerlid,
                              met wie worden die resultaten en/of vaststellingen gedeeld?
                           
20
Op welke manier kan de Kamer inzicht krijgen in uit welke periode de gedragingen die
                              onderwerp zijn van de naslag stammen?
                           
21
Welke voorwaarden aan het delen van de resultaten van de naslag zijn in de casus Markuszower
                              gesteld en met wie zijn de resultaten gedeeld?
                           
22
Met wie worden de uitkomsten van de naslagen door het Ministerie van Justitie en Veiligheid
                              en de Belastingdienst gedeeld?
                           
23
Is de Minister verplicht om het publiekelijk bekend te maken wanneer bij een naslag
                              naar een kandidaat-bewindspersoon nadelige gegevens zijn gevonden?
                           
24
Welke mogelijkheden zijn er om de uitkomsten van de naslag of het veiligheidsonderzoek
                              met de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten te delen?
                           
25
Wordt bij de naslag in het fiscale dossier door de Belastingdienst ook onderzocht
                              of kandidaat-bewindspersonen persoonlijk aansprakelijk zijn voor faillissementen?
                           
26
Kan worden toegelicht welke gegevens allemaal betrokken worden in de naslag? Gaat
                              het dan ook om tussenrapportages? Of alleen definitieve vastgestelde overtredingen/aanslagen?
                           
27
Kunnen de mogelijkheden worden geschetst voor partijleiders om hun kandidaten te laten
                              screenen? In welke fases kan dit al? Hoe vaak gebeurt het pas door de formateur?
                           
28
Op welke wijze wordt rekenschap gegeven van een situatie dat iemand die geen Minister
                              kon worden, wel in het presidium zou zitten, zonder dat de Kamer(voorzitter), behalve
                              een fractievoorzitter van de betrokken partij, kennis heeft genomen van de inhoud
                              van deze naslag?
                           
29
Wat zijn de rechten van een persoon over wie naslag gedaan is en er een negatieve
                              uitkomst is, om kennis te nemen van die naslag en de omstandigheden?
                           
30
Hoe verhouden deze rechten zich tot het grondwettelijke recht op rechtsbescherming,
                              een eerlijk proces en hetnulla poena beginsel (artikel 16 en 17 Grondwet)?
                           
31
Hoe verhouden de rechten van een persoon over wie naslag gedaan is zich tot het bestuursrecht
                              met daarin vervat de rechtsbeginselen over het motiveringsvereiste (artikel 3:46 Awb)?
                           
32
In de Regeling naslag Wiv 2017 staat dat een partijvoorzitter naslag kan laten doen
                              naar een (kandidaat-) volksvertegenwoordiger. Hoe werkt dit indien de partijvoorzitter
                              zelf (kandidaat-) volksvertegenwoordiger is?
                           
33
Hoe wordt – indien een partijvoorzitter naslag laat doen naar een (kandidaat-) volksvertegenwoordiger,
                              terwijl de partijvoorzitter zelf (kandidaat-) volksvertegenwoordiger is – onpartijdigheid
                              en objectieve besluitvorming gewaarborgd?
                           
34
Het is openbaar geworden dat een kandidaat-bewindspersoon van de PVV niet door de
                              naslag gekomen is. Mag deze kandidaat zelf weten om welke redenen hij niet door de
                              naslag gekomen is?
                           
35
Het is openbaar geworden dat een kandidaat-bewindspersoon van de PVV niet door de
                              naslag gekomen is. Hoe kunnen andere Kamerleden en burgers van Nederland weten of
                              de belemmeringen voor kandidaat-bewindspersonen om te functioneren als Minister, niet
                              ook een belemmering zijn voor het uitoefenen van (delen van het) ambt van Kamerlid?
                           
36
Hoe verhoudt het niet openbaar maken van bevindingen uit de naslag en de mogelijke
                              veiligheidsrisico’s zich met het grondrecht openbaarheid van bestuur (artikel 110
                              Grondwet)?
                           
37
Het is openbaar geworden dat een kandidaat-bewindspersoon van de PVV niet door de
                              naslag is gekomen. Kan worden aangegeven of er belemmeringen gevonden zijn bij de
                              bedrijven waarin de kandidaat van de PVV bestuurder of recentelijk bestuurder geweest
                              is, bij bedrijven zoals Turnkey Export Compliance dat helpt bij de export van hoogtechnologische
                              goederen naar Rusland, nu deze persoon niet door de naslag is gekomen?
                           
38
Kan een kandidaat (of Kamerlid) toetsen of bevindingen juist zijn gewogen, indien
                              een partijvoorzitter tegen de kandidaat of tegen het Kamerlid zegt dat er bezwaren
                              gevonden zijn bij de naslag?
                           
39
Wat zijn mogelijke redenen om een kandidaat-bewindspersoon te beoordelen als een mogelijk
                              risico voor de integriteit van het landsbestuur?
                           
40
Kan het aanhangen en verspreiden van een gevaarlijke complottheorie reden zijn voor
                              de kwalificatie «risico voor het landsbestuur» of een waarschuwing of signaal van
                              de AIVD?
                           
41
Wat kan de Minister delen over de naslag van andere bewindslieden van het kabinet
                              Schoof? Zijn er meer waarschuwingen of signalen afgegeven dan die over kandidaat-minister
                              Markuszower?
                           
42
Wat betekent het voor de integriteit voor het parlement dat iemand die bij naslag
                              als kandidaat-bewindspersoon door de veiligheidsdienst(en) als mogelijk risico voor
                              de staatveiligheid wordt beschouwd een zetel in de Kamer kan behouden?
                           
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 G.C. Honsbeek, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
