Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Baarle over het bericht ‘Spying, hacking and intimidation: Israel’s nine-year ‘war’ on the ICC exposed’
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Spying, hacking and intimidation: Israel’s nine-year «war» on the ICC exposed» (ingezonden 31 mei 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken), van Minister Yeşilgöz-Zegerius
(Justitie en Veiligheid) en van Minister De Jonge (BZK (ontvangen 20 juni 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Spying, hacking and intimidation: Israel’s nine-year
«war» on the ICC exposed»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat Israël niet alleen alle bevelen van de Verenigde Naties (VN)-Veiligheidsraad,
het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof (ICC) weigert uit te
voeren, maar ook de legale routes actief ondermijnt die de Palestijnen zouden kunnen
gebruiken om voor hun rechten op te komen? Welke opties blijven er volgens u op deze
manier voor de Palestijnen over om voor hun rechten op te komen en wat zegt dat over
Nederlands relatie met een land dat deze houding aanneemt ten opzichte van de internationale
rechtsorde waar Nederland een vaandeldrager van is?
Antwoord 2
Universele rechtsprincipes gelden altijd en overal. Nederland is tegen iedere vorm
van bedreiging en intimidatie van het Internationale Strafhof (ISH), zijn ambtsdragers
en zijn personeel en als zodanig door het Strafhof aangewezen getuigen. Het is van
belang dat, wereldwijd, gedegen en onafhankelijk onderzoek wordt gedaan als er sprake
is van mogelijke ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht. Nederland zet
zich daar voor in en roept de partijen consequent op tot naleving van het internationaal
recht.
Vraag 3
Was u bekend met het feit dat er diplomatieke missies door Israël naar Den Haag werden
ondernomen met juristen vanuit Israëls Ministerie van Buitenlandse Zaken, Israëls
Ministerie van Justitie en Israëls hoogste juridische militaire autoriteit? Zo ja,
wat vindt u van het feit dat Israël op deze manier druk uitoefende op de hoofdaanklager
van het ICC en haar in vertwijfeling probeerde te brengen, zoals toegegeven door Roy
Schondorf, terwijl Nederland de primair aangewezen staat is om te waken dat de hoofdaanklager
haar werk onafhankelijk en zonder druk kan uitoefenen? Zo nee, hoe is het mogelijk
dat u niet bekend was met jaren van offensieve diplomatieke missies vanuit Israël
op Nederlands grondgebied?
Antwoord 3
Nederland is zich als gastland van het Internationaal Strafhof (ISH) terdege bewust
van de gevaren van externe beïnvloeding en inmenging waar zowel het Hof, zijn gekozen
ambtsdragers en medewerkers, als de door het Hof als zodanig aangewezen getuigen mee
kunnen worden geconfronteerd. Dergelijke gevaren zijn ook geenszins een uniek kenmerk
van het onderzoek naar de situatie in de bezette Palestijnse Gebieden.
Het is van belang dat de organen van het Strafhof hun mandaat onafhankelijk – en zonder
bedreigingen en intimidaties – kunnen uitvoeren. Deze verplichting geldt op basis
van het Statuut van Rome voor iedere verdragspartij, maar daarnaast heeft Nederland
als gastland inderdaad ook een bijzondere verantwoordelijkheid op basis van het Zetelverdrag
tussen het Internationaal Strafhof en het Gastland. Nederland onderhoudt doorlopend
contact met het ISH waarbij ook verschillende veiligheidszorgen aan de orde komen
Vraag 4
Zijn er acties ondernomen tegen Israël nadat bleek dat het hoofd van de Mossad hoogstpersoonlijk
betrokken was bij een operatie tegen de hoofdaanklager van het ICC, die wordt omschreven
als stalken en manipulatief, inclusief dreigingen tegen haarzelf, haar familie en
haar carrière? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Om veiligheidsoverwegingen kunnen er geen uitspraken worden gedaan over individuele
casussen. Wel kan in zijn algemeenheid gezegd worden dat ten aanzien van eventuele
inmengingsactiviteiten van buitenlandse actoren, de betrokken ministeries in nauw
contact staan met de opsporingsdiensten en inlichtingen- en veiligheidsdiensten om
deze te onderkennen, te duiden en waar nodig en mogelijk maatregelen te treffen. Het
kabinet ziet dergelijke activiteiten als een vorm van ongewenste buitenlandse inmenging
en vindt dit volstrekt onwenselijk. Er zijn doorlopende contacten met het ISH waarbij
ook verschillende veiligheidszorgen aan de orde komen. Uit veiligheidsoverwegingen
kan er niet in detail worden getreden over de aard van deze besprekingen of de specifieke
zaken die daar aan de orde komen.
Vraag 5
Doet dit gedrag u ook denken aan maffiapraktijken? Zo ja, wat zegt dat over de zeer
nauwe banden die Nederland met een regering onderhoudt die op het allerhoogste politieke
niveau, gezien het feit dat het hoofd van de Mossad directe instructies van Netanyahu
ontving, opdracht geeft om maffiamethodes te hanteren? Zo nee, beschouwt u dit als
gedrag waar afgezien van oproepjes verder geen consequenties aan verbonden hoeven
te worden?
Antwoord 5
Zoals ook bij de beantwoording van de vorige vraag aangegeven, acht het kabinet elke
vorm van ongewenste buitenlandse inmenging volstrekt onwenselijk. Als Verdragspartij
bij het Statuut van Rome en gastland van het Internationaal Strafhof zet Nederland
zich in om het Strafhof te steunen en zich uit te spreken tegen elke vorm van intimidatie.
Indien er op basis van actuele dreigingsinformatie aanleiding toe is, treft Nederland
de nodige beveiligingsmaatregelen.
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat er weinig zorgen bij Israëls inlichtingendiensten bestonden
over het bespioneren van de voormalige hoofdaanklager van het ICC, mevrouw Fatou Bensouda,
omdat «she’s black and African, so who cares?»? Deelt u de mening dat dit een walgelijke vorm van racisme blootlegt?
Antwoord 6
Zonder nadere informatie reageert het kabinet niet op een enkele aan een anonieme
bron toegeschreven uitspraak.
Vraag 7
Wat vindt u ook van de uitspraak van premier Netanyahu dat het ICC zich schuldig maakt
aan «het nieuwe antisemitisme»? Bent u het ook maar een beetje eens met Netanyahu’s
aantijging? Indien u het er totaal niet mee eens bent, wat vindt u er dan van dat
antisemitisme op deze manier als grondeloze laster wordt ingezet om het ICC te besmeuren?
Indien u het er wel mee eens bent, kunt u dan uitleggen waarom?
Antwoord 7
Het Strafhof houdt zich als onafhankelijke juridische instantie bezig met opsporing
en vervolging van internationale misdrijven. Nederland steunt het Internationaal Strafhof
en respecteert de onafhankelijkheid van het Strafhof. De uitspraak van premier Netanyahu
dat het ISH zich schuldig maakt aan «het nieuwe antisemitisme» laat het kabinet aan
hem.
Vraag 8 en 9
Wat vindt u ervan dat Israël zowel de Shin Bet, de Mossad, als de militaire inlichtingendienst
onder de coördinatie van de Israëlische Nationale Veiligheidsraad heeft geactiveerd
tegen het op Nederlands grondgebied gevestigde ICC? Wat vindt u ervan dat de operatie
tegen een instituut in Nederland nota bene militair werd geclassificeerd door Israël
«as a war that had to be waged, and one that Israel needed to be defended against.
It was described in military terms»?
Bent u bekend dat uit het stuk van The Guardian blijkt dat het ICC de Nederlandse
autoriteiten reeds in 2015 al op de hoogte heeft gebracht van de illegale druk die
Israël op het onafhankelijk werk van het Strafhof uitoefent? Waarom hebben we in de
afgelopen negen jaar geen enkel rapport gezien van uw departement of van de veiligheidsdiensten
waarin werd gesproken over Israëls ondermijnende activiteiten die ieder jaar in intensiteit
zijn toegenomen? Hoe komt het dat andere landen met naam en toenaam worden benoemd
in veiligheidsrapporten en -verslagen, maar dat Israël een hand boven het hoofd wordt
gehouden ondanks deze serieus ondermijnde activiteiten die al jaren escaleren?
Antwoord 8 en 9
Zoals bij de beantwoording van vragen 4 en 5 is aangegeven, acht het kabinet elke
vorm van ongewenste buitenlandse inmenging volstrekt onwenselijk. Om veiligheidsoverwegingen
kunnen er geen uitspraken worden gedaan over specifieke aantijgingen. Er is goed en
doorlopend contact tussen het ISH en Nederland over gastlandzaken, inclusief veiligheidsaangelegenheden.
In zijn algemeenheid kan worden gezegd dat ten aanzien van eventuele inmengingsactiviteiten
van buitenlandse actoren, de betrokken ministeries in nauw contact staan met de opsporingsdiensten
en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten om deze activiteiten te onderkennen en
te duiden, en om waar nodig en mogelijk maatregelen te treffen.
Vraag 10
Is de Nederlandse dreigingsanalyse met betrekking tot statelijke actoren al aangepast
voor Israël? Zo nee, wanneer gaat dat gebeuren?
Antwoord 10
Het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren kent vooralsnog geen vaste ritmiek. Bij het
uitbrengen van een eventueel nieuw Dreigingsbeeld Statelijke Actoren zullen relevante
ontwikkelingen ten aanzien van statelijke dreigingen op de nationale veiligheidsbelangen
worden meegenomen in de afwegingen.
Vraag 11
Wat vindt u van het feit dat een substantieel deel van Israëls spionage van het ICC
kan plaatsvinden omdat Israël de controle heeft over het elektromagnetisch spectrum
in de bezette Westelijke Jordaanoever en Gaza? Wat zegt dat over de risico’s voor
dit strafrechtelijk onderzoek van het ICC en het gevaar voor ondermijning ervan? Wat
kan Nederland, afgezien van oproepjes aan Israël, hiertegen doen?
Antwoord 11
Het is primair aan het ISH zelf om bij de beperking van de risico’s voor het strafrechtelijke
onderzoek met dit feit rekening te houden.
Vraag 12
Bent u bereid om vanuit het voorzorgsprincipe te handelen en aparte, niet-Israëlische
systemen te gebruiken voor alles wat met de beveiliging van het ICC te maken heeft
om het risico uit te sluiten dat Israël middels de systemen en software het werk en
de veiligheid van het ICC kan compromitteren?
Antwoord 12
Het Internationaal Strafhof is zelf verantwoordelijk voor hun interne infrastructuur,
waaronder ICT systemen en software. Nederland spant zich daarbij in om het Strafhof
veilig en ongehinderd haar werk te laten doen. Cyberveiligheid krijgt daarbij aandacht,
zeker ook na de cyberaanval op het Hof in september 2023.
Vraag 13
Bent u ermee bekend dat Israël heeft geprobeerd om een strafrechtelijke vervolging
te vermijden door eerst het ICC te bespioneren, om vervolgens onderzoek te veinzen
naar exact die gevallen die het ICC onderzocht, zodat het ICC gebonden zou blijven
aan het complementariteitsbeginsel? Wat vindt u daarvan in het licht van het feit
dat de hoofdaanklager van het ICC thans zegt dat Israël niet voldoet aan de voorwaardes
van het complementariteitsbeginsel en verdachten afschermt («shield suspects») en louter de schijn van onafhankelijke en onpartijdige juridische processen ophoudt
(«sham»)?
Antwoord 13
Het ISH is een «court of last resort» dat slechts mag optreden als de bevoegde nationale
autoriteiten de vermeende internationale misdrijven niet kunnen of niet willen onderzoeken
en vervolgen. Deze complementariteit moet ambtshalve worden getoetst door de Aanklager
en de rechters van het ISH en kan worden betwist door staten met rechtsmacht over
de relevante internationale misdrijven die zelf ook onderzoek verrichten. In zijn
persbericht van 20 mei heeft Aanklager Khan slechts in algemene zin gesteld dat het
bij deze nationale onderzoeken wel moet gaan om onafhankelijke en onpartijdige gerechtelijke
procedures en niet om schijnvertoningen die slechts tot doel hebben om verdachten
af te schermen. Het is aan de organen van het Strafhof om te toetsen of daar sprake
van is. De Nederlandse regering respecteert de onafhankelijkheid van de organen van
het Strafhof en bemoeit zich daarom niet met deze inhoudelijke toetsing door het Hof.
Vraag 14
Wat vindt u, in het licht van de voorgaande vraag, van Israëls staande beleid om alle
onderzoeken naar internationale misdrijven nog steeds zelf uit te willen voeren? Heeft
Nederland vertrouwen in de onafhankelijkheid van dergelijke officiële Israëlische
onderzoeken? Zo ja, waarom?
Antwoord 14
Zoals in het antwoord op vraag 13 is aangegeven is het in eerste instantie aan de
bevoegde nationale autoriteiten zelf, zoals Israël, om onderzoek te doen naar vermeende
internationale misdrijven. Het kabinet gaat er in principe van uit dat de rechtsstaat
Israël zo is ingericht dat onafhankelijk onderzoek wordt gefaciliteerd. Zoals hierboven
aangegeven is het aan de Aanklager en rechters van het Strafhof – en niet aan de verdragspartijen
bij het Statuut van Rome – om een oordeel te vellen over de vraag of aan het beginsel
van complementariteit is voldaan.
Vraag 15
Heeft u al contact gehad met de Verenigde Staten (VS) over het feit dat er zowel vanuit
de republikeinse als de democratische partij, openlijk is gedreigd en druk uit is
geoefend op het ICC? Zo ja, wat was de reactie van de VS? Zo nee, waarom heeft u daar
nog geen contact over gehad?
Antwoord 15
Ja, hierover zijn contacten geweest. Een woordvoerder van het Witte Huis heeft eind
mei aangegeven sancties tegen het ISH niet de juiste aanpak te vinden op de verzoeken
om arrestatiebevelen.
Vraag 16
Kan iemand in Nederland zonder consequenties een dreigement als «val Israël aan en
wij zullen jou aanvallen» uiten richting het ICC? Zo nee, waarom niet en hoe zou Nederland
hiertegen optreden vanuit de rol van het land dat primair belast is met de operationele
bescherming van het ICC?
Antwoord 16
Dreigementen richting het Strafhof worden serieus genomen, zowel in strafrechtelijke
zin als in het treffen van benodigde beveiligingsmaatregelen.
Vraag 17
Zijn er ook diplomatieke gevolgen wanneer een dreigement van dien aard op internationaal
niveau wordt geuit, zoals door prominente Amerikaanse senatoren die zeiden: «target Israel and we will target you»? Hoe staan de diplomatieke gevolgen volgens u in verhouding tot de nationale strafrechtelijke
maatregelen die we zouden nemen? Treedt Nederland daar evenwichtig in op? Zo ja, waar
blijkt dat evenwicht uit wanneer Amerikaanse senatoren dergelijke dreigingen doen,
maar er vanuit Nederland alleen algemene oproepjes volgen dat het ICC zijn werk zonder
druk moet kunnen doen? Of is er meer geweest dan dat? Zo ja, wat dan? Zo nee, waarom
is het alleen bij oproepjes gebleven en worden de VS en deze senatoren nooit bij naam
genoemd en veroordeeld? Waarom doet Nederland dat wel in andere gevallen?
Antwoord 17
Nederland is tegen iedere vorm van bedreiging en intimidatie van het Strafhof, zijn
ambtsdragers en zijn personeel. Het is van belang dat de organen van het Strafhof
hun mandaat onafhankelijk – en zonder bedreigingen en intimidaties – kunnen uitvoeren.
Nederland heeft daarbij als gastland ook een bijzondere verantwoordelijkheid op basis
van het zetelverdrag. Over concrete maatregelen worden om veiligheidsoverwegingen
geen uitspraken gedaan.
Het Voorzitterschap van de Vergadering van verdragspartijen (Assembly of States Parties,
ASP) heeft op 17 mei een verklaring gepubliceerd waarin wordt gereageerd op de recente
gebeurtenissen en waarin wordt opgeroepen om de onafhankelijkheid van het Strafhof
te respecteren. Op 14 juni is een verklaring uitgebracht door 93 verdragspartijen,
waaronder Nederland, waarin zij hun steun voor het Strafhof herbevestigen en onderstrepen
dat het Hof, zijn gekozen ambtsdragers en medewerkers hun werk zonder intimidatie
moeten kunnen verrichten. Nederland onderzoekt op dit moment samen met gelijkgezinde
verdragspartijen of in aanvulling op deze verklaring nog verdere gezamenlijke stappen
wenselijk en gepast zijn.
Vraag 18
Wat is de laatste keer dat u de Hague Invasion Act met de Amerikanen hebt besproken?
Wat was de uitkomst van dat gesprek? Is het alleen bij oproepjes gebleven?
Antwoord 18
Nederland heeft in 2002 kritiek geuit op de aanname van de American Service-Members» Protection Act, beter bekend als de «The Hague Invasion Act». De regering heeft begin 2023 met de VS gesproken over de amendementen op deze wet
die een bredere samenwerking tussen de VS en het Strafhof mogelijk maken ten behoeve
van het onderzoek naar de situatie in Oekraïne.
Vraag 19
Is Nederland voorbereid om het ICC te beschermen indien de Hague Invasion Act geactiveerd
zou worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 19
Voor het moment zijn nog slechts verzoeken om arrestatiebevelen ingediend en is een
activering van de The Hague Invasion Act totaal niet aan de orde.
Vraag 20
Is de penitentiaire inrichting in Scheveningen nog wel geschikt om verdachten van
internationale misdrijven op te sluiten gezien de dreigingen die niet alleen van Rusland,
maar ook vanuit Israël en de VS komen? Bent u bereid om daar samen met het ICC onderzoek
naar te doen in het licht van deze nieuwe dreigingen?
Antwoord 20
Over de invulling van veiligheidsaspecten van de Penitentiaire Inrichting (PI) in
Scheveningen in zijn algemeenheid worden in de openbaarheid nooit uitspraken gedaan.
Indien de veiligheidssituatie in de PI veranderd, zijn wij bereid om met het Strafhof
nader onderzoek te doen.
Vraag 21
Heeft u de Israëlische en/of de Amerikaanse ambassadeur ter verantwoording op het
matje geroepen? Zo nee, vond u deze feiten daar niet ernstig genoeg voor?
Antwoord 21
De Israëlische ambassadeur is verzocht zich te melden op het Ministerie van Buitenlandse
Zaken in verband met de aantijgingen in de artikelen in The Guardian en +972 Magazine.
Dit gesprek heeft inmiddels plaatsgevonden, waarbij de Nederlandse zorgen over de
berichtgeving zijn overgebracht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.