Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over de Mensenrechtenrapportage 2023 en Resultatenkader Mensenrechten, Democratie en Internationale Rechtsorde (Kamerstuk 32735-381)
32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid
Nr. 384
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 13 juni 2024
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan
de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 6 mei 2024 inzake de Mensenrechtenrapportage
2023 en Resultatenkader Mensenrechten, Democratie en Internationale Rechtsorde (Kamerstuk
32 735, nr. 381).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 13 juni 2024. Vragen en antwoorden
zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie, De Roon
Adjunct-griffier van de commissie, Blom
1
Kunt u onderzoeken of voortzetting van het project Safety for Voices, dat in 2027
ten einde komt, verlengd kan worden vanuit het Mensenrechtenfonds en vanuit het terugdraaien
van eventuele toekomstige bezuinigingen erop, gelet op de goede resultaten?
Antwoord
De projecten onder het Safety for Voices subsidiebeleidskader lopen van 2023 tot 2027. Afhankelijk van de behaalde resultaten,
effectiviteit en beschikbare middelen zal het kabinet op termijn bezien of voortzetting
van Safety for Voices na 2027 mogelijk is.
2
Constaterende dat concrete doelstellingen ontbreken in het resultatenkader en dat
andere resultatenkaders, zoals die in de Afrikastrategie, meer details bevatten, kunnen
er doelstellingen geformuleerd worden met een helder(e) output, proces en termijn
voor implementatie?
Antwoord
De toepassing van resultaatkaders is maatwerk. Om wendbaar te blijven in een snel
veranderende wereld is bij de beleidsnota Mensenrechten, Democratie en Internationale
Rechtsorde (MDIR-nota) gekozen voor resultaatgebieden op hoofdlijnen. Met voorbeelden
is aangegeven welke acties hieronder (kunnen) vallen. De nadruk ligt op hoofd- en
subdoelen in plaats van indicatoren, zodat bij de implementatie ook de juiste benadering
voor de specifieke context gekozen kan worden. Over het implementatieproces en de
behaalde output zal per resultaatgebied gerapporteerd worden in de MDIR-rapportage
over 2024. Deze wordt in de loop van volgend jaar aan uw Kamer gestuurd.
3
Hoe vaak heeft u in 2023 wetgeving in het buitenland veroordeeld die inperkingen van
de vrijheid van meningsuiting, vereniging en/of vergadering tot gevolg had, en die
in strijd was met internationale mensenrechten?
Antwoord
Het kabinet agendeert regelmatig in bilaterale gesprekken en multilateraal, zowel
publiekelijk als achter gesloten deuren, inperkingen van de vrijheid van meningsuiting,
vereniging en/of vergadering die niet in lijn zijn met internationale mensenrechtenkaders.
Zo werd via de Media Freedom Coalition, waar Nederland in 2022 en 2023 covoorzitter van was, in 2023 voor twintig zorgelijke
gevallen aandacht gevraagd. De Equal Rights Coalition heeft in 2023 in twee publieke verklaringen discriminerende wetgeving ten aanzien
van lhbtiq+-personen veroordeeld: de «Anti-Homosexuality Act» in Oeganda en de bestempeling van de internationale lhbtiq+-beweging als «extremistisch»
door het Russische Hooggerechtshof. In de Community of Democracies Working Group on Enabling and Protecting Civil Society zijn meerdere calls to action gedeeld met diplomatieke posten om restrictieve wetgeving te agenderen, bijvoorbeeld
in Kirgizië. Nederland heeft daarnaast in de Mensenrechtenraad in Genève tijdens de
Universal Periodic Reviews (UPR) aan meerdere landen aanbevelingen gedaan over wetgeving die betrekking heeft
op de vrijheid van meningsuiting, vereniging en/of vergadering. Dat betrof bijvoorbeeld
cyberwetgeving die de vrijheid van meningsuiting en het recht op vergadering online
inperkt in het geval van Jordanië, Bangladesh en Nigeria.
4
Hoe worden diplomaten getraind in het hanteren van een breder en positiever mensenrechtennarratief
als tegenwicht voor de assertieve diplomatie van landen als Rusland en China?
Antwoord
Het ministerie instrueert het postennet wereldwijd inzake de uitvoering van de MDIR-nota.
Ook tijdens terugkomdagen van uitgezonden diplomaten en bij regionale conferenties
wordt hier aandacht aan besteed. Daarnaast wordt gewerkt aan een MDIR-toolkit voor posten en een MDIR-cursus voor diplomaten, waarin tevens het mensenrechtennarratief
wordt meegenomen.
5
Hoe zorgt u ervoor dat de universaliteit van de mensenrechten voorop staat in het
denken en handelen van diplomaten, en dat zij het uitdragen van deze mensenrechten
niet verwarren met het uitdragen van «Nederlandse waarden» of het «preken met opgeheven
vingertje»?
Antwoord
Om een effectieve dialoog met landen te kunnen voeren over de mensenrechtensituatie,
moet die dialoog gevoerd worden op basis van een brede en gelijkwaardige bilaterale
relatie. Nederland zoekt bij iedere dialoog naar aansluiting bij de context van de
gesprekspartner. Uitgangspunten zijn in ieder geval de universaliteit van mensenrechten
en het commitment die het land zelf is aangegaan door aansluiting bij het VN Handvest
en relevante internationale verdragen.
6
Gezien de nadruk die binnen het mensenrechtenbeleid wordt gelegd op een integrale
mensenrechtenaanpak, hoe zullen mensenrechtenoverwegingen expliciet deel gaan uitmaken
van het bepalen van prioritaire buitenlandse handelsmarkten voor Nederland?
Antwoord
Bij de totstandkoming van een lijst van prioritaire markten worden diverse factoren
in samenhang bekeken. De (geo-)politieke situatie in een land (inclusief de mensenrechtensituatie)
is een van de factoren die wordt meegenomen in het bepalen van deze prioriteitenlijst.
7
Hoe richt Nederland zelfreflectie en de erkenning van de eigen tekortkomingen omtrent
de mensenrechten in?
Antwoord
De MDIR-nota vraagt om bereidheid tot zelfreflectie en de erkenning van de tekortkomingen
van Nederland en andere westerse landen omtrent mensenrechten. Ook wordt er in bilaterale
mensenrechtendialogen aandacht gegeven aan binnenlandse uitdagingen zoals op het gebied
van het tegengaan van discriminatie van lhbtiq+-personen. Hierdoor ontstaat ruimte
voor een effectieve, gelijkwaardige dialoog op basis waarvan de mensenrechtensituatie
besproken kan worden.
8.
Kunt u conform de motie-Brekelmans (Kamerstuk 32 735, nr. 325) verder uitweiden over buitenlandse bedreiging van de diaspora in Nederland en de
inzet daaromtrent van de diplomatieke instrumenten behorende bij het mensenrechtenbeleid?
Antwoord
Zoals geconcludeerd in verschillende jaarverslagen van de AIVD en in de Dreigingsbeelden
Statelijke Actoren1 staat vast dat burgers in Nederland doelwit zijn van (heimelijke) beïnvloedingsactiviteiten
door statelijke actoren. Dit is van invloed op het gevoel van onveiligheid binnen
diasporagemeenschappen en op de onderlinge cohesie binnen die gemeenschappen. In het
uiterste geval kan dit leiden tot zelfcensuur, spanningen binnen en tussen bevolkingsgroepen
in Nederland en tot aantasting van de democratische rechtsorde.
Het kabinet vindt ongewenste buitenlandse inmenging (OBI) dan ook volstrekt onwenselijk.
Burgers in Nederland moeten in vrijheid kunnen leven en hun eigen keuzes kunnen maken,
zonder bemoeienis, intimidatie, dwang of geweld door autoriteiten uit derde landen.
Het kabinet zet daarom in op het bijeenbrengen van de OBI-signalen die binnenkomen
bij de verschillende onderdelen van de rijksoverheid, ter analytische duiding van
de exacte en actuele dreiging en ten behoeve van het opstellen van een periodiek fenomeenbeeld
rond OBI. U bent hier op 6 april 2023 over geïnformeerd.2 Als onderdeel van de aanpak Ongewenste Buitenlandse Inmenging treedt het kabinet
met landen in dialoog en spreekt hen consequent aan indien daar aanleiding toe is.
Mensenrechten zijn altijd onderdeel van de brede bilaterale dialoog tussen Nederland
en deze landen en worden in deze gesprekken meegenomen.
9
Hoe zorgt u ervoor dat samenwerkingen rond creatieve evenementen, zoals de samenwerking
tussen de Nederlandse en Hongkongse overheid rondom de Business of Design Week, niet
leiden tot een verbloeming van problematische mensenrechtensituaties, zoals de grootschalige
censuur die plaatsvindt in Hongkong?
Antwoord
De bedrijven en kennisinstellingen/creatieve organisaties die deelnemen aan dergelijke
creatieve evenementen worden van tevoren geïnformeerd over de mensenrechtensituatie
in het betreffende land, en over het Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
beleid in het algemeen. Ook in het geval van de Business of Designweek in Hongkong
is hier in voorbereidende bijeenkomsten aandacht aan besteed.
10
Heeft u zich in 2023 ingezet voor het beter faciliteren van inbreng van het maatschappelijk
middenveld rondom staatsbezoeken, zoals bijvoorbeeld door tijdig aan te kondigen wanneer
belangrijke bewindspersonen zullen afreizen voor staatsbezoeken?
Antwoord
De inbreng van het maatschappelijk middenveld rondom staatsbezoeken werd ook in 2023
gefaciliteerd door maatschappelijke partners te betrekken bij relevante agenda-onderwerpen
en consultaties. Zo hebben bijvoorbeeld Zuid-Afrikaanse maatschappelijke organisaties
deelgenomen aan diverse bijeenkomsten tijdens het staatsbezoek aan Zuid-Afrika.
11
Hoe heeft Nederland ingezet op het bevorderen van het naleven van mensenrechten via
de Asian Infrastructure Investment Bank?
Antwoord
Het uitgangspunt van de Nederlandse inzet is dat de Aziatische Infrastructuur Investeringsbank
(AIIB) dezelfde uitgangspunten hanteert ten aanzien van mensenrechten als vergelijkbare
multilaterale instellingen, zoals bijvoorbeeld de Wereld Bank (WB) en de Aziatische
Ontwikkelingsbank (ADB). Het gaat zowel om de vraag of de projecten die de AIIB (mede)financiert
een bijdrage leveren aan het bereiken van SDG’s, als om de vraag of er in het beleid
voldoende en adequate waarborgen zijn ingebouwd om schendingen van mensenrechten te
voorkomen. Multilaterale ontwikkelingsbanken coördineren hun beleid op veel van deze
thema’s in gezamenlijke werkgroepen, bijvoorbeeld ten aanzien van het voorkomen van
dwangarbeid in de waardeketens van projecten en adequate klachtenmechanismen. Nederland
bevordert dat de AIIB actief deelneemt aan deze werkgroepen.
12
Hoeveel rechtszittingen van Russische mensenrechtenverdedigers, activisten of vervolgde
LHBTQ-ers hebben vertegenwoordigers van de Nederlandse ambassade in Moskou bijgewoond?
Welke zaken waren dat?
Antwoord
Ondanks de zeer beperkte bezetting van de Nederlandse ambassade in Moskou is het gelukt
zeker tien rechtszittingen bij te wonen. Vanwege de veiligheid van de betrokkenen
kan het kabinet geen overzicht geven van welke zaken dit waren.
13
Hoe vaak heeft de Nederlandse ambassade in Rusland bij Nederlandse bedrijven aldaar
het punt onder de aandacht gebracht dat bedrijven die in Rusland belasting betalen
daarmee het risico lopen bij te dragen aan oorlogsinspanningen?
Antwoord
Dit punt is onderdeel van de bredere discussie over de risico’s van zakendoen in Rusland
sinds de agressieoorlog tegen Oekraïne, en komen als zodanig regelmatig aan de orde
tijdens de periodieke bijeenkomsten van de ambassade in Moskou met Nederlandse bedrijven
aldaar (die circa driemaal per jaar plaatsvinden). Overigens blijkt daaruit telkenmale
dat de Russische autoriteiten een vertrek uit Rusland bemoeilijken door diverse maatregelen,
die meestal ook leiden tot inkomsten voor de Russische staatskas. zoals het eisen
van een vertrekbelasting of het enkel toestaan van de verkoop van een bedrijf tegen
een hoge korting.
14
Hoeveel bedrijven hebben Rusland het afgelopen jaar verlaten, omdat deze niet wilden
bijdragen aan mobilisatie of oorlog via belasting?
Antwoord
Er is voor bedrijven geen (de)registratieplicht bij de Nederlandse ambassade in Moskou
(dit is vrijwillig) en daarom kunnen precieze gegevens niet worden verstrekt. Het
beeld blijft dat vanwege de Russische agressiesoorlog tegen Oekraïne veel Nederlandse
bedrijven Rusland hebben verlaten of daar nog mee bezig zijn.
15
Weet de ambassade zeker dat er geen Nederlandse bedrijven betrokken zijn bij de «wederopbouw»
van bezette Oekraïense steden zoals Marioepol? Welke maatregelen heeft de ambassade
getroffen om hiervan op de hoogte te zijn en om bedrijven te informeren over de risico’s
hiervan?
Antwoord
Er is op dit moment geen indicatie dat Nederlandse bedrijven direct betrokken zijn
bij de «wederopbouw» van bezette Oekraïense steden zoals Marioepol. Noch de Nederlandse
ambassade in Kyiv als de Nederlandse ambassade in Moskou heeft echter toegang tot
het bezette gebied. Mede daarom is er slechts beperkt informatie beschikbaar over
wat hier plaatsvindt. Voor de gebieden Cherson, Zaporizja, Donetsk, Loehansk en de
Krim gelden uitgebreide sancties. Het Nederlandse bedrijfsleven ontvangt via de voor
hen bekende kanalen informatie over zakendoen in Oekraïne, inclusief (internationale)
regelgeving en risico’s die hiermee gepaard gaan.
16
Is het beleidsadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan het Ministerie
van Justitie en Veiligheid veranderd nadat het Russische Hooggerechtshof de zogenaamde
«LGBTQ-beweging» tot extremistisch heeft bestempeld? Zo ja, hoe?
Antwoord
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken geeft geen beleidsmatig advies omtrent het asielbeleid
aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Voor zover bedoeld wordt of de
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wijzigingen heeft doorgevoerd in het landgebonden
asielbeleid Rusland sinds de uitspraak van het Russische Hooggerechtshof kan meegedeeld
worden dat dit niet het geval is. Voor verdere vragen omtrent het landgebonden asielbeleid
Rusland wordt verwezen naar de Staatssecretaris voor Justitie en Veiligheid.
Voor zover bedoeld wordt of er een nieuw ambtsbericht is verschenen op basis van de
uitspraak van het Russische Hooggerechtshof, kan meegedeeld worden dat dit nog niet
het geval is. Er wordt momenteel gewerkt aan een nieuw ambtsbericht met een specifieke
focus op critici, opposanten, militairen en lhbtiq+. Dit ambtsbericht zal naar verwachting
eind 2024 verschijnen.
17
Hoe vaak heeft de Nederlandse ambassade te Riyad het afgelopen jaar de Saoedische
autoriteiten om toestemming voor het bijwonen van rechtszaken tegen mensenrechtenverdedigers
gevraagd? Welke rechtszaken zijn bijgewoond?
Antwoord
Als onderdeel van de bilaterale mensenrechtendialoog met Saoedi-Arabië wordt onder
andere gesproken over toegankelijkheid van rechtszittingen voor diplomaten. Het is
niet altijd publiek bekend wanneer rechtszittingen plaats vinden en er moet per casus
toestemming gevraagd worden voor het bijwonen van een rechtszaak. De ambassade in
Riyad heeft in meerdere gevallen een verzoek ingediend om een specifieke rechtszaak
bij te wonen. Gelet op de besloten setting van de bilaterale mensenrechtendialoog,
waarbij vertrouwelijkheid een belangrijk aspect is voor de effectiviteit, wordt het
niet wenselijk geacht in detail te treden over individuele gevallen.
18
Heeft u bij de Saoedische autoriteiten aangedrongen op de onmiddellijke en onvoorwaardelijke
vrijlating van mensenrechtenverdedigers wier vrijheid van meningsuiting wordt ingeperkt?
Antwoord
Nederland is bezorgd over de veroordelingen van veelal vrouwelijke mensenrechtenverdedigers
en critici, de vrijheid van meningsuiting en gelijke rechten in Saudi-Arabië. Deze
zorgen brengt Nederland zowel op politiek als hoog-ambtelijk niveau over, onder meer
als belangrijk onderdeel van de dialoog doorlopende over mensenrechten met Saoedi-Arabië.
19
Kunt u een stand van zaken geven van de onderhandelingen over de vestiging van een
eventueel agressietribunaal in Den Haag? Wat zijn de grootste hindernissen om het
agressietribunaal op te zetten?
Antwoord
In de zgn. Core Group voor het Agressietribunaal wordt door meer dan 35 landen overlegd over de oprichtingsmodaliteiten
van zo’n tribunaal. Het model dat op dit moment verder wordt uitgewerkt, combineert
nationale en internationale elementen, waarbij het tribunaal zijn rechtsmacht zou
ontlenen aan de Oekraïense territoriale jurisdictie. De grootste inhoudelijke twistpunten
die nog moeten worden opgelost zijn de te hanteren definitie van het misdrijf agressie
en de immuniteiten van de trojka (Russisch leiderschapsdriehoek president, premier
en Minister BZ). Eind juni komt de Core Group opnieuw bijeen.
20
Ziet u het, in aanvulling op het Schaderegister voor Oekraïne, als wenselijk en van
toegevoegde waarde om ook voor Iran een Schaderegister of feitenbank op te richten
voor alle mensenrechtenschendingen en misdaden van het Iraans regime?
Antwoord
Het is van groot belang dat bewijzen van mensenrechtenschendingen in Iran verzameld,
geconsolideerd, bewaard en geanalyseerd worden, ook met het oog op gebruik in mogelijke
toekomstige rechtszaken. Daarom heeft Nederland zich in de VN-Mensenrechtenraad actief
ingezet voor de oprichting van een onafhankelijke VN Fact Finding Mission (FMM) die ook bewijsgaring in haar mandaat heeft. Het is van belang eerst deze FMM
haar werk te laten doen alvorens te bezien welke andere instrumenten ingezet zouden
kunnen worden, waarbij ook het internationale krachtenveld van belang is. Een Schaderegister
of een VN-bewijzenbank zijn forse instrumenten en vereisen brede internationale steun
en ruime financiële middelen. Nederland heeft zich in de afgelopen VN-Mensenrechtenraad
actief en succesvol ingezet voor verlenging van het mandaat van de FFM.
21
Kunt u toelichten op welke diplomatieke maatregelen concreet ingezet wordt om intimidatie
van diaspora in Nederland (bijv. Iraniërs, Russen, of Oeigoeren) te beperken, en hoe
dit samenhangt met de Nederlandse inzet op mensenrechten in deze landen?
Antwoord
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 8, vindt het kabinet ongewenste buitenlandse
inmenging (OBI) volstrekt onwenselijk. Burgers in Nederland moeten in vrijheid kunnen
leven en hun eigen keuzes maken, zonder door bemoeienis, intimidatie, dwang of geweld
van autoriteiten uit derde landen om hen in die keuzes te beperken. Als onderdeel
van de aanpak Ongewenste Buitenlandse Inmenging treedt het kabinet met landen in dialoog
en spreekt hen consequent aan indien daar aanleiding toe is. Daarbij maakt het kabinet
een afweging of dit het beste via vertrouwelijke, diplomatieke kanalen of publiekelijk
kan plaatsvinden.
Mensenrechten zijn altijd onderdeel van de brede bilaterale dialoog tussen Nederland
en deze landen en worden in deze gesprekken meegenomen.
Indien blijkt dat de ambassade van het betreffende land betrokken is bij ongewenste
inmenging, kan er sprake zijn van een schending van het Verdrag van Wenen. Het gehele
diplomatieke instrumentarium kan worden gebruikt om hierop te reageren, variërend
van de ambassade er in stevige bewoordingen op aanspreken, tot – in het uiterste geval
– ertoe overgaan de ambassadeur of andere ambassademedewerkers ongewenst te verklaren
(persona non grata), waarop zij Nederland zullen moeten verlaten. Voor personen zonder
diplomatieke status geldt dat gedwongen vertrek naar het land van herkomst aan de
orde kan zijn wanneer iemand niet (langer) in het bezit is van geldig verblijfsrecht
voor Nederland. Het besluit welk instrument wanneer wordt ingezet wordt is een politieke
afweging die per geval gemaakt dient te worden.
22
Gegeven dat een effectieve aanpak voor journalisten en onafhankelijke media erg kan
verschillen per regio, hoe wordt effectiviteit gebaseerd op deze specifieke context
gemonitord? Hoe snel wordt een aanpak aangepast wanneer er zorgen zijn rondom effectiviteit?
Antwoord
De Nederlandse beleidsinzet voor het ondersteunen van journalisten en onafhankelijke
media krijgt vorm in zowel bilateraal verband als multilateraal verband, zoals de
VN, de OVSE, de Raad van Europa en de Media Freedom
Coalition. In alle gevallen wordt nauw samengewerkt met de ambassades in de betreffende landen
alsook met maatschappelijke partners die thematische en regionale expertise hebben.
Het mensenrechtenfonds wordt door ambassades lokaal ingezet voor context-specifieke
activiteiten. Zo worden programma’s en diplomatieke inzet in nauw overleg vormgegeven,
op geplande momenten zoals bij jaarplanbesprekingen, beleidsdialogen, of wanneer veranderende
situaties daarom vragen.
23
Bent u bereid om een kritischere houding aan te nemen ten opzichte van apps en technologieën
die worden beheerd door staatsbedrijven van autoritaire regimes? Zo ja, wat zijn maatregelen
of acties die hierbij geïmplementeerd kunnen worden?
Antwoord
Nederland hecht veel waarde aan een vrije en open samenleving en economie. Vrije handel,
vrijheid van vereniging en het recht op vrije meningsuiting zijn hiervoor essentiële
voorwaarden. Tegelijkertijd heeft het kabinet in de Kamerbrieven over Open Strategische
Autonomie laten zien dat het in de huidige geopolitieke en geo-economische context
strategischer en kritischer kijkt naar digitale technologie. Een voorbeeld van deze
kritische houding is het ontraden van het gebruik van applicaties afkomstig uit landen
met een offensief cyberprogramma gericht tegen Nederland op zakelijke apparaten van
rijksambtenaren.
24
Hoe zet u zich blijvend in om ervoor te zorgen dat mensenrechtenverdedigers waarvoor
het werk in landen zoals Rusland en China onmogelijk wordt gemaakt, te ondersteunen
en grove en grootschalige mensenrechtenschendingen te blijven veroordelen?
Antwoord
Het kabinet zet zich onverminderd in voor de bescherming van mensenrechtenverdedigers
en journalisten. Hiertoe zijn er verschillende instrumenten, waaronder het Safety for Voices fonds dat fysieke, digitale, psychosociale en juridische bescherming biedt aan mensenrechtenverdedigers
wereldwijd, ook in Rusland en China.
25
Op welke wijze wordt de effectiviteit van het Nederlandse mensenrechtenbeleid beoordeeld?
Kunt u toelichten in hoeverre effectiviteit een rol speelt bij nieuwe projecten?
Antwoord
Voor alle projecten gefinancierd uit het Mensenrechtenfonds wordt vooraf beoordeeld
in hoeverre het project aan de doelstellingen zoals uiteengezet in de MDIR-nota bijdraagt.
Het nieuwe resultatenkader biedt daarbij concrete handvatten om resultaten op het
gebied van mensenrechten, democratie en internationale rechtsorde te monitoren. Projecten
worden aan de hand van dit kader getoetst op hun bijdrage aan de doelstellingen. Hiernaast
wordt de effectiviteit van de Nederlandse mensenrechteninzet onafhankelijk onderzocht
door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie. Een evaluatie van het
mensenrechtenbeleid van de afgelopen jaren wordt in de zomer van 2024 verwacht.
26
Welke prioriteiten worden gesteld in het Nederlandse mensenrechtenbeleid met het oog
op effectiviteit?
Antwoord
Zoals in de inleiding bij het resultatenkader vermeld, is er speciale aandacht voor
de volgende vijf mensenrechtenprioriteiten: 1) vrijheid van meningsuiting online en
offline, 2) vrijheid van religie en levensovertuiging, 3) gelijke rechten voor lhbtiq+
personen, 4) bescherming van mensenrechtenverdedigers en versterking van het maatschappelijk
middenveld, en 5) gelijke rechten voor vrouwen en meisjes. Dit zijn thema’s waar Nederland
de afgelopen jaren expertise, netwerken en profiel op heeft opgebouwd. Het merendeel
van de diplomatieke capaciteit wordt daarom op bovenstaande thema’s ingezet om een
zo groot mogelijke impact te hebben en hiermee de effectiviteit van het beleid te
vergroten.
27
Op welke wijze wordt er een afweging gemaakt tussen het mensenrechtenbeleid en andere
(geopolitieke) belangen in het buitenlandbeleid?
Antwoord
Mensenrechten, democratie en de internationale rechtsorde vormen het fundament voor
vreedzame, inclusieve en welvarende samenlevingen. De bescherming en bevordering van
de mensenrechten, de democratische rechtsstaat en de internationale rechtsorde maken
onderdeel uit van de kern van het buitenlands beleid van Nederland en een welbegrepen
eigenbelang. Nederland is gebaat bij een wereld die gebaseerd is op democratische
waarden. Landen waar mensenrechten beschermd en nageleefd worden zijn stabieler, veerkrachtiger
en welvarender. Landen die deze waarden omarmen zijn immers eerder geneigd de internationale
rechtsorde te beschermen en bij te dragen aan een wereld waarin mensenrechten gerespecteerd
worden. Met een effectief mensenrechten, democratie en internationale rechtsordebeleid
worden overige (geopolitieke) buitenlandse belangen dus ook gediend. Afhankelijk van
de situatie wordt continu afgewogen met welke aanpak Nederland deze belangen het effectiefst
verdedigt.
28
In hoeverre wordt buitenlandse beïnvloeding van de diaspora in Nederland betrokken
in het mensenrechtenbeleid? Is het wenselijk om deze vorm van intimidatie beter te
laten aansluiten op de diplomatieke inzet voor het mensenrechtenbeleid?
Antwoord
Zoals ook aangegeven in eerdere antwoorden vindt het kabinet ongewenste buitenlandse
inmenging (OBI) volstrekt onwenselijk. Burgers in Nederland moeten in vrijheid kunnen
leven en hun eigen keuzes maken, zonder door bemoeienis, intimidatie, dwang of geweld
van autoriteiten uit derde landen om hen in die keuzes te beperken.
Als onderdeel van de aanpak Ongewenste Buitenlandse Inmenging treedt het kabinet met
landen in dialoog en spreekt hen consequent aan indien daar aanleiding toe is. Mensenrechten
zijn altijd onderdeel van de brede bilaterale dialoog tussen Nederland en deze landen
en worden in deze gesprekken meegenomen. Zoals uiteengezet in het antwoord op vraag
21, maakt diplomatieke respons onderdeel uit van de escalatieladder.
29
Welke maatregelen zou Nederland extra kunnen nemen om betrokken organisaties verder
te ondersteunen ter bescherming van de Jezidi-gemeenschap in Irak en andere landen?
Antwoord
Het kabinet zet zich in brede zin in voor de bescherming en re-integratie van Jezidi
vrouwen die het slachtoffer zijn geworden van ISIS. De Nederlandse inzet richt zich
op de stabilisatie van voormalige ISIS-gebieden en daarmee aan het mogelijk maken
van de terugkeer van ontheemden, onder wie veel kwetsbare Jezidi’s. Hiernaast zet
Nederland zich specifiek in voor (economische) re-integratie en psychologische steun
aan Jezidi vrouwen en kinderen die slachtoffer zijn geworden van ISIS, onder andere
van seksueel geweld. Nederland steunt ook het proces van waarheidsvinding over de
misdaden van ISIS tegen Jezidi’s en het identificeren van vermiste personen. Daarnaast
blijft Nederland zich inspannen voor berechting in het kader van de door ISIS gepleegde
misdaden. Tot slot benadrukt het kabinet in gesprekken met de Iraakse autoriteiten
het belang van de positie van minderheden, zoals Jezidi’s, in de Iraakse samenleving.
30
Gegeven dat Nederland in 2023 initiatiefnemer was van twee sanctiepakketten gericht
op seksueel geweld, wilt u inzetten op het vormgeven van meer van dit soort sanctiepakketten?
Zo ja, worden er al eventuele extra sanctiepakketten overwogen?
Antwoord
Met de twee aangenomen pakketten in 2023, waar Nederland initiatiefnemer van was,
geeft de EU een duidelijk signaal af over de noodzaak van het bestrijden van seksueel
geweld. Seksueel geweld tegen vrouwen, meisjes, maar ook mannen en lhbtiq+ personen,
blijft nog te vaak ongestraft. Met deze twee sanctiepakketten laat Nederland zien
dat seksueel geweld gevolgen heeft voor de daders ervan en straffeloosheid geen optie
is. Nederland zal zich blijven inzetten voor de bestrijding van seksueel geweld en
het tegengaan van straffeloosheid en dat betekent dat Nederland eventuele extra sanctiepakketten
zal blijven overwegen met partners.
31
Hoe kijkt u aan tegen kritiek op het mensenrechtenbeleid van de Verenigde Naties (VN)
met bijvoorbeeld Iran als voorzitter van verschillende vergaderingen, het rapport
over mensenrechtenschendingen ten aanzien van Oeigoeren dat niet plenair in de VN
is behandeld, en het niet consequent veroordelen van Rusland? Op welke manier kaart
Nederland deze kritiek concreet aan bij de VN?
Antwoord
Hoewel niet volmaakt, blijft het VN-mensenrechteninstrumentarium van groot belang in de bevordering en verdediging van mensenrechten
wereldwijd. Zo is de VN-Mensenrechtenraad het belangrijkste multilaterale forum om
landen als Iran, China en Rusland aan te spreken op hun mensenrechtensituatie en Nederland
doet dat veelvuldig samen met andere partners. Dat zich in de VN een zekere mate van
selectiviteit kan voordoen, ligt over het algemeen niet direct aan de VN als organisatie,
maar aan de lidstaten die de VN vormen en het beleid bepalen. Zo is het bijvoorbeeld
China die discussies over de Oeigoeren tegenhoudt. Dit kwam onder andere naar voren
na de publicatie in augustus 2022 van het OHCHR-rapport over Xinjiang, waarbij China
andere lidstaten met succes benaderde om tegen de draft decision te stemmen die voorstelde om het rapport te bespreken. In dergelijke gevallen waarbij
landen grove mensenrechtenschendingen begaan, maar zij of hun partners die pogen te
verhullen, spreekt Nederland zich daarover uit, bijvoorbeeld in gesprekken met de
VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, zijn Bureau (OHCHR) of in de Mensenrechtenraad.
32
Op welke wijze wordt het MATRA-programma ingezet voor mensenrechten, specifiek op
het gebied van LHBTI, vrouwenrechten en persvrijheid? Welke resultaten zijn geboekt
in 2023?
Antwoord
MATRA-projecten richten zich op de versterking van de rechtsstaat en democratie in
de doellanden. Hier kan ook het beschermen van rechten van minderheden, vrouwen en
de media vallen. Het primaire doel van deze projecten is dan het versterken van de
rechtstaat en/of democratie en het secundaire doel het beschermen van de rechten van
minderheden, vrouwen en de media. In het Rule of Law trainingsprogramma worden bijvoorbeeld de trainingen «Mensenrechten» en «Het functioneren
van democratische instituties» aangeboden aan ambtenaren in de doellanden. Daarnaast
is één van de overheid-tot-overheidssamenwerkingsprojecten onder MATRA «Strengthening Media Freedom in the Western Balkans». In dit project werken de Nederlandse vereniging voor journalisten en de lokale
verengingen voor journalisten in Bosnië-Herzegovina, Noord-Macedonië en Servië samen,
waarbij in 2023 met name is gewerkt aan een verbeterde relatie tussen journalisten
en justitie waardoor de media betere toegang krijgen tot rechtszaken.
Daarnaast worden er in verschillende MATRA-landen projecten gesteund op het gebied
van persvrijheid om desinformatie tegen te gaan of om onderzoeksjournalistiek versterken.
Deze projecten hebben als doel hiermee de democratie te versterken of corruptie tegen
te gaan. Tenslotte geeft MATRA invulling aan het feministisch buitenlandbeleid door
ervoor te waken dat goedgekeurde projecten de positie van vrouwen niet verslechteren
maar juist verbeteren. Ook zijn er een aantal projecten die zich specifiek richten
op vrouwenrechten in de democratie en rechtstaat zoals het bevorderen van de deelname
van vrouwen in de lokale politiek of voorlichting over de Istanbul Conventie.
33
Welke prioriteiten heeft Nederland de komende jaren in de VN Mensenrechtenraad?
Antwoord
De inzet van het Koninkrijk der Nederlanden tijdens het lidmaatschap van de VN-Mensenrechtenraad
voor de jaren 2024–2026 staat in detail beschreven in de Kamerbrief van 6 februari
2024 (2024D04153).3 De prioriteiten betreffen het versterken, hervormen en beschermen van de VN-Mensenrechtenraad;
de bescherming van mensenrechtenverdedigers en maatschappelijke ruimte; gelijke rechten
voor LHBTIQ+-personen; gelijke rechten voor vrouwen en meisjes; vrijheid van meningsuiting
online en offline; vrijheid van religie en levensovertuiging; en versterking van de
internationale rechtsorde en strijd tegen straffeloosheid. Daarnaast zal het Koninkrijk
ernstige mensenrechtenschendingen in landen (landensituaties) tijdens de zittingen
van de VN-Mensenrechtenraad aankaarten.
34
Welke Europese instrumenten heeft Nederland tot zijn beschikking om tot sancties te
komen tegen schendingen van mensenrechten?
Antwoord
Nederland beschikt binnen het Europese instrumentarium over het EU-mensenrechtensanctieregime.
Dit is mede op initiatief van Nederland tot stand gekomen en richt zich op schendingen
van mensenrechten wereldwijd. Het instrument is sinds december 2020 van kracht. Met
deze regeling kunnen sancties ingesteld worden tegen personen of entiteiten die verantwoordelijk
zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen.
35
Waaruit bestaat het nationaal instrumentarium voor sancties tegen internationale mensenrechtenschendingen?
Antwoord
Nederland beschikt niet over een nationaal instrumentarium voor sancties tegen internationale
mensenrechtenschendingen. Hiervoor wordt het Europees instrumentarium gebuikt. In
het geval van mensenrechtenschendingen zet het kabinet zich in voor sancties onder
het EU-mensenrechtensanctieregime. Dit instrument is specifiek ontworpen voor sancties
tegen ernstige mensenrechtenschendingen wereldwijd. Inzetten op EU-sancties is een
krachtiger signaal dan nationale maatregelen, daarnaast zijn de sancties ook effectiever
wanneer deze door de hele EU, met 27 lidstaten, wordt bekrachtigd.
36
Heeft Nederland het beleid ten aanzien van Israël aangepast vanwege de scherpe toename
van mensenrechtenschendingen zodat deze effectiever kunnen worden teruggedrongen?
Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Nederland maakt zich terdege zorgen over de mensenrechtensituatie in Israël en de
Palestijnse Gebieden. Zowel bilateraal als in EU-verband wordt altijd het belang van
internationaal recht benadrukt. Ook wijst Nederland partijen steevast op de verplichtingen
die hieruit voortvloeien.
Nederland hecht aan het belang van onafhankelijk onderzoek naar internationale misdrijven
en mensenrechtenschendingen. In dat licht heeft Nederland zowel een extra vrijwillige
bijdrage van 3 miljoen euro overgemaakt aan het Internationaal Strafhof om de algemene
onderzoekscapaciteiten van het Hof te versterken, als een extra vrijwillige bijdrage
van 1 miljoen dollar aan het kantoor van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten (OHCHR)
in de Palestijnse Gebieden voor hun monitoringstaken.
37
Kunt u inzichtelijk maken hoeveel er voor de komende tijd per regio of per conflict
is uitgetrokken om mensenrechtenschendingen tegen te gaan?
Antwoord
Toekenning van budgetten voor activiteiten om mensenrechtenschendingen tegen te gaan
worden per regio/ambassade toegekend en in beginsel niet per conflict. Uitzonderingen
zijn de extra middelen voor accountability in Oekraïne en voor het conflict tussen
Israël en Hamas.
Voor het komende jaar is de verdeling van het mensenrechtenfonds per regio (conform
de regio indeling in de mensenrechtenrapportage) als volgt:
Grote Meren
8%
Hoorn van Afrika
4%
Midden en Oost-Europa
18%
Midden-Amerika
5%
Noord-Afrika en Midden-Oosten
18%
West-Afrika
4%
Zuid-Amerika
5%
Zuid-Azië
4%
Zuidelijk en Oost Afrika
5%
Zuidoost-Azië en Oceanië
11%
Wereldwijde focus
18%
100%
Daarnaast is voor komend jaar EUR 12 miljoen uitgetrokken voor accountabilityprojecten
in Oekraïne. Voor verdere jaren is de totale inzet, als wel de verdeling van deze
inzet, afhankelijk van de te verwachten taakstelling en de keuzes die het nieuwe kabinet
zal maken.
38
Kunt u een schets geven van wat er op Europees en internationaal vlak wordt ondernomen
om de rechten van de Oeigoeren in China te beschermen? Welke rol speelt Nederland
hierin?
Antwoord
Het kabinet blijft China zowel bilateraal als in EU- of VN-verband aanspreken zolang
de mensenrechtensituatie, waaronder die van Oeigoeren, daar om vraagt. Nederland steunde
in oktober vorig jaar tijdens de AVVN een gemeenschappelijke verklaring over de situatie
in Xinjiang.
39
Is het Nederlands beleid tegen mensenrechtenschendingen op de bezette Westelijke Jordaanoever
nog effectief gezien de sterke toename van geweldsincidenten en landroof?
Antwoord
Nederland blijft zich met klem uitspreken tegen mensenrechtenschendingen op de Westelijke
Jordaanoever. Zo veroordeelt Nederland nadrukkelijk nederzettingen en kolonistengeweld
en zijn er sancties ingesteld tegen gewelddadige kolonisten op de Westelijke Jordaanoever.
Ook pleit Nederland conform de motie Piri c.s. voor uitbreiding van deze maatregelen.
Daarnaast ontmoedigt Nederland al jaren economische relaties met bedrijven in de door
Israël bezette gebieden. Tot slot is Nederland lid van het West Bank Protection Consortium. Ook in dit verband zet Nederland zich actief in om in breder internationaal verband
aandacht te vragen voor geweldsincidenten en de sloop van Palestijnse eigendommen
op de Westelijke Jordaanoever.
40
Op welke manier spoort Nederland de internationale strafrechtelijke vervolging van
mensenrechtenschenders aan?
Antwoord
Ernstige en grootschalige mensenrechtenschendingen en internationale misdrijven als
agressie, oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en genocide mogen niet
onbestraft blijven. Nederland zet daarom onder andere in op het vergaren van internationale
steun en financiering voor aansprakelijkstelling en vervolging, en het documenteren
van bewijs voor berechting. Als gastland van het Internationaal Strafhof en andere
internationaalrechtelijke instanties, is Nederland zich sterk bewust van de fundamentele
rol die deze instanties hebben binnen de internationale rechtsorde. Nederland geeft
daarom politieke en financiële steun aan internationale hoven en tribunalen om zo
hun positie te versterken en waarborgen.
41
Op welke manier spoort Nederland de nationale strafrechtelijke vervolging van mensenrechtenschenders
aan?
Antwoord
Nederlands hecht sterk aan nationale opsporing en vervolging van ernstige mensenrechtenschendingen
als internationale misdrijven. Om die reden heeft Nederland secundaire universele
rechtsmacht over internationale misdrijven en zetten gespecialiseerde teams bij politie
en openbaar ministerie zich actief in om straffeloosheid te voorkomen. Naast eigen
onderzoeken verleent Nederland steun aan opsporing en vervolging in andere landen,
middels justitiële rechtshulp en uitlevering. Jaarlijks wordt de Tweede Kamer via
de rapportagebrief internationale misdrijven geïnformeerd over de inspanningen die
binnen de keten hierin worden verricht.
Ook was Nederland actief betrokken bij de totstandkoming van het Verdrag van Ljubljana-Den
Haag inzake internationale samenwerking bij de opsporing en vervolging van genocide,
misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven en andere internationale misdrijven.
Dit verdrag is een mijlpaal in de strijd tegen straffeloosheid en heeft als doel de
nationale opsporing en vervolging van internationale misdrijven te verbeteren door
de samenwerking tussen staten te faciliteren. Ook zet Nederland zich in internationaal
verband in op het documenteren van bewijs voor berechting, bijvoorbeeld via VN bewijzenbanken.
Deze bewijzen kunnen eventueel ook in nationale strafrechtelijke procedures gebruikt
worden.
Nederland intervenieert niet in de nationale strafrechtelijke vervolging van andere
landen. Wel ondersteunt Nederland mensenrechtenverdedigers en mensenrechtenorganisaties
die zich inzetten voor nationale strafrechtelijke vervolging van mensenrechtenschenders.
Via het mensenrechtenfonds wordt ingezet op juridische ondersteuning van mensenrechtenverdedigers
en strategisch procederen op het gebied van mensenrechten.
42
Is er een nationale organisatie die de overheid (on)gevraagd onafhankelijk adviseert
over internationale mensenrechtenschendingen? Zo nee, waarom is die er niet?
Antwoord
De Commissie Mensenrechten van het Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) adviseert
gevraagd en ongevraagd de regering en het parlement over actuele internationale ontwikkelingen
op het terrein van de mensenrechten, het Nederlandse mensenrechtenbeleid en de rol
van internationale instellingen, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.
43
Constaterende dat in de brief staat: «Dit resultatenkader bevat vier resultaatgebieden
om in samenhang resultaten te behalen voor deze doelstellingen [van de nota]», hoe
bent u gekomen tot de resultaatgebieden in het resultatenkader? Kunt u toelichten
hoe de resultaatgebieden zich verhouden tot de doelstellingen en prioriteiten van
het mensenrechtenbeleid?
Antwoord
Het resultatenkader vertaalt de doelen en aanpak zoals beschreven in de MDIR-nota
naar concrete inzet van beleidsinstrumenten. Daarbij is uitgewerkt wat de volgordelijkheid
is voor het behalen van doelstellingen: de resultaatgebieden zijn noodzakelijke voorwaarden
om de drie doelstellingen neergelegd in de nota in samenhang te behalen: 1) het beschermen
en bevorderen van de naleving van de mensenrechten, 2) het wereldwijd tegengaan van
democratische achteruitgang en het versterken van de democratische rechtsstaat en
3) het bevorderen van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. De resultaatgebieden
zijn dus de geïdentificeerde concrete tussenstappen voor het behalen van de doelen
uit de nota.
De resultaatgebieden zijn bepaald door na te gaan over welke middelen en capaciteit
Nederland beschikking heeft en vast te stellen wat te verwachten resultaten zijn van
de inzet van deze middelen. Met de vier resultaatgebieden worden alle te behalen resultaten
die worden genoemd in de beleidsnota afgedekt. De thematische prioriteiten van het
mensenrechtenbeleid lopen als rode draad door het resultatenkader heen, zoals genoemd
in de inleiding van het kader.
44
Welke mogelijkheden tot verdere samenwerking zijn er besproken en welke vervolgafspraken
zijn gemaakt tijdens het bezoek van de Hoge Commissaris van de Mensenrechten, Volker
Türk, aan Nederland?
Antwoord
Nederland staat in goed contact met de Hoge Commissaris voor Mensenrechten, Volker
Türk. Tijdens het bezoek van dhr. Türk is de afspraak gemaakt om nauw contact te houden
over de wederzijdse inspanningen op de prioritaire dossiers in de Mensenrechtenraad
en de samenwerking met de veldkantoren van de OHCHR te intensiveren.
45
Welke mogelijkheden tot verdere samenwerking zijn er besproken tijdens het bezoek
van de Hoge Commissaris van de Mensenrechten, Volker Türk, aan Nederland en zijn gesprekken
met drie Nederlandse Ministers, in gesprekken over «landen waar de mensenrechtensituatie
uiterst zorgelijk is zoals China, Iran en Rusland»? Welke concrete (vervolg)afspraken
heeft het kabinet hierover gemaakt?
Antwoord
Zoals hierboven genoemd is de afspraak gemaakt om nauw contact te houden over de wederzijdse
inspanning op de prioritaire dossiers in de Mensenrechtenraad, waaronder China, Iran
en Rusland. Ten aanzien van deze landen is gesproken over het functioneren van de
Commissions of Inquiry in Iran en Oekraïne, en de opvolging van het Xinjiang rapport over ernstige mensenrechtenschendingen
tegen de Oeigoeren in China.
46
Hoe zet u zich verder in om verzet te tonen tegenover de Russische invloed in internationale
organisaties, o.a. geïllustreerd door de 83 stemmen die Rusland ontving voor diens
kandidatuur van de VN Mensenrechtenraad? Hoe stelt Nederland zich in internationaal
verband op om deze Russische invloed terug te dringen, zijn er concrete maatregelen
die hierbij overwogen kunnen worden?
Antwoord
Het kabinet maakt zich ernstige zorgen over de aanhoudende oorlog tegen Oekraïne en
over de verslechterde mensenrechtensituatie in Rusland zelf sinds de grootschalige
agressie-oorlog tegen Oekraïne. In dit licht kan er geen sprake zijn van «business as usual» wat betreft de Russische positie in internationale organisaties. Lidmaatschap van
de Mensenrechtenraad brengt voor landen, zowel op nationaal als internationaal vlak,
verantwoordelijkheden met zich mee. Nederland was dan ook voorstander van de schorsing
van Rusland uit de Mensenrechtenraad op 7 april 2022 (voor de termijn 2021 – 2023)
en vindt dat er ook op dit moment geen plek voor Rusland is in de Mensenrechtenraad.
Het is zorgelijk dat er 83 landen zijn die de Russische kandidatuur voor de periode
2024 – 2026 wel hebben gesteund. Met gelijkgezinde partners worden achter de schermen
actie ondernomen om de Russische invloed in internationale organisaties te beperken.
Vanwege de vertrouwelijkheid van deze maatregelen, kan hierover niet publiekelijk
worden gecommuniceerd. Daarnaast stemt Nederland niet op Russische kandidaturen voor
belangrijke posities en zetels zoals voor de Mensenrechtenraad.
47
Welke landen waar Nederland een ontwikkelingsrelatie mee heeft, hebben voor Rusland
gestemd in de verkiezing voor de VN Mensenrechtenraad?
Antwoord
De stemming voor het vervullen van de Mensenrechtenraadzetels is geheim, derhalve
is niet bekend welke 83 landen voor een Russische zetel hebben gestemd.
48
Kunt u een stand van zaken geven van het overeengekomen schaderegister voor Oekraïne?
Wat kan hiervan verwacht worden en op welke termijn gaat dit geïmplementeerd worden?
Antwoord
Het Schaderegister Oekraïne is tijdens de ministeriële conferentie Restoring Justice for Ukraine (Den Haag, 2 april 2024) opengesteld voor de indiening van schadeclaims. In eerste
instantie betreft het claims van schade aan woonhuizen. In de eerste maand na openstelling
zijn ruim tweeduizend claims ontvangen. In de komende maanden zal het Schaderegister
gaandeweg worden opengesteld voor alle andere categorieën van schade, immateriële
schade inbegrepen. Claims kunnen worden ingediend door burgers, bedrijven en Oekraïense
overheden die in Oekraïne schade hebben ondervonden als gevolg van de Russische agressie.
Naar verwachting zal het aantal claims in de miljoenen lopen. De functie van het Schaderegister
is, zoals de naam aangeeft, beperkt tot het registreren van schadeclaims. Vervolgstappen
naar een volledig compensatiemechanisme moeten nog worden uitgewerkt. Het gaat dan
in de eerste plaats om een claimscommissie, waaraan op korte termijn gewerkt zal worden.
In laatste instantie zal een compensatiefonds moeten worden opgericht. Het is echter
te vroeg om te kunnen aangeven hoeveel tijd daarmee zal zijn gemoeid.
49
Welke conclusies heeft het kabinet getrokken na het gesprek tussen de nieuwe Mensenrechtenambassadeur
(MRA) Wim Geerts en de «delegatie van de International Campaign for Tibet»?
Antwoord
De conclusie van het gesprek tussen MRA en de «delegatie van de International Campaign for Tibet» is dat de mensenrechtensituatie in Tibet een punt van zorg blijft, bijvoorbeeld op
het gebied van persvrijheid en culturele en religieuze vrijheden. Om daar aandacht
aan te geven heeft premier Rutte zorgen overgebracht tijdens zijn bezoek aan China
in maart dit jaar. Tevens heeft de Nederlandse speciaal gezant voor religie en levensovertuiging
gesproken op een side-event over Tibet tijdens de conferentie van de International Religious Freedom or Belief Alliance in december 2023.
50
Wat zijn de concrete uitkomsten van de bilaterale mensenrechtendialoog met Saoedi-Arabië?
Welke benchmarks zijn er afgesproken in de dialoog en hoe worden deze gemonitord?
Antwoord
De bilaterale mensenrechtendialoog die Nederland onderhoudt met Saoedi-Arabië biedt
de gelegenheid om in gesprek te gaan over een breed scala aan onderwerpen die raken
aan de mensenrechtensituatie in Saoedi-Arabië, zoals de zorgelijke ontwikkelingen
op het gebied van veroordelingen van veelal vrouwelijke mensenrechtenverdedigers en
critici en de beperkingen ten aanzien van de vrijheid van meningsuiting en gelijke
rechten. Ook de significante sociale hervormingen die Saoedi-Arabië heeft doorgevoerd,
onder andere op het gebied van vrouwenrechten, vormen onderwerp van de structurele
dialoog. Daarnaast vraagt Nederland binnen deze dialoog aandacht voor de situatie
van arbeidsmigranten. In dat kader moedigt Nederland samenwerking met de International Labour Organization (ILO) en andere VN organisaties aan. De dialoog bood in 2023 de mogelijkheid tot een
ontmoeting in Nederland, in besloten kring, tussen het Nederlandse maatschappelijk
middenveld en de President van de Saudische Mensenrechten Commissie. Sinds 2023 is
de ambassade in gesprek met relevante partners om samenwerking op het gebied van Internationaal
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen concreet vorm te geven.
51
Hoe vaak is onder de beleidsprioriteit «vrijheid van meningsuiting» aandacht besteed
aan de inperkingen van die vrijheid voor mensenrechtenverdedigers en onafhankelijke
maatschappelijke organisaties?
Antwoord
Zowel het beschermen van de vrijheid van meningsuiting als de bescherming van mensenrechtenverdedigers
en maatschappelijke ruimte zijn prioriteiten binnen het mensenrechtenbeleid. Het kabinet
agendeert bilateraal, multilateraal en programmatisch regelmatig inperkingen van de
vrijheid van meningsuiting voor mensenrechtenverdedigers en onafhankelijke maatschappelijke
organisaties. Zo spreekt Nederland zich samen met België en Luxemburg in multilateraal
verband structureel uit over represailles tegen mensenrechtenverdedigers. In bilaterale
gesprekken wordt er regelmatig aandacht gevraagd voor individuele zaken en restrictieve
maatregelen jegens mensenrechtenverdedigers en onafhankelijke maatschappelijke organisaties.
Daarnaast richt een deel van de programma’s uit het mensenrechtenfonds en het subsidiekader
Versterking Maatschappelijk Middenveld zich op het ondersteunen van mensenrechtenverdedigers
en maatschappelijke organisaties en het tegengaan van inperkingen van hun vrijheid.
52
Kunt u reflecteren op de effectiviteit en het bereikte resultaat van het statement
van de Media Freedom Coalition over de veiligheid van journalisten en toegang tot
informatie in conflictsituaties, als reactie op het ongekend hoge aantal gedode journalisten
in Gaza?
Antwoord
Publieke verklaringen zijn één van de manieren waarop de lidstaten van de Media Freedom Coalition zich kunnen uitspreken wanneer zorgelijke ontwikkelingen op het gebied van mediavrijheid
zich voordoen. Dat was met het genoemde statement het geval. Er is vooralsnog geen
direct aantoonbaar effect geweest van dit statement waar het veiligheid of betere
toegang voor journalisten in Gaza betreft. Wel stelt of bevestigt een dergelijk statement
een bepaalde norm, en laat het zien dat de internationale gemeenschap hiervoor aandacht
heeft. DeMedia Freedom Coalition laat momenteel onderzoeken wat de effecten zijn van de verklaringen die de afgelopen
jaren zijn gepubliceerd.
53
Op welke wijze wilt u samenwerking met andere Europese Unie (EU)-landen (en de ambassades
ervan in landen met slechte trackrecords op het gebied van mensenrechten) intensiveren
om gezamenlijk op te treden en steun te bieden aan bedreigde journalisten, mensenrechtenverdedigers
en activisten?
Antwoord
Het EU Actieplan Mensenrechten en Democratie4 biedt een behulpzaam kader om samen met EU-instellingen en EU-lidstaten steun te
bieden aan bedreigde journalisten, mensenrechtenverdedigers en activisten en ruimte
voor het maatschappelijk middenveld. Nederland spreekt zich samen met België en Luxemburg
in multilateraal verband structureel uit over represailles tegen mensenrechtenverdedigers.
Op landenniveau werken Nederlandse ambassades nauw samen met EU-delegaties om gezamenlijk
op te treden en steun te bieden aan bedreigde journalisten, mensenrechtenverdedigers
en activisten, onder andere via Protect Defenders – het beschermingsmechanisme van de Europese Unie voor mensenrechtenverdedigers.
54
Welke NAVO- en EU-bondgenoten laten een trend naar beneden zien in indexen op het
gebied van persvrijheid?
Antwoord
Reporters Without Borders (RSF) brengt ieder jaar op de Wereld Persvrijheid Dag (3 mei)
de persvrijheidsindex uit. Deze index beoordeelt het klimaat voor persvrijheid in
alle landen op politieke, sociale, economische, juridische en veiligheidsaspecten.
De index van 2024 laat zien dat er wereldwijd een neerwaartse trend is. De grootste
daling zit in het politieke aspect; RSF constateert dat politieke steun voor onafhankelijke
media daalt en dat de druk vanuit statelijke en andere politieke actoren stijgt. Dit
geldt ook voor verschillende NAVO- en EU-lidstaten. Voor informatie over specifieke
landen kunt u de index raadplegen.5
55
Welke positieve stappen heeft Armenië gezet op het gebied van mensenrechten, specifiek
op het gebied van LHBTI, vrouwenrechten en persvrijheid?
Antwoord
Naast de stappen op veiligheid, economische weerbaarheid en integratie van vluchtelingen
blijft Armenië zich ook inzetten voor mensenrechten en democratische hervormingen. Er is waardering voor de wijze waarop Armenië de pogingen tot desinformatie en beïnvloeding
van buitenaf op democratische wijze weet af te slaan met respect voor pers- en mediavrijheid.
Daarnaast is er enige voortgang in de aanpak van huiselijk geweld en geweld tegen
vrouwen volgens Human Rights Watch, namelijk in de toename van onderzoekscapaciteit.6
Ten aanzien van lhbtiq+ rechten is de voortgang beperkt. De belangrijkste recente
stap is de wijziging van beleid t.a.v. bloeddonatie.7
Voorts is het bemoedigend dat de regering voornemens is het Verdrag van de Raad van
Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld
opnieuw voor ratificatie in stemming te brengen in het parlement, nadat in 2019 een
vorige poging sneuvelde. Ondanks bovengenoemde stappen is het van belang over mensenrechten
in gesprek te blijven met Armenië, onder meer tijdens de EU – Armenië Mensenrechtendialoog.
56
Hoe komt Nederland in landen als Ghana en Oeganda op voor LHBTI-rechten?
Antwoord
De mensenrechtensituatie, waaronder de rechten van lhbtiq+-personen, is regelmatig
onderwerp van bilaterale gesprekken met Ghana en Oeganda. De Minister van Buitenlandse
Zaken en de Nederlandse ambassade in Accra hebben bij vertegenwoordigers van de Ghanese
overheid tijdens eerdere ontmoetingen de zorgen van het kabinet uitgesproken over
de bescherming van minderheden in Ghana. Daarnaast staat Nederland in contact met
de lhbtiq+-gemeenschap en de relevante ngo’s in deze landen die zich inzetten voor
de bescherming van mensenrechten. Samen met gelijkgestemde landen en in overleg met
maatschappelijke actoren inventariseert Nederland continu wat er nodig is om lhbtiq+-organisaties
het beste te ondersteunen. Nederland heeft strategische partnerschappen en een Safety of Voices programma waarmee het zich inzet voor lhbtiq+- mensenrechtenverdedigers, waaronder
in deze landen. Vanuit het Mensenrechtenfonds werken de Nederlandse ambassades in
deze landen nauw samen met mensenrechtenorganisaties die zich inzetten voor het beschermen
van mensenrechtenverdedigers, door o.a. financiële, juridische en logistieke steun
te verlenen aan deze mensenrechtenverdedigers die in direct gevaar verkeren. Zie ook
de beantwoording van Kamervragen hierover.8
57
Constaterende dat uitvoering gegeven is aan de motie-Boswijk (Kamerstuk 32 735, nr. 371) over interdepartementale overleggen over mensenrechten, kunt u meer toelichten over
de uitkomsten van de interdepartementale overleggen?
Antwoord
In Interdepartementale Overleggen Mensenrechten wordt onder co-voorzitterschap van
de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Binnenlandse Zaken aandacht besteed aan aspecten
van het Nederlandse externe en interne mensenrechtenbeleid. Departementen wisselen
kennis en ervaring over mensenrechten uit, brengen elkaar op de hoogte van actuele
of toekomstige mensenrechtenontwikkelingen in buiten- en binnenland en maken waar
nodig nadere afspraken over coördinatie van en samenwerking bij dossiers waarvoor
zij verantwoordelijk zijn. Zo wordt in de overleggen samengewerkt ter voorbereiding
van missies van VN Speciaal Rapporteurs naar Nederland (bijvoorbeeld de VN Speciaal
Rapporteur Huisvesting die Nederland december jl. bezocht) en ter voorbereiding op
de Nederlandse inbreng in VN-verdragsrapportages, en worden de vorderingen tijdens
het Nederlandse lidmaatschap van de Mensenrechtenraad besproken.
58
Heeft u met gelijkgezinde landen geprotesteerd bij de Chinese autoriteiten tegen het
feit dat het Nederlandse diplomaten in China werd verboden om de processen bij te
wonen tegen vier mensenrechtenverdedigers in China?
Antwoord
Nederlandse diplomaten proberen regelmatig met vertegenwoordigers van gelijkgezinde
landen om in China rechtszaken van mensenrechtenverdedigers bij te wonen. Nederland
en andere landen spreken hun zorgen uit over het gebrek aan transparantie en toegang
bij dergelijke zaken.
59
Gegeven dat onder voorwaarde is aangekondigd dat Nederland bereid is gastland te zijn
voor een toekomstig compensatiemechanisme voor oorlogsschade in Den Haag, kunt u een
stand van zaken geven van deze gesprekken en toelichten op welke termijn dit mogelijk
zou zijn?
Antwoord
Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 48. Een compensatiemechanisme voor Oekraïne
komt in stappen tot stand. De eerste stap is het reeds in Den Haag gevestigde Schaderegister
Oekraïne, dat tot taak heeft schadeclaims te registreren. De volgende stap is een
claimscommissie die de geregistreerde schadeclaims kan beoordelen. De laatste stap
zal een compensatiefonds zijn, dat valide claims daadwerkelijk kan honoreren. De bedoeling
is de drie onderdelen te integreren tot één organisatie, gevestigd in Den Haag. Het
is thans niet goed aan te geven wanneer het volledige compensatiemechanisme, met name
het compensatiefonds, gereed zal zijn. Wel geeft het kabinet hieraan prioriteit, passend
in de rol van Nederland als trekker van punt 7 van het vredesplan van president Zelensky, restoring justice.
60
Helpt Nederland via het Mensenrechtenfonds ook maatschappelijke organisaties, vrouwenrechtenorganisaties
of mensenrechtenverdedigers in Tibet?
Antwoord
Op dit moment worden er vanuit het gedelegeerde mensenrechtenfonds voor China geen
projecten in Tibet zelf gefinancierd. Dat is in het verleden wel het geval geweest.
Het is de afgelopen jaren echter steeds lastiger gebleken voor projectpartners om
activiteiten in Tibetaanse gebieden uit te voeren, zeker wanneer zij daarvoor buitenlandse
financiering ontvangen. Om de veiligheid van projectpartners te waarborgen kan hier
niet verder ingegaan op de details van de projecten.
61
Kunt u uitleggen waarom een relatief klein aandeel financiering van het mensenrechtenfonds
gaat naar de strijd tegen straffeloosheid van de meest ernstige misdrijven in verhouding
tot de financiering hiervoor uit de overige fondsen?
Antwoord
Het Mensenrechtenfonds kan worden ingezet wereldwijd voor de volgende vijf prioriteiten
1) vrijheid van meningsuiting online en offline, 2) vrijheid van religie en levensovertuiging,
3) gelijke rechten voor lhbtiq+ personen, 4) bescherming van mensenrechtenverdedigers
en versterking van het maatschappelijk middenveld, en 5) gelijke rechten voor vrouwen
en meisjes. Daarnaast is er ook aandacht voor het bevorderen van de internationale
rechtsorde en de strijd tegen straffeloosheid voor de meest ernstige misdrijven. Gebleken
is dat voor deze laatste inzet lastig lokale projecten via de posten te identificeren
zijn en daarom wordt er meer ingezet op bijvoorbeeld aanvullende vrijwillige bijdragen
voor de veldkantoren van het kantoor van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten (OHCHR),
zoals de veldkantoren in Oekraïne en de Palestijnse Gebieden en de versterking van
de algemene onderzoekscapaciteiten van het Internationaal Strafhof.
62
Gegeven dat financiering voor het bevorderen van de internationale rechtsorde en de
strijd tegen straffeloosheid van de meest ernstige misdrijven voornamelijk wordt besteed
in Midden- en Oost-Europa, Noord-Afrika, het Midden-Oosten en de Grote Meren, zet
u zich ervoor in om nog meer projecten voor de internationale rechtsorde en tegen
straffeloosheid op te zetten in regio’s die sterk getroffen worden door deze problematiek?
Antwoord
Toekenning van budgetten voor activiteiten ter bevordering van de internationale rechtsorde
en de strijd tegen straffeloosheid van de meest ernstige misdrijven worden in beginsel
per regio/ambassade toegekend en op basis van de jaarplannen van de posten. In deze
jaarplannen wordt een beoordeling gedaan of extra inzet op accountability wenselijk
of nodig is. Zoals ook bij het antwoord op vraag 37 aangegeven, zijn de totale financiële
middelen als wel de verdeling van deze middelen voor de komende jaren afhankelijk
van de te verwachten taakstelling en de politieke keuzes die het nieuwe kabinet zal
maken. Daarnaast zal, afhankelijk van de ontwikkelingen en beschikbaarheid van middelen,
incidenteel kunnen worden besloten tot extra inzet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. de Roon, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
L.B. Blom, adjunct-griffier