Schriftelijke vragen : Het bericht dat werknemers in een brief stellen dat OpenAI roekeloos is en dat het ontbreekt aan toezicht
Vragen van het lid Rajkowski (VVD) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat werknemers in een brief stellen dat OpenAI roekeloos is en dat het ontbreekt aan toezicht (ingezonden 10 juni 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat werknemers in een brief stellen dat OpenAI roekeloos
is en dat het ontbreekt aan toezicht?1 Herkent u de zorgen zoals geuit in de brief van huidig en voormalig werknemers van
OpenAI? Zo ja, hoe ziet de Minister het mogelijke gevaar van het versterken van ongelijkheid
en het verspreiden van desinformatie door AI (in Nederland)? Welke gevaren ziet de
Minister nog meer?
Vraag 2
Hoe ziet u in algemene zin het spanningsveld tussen het feit dat de AI Act pas in
haar volledige vorm over enkele jaren in werking treedt en dat het op dit moment wenselijk
kan zijn om toezicht te houden en daar waar nodig in te grijpen bij organisatie die
maatschappij veranderende technieken uitbrengen, zoals kunstmatige intelligentie en
large language models?
Vraag 3
Welke mogelijkheden zijn er in afwachting van de volledige inwerkingtreding van de
AI-Act om de negatieve risico’s van AI op de samenleving te mitigeren? Zijn er mogelijkheden
om op te treden tegen activiteiten en handelingen die nu formeel nog niet als illegaal
bestempeld zijn onder de AI-Act, maar dat wel gaan zijn zodra de volledige AI-Act
in werking zal treden?
Vraag 4
Wat kan er nu al gedaan worden om te voorkomen dat (de toepassing van) generatieve
en specifieke AI gevaarlijk wordt? Deelt de Minister de mening dat het belangrijk
is om niet te wachten op de AI-Act en nu al stappen te ondernemen, gezien de snelle
ontwikkelingen als het gaat om (de toepassing van) verschillende soorten AI? Welke
maatregelen neemt de Minister hiervoor? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Deelt u de mening dat de AI-adviesraad, zoals om gevraagd in de motie-Rajkowski (Kamerstuk
21501-33-1041), er zo snel mogelijk moet komen om na te kunnen denken over mogelijke acties
als het gaat om (de toepassing van) AI op het gebied van veiligheid, weerbaarheid,
wenselijkheid, innovatie en strategische autonomie? Op welke termijn kunnen we een
dergelijke raad verwachten? Welke maatregelen of besluiten moeten er nog genomen worden?
Vraag 6
Deelt u de mening dat het wenselijk is om in te zetten op Nederlandse/Europese ontwikkeling
van kunstmatige intelligentie met de focus op publieke waarden met positieve maatschappelijke
en economische effecten en dat een AI-fabriek hier een interessant instrument voor
kan zijn? Deelt u de mening dat het wenselijk kan zijn om een AI-fabriek, eventueel
in Europese samenwerking, te plaatsen in Nederland en het daarmee een mooie aanvulling
kan zijn op ons digitale knooppunt en het versterken van onze digitale economie van
de toekomst? Zo ja, op welke manier gaat u zich hiervoor inzetten in Europa? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 7
Bent u bereid om, eventueel met Europese collega’s in gesprek te gaan met de Europese
Commissie over hoe er op korte termijn gezorgd kan worden dat OpenAI openheid geeft
over een aantal zaken zodat we het tegengaan van misbruik van kunstmatige intelligentie
en andere onwenselijke effecten kunnen mitigeren? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Gericht aan
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
Queeny Rajkowski, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.