Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden, gesteld aan de Algemene Rekenkamer, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds (Kamerstuk 36560-XIV-2)
36 560 XIV Jaarverslag en slotwet Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds 2023
Nr. 5 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 4 juni 2024
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen
voorgelegd aan de Algemene Rekenkamer, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek
2023 bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds
(Kamerstuk 36 560 XIV, nr. 2).
De Algemene Rekenkamer heeft deze vragen beantwoord bij brief van 4 juni 2024. Vragen
en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie, Graus
De griffier van de commissie, Jansma
Vraag 1
Is in kaart gebracht welk deel van het budget dat is gebruikt voor beëindigingsregelingen,
door boeren moet worden gebruikt voor het afbetalen van schulden aan de Rabobank of
andere banken? Gaat dit ten koste van de effectiviteit van de opkoopregelingen?
U vraagt naar het deel van het budget voor beëindigingsregelingen dat boeren gebruiken
voor het afbetalen van schulden aan banken en of dit ten koste gaat van de effectiviteit
van de regelingen. Wij hebben hier geen onderzoek naar gedaan.
Vraag 2
Is de groei van het aantal fte’s doelmatig?
U vraagt naar de doelmatigheid van de groei van het aantal FTE’s. Voor het antwoord
op deze vraag verwijzen wij u naar de verantwoordelijke bewindspersoon.
Vraag 3
Worden de fte’s efficiënt ingezet op het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV)? Zijn er onderdelen binnen het ministerie en zelfstandige bestuursorganen die
onder- of oververtegenwoordigd zijn?
Wij hebben voor dit verantwoordingsonderzoek niet onderzocht of de fte’s efficiënt
worden ingezet op het Ministerie van LNV en of onderdelen binnen het ministerie en
zelfstandige bestuursorganen onder- of oververtegenwoordigd zijn. Voor het antwoord
op deze vraag verwijzen wij u naar de verantwoordelijke bewindspersoon.
Vraag 4
Waarop is de tolerantiegrens voor fouten en onzekerheden gebaseerd?
We hanteren een tolerantiegrens van 1%, die de norm van de Tweede Kamer is. Zie de
motie-Sneller1. De tolerantiegrens voor fouten en onzekerheden is voorts gebaseerd op de berekening
zoals opgenomen in de Rijksbegrotingsvoorschriften. In de Rijksbegrotingsvoorschriften
2024 is dit opgenomen bij model 3.24 Bedrijfsvoeringsparagraaf. Zie https://rbv.rijksfinancien.nl/sites/default/files/pdf/Rijksbegrotingsvo…
Vraag 5
Doet de Minister van LNV voldoende om fouten in de uitgaven te voorkomen?
De omvang van de fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en betrouwbaarheid en
ordelijkheid van de uitgaven bleven in 2023 onder de tolerantiegrens.
Vraag 6
Doet de Minister van LNV voldoende om fouten in de uitgaven terug te vorderen?
Een fout in de uitgaven betekent dat een bedrag niet correct in de administratie is
verantwoord of dat een uitgave niet aan de wet- en regelgeving voldoet. Een fout in
de uitgaven betekent dus niet automatisch dat er een reden is om geld terug te vorderen.
Wij hebben geen specifiek onderzoek gedaan naar het terugvorderingsbeleid.
Vraag 7
Hoe doelmatig, efficiënt en effectief is het bedrag van 504 miljoen euro dat naar
de provincies en Staatsbosbeheer is gegaan voor de zogenoemde versnellingsvoorstellen?
Wij hebben niet onderzocht hoe doelmatig, efficiënt en effectief het bedrag van € 504 miljoen
is dat naar de provincies en Staatsbosbeheer is gegaan voor de zogenoemde versnellingsvoorstellen.
Dat kon ook niet omdat het geld voor de versnellingsvoorstellen eind 2022 en in 2023
is toegekend. Toen wij ons verantwoordingsonderzoek over 2023 afsloten, was er nog
geen informatie over de realisatie.
In de beantwoording schriftelijke vragen bij de «tweede incidentele suppletoire begroting 2022 LNV» van 13 oktober 2022 schrijven de verantwoordelijke Ministers in antwoord op vraag
13 dat zij de volgende criteria hebben gehanteerd bij de beoordeling van de versnellingsvoorstellen
van de provincies
• de maatregelen zijn no-regret;
• de maatregelen dragen doelmatig, duurzaam bij aan één of meer van de doelen van de
aanpak;
• de maatregelen leiden tot zo min mogelijk lock-in effecten en;
• de maatregelen hebben draagvlak in de regio.
Voor een antwoord op de vraag of het bedrag van 504 miljoen daadwerkelijk doelmatig,
efficiënt en effectief is besteed verwijzen we u naar de verantwoordelijke bewindspersoon.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.J.G. Graus, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
R.P. Jansma, griffier