Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over het marineschip Zr.Ms. Holland en humanitaire hulp aan Gaza
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het Marineschip Zr. Ms. Holland en Humanitaire Hulp aan Gaza (ingezonden 25 januari 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van
Defensie en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen
22 mei 2024).
Vraag 1
Het Marineschip Zr. Ms. Holland is in november naar het gebied gegaan voor het bieden
van humanitaire hulp, hoe beoordeelt u het slagen van deze missie?
Antwoord 1
In de Kamerbrief d.d. 8 november 2023 «Militaire inzet ten behoeve van steun Gaza
en de regio» is de Kamer geïnformeerd over het besluit Zr.Ms. Holland naar de Middellandse
Zee te sturen voor ondersteuning van taken in het kader van een mogelijke evacuatie
of het eventueel bieden van humanitaire hulp via een maritieme corridor. Voor beide
potentiële doelen betrof de inzet een prepositionering, om snel te kunnen opereren
bij een evacuatiescenario of indien een maritieme corridor in internationaal verband
gevormd zou worden.
Zr.Ms. Holland was in staat binnen zeer korte tijd in het gebied aanwezig te zijn
om snel te kunnen reageren in een onvoorspelbare en volatiele situatie. De bemanning
heeft zich, onder meer door het houden van oefeningen in het gebied, voorbereid op
een eventueel evacuatiescenario.
In de periode dat Zr.Ms. Holland in het Middellandse Zeegebied aanwezig was heeft
een maritieme corridor zich in internationaal verband onvoldoende uitgekristalliseerd.
In de Kamerbrief «Update inzet Zr.Ms. Holland» d.d. 23 januari 2024 bent u geïnformeerd
over de terugkeer van Zr.Ms. Holland naar Nederland. Intussen heeft een groep partners,
waaronder de EU, VN en VS, zich achter een maritieme corridor geschaard. Nederland
steunt dit initiatief en heeft een bijdrage aangekondigd aan een op te zetten trustfund,
dat de flexibiliteit moet hebben om in concrete operationele behoeften van de maritieme
corridor te voorzien. Daarnaast zijn in EU-verband twee Nederlandse civiel experts
aan het EU-team op Cyprus toegevoegd om de internationale inspanningen te helpen coördineren.
Conform moties Dobbe c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2801), Ergin c.s. (Kamerstuk 36 410 X, nr. 64), Boswijk c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2852) en Paternotte en Klaver (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2048) blijft het kabinet zich inzetten voor humanitaire toegang, waaronder via de lucht
en over zee. In dit kader heeft Defensie meerdere airdrops uitgevoerd om humanitaire steun aan Gaza te leveren (zie beantwoording vraag 4).
Supplementaire hulpverlening over zee en via de lucht is nadrukkelijk additioneel
aan landroutes en geen vervanging.
Het kabinet blijft tevens voorbereid op verschillende evacuatiescenario’s. De situatie
wordt nauwlettend gemonitord. De afgelopen tijd heeft de Joint Taskforce op Cyprus
de nodige voorbereidingen getroffen om snel in actie te kunnen komen. De taskforce
staat nu in Nederland met twee C-130’s op stand-by en kan daardoor snel optreden indien
nodig. Het logistieke team dat aanwezig was op Cyprus is eind februari teruggekeerd
naar Nederland. Dit heeft geen gevolgen voor eventuele evacuatiescenario’s.
Vraag 2
Wat is er gebeurd om te zorgen dat de humanitaire hulp geleverd kon worden in Gaza,
door wie en wanneer?
Antwoord 2
De humanitaire situatie in Gaza is uiterst zorgwekkend en hulp bereikt de mensen in
Gaza nog altijd onvoldoende. Het kabinet heeft grote zorgen over dreigende hongersnood.
Het kabinet onderstreept dat het versnellen en verbreden van hulp over land, waaronder
het openen van meerdere grensovergangen, prioriteit heeft en van levensbelang is.
De toegang voor deze hulp is echter nog steeds onvoldoende als gevolg van blokkades
en belemmeringen opgeworpen door Israël. Israël heeft slechts enkele grensovergangen
geopend waardoor de toegang voor hulp over land nog steeds ernstig tekort schiet.
Dit geldt voor goederen, maar ook voor (internationale) humanitaire staf, die ongehinderde
toegang moeten hebben om Gaza in en uit te reizen, en zich binnen Gaza vrij en veilig
moeten kunnen bewegen. De naleving van deconflictiemaatregelen door Israël schoot
in de afgelopen maanden ernstig tekort, waardoor de veiligheid voor hulporganisaties
onvoldoende werd gewaarborgd.
Naast de structurele ongeoormerkte bijdragen aan VN- en partnerorganisaties heeft
het kabinet de afgelopen maanden EUR 65 mln. aan extra middelen voor hulpverlening
aan de bevolking van Gaza vrijgemaakt. De door het kabinet benoemde speciaal humanitair
gezant zet zich met internationale partners in om de hulpverlening op te schalen en
blijft, net als het kabinet, bij de Israëlische autoriteiten aandringen op onmiddellijke
ongehinderde humanitaire toegang.
De Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
en de Minister van Defensie hebben tijdens hun bezoeken aan Israël eveneens bij alle
gesprekspartners het belang van onmiddellijke ongehinderde humanitaire toegang, zoals
een veilige en goede verspreiding van hulp in Gaza, onderstreept.
Het kabinet wijst in contacten met Israël op alle niveaus in dit verband specifiek
op VNVR-resolutie 2417 en VNVR-resolutie 2712, die oproept tot ongehinderde volledige
humanitaire toegang tot Gaza om de voorziening van basisgoederen te faciliteren en
tot opschaling van de levering van humanitaire goederen. Tevens wijst het kabinet
op de geldende verplichtingen onder internationaal recht, waaronder de uitspraken
van het Internationaal Gerechtshof in dezen op 26 januari jl. en 28 maart jl.
Vraag 3
Wanneer en door wie is het besluit genomen dat het leveren van humanitaire goederen
niet meer mogelijk was en dat de enige optie terugkeren was? Welke opties zijn geprobeerd,
overwogen?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 4
Hoe verhoudt het terugkeren van dit Marineschip zich tot de aangenomen motie van het
lid Dobbe c.s. over hulpgoederen via luchtdroppingen of schepen aan de bevolking van
Gaza leveren zolang dat over land niet kan (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2801) die de regering verzoekt «Frans en Jordaans voorbeeld te volgen en hulpgoederen
via luchtdroppingen of schepen aan de bevolking van Gaza te leveren zolang dat over
land niet kan»?
Antwoord 4
In de Kamerbrief d.d. 4 februari «Humanitaire hulp aan Gaza via airdrop» en de Kamerbrief
d.d. 5 februari «Humanitaire hulp aan Gaza via tweede airdrop» informeerde het kabinet
uw Kamer dat Defensie twee zogeheten airdrops heeft uitgevoerd om humanitaire hulp aan de bevolking van Gaza te leveren. Het ging
daarbij om herbevoorrading van medische en chirurgische middelen en noodrantsoenen
t.b.v. een Jordaans veldhospitaal in Gaza.
Op 6 maart jl. en op 29 maart jl. is uw Kamer opnieuw door het kabinet geïnformeerd
over de uitvoering van airdrops door Defensie om humanitaire steun aan Gaza te leveren. Daarbij ging het om grootschalige
voedseldroppingen.
De inzet vindt bij alle voornoemde operaties plaats in samenwerking met Jordanië en
in afstemming met Israël. Met deze inzet gaf het kabinet uitvoering aan de motie van
het lid Dobbe c.s. Defensie blijft paraat staan om via de lucht, met landen uit de
multinationale airdrop-coalitie, die naast Jordanië en Nederland momenteel bestaat
uit België, Canada, Duitsland, Egypte, Frankrijk, Indonesië, Singapore, Spanje, de
Verenigde Arabische Emiraten, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, aanvullende
humanitaire (medische) steun aan Gaza te leveren.
Het verruimen en versnellen van toegang over land, waaronder het openen van meerdere
grensovergangen, blijft de meest effectieve manier om op de benodigde schaal hulpgoederen
aan Gaza te leveren. Het opschalen van veilige, onmiddellijke en ongehinderde humanitaire
toegang over land vormt dan ook de primaire Nederlandse inzet en het kabinet onderstreept
deze noodzaak met klem bij iedere gesprekspartner, waaronder Israël, en wijst op de
geldende verplichtingen onder internationaal recht.
Gegeven de belemmeringen in de praktijk verkent Nederland samen met internationale
partners daarnaast blijvend andere manieren waarop noodhulp Gaza kan bereiken, waaronder
via de lucht en over zee.
Ook steun via de lucht vereist expliciete toestemming van Israël. Meerdere landen
hebben in samenwerking met Jordanië droppings uitgevoerd. Defensie blijft in nauw
contact met partners om aanvullende steun te kunnen leveren waar en wanneer mogelijk
via de lucht.
Nederland steunt eveneens het opzetten van een maritieme humanitaire corridor om de
hulpverlening aan de bevolking van Gaza op te schalen. In dit kader heeft Nederland
een bijdrage van EUR 5 mln. aan startkapitaal voor een op te zetten trustfund met
VN-betrokkenheid aangekondigd, met mogelijk een aanvullende EUR 5 mln. zodra het trustfund
in werking is. Daarnaast zijn in EU-verband twee Nederlandse civiel experts aan het
EU-team op Cyprus toegevoegd om de internationale inspanningen te helpen coördineren.
Vraag 5
Hoe gaat u deze motie wel uitvoeren? Welke materieel gaat hiervoor beschikbaar gesteld
worden en kunt u dit toelichten?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.