Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kamminga over het bericht ‘Noodkreet gemeenten in Toeslagenaffaire’
Vragen van het lid Kamminga (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Noodkreet gemeenten in Toeslagenaffaire» (ingezonden 1 mei 2024).
Antwoord van Staatssecretaris De Vries (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen
21 mei 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Noodkreet gemeenten in Toeslagenaffaire?»1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u de problematiek die in het interview wordt geschetst en hoe beoordeelt u
deze?
Antwoord 2
Zowel ouders en kinderen als gemeenten hebben bij het kabinet aangegeven dat zij problemen
ervaren bij de brede ondersteuning. Het kabinet heeft oog voor de signalen van de
gemeenten en vindt dat ouders en kinderen heldere verwachtingen mogen hebben over
wat er wel en niet mogelijk is binnen de ondersteuning die gemeenten bieden op de
vijf leefgebieden. Deze is er immers om hen te helpen hun leven weer op de rit te
krijgen.
Binnenkort vindt er een bestuurlijk overleg plaats met de VNG en het Ministerie van
SZW om deze problemen te bespreken. In de volgende voortgangsrapportage zult u verder
geïnformeerd worden over de uitkomsten van dit overleg.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat niet-gedupeerden een beroep kunnen doen
op gemeentelijke ondersteuning die is bedoeld voor gedupeerden van de toeslagenaffaire
en zo onnodig druk wordt gelegd op de ondersteuning vanuit de gemeenten?
Antwoord 3
In de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht) is opgenomen dat zowel gedupeerde ouders
als ouders die in de eerste toets niet als gedupeerd zijn aangemerkt, in principe
tot en met de integrale beoordeling brede ondersteuning kunnen ontvangen. De brede
ondersteuning wordt na de ontvangst van een negatieve beschikking bij de integrale
beoordeling na een periode van 30 dagen afgebouwd, zodat gedupeerde ouders zo goed
mogelijk kunnen worden ondersteund. Het is dan ook onwenselijk dat mensen voor wie
bij de integrale beoordeling is vastgesteld dat ze niet gedupeerd zijn een beroep
kunnen doen op gemeentelijke ondersteuning die specifiek bedoeld is voor gedupeerde
ouders. Ouders die niet-gedupeerd blijken, moeten zo snel mogelijk worden doorverwezen
naar reguliere hulp binnen de gemeente.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de inschatting en de beoordeling van de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) dat er ruim 20.000 niet-gedupeerden zijn die zich wel hebben aangemeld
als mogelijk gedupeerde en het systeem mede daardoor vastloopt? Wat zijn de laatste
cijfers?
Antwoord 4
Voor alle ouders die zich hebben aangemeld als mogelijk gedupeerde is er tot en met
de integrale beoordeling recht op brede ondersteuning vanuit de woongemeente. Voor
ouders die niet gedupeerd blijken te zijn na de integrale beoordeling stopt het recht
op deze ondersteuning. Ook voor ouders die na de eerste toets niet-gedupeerd zijn
en zich afmelden voor de integrale beoordeling stopt het recht op brede ondersteuning.
Gemeenten kunnen de brede ondersteuning pas beëindigen als UHT deze gegevens heeft
gedeeld. Voor deze niet-gedupeerden is reguliere gemeentelijke ondersteuning beschikbaar.
Niet gedupeerden worden, zoals benoemd in antwoord 3, binnen de gemeente warm overgedragen
naar deze reguliere ondersteuning.
De verwachting is dat grofweg 45.000 ouders gedupeerd blijken te zijn wanneer alle
integrale beoordelingen zijn afgerond. Dat houdt ook in dat wanneer alle integrale
beoordelingen zijn afgerond er zo’n 24.000 ouders na de integrale beoordeling niet
gedupeerd zijn. Daarnaast hebben gemeenten ook te maken met kinderen en jongeren en
ex-toeslagpartners die recht hebben op brede ondersteuning.
Gemeenten hebben terecht hun twijfels geuit over de volledigheid van de gegevens met
betrekking tot niet-gedupeerden die zij ontvangen. Er is daarom actie ondernomen om
deze problemen aan te pakken door de knelpunten op te lossen rondom het verstrekken
van gegevens van personen die een afwijzende beschikking hebben ontvangen en door
het optimaliseren van de tweewekelijkse gegevensdeling met gemeenten.
Vraag 5
Welke maatregelen worden getroffen om niet-gedupeerden zo snel mogelijk duidelijkheid
te geven, zodat de inzet op de daadwerkelijk (zwaarst) gedupeerden kan worden gericht?
Wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen mensen die (zeer) waarschijnlijk niet-gedupeerd
zijn en mensen die twijfelgevallen zijn?
Antwoord 5
Of een ouder wel of niet gedupeerd is, wordt definitief vastgesteld bij de integrale
beoordeling. UHT is de afgelopen jaren fors opgeschaald zodat meer integrale beoordelingen
kunnen worden gedaan en de wachttijd verkort wordt. Om vervolgens de behandeling zo
vlot mogelijk te laten verlopen, hebben persoonlijk zaakbehandelaren (PZB’ers) meer
ruimte gekregen in de beoordeling en is de informatie voor en afstemming met ouders
tijdens de integrale beoordeling verbeterd. Deze versnelling zorgt ervoor dat 57.000
integrale beoordelingen in het eerste kwartaal van 2025 worden afgerond en de resterende
aanmeldingen in de loop van 2025.
Ouders die vermoedelijk niet gedupeerd zijn krijgen een versnelde afhandeling van
de integrale beoordeling. Daarmee wordt de wachtrij kleiner en hoeven ouders die vermoedelijk
wel gedupeerd zijn minder lang te wachten. Evident niet-gedupeerden (aanmelders zonder
kinderen) zijn ook benaderd met de vraag om hun aanvraag in te trekken. Tevens is
er een urgentieroute waarbij gemeenten, het Instituut voor Publieke Waarden (IPW)
en het Ondersteuningsteam Buitenland (OTB) urgente casussen kunnen voordragen voor
prioriteit, om zo een snelle aanpak te waarborgen.
Gegevens van niet-gedupeerden worden nu direct na de integrale beoordeling verstrekt
aan gemeenten, waardoor onnodige druk op de ondersteuning van gedupeerden wordt vermeden.
Deze gegevensuitwisseling is geoptimaliseerd en vindt tweewekelijks plaats. Voor ouders
wiens brede ondersteuning afloopt, wordt deze in een periode van 30 dagen aangepast
en afgebouwd, met mogelijke doorverwijzing naar reguliere hulp door de gemeente.
Vraag 6
Waar ziet u nog mogelijkheden om dit sneller en beter te doen?
Antwoord 6
De afhandeling van de integrale beoordelingen is steeds meer op stoom gekomen: eind
april is voor ruim 61% van de ouders de integrale beoordeling gedaan (inclusief afmeldingen).
Planning is dat in het eerste kwartaal van 2025 circa 57.000 integrale beoordelingen
zijn afgehandeld, dat betreft bijna 85% van het aantal aangemelde ouders. De rest
van de integrale beoordelingen wordt in de loop van 2025 afgehandeld. Met deze prognose
is de uitvoering van de integrale beoordeling in elk geval gebaat bij het doorzetten
van de ingezette koers. Grote aanpassingen in de uitvoering van de integrale beoordeling
hebben het aannemelijke risico in zich dat ze niet bijdragen aan versnelling, maar
juist leiden tot vertraging en onzekerheid.
Vraag 7
Is het bijvoorbeeld mogelijk om in gevallen waar het evident is dat het geen gedupeerde
van de toeslagenaffaire betreft, geen integrale beoordeling te doen of deze versneld
af te ronden? Zo nee, waarom niet? Zou het mogelijk zijn om een dergelijk geval achteraan
de rij aan te laten sluiten bij gemeentelijke ondersteuning, om de (zwaarst) gedupeerden
eerder en beter te ondersteunen?
Antwoord 7
Elke ouder die zich aanmeldt heeft wettelijk recht op een integrale beoordeling, ook
als deze bij de eerste toets voorlopig niet als gedupeerde is aangemerkt. Het komt
namelijk voor dat ouders na een negatieve eerste toets in de integrale beoordeling
alsnog gedupeerd blijken te zijn. Zoals bij antwoord 5 is toegelicht, krijgen ouders
die op basis van een aantal criteria vermoedelijk niet gedupeerd zijn een versnelde
afhandeling of wordt aan hen voorgesteld om hun aanvraag in te trekken in het geval
van evident niet-gedupeerden, zodat de wachtrij voor mogelijk wel gedupeerde ouders
korter wordt. Gemeenten, OTB en IPW hebben de mogelijkheid om ouders aan te dragen
voor urgentie bij de integrale beoordeling, als zij dit gezien de situatie van de
ouder nodig achten. Op dit moment wordt met de oudercommissie, gemeenten, VNG en het
Ministerie van SZW verkend welke mogelijkheden er zijn om de brede ondersteuning aan
ouders te verbeteren, zowel op korte als op lange termijn.
Vraag 8
Kunnen gemeenten een rol spelen bij het signaleren van niet-gedupeerden die in afwachting
van de integrale beoordeling een beroep doen op de voorzieningen die bedoeld zijn
voor gedupeerden van de toeslagaffaire? Zo ja, hoe kunt u ze hierbij ondersteunen?
Zo nee, waarom niet en wat is ervoor nodig om dit wel mogelijk te maken?
Antwoord 8
Gedupeerdheid wordt vastgesteld in de integrale beoordeling. De verantwoordelijkheid
voor het uitvoeren van deze beoordeling ligt bij UHT. Gemeenten kunnen deze beoordelingen
niet uitvoeren. Om gemeenten te ondersteunen bij het leveren van de brede ondersteuning
en niet-gedupeerden uit het proces te halen wordt ingezet op het zo snel mogelijk
afronden van de integrale beoordelingen en het optimaliseren van de gegevenslevering
aan gemeenten.
Vraag 9
Waar ziet u de grootste knelpunten bij gemeenten in de ondersteuning van gedupeerden?
Ziet u mogelijkheden om deze op korte termijn te verhelpen? Zo ja, wat is hiervoor
nodig?
Antwoord 9
Zie antwoord vraag 5.
Vraag 10
Deelt u de opvatting van dhr. Heijkoop dat het gemeenten aan kaders voor aanvragen
en een afbakening in de tijd ontbreekt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Dit onderwerp is onderdeel van het eerdergenoemde bestuurlijk overleg waarover in
de volgende voortgangsrapportage zult worden geïnformeerd. Gemeenten kunnen ook zelfstandig
inkadering geven aan het bieden van brede ondersteuning. Door de VNG is ook een handreiking
gepubliceerd over hoe gemeenten invulling kunnen geven aan de brede ondersteuning.2 Het ontbreken van strikte kaders en afbakening in de tijd kwam aanvankelijk voort
uit de wens van de gemeenten zelf. Om gemeenten de mogelijkheid te geven om maatwerk
toe te passen en zo optimaal te kunnen inspelen op de specifieke behoeften van hun
inwoners. Het streven was en is om flexibiliteit te bieden in het ondersteuningsproces,
wat in veel gevallen waardevol is gebleken.
Vraag 11
Wat vindt u van het idee van gemeenten om deze kaders in samenspraak met de gedupeerde
ouders te ontwikkelen en welke elementen acht u daarbij van belang?
Antwoord 11
Het idee van gemeenten om kaders in samenspraak met gedupeerde ouders te ontwikkelen
is zeer waardevol. Het is belangrijk ouders hierbij te betrekken om ervoor te zorgen
dat de ondersteuningsmaatregelen aansluiten bij hun behoeften. Belangrijke elementen
die hierbij van belang zijn, omvatten transparantie, open communicatie en duidelijkheid
over wat wel kan en niet kan binnen de brede ondersteuning. Binnen de brede ondersteuning
hebben gemeenten ook de vrijheid om op gemeentelijk niveau bepaalde kaders te ontwikkelen.
Vraag 12
Hoe kijkt u aan tegen de oprichting van een landelijk expertisecentrum voor trauma
en zorg?
Antwoord 12
De toeslagenaffaire heeft een diepgaande emotionele en mentale impact gehad op de
gedupeerden en hun naasten. Mentaal welzijn is essentieel voor een nieuwe start en
voor het perspectief op emotioneel herstel. Om gedupeerde ouders met dergelijke problemen
te kunnen bijstaan, is specifieke expertise vereist die momenteel niet voorhanden
is en bovendien lastig lokaal te organiseren is. Bij het bestuurlijk overleg wordt
er dan ook besproken welke mogelijkheden er zijn om recht te doen aan de behoefte
van ouders op dit vlak, zonder daarbij de uitvoerbaarheid en doelmatigheid uit het
oog te verliezen. In de volgende voortgangsrapportage wordt teruggekomen op de uitkomsten
van dit bestuurlijk overleg.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Aukje) de Vries, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.