Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Hirsch en Teunissen over exportkredietverzekeringen voor de baggersector
Vragen van de leden Hirsch (GroenLinks-PvdA) en Teunissen (PvdA) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over exportkredietverzekeringen voor de baggersector (ingezonden 4 april 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst),
mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen
21 mei 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het op 25 maart 2024 gepubliceerde rapport «Dredging destruction»
van Both Ends1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Uw ministeries en Atradius DSB schrijven in reactie op het rapport zich niet te herkennen
in de conclusie van het rapport, herkent u zich wel in de feiten? Erkent u dat er
in Brazilië, Egypte, de Filipijnen, de Malediven, Mozambique en Indonesië vissers
en boeren hun bestaan hebben verloren en het milieu is aangetast door de via de overheid
verzekerde baggerprojecten van Boskalis en Van Oord? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Grootschalige infrastructuur- en baggerprojecten kunnen negatieve effecten voor mens,
dier en milieu opleveren. De Nederlandse staat verzekert geen transacties met onaanvaardbare
gevolgen voor mens, dier en milieu. Negatieve neveneffecten moeten worden voorkomen,
beperkt of gecompenseerd. Het kabinet verwacht ook van Nederlandse bedrijven dat zij
deze werkwijze zoals beschreven in de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen
inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen toepassen. Aanvragers van een exportkredietverzekering
(ekv) tekenen daarom een inspanningsverklaring. Afgifte van een ekv bij hoog risico
projecten is daarnaast alleen mogelijk nadat een uitgebreide milieu- en sociale beoordeling
heeft plaatsgevonden en de projecten voldoen aan internationale standaarden voor maatschappelijk
verantwoord ondernemen (mvo).2 Sinds 1 januari 2022 monitort Atradius Dutch State Business (ADSB) de hoogste risico
projecten gedurende de looptijd van de polis. Vaak wordt dan een onafhankelijke consultant
ingezet en wordt samengewerkt binnen een consortium van banken, internationale instellingen
en buitenlandse exportkredietverzekeraars.
Als er in projecten milieu wordt aangetast of het levensonderhoud van belanghebbenden
wordt getroffen, dan moet volgens de internationale standaarden eerst onderzocht worden
of dit in voldoende mate voorkomen kan worden, gemitigeerd kan worden en in het uiterste
geval worden gecompenseerd. Compensatie dient zo te worden uitgevoerd dat het levensonderhoud
van de belanghebbenden hetzelfde of beter wordt dan de situatie voor de start van
een project. Dit kan door middel van bijvoorbeeld alternatieve werkgelegenheid, vervangende
woonruimte en/of financiële compensatie. Compensatie voor milieuschade kan bijvoorbeeld
worden bereikt door de aanleg van nieuwe natuur.
Uit de milieu- en sociale beoordelingen door ADSB blijkt dat de projecteigenaren van
de in het rapport besproken projecten deze vereisten onder de internationale maatstaven
goed hebben toegepast. Om die reden herkent het kabinet zich niet in het geschetste
beeld van het rapport. Het kabinet benadrukt dat ook in de wereld van grootschalige
baggerprojecten en het verzekeren daarvan de ontwikkeling van kennis en techniek niet
stilstaat. Zo kunnen steeds vaker oude technieken op het terrein van baggeren worden
vervangen met een zogenoemde «buillding with nature» aanpak en ook op dit terrein
beweegt de wereld van de exportkredietverzekering mee om dit soort nieuwe meer duurzame
technologieën te kunnen verzekeren.
Vraag 3
Is Atradius DSB begonnen met de herbeoordeling van de exportkredietverzekering voor
het Mozambique LNG project? Hoe kijkt u naar de huidige veiligheidssituatie van het
Mozambique LNG project? Wat is de stand van zaken rondom de veiligheidssituatie en
de analyse van Atradius DSB?
Antwoord 3
Ja, ADSB en de Staat zijn momenteel bezig met de herbeoordeling van de ekv voor dit
project. Zoals toegelicht in de Kamerbrief van 15 december jl.3 heeft Nederland het recht voorbehouden om het project opnieuw te beoordelen op financiële,
milieu- en sociale en veiligheidsrisico’s. Dit betekent dat het project getoetst wordt
aan nationale en internationale standaarden, waaronder de IFC Performance Standards en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights. Daarnaast worden de aanbevelingen uit het Proximities rapport inzake de veiligheid
integraal meegenomen bij de herbeoordeling.
In de Kamerbrief van 15 december jl. is eveneens aangegeven dat het kabinet uw Kamer
na de afronding van het herbeoordelingsproces, binnen de geldende juridische en commerciële
randvoorwaarden, zo goed mogelijk informeert over de uitkomsten hiervan en de beslissing
van het kabinet hierop. Daarbij zal ook worden ingegaan op de beoordeling van de veiligheidssituatie
voor zover daarover in het openbaar kan worden gecommuniceerd.
Vraag 4
Hoe staat het met de implementatie van de aanbevelingen van het door onderzoeksbureau
Proximities Risk Consultancy opgeleverde rapport, waarover u op 19 juni 2023 de Kamer
heeft geïnformeerd?4
Antwoord 4
Het kabinet heeft de aanbevelingen conform de beleidsreactie van 21 februari 2023
geïntegreerd in het beleid en de uitvoering van de ekv.5 De interne procedures zijn aangepast en er is een werkinstructie opgesteld voor de
beoordeling van de veiligheidssituatie. De specifieke aanbevelingen uit het Proximities
rapport voor het project in Mozambique maken integraal onderdeel uit van het herbeoordelingsproces
voor dit project. Uw Kamer zal hierover na afronding van dit herbeoordelingsproces
nader worden geïnformeerd.
Vraag 5
Is er een concreet en effectief plan om te zorgen dat de vissers en boeren rondom
het Mozambique LNG project weer kunnen vissen en oogsten?
Antwoord 5
Om in aanmerking te komen voor een ekv dienen negatieve economische effecten conform
internationale standaarden voorkomen, gemitigeerd of gecompenseerd te worden. De acties
vanuit het project voor deze groepen mensen zijn vastgelegd in het zogenoemde livelihood restoration program dat gepubliceerd is op de projectwebsite.6 Onderdeel van de herbeoordeling van het Mozambique LNG-project is of dat deze aanpak
voldoet aan de internationale standaarden voor de ekv.
Vraag 6
Hoe beoordeelde Atradius DSB de publieke consultatie van de milieustudie (IEA) in
het kader van het Gulhifalhu project op de Malediven nadat deze voor slechts vijf
dagen online open stond tijdens de COVID-19 lockdown? Hoe is de input van de slechts
zeven respondenten meegewogen?
Antwoord 6
De milieustudie waar in de vraag naar wordt verwezen is een lokaal document dat was
opgesteld op basis van de nationale wet- en regelgeving van de Malediven. Tijdens
de due diligence fase voor dit project heeft ADSB bepaald dat voor een ekv sprake dient te zijn van
een Environmental and Social Impact Assessment (ESIA) op basis van de internationale mvo-standaarden. Deze ESIA is vervolgens opgesteld
en publiek beschikbaar op de projectwebsite.7
Conform de internationale standaarden zijn er meerdere consultatiemomenten geweest
met stakeholders, waaronder vissers en duikscholen. Tijdens deze gesprekken hebben
stakeholders aangegeven dat zij geen negatieve effecten op hun werkzaamheden verwachten
vanuit onderhavig project, maar wel van andere projecten in de omgeving. Dit is ook
bevestigd tijdens het laatste monitoringsbezoek van ADSB aan de projectlocatie in
juni 2023.
Vraag 7
Hoe beoordeelde Atradius DSB de te verwachten onomkeerbare milieuverwoesting in de
Malediven en de gevolgen daarvan voor de lokale economie zoals toerisme en vissers?
Antwoord 7
Het project is door ADSB beoordeeld op het voorkomen, mitigeren of compenseren van
nadelige gevolgen voor mens, dier en milieu. Onderdeel van deze beoordeling is een
Environmental and Social Impact Assessment (ESIA) conform internationale standaarden. De ESIA is specifiek gericht op het identificeren
van milieueffecten en de ontwikkeling van strategieën om deze te mitigeren of compenseren.
Deze ESIA is publiek beschikbaar op de projectwebsite.8
Volgens de ESIA zijn er maatregelen gepland om negatieve milieueffecten te minimaliseren.
Waar deze effecten niet volledig vermeden kunnen worden, is voorzien in compensatieplannen
die overeenkomen met internationale standaarden. Deze plannen zijn beoordeeld en voldoende
bevonden door een onafhankelijke consultant en zullen regelmatig worden gemonitord
om de uitvoering te waarborgen.
Het project heeft meerdere consultatierondes gehouden met lokale stakeholders, zoals
beschreven in het antwoord op vraag 6. ADSB blijft alert op mogelijke tegenstrijdige
visies en zorgen die naar voren kunnen komen. Deze zorgen worden vervolgens gedeeld
met het project en ADSB neemt dit mee in de monitoring van het project.
Vraag 8
Bent u bekend met de ontvoering van activisten Jhed Tamano en Jonila Castro en de
klacht bij de VN rapporteur?9 Hoe zijn uw ministeries en Atradius DSB omgegaan met het nieuws van de ontvoering?
Is de veiligheid van activisten meegenomen in de afgifte van de exportkredietverzekering?
Antwoord 8
Op 15 september jl. publiceerde de Filipijnse Commission on Human Rights een publieke verklaring over deze kwestie en het kabinet is bekend met berichten
over de ontvoering van deze activisten. De Nederlandse ambassade staat in contact
met verschillende partijen in de Filipijnen over de mogelijke toedracht en achtergrond.
De Nederlandse ambassade heeft contact opgenomen met de projecteigenaar van het luchthavenproject
om het belang van het waarborgen van de veiligheid van actievoerders te benadrukken.
Ook heeft de ambassadeur publiekelijk aandacht gevraagd voor de kwestie en de positie
van mensenrechten in de Filipijnen in het algemeen op het platform X. De ambassade
heeft daarnaast gesproken met de NGO Both ENDS over deze situatie. Tot slot heeft
ADSB zich ingezet naar aanleiding van deze kwestie. Zo heeft ADSB de ontvoering geadresseerd
bij de projecteigenaar en betrokken financiers en de onafhankelijke consultant.
Vraag 9
Bent u bekend met de zeer repressieve wetgeving in de Filippijnen, waar mensenrechtenverdedigers
aangemerkt worden als terroristen? Hoe heeft u deze realiteit meegewogen in uw beslissing
over het afgeven van een exportkredietverzekering? Welke maatregelen neemt u om te
zorgen dat er geen mensenrechtenschendingen plaatsvinden in de context van het project?
Antwoord 9
De Filipijnen kennen een complexe situatie als het gaat om de positie en bescherming
van mensenrechtenverdedigers. Daarom monitort de ambassade de ontwikkelingen op het
gebied van mensenrechten nauwgezet, inclusief het zogenoemde red-taggingvan activisten, en ondersteunt het lokale partners om deze situatie te verbeteren.
Met gelijkgestemde partners, zoals de EU, zet de ambassade zich actief in om te zorgen
dat mensenrechtenverdedigers hun werk kunnen doen. In het kader van de ekv-beoordeling
voor het luchthavenproject is een human rights impact assessment uitgevoerd om projectgerelateerde risico’s op mensenrechtenterrein te identificeren
en waar nodig maatregelen te nemen.
Vraag 10 en 11
In welke gevallen kunt u een exportkredietverzekering intrekken? Kunt u toelichten
of intrekking mogelijk is als de Nederlandse exporteur en/of de projecteigenaar mensenrechten
schendt dan wel milieuschade veroorzaakt, dan wel daar aan bijdraagt, dan wel daarbij
betrokken is?
Overweegt u de exportkredietsteun voor de projecten in Mozambique, de Malediven en
de Filipijnen stop te zetten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10 en 11
Het kabinet overweegt niet om de exportkredietverzekeringen in te trekken voor deze
projecten. Deze projecten zijn (of in het geval van de eventuele herstart van het
LNG-project in Mozambique: worden) beoordeeld aan de hand van het vigerende beleidskader
voor de ekv, o.a. op milieu- en sociale, financiële en compliance risico’s, en op
basis daarvan is er ingestemd met de afgifte van een polis.
Het intrekken van afgegeven polissen is alleen mogelijk indien sprake is van verzuim,
aantoonbare nalatigheid of fraude door de verzekerde partij. Schending van de polisvoorwaarden
kan in het uiterste geval gevolgen hebben voor het recht op schade-uitkering onder
de polis. Deze situatie is voor geen van de genoemde projecten aan de orde.
Vraag 12
Hoe leest u dit rapport in het kader van de aangenomen motie van de leden Alkaya en
Van Raan over geen exportkredietverzekeringen bij risico's op mensenrechtenschendingen
of milieuschade uit 2018?10 Bent u het eens dat de uitvoering van deze motie tekort schiet? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 12
De motie van de leden Alkaya en van Raan verzoekt de regering «er zorg voor te dragen
dat iedere aanvraag voor een exportkredietverzekering waarbij de risico's op schending
van mensenrechten of milieuschade te groot zijn, wordt afgekeurd ongeacht het zogenaamde
gelijke speelveld en de gevolgen voor de aanvragende bedrijven». Zoals hierboven aangegeven
verzekert de Nederlandse staat geen transacties met onaanvaardbare risico’s voor mens,
dier en milieu. Zodanige risico’s dienen te worden voorkomen, gemitigeerd of te worden
gecompenseerd. Dit conform het Nederlandse milieu en sociale beleid voor de ekv, dat
in lijn is met de internationale mvo-standaarden. Het kabinet handelt daarmee conform
de motie van de leden Alkaya en Van Raan.
Vraag 13
Klopt het dat de zeven in het rapport beschreven projecten waaraan exportkredietsteun
is geboden niet zijn meegenomen in de beleidsevaluatie van het mvo-beleid uit 2021?11 Waarom niet?
Antwoord 13
Bij de onafhankelijke evaluatie van het mvo-beleid voor de ekv-faciliteit uit 2021
is integraal gekeken naar het mvo-beleid dat gold vanaf 2018.12 Hierbij is gekeken naar vijf transacties/casestudies, waaronder ook twee projecten
in de baggersector (één transactie van Van Oord in Angola en één transactie van Royal
IHC in Argentinië). Bij de selectie van de vijf cases is door de onderzoekers gestreefd
een evenwichtige selectie te maken uit verschillende sectoren en risicoclassificaties.
De aanbevelingen uit de evaluatie zijn doorgevoerd in de laatste herziening van het
mvo-beleid voor de ekv in 2023.13 De ekv-besluitvorming over projecten uit het rapport van Both ENDS et al. vond plaats
vóór de mvo-beleidsherziening in 2018 of ná afronding van de evaluatie in januari
2021 en maakt om die reden geen onderdeel uit van de selectie die de onafhankelijke
onderzoeker destijds heeft gemaakt, maar waarbij dus wel andere projecten uit de baggersector
zijn geëvalueerd.
Vraag 14
Bent u het ermee eens dat, in lijn met de OESO standaarden, UNGPs, SDGs en de Kunming-Montreal
Global Biodiversity Framework, alle relevante sociale, milieu en mensenrechten documentatie
rondom de verzekerde projecten openbaar moet zijn? Bent u het ermee eens dat het mvo-beleid
van Atradius DSB momenteel niet in deze eis voorziet?
Antwoord 14
De OESO Common Approaches zijn leidend op het terrein van standaarden voor transparantie bij exportkredietverzekeringen
die verstrekt worden door OESO-landen.14 Daarnaast onderschrijft ADSB de OESO-richtlijnen inzake maatschappelijk verantwoord
ondernemen. De OESO Common Approachesen OESO-richtlijnen bepalen dat partijen transparant dienen te zijn binnen de grenzen
van bedrijfsvertrouwelijke- en concurrentieoverwegingen.
In de vraag wordt gesteld dat de daarin genoemde kaders verplichten tot openbaarmaking
van de documentatie. Dat is niet het geval. Wel geven deze kaders aan dat gestreefd
moet worden naar transparantie met inachtneming van commerciële, juridische en andere
beperkingen.
Het kabinet is van oordeel dat ADSB de verplichtingen uit de bovengenoemde internationale
kaders correct toepast en wordt daarbij gesterkt door de conclusies van de beleidsevaluatie
van het mvo-beleid voor de ekv uit 2021 uitgevoerd door een externe partij.15 De evaluatie stelt op dit punt dat ADSB transparant is over het mvo-beleid en de
uitgangspunten van die transparantie zijn vastgelegd in een expliciet transparantiebeleid,
dat ook is gepubliceerd op de website.16 De evaluator merkt hierbij op dat exportkredietverzekeraars in andere landen minder
transparant zijn over hun beleid en dat ADSB op dit punt dus verder lijkt te gaan
dan hun evenknie in andere landen.
Zoals hierboven aangegeven dient ADSB op basis van de OESO Common Approaches bij het openbaar maken van documenten rekening te houden met onder meer de bedrijfsvertrouwelijkheid
van documentatie. Van belang hierbij is dat ADSB in de meeste gevallen geen eigenaar
is van (onderliggende) documentatie. ADSB moedigt projecteigenaren aan om zo transparant
mogelijk te communiceren met stakeholders, bijvoorbeeld door het opzetten van een
projectwebsite. Bij de lopende onderhandelingen over de herziening van de OESO Common Approaches zet Nederland in op het opnemen van een inspanningsverplichting voor projecteigenaren
om transparantie te bevorderen. Dit is ook belangrijk voor een internationaal gelijk
speelveld.
Vraag 15
Waarom kan Atradius DSB het environmental social action plan (ESAP) niet delen met
de (mogelijk) getroffen gemeenschappen en maatschappelijke organisaties? Bent u bereid
om in de poliswaarden van Atradius DSB op te nemen dat de ESAP publiek gedeeld wordt?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
Het Environmental and Social Action Plan (ESAP) is een contractdocument dat valt onder het juridische eigendom van de financierende
partijen en de projecteigenaar. ADSB heeft niet de juridische bevoegdheid om dergelijke
documenten zelfstandig openbaar te maken.
Zoals ook aangegeven bij het antwoord op vraag 14 moedigt ADSB projecteigenaren aan
om zo transparant mogelijk te communiceren met stakeholders, bijvoorbeeld door het
opzetten van een projectwebsite. Het kabinet zet zich binnen de OESO in voor een inspanningsverplichting
voor projecteigenaren om transparantie te bevorderen. Dit is ook belangrijk voor een
internationaal gelijk speelveld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.