Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Paulusma over het bericht dat ouders alarm slaan over demonenuitdrijvingen en mishandelingen bij kinderen met autisme op een zorgboerderij in Wekerom
Vragen van het lid Paulusma (D66) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat ouders alarm slaan over demonenuitdrijvingen en mishandelingen bij kinderen met autisme op een zorgboerderij in Wekerom (ingezonden 4 april 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede
namens de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 16 mei 2024). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1590.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Ouders slaan alarm over extreme zorgboerderij: «Dit is geestelijk misbruik»» van Omroep Gelderland1 en is dit de eerste keer dat u kennis heeft genomen van misstanden bij deze zorginstelling?
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Zijn er al eerder meldingen gedaan over misstanden bij United Souls? En hoe zijn deze opgepakt?
Antwoord 2
De IGJ ontving recent vijf meldingen over de zorgboerderij United Souls. De IGJ onderzoekt
op dit moment de inhoud van deze meldingen. Zij zal op basis van haar onderzoek eventuele
vervolgacties bepalen.
Vraag 3
Wat is uw reactie op de signalen dat de aard en kwaliteit van zorg sterk veranderde
nadat de eigenaar van de zorginstelling een opleiding volgde bij de Kingdom Business School van Frontrunners Ministries?
Antwoord 3
De berichtgeving over deze zorgboerderij heeft mij verontwaardigd. De signalen zijn
zorgwekkend. Kinderen horen veilig te zijn in de jeugdhulp en zij verdienen kwalitatief
goede zorg. Zorginstellingen moeten zich houden aan de wetgeving waarin eisen worden
gesteld aan de kwaliteit. Bij de inkoop van jeugdhulp is het aan de gemeente welke
zorgaanbieders zij contracteren. De IGJ ziet toe op de kwaliteit van jeugdhulp en
zorg.
Vraag 4
Zijn er voor zover bekend andere zorg- of onderwijsinstellingen die in verband staan
met Frontrunners Ministries? Bent u bereid hier nader onderzoek naar te doen?
Antwoord 4
De vrijheid van godsdienst en organisatie is een groot goed. Relaties met godsdienstige
of religieuze instellingen behoren tot die grondwettelijke vrijheden. Ik ben daarom
ook niet voornemens hier onderzoek naar te laten doen. De inspecties zijn de aangewezen
partij om op te treden wanneer de kwaliteit van jeugdhulp of onderwijs in het geding
is.
Vraag 5
Heeft u nader onderzoek gedaan naar de trauma’s en schade van uitdrijvingen en gebedsgenezingen
na de brief van Leerlingbelang-VSO (LBVSO) vorig jaar dat 70% van de jongeren trauma’s
ontwikkelt na zulke gebedsgenezingen?
Antwoord 5
In de beantwoording op de Kamervragen van het lid Raemakers (D66)2 over gebedsgenezers die claimen dat zij autisme kunnen genezen van afgelopen juli
heb ik geantwoord dat ik niet voornemens was om onderzoek te laten doen naar schade
bij jongeren naar aanleiding van gebedsgenezingen.
Vraag 6 en 7
Bent u nu wel bereid om te onderzoeken of demonenuitdrijvingen bij kinderen waarbij
gesuggereerd wordt dat het ziektes en kwalen helpt te genezen, verboden kunnen worden?
Wat is uw reactie op de oproep van de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) en
LBVSO om gebedsgenezingen gericht op autisme te verbieden?
Antwoord 6 en 7
Ik vind het belangrijk dat iedereen in Nederland zichzelf kan zijn. Mensen met autisme
of ADHD ervaren de wereld anders. Daar hoeft iemand niet van genezen te worden. Bovendien
kan dat ook niet. Tegelijkertijd hebben mensen het recht om dit anders te zien of
iets anders te geloven. Dat is hun recht. Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van
godsdienst zijn vrijheden die wij in onze Grondwet hebben vastgelegd.
Vanuit die grondwettelijke rechten kan en wil ik gebedsgenezing niet verbieden. Daarom
ben ik ook niet voornemens hier onderzoek naar te laten doen.
Wanneer er vermoedens zijn van kindermishandeling, lichamelijk of geestelijk, dient
een melding te worden gemaakt bij Veilig Thuis. Indien er (mogelijk) sprake is van
strafbare feiten kunnen mensen terecht bij de politie.
Vraag 8
Bent u het eens met D66 dat zorginstellingen die vanuit publiek geld gefinancierd
worden hun cliënten niet dienen aan te sporen om deel te nemen aan gebedsgenezingen
of uitdrijvingen, zeker waar het (jonge) kinderen betreft?
Antwoord 8
Ja
Vraag 9
Bent u nu wel voornemens om (verscherpt) toezicht te laten uitvoeren op gebedsgenezers
die claimen autisme of andere mentale stoornissen te kunnen genezen, zeker waar het
minderjarigen betreft en het gefinancierd wordt vanuit de Jeugdwet, Wlz of Wmo, zoals
het geval was bij United Souls?
Antwoord 9
Het toezicht door de IGJ is gebaseerd op diverse informatie over de kwaliteit van
deze zorg. Deze informatie ontvangt de IGJ bijvoorbeeld via signalen en meldingen.
De IGJ bezoekt zorgaanbieders, zoals zorgboerderijen aan de hand van een risico-inschatting.
Dit risico wordt ingeschat op basis van de verzamelde informatie uit meldingen, signalen
en klachten, uitkomsten van eerdere inspectiebezoeken, jaarverslagen en berichten
uit de actualiteit.
De IGJ onderzoekt op dit moment de inhoud van de meldingen die zij ontving over deze
zorgboerderij en zal op basis van haar onderzoek eventuele vervolgacties bepalen.
Vraag 10
Klopt het dat zorgboerderij United Souls als eenmansbedrijf over de afgelopen vijf jaar een winst van 1,3 miljoen euro heeft
gemaakt en waarom is dit op geen enkel niveau aanleiding gebleken om intensiever toezicht
uit te voeren of anderszins in te grijpen?
Antwoord 10
In de jeugdhulp hoort geen plaats te zijn voor (excessieve) winstuitkeringen die ten
koste gaan van de kwaliteit, beschikbaarheid of toegankelijkheid van de jeugdhulp.
Of de zorgboerderij United Souls buitensporige winst maakt kan ik niet beoordelen.
Dit is van meerdere factoren afhankelijk, zoals de juridische vorm van de organisatie,
hoe het (bedrijfs)resultaat zich verhoudt tot de jeugdhulpinkomsten en eventuele andere
inkomsten en activiteiten. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de
rechtmatigheid van de jeugdhulp. De gemeente Ede heeft aangegeven dat uit de formele
controle bij de hoofdaannemer van zorgboerderij United Souls, te weten de Coöperatie
Boer en Zorg, geen signalen zijn geconstateerd die het noodzakelijk maakten voor de
gemeente om over te gaan op een materiële of verdiepende controle op de financiën
van genoemde zorgboerderij.
Vraag 11
Bent u van mening dat instellingen zoals United Souls en Frontrunners Ministries geen ANBI-status horen te hebben indien hun activiteiten dermate sterk gericht zijn
op het maken van geldelijke winst?3 Zo nee, waarop baseert u dan dat minstens 90% van hun activiteiten het algemeen nut
dienen?
Antwoord 11
In het ANBI-register op de website van de Belastingdienst is vermeld dat Frontrunner
Ministries sinds 22 september 2015 beschikt over de ANBI-status. Om als ANBI te kunnen
worden aangemerkt moet een instelling onder andere het algemeen nut beogen en daarnaast
uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (ten minste 90%) het algemeen nut dienen. Een
andere voorwaarde voor de ANBI-status is dat de instelling geen winstoogmerk heeft
met het geheel van haar activiteiten die het algemeen belang dienen. Een ANBI mag
winst maken uit commerciële fondsenwervende activiteiten. De voorwaarde daarbij is
dat de winst ten goede komt aan de hoofdactiviteiten van de ANBI. Voor de volledigheid
merk ik op dat United Souls niet vermeld staat in het ANBI-register op de website
van de Belastingdienst.
Vraag 12
Is het kabinet voornemens de bepalingen rondom ANBI-statussen te wijzigen indien instellingen
zoals United Souls en Frontrunners Ministries zelfs na al deze misstanden nog steeds hun ANBI-status zouden kunnen behouden?
Antwoord 12
Om als ANBI te kunnen worden aangemerkt moet een instelling onder andere het algemeen
nut beogen en daarnaast uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (ten minste 90%) het algemeen
nut dienen. Het begrip «algemeen nut» is in de wet neutraal vormgegeven en wordt,
zoals ook uit de jurisprudentie blijkt, neutraal getoetst. Dit is een belangrijke
eigenschap van de ANBI-regelgeving maar kan soms ongemakkelijk voelen als sprake is
van gedrag van ANBI’s dat conflicteert met gangbare maatschappelijke waarden en opvattingen.
Dit is echter inherent aan het neutrale karakter van de ANBI-regelgeving. Het kabinet
vindt het belangrijk dat burgers die zich voor maatschappelijke doelen willen inzetten,
voldoende keuze hebben en ook kunnen bepalen welke activiteiten van ANBI’s zij wenselijk
vinden. Tegelijkertijd vindt het kabinet het belangrijk zich uit te spreken over wat
het kabinet als wenselijk maatschappelijk gedrag ziet en dit uit te dragen. Daarom
wordt langs verschillende lijnen gewerkt aan het bestrijden van ongewenst gedrag door
maatschappelijke organisaties. De grens van de vrijheid van ANBI’s om hun doelen na
te streven ligt bij overtreding van de wet (of daar waar toepassing van de integriteitstoets
binnen de ANBI-regeling in beeld komt) of daar waar een instelling door de rechter
verboden wordt. Verdenkingen, niet-vervolgbare activiteiten of handelingen die simpelweg
niet aansluiten bij eenieders overtuiging van wat behoort tot het «algemeen nut» zijn
geen redenen een instelling de ANBI-status te ontnemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.