Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Hijum en Kahraman de fraudezaak betreffende het Europees coronaherstelfonds
Vragen van de leden Van Hijum en Kahraman (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Financiën over de fraudezaak betreffende het Europees coronaherstelfonds (ingezonden 8 april 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van
Financiën (ontvangen 30 april 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het BNR-artikel «Mega-diefstal Europees coronaherstelfonds: «Lijkt
op een Netflix-scenario»» d.d. 4 april 2024?1
Antwoord 1
Ja. Daarnaast wijs ik graag op het persbericht van het Europees Openbaar Ministerie
(EOM) over deze casus2 en op het aanvullende persbericht dat het EOM op 12 april gepubliceerd heeft over
de omvang van HVF-middelen betrokken bij het vermoede fraudegeval in Italië.3 Daarin licht het EOM toe dat het onderzoek naar mogelijke fraude ter hoogte van 600 miljoen
euro voor een deel middelen uit de HVF betreft. Het EOM doet geen uitspraak over welk
deel HVF-middelen betreft. Op 12 april heeft het lid Heinen (VVD) ook vragen gesteld
over een nieuwsbericht over deze casus, alsmede een nieuwsbericht over een andere
casus waarin mogelijke fraude met HVF-middelen wordt onderzocht (2024Z06435).
Vraag 2
Bent u op de hoogte van de grote hoeveelheid fraudezaken met betrekking tot het coronaherstelfonds?
Antwoord 2
De nieuwsberichten en jaarverslagen van het Europees Openbaar Ministerie (EOM) en
het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) geven inzicht in de onderzoeken
naar fraude met middelen uit de HVF en andere EU-fondsen.4,
5 Het EOM heeft volgens zijn jaarverslag in 2023 1371 nieuwe onderzoeken geopend en
had op 31 december 2023 1927 actieve onderzoeken lopen.6 Daarvan hadden 319 onderzoeken betrekking op landbouwmiddelen, 313 onderzoeken op
cohesiemiddelen en 233 onderzoeken op HVF-middelen. Op basis van deze informatie kan
het kabinet op dit moment niet vaststellen hoe de hoeveelheid fraude en de effectiviteit
van de fraudebestrijding bij het HVF zich verhoudt tot die bij andere EU-fondsen.
OLAF geeft in zijn meest recente jaarverslag aan dat het in 2022 256 onderzoeken heeft
afgerond, heeft voorkomen dat 197,9 miljoen euro onterecht zou worden uitgegeven en
heeft aanbevolen om 426,8 miljoen euro terug te vorderen voor de EU-begroting. In
dit jaarverslag wordt echter niet specifiek ingegaan op fraude met de HVF.
Vraag 3
Kunt u toelichten wat de huidige maatregelen zijn tegen fraude en waarom deze maatregelen
niet voldoende zijn geweest om fraude te voorkomen?
Antwoord 3
Op grond van de HVF-verordening zijn lidstaten primair verantwoordelijk voor het voorkomen,
opsporen en corrigeren van fraude, corruptie en belangenverstrengeling.7 Dit vertaalt zich in diverse verplichtingen. Om aanspraak te maken op middelen uit
de HVF moeten lidstaten, als onderdeel van hun herstelplan, een robuust nationaal
controlesysteem opzetten. Bij de beoordeling van de herstelplannen heeft de Commissie
getoetst of de controlesystemen voldeden aan de eisen van de HVF-verordening. Zonder
een goed werkend controlesysteem hebben lidstaten geen recht op uitbetaling. Lidstaten
moeten verkeerd uitbetaalde of incorrect bestede middelen terugvorderen. In de HVF-verordening
is daarnaast vastgelegd dat lidstaten ten behoeve van audit en controle, gegevens
moeten verzamelen over o.a. eindontvangers, contractanten en sub-contractanten.
Verder moet een lidstaat met ieder betaalverzoek een beheersverklaring meesturen die
o.a. bevestigt dat de controlesystemen de nodige garanties bieden dat de middelen
zijn beheerd volgens alle toepasselijke regels, in het bijzonder inzake het voorkomen
van belangenconflicten, fraude, corruptie, en dubbele financiering. Ook moet een lidstaat
bij ieder betaalverzoek een samenvatting meesturen van de uitgevoerde audits, met
inbegrip van vastgestelde zwakke punten en eventuele genomen corrigerende maatregelen.
Naast de controlesystemen van lidstaten zelf voert de Commissie haar eigen controlestrategie
uit. Deze controles hebben tot doel de Commissie de zekerheid te bieden dat de controlesystemen
van de lidstaten fraude, corruptie, belangenconflicten en dubbele financiering kunnen
voorkomen, opsporen en corrigeren. Daarnaast is ook van belang dat lidstaten op grond
van de HVF-verordening verplicht zijn om de Europese Commissie, Europees Bureau voor
Fraudebestrijding (OLAF), de ERK en het EOM toestemming te verlenen voor de uitoefening
van hun rechten, en vergelijkbare verplichtingen op te leggen aan alle eindontvangers
van middelen. OLAF heeft de bevoegdheid om administratieve onderzoeken, waaronder
controles en verificaties ter plaatse, uit te voeren om vast te stellen of er sprake
is van fraude, corruptie, belangenconflicten of andere onwettige activiteiten waardoor
de financiële belangen van de Unie worden geschaad. Het EOM is bevoegd over te gaan
tot onderzoek en vervolging van fraude, corruptie, belangenconflicten en andere strafbare
feiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad.
Deze controlesystemen zijn erop gericht om fraude zoveel mogelijk te voorkomen en
te detecteren en corrigeren als deze heeft plaatsgevonden. Nederland hecht veel waarde
aan de correcte besteding van Europese middelen en verwelkomt het optreden van de
relevante autoriteiten om de vermoede misstanden te onderzoeken en waar nodig recht
te zetten.
In het laatst beschikbare jaarverslag8 van de Europese Commissie over de bescherming van de financiële belangen van de Europese
Unie uit juli 2023 geeft de Commissie uitleg over de auditstrategie ten aanzien van
de beheers- en controlesystemen van de lidstaten en legt daarbij uit welke goede praktijken
zijn geïdentificeerd en wat de belangrijkste problemen waren die zijn aangetroffen.
Op basis van de audits doet de Commissie aanbevelingen aan de lidstaten, die ermee
hebben ingestemd om deze aanbevelingen binnen een vooropgestelde termijn uit te voeren
om de problemen op te lossen. Ik verwacht dat de Europese Commissie in het eerstvolgende
jaarverslag over de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie aanvullend
inzicht zal kunnen geven in de ontwikkeling van de fraudebestrijding bij de uitvoering
van de HVF.
Vraag 4
Kunt u toelichten wat het inhoudt als een lidstaat onder verscherpt toezicht staat
en welke maatregelen er binnen dit kader van verscherpt toezicht worden getroffen
om fraude te bestrijden?
Antwoord 4
Het BNR-bericht waar in vraag 1 aan wordt gerefereerd maakt melding van een scherper
toezicht op Italië vanwege eerdere fraudegevallen. Een scherper of verscherpt toezicht
heeft geen officiële status binnen de werkzaamheden van het EOM en OLAF, noch binnen
de HVF-verordening. Het is aan deze instanties om te bepalen welke vorm van toezicht
gepast is voor bepaalde lidstaten en programma’s.
Vraag 5
Kunt u aangeven wat, naar aanleiding van deze recente fraudezaak, de gevolgen zijn
voor de toekomstige steun vanuit het herstelfonds voor Italië en andere landen die
onder verscherpt toezicht staan?
Antwoord 5
Op dit moment zijn er geen gevolgen voor toekomstige uitbetalingen aan Italië als
gevolg van het vermoede fraudegeval.
De relevante autoriteiten onderzoeken momenteel of, en in welke mate, sprake is geweest
van fraude. Op basis van de uitkomst van dat onderzoek en de stappen die daar mogelijk
op volgen is het vervolgens aan de betreffende autoriteiten om verkeerd uitbetaalde
of incorrect bestede middelen terug te vorderen.
Lidstaten worden geacht maatregelen te treffen om vastgestelde fraude, corruptie en
belangenconflicten die de financiële belangen van de Unie schaden, recht te zetten.
Indien een lidstaat hierin verzaakt heeft de Europese Commissie op grond van de HVF-verordening
het recht om de financiële steun uit de HVF verhoudingsgewijs te verminderen en het
verschuldigde bedrag terug te vorderen of te verzoeken om vervroegde terugbetaling
van een lening. Vanzelfsprekend is het kabinet van mening dat indien deze situatie
zich voordoet de Europese Commissie gebruik moet maken van dit recht.
Vraag 6
Kunt u aangeven hoe de Europese Unie de verantwoordelijkheid om fraude te voorkomen
neemt en wat nu, naar aanleiding van de constatering van 200 fraudezaken, de strategie
is om verdere fraude met Europese fondsen te voorkomen?
Antwoord 6
De verschillende maatregelen die worden genomen om fraude te voorkomen, op te sporen
en te corrigeren zijn beschreven in het antwoord op vraag 3. Zij hebben hun basis
in de HVF-verordening, het Financieel Reglement en de bestaande wetgeving die de rechten
van het EOM, OLAF en de ERK beschrijft. De nieuwsberichten laten zien hoe in het samenspel
tussen nationale autoriteiten, de Europese Commissie, het Europees Bureau voor fraudebestrijding
en het Europees Openbaar Ministerie mogelijke fraude wordt opgespoord. Zoals in het
antwoord op vraag 3 ook aangegeven brengt de Europese Commissie jaarlijks verslag
uit aan het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie over de bescherming
van de financiële belangen van de Europese Unie en de bestrijding van fraude. Dat
verslag gaat in op zowel de maatregelen op EU niveau als in de lidstaten, op de bestrijding
van onregelmatigheden, fraude, corruptie en belangenconflicten en op manieren om het
fraudebestrijdingsbeleid te versterken. De ontwikkelingen in het onderzoek naar fraudezaken
bij de HVF en andere fondsen door bijvoorbeeld OLAF en het EOM zijn vanzelfsprekend
belangrijke ingrediënten van deze jaarlijkse verslagen. Het betreffende verslag over
het jaar 2023 moet nog verschijnen.
Vraag 7
Kunt u aangeven welke maatregelen er worden genomen om fraude met Nederlandse steunmaatregelen
te voorkomen? In hoeverre is, of wordt, het toezicht daarop versterkt naar aanleiding
van de fraudezaken bij andere lidstaten?
Antwoord 7
Zoals toegelicht bij vraag 3, verplicht de HVF-verordening lidstaten om een robuust
nationaal controle- en auditsysteem op te zetten om dubbele financiering, corruptie,
fraude en belangenverstrengeling te voorkomen bij de besteding van HVF-middelen. De
Rijksoverheid heeft ten algemene veel maatregelen genomen om rechtmatig gebruik van
middelen te garanderen, bijvoorbeeld met klokkenluidersregelingen, verklaringen omtrent
gedrag (VOG), het vier-ogenprincipe, en subsidieaanvraagcontroles. Voor het Nederlandse
Herstel en Veerkrachtplan (HVP) specifiek worden alle financieringsstromen in kaart
gebracht tot aan het niveau van de eindontvanger of eindbegunstigde.
Het audit- en controlesysteem van het Nederlandse HVP steunt op het «three lines of defence»-model. De eerstelijnscontrole wordt uitgevoerd door de verantwoordelijke beleidsdirecties
van de betrokken departementen. De tweedelijnscontrole wordt uitgevoerd door de FEZ-directies
van de betrokken departementen. De derdelijns controle wordt uitgevoerd door de Auditdienst
Rijk (ADR). De ADR stelt als laatste controlelijn een samenvatting van audits op,
die bij de indiening van een betaalverzoek wordt aangeleverd bij de Europese Commissie.
Indien bij deze getrapte controles onrechtmatigheden worden ontdekt, dienen corrigerende
maatregelen doorgevoerd te worden. Voorbeelden daarvan zijn het maken van een melding
bij het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), meldingen aan het EOM of het
terugvorderen van de toegekende middelen. Ook de Europese Rekenkamer (ERK) zal in
een later stadium een audit uitvoeren op (onderdelen van) het Nederlandse HVP.
Door de implementatie van de vereiste audit- en controlesystemen, kunnen situaties
van mogelijke fraude worden gedetecteerd. Het kabinet vertrouwt erop dat de bovengenoemde
maatregelen voldoende robuust zijn om fraude met Nederlandse steunmaatregelen zo veel
mogelijk te voorkomen en als toch fraude voorkomt deze op te sporen en te corrigeren.
Vraag 8
Kunt u aangeven hoe de Europese Commissie het draagvlak bij Europese Landen, die net
als Nederland grote netto betalers zijn, gaat behouden als gelden uit dit fonds niet
ordentelijk worden besteed?
Antwoord 8
Nederland en de Europese Commissie hechten veel waarde aan de correcte besteding van
Europese middelen en Nederland zal dit ook blijven uitdragen. Een correcte besteding
is essentieel voor het behoud van draagvlak in alle lidstaten. Ik reken erop dat de
Europese Commissie de instrumenten die zij tot haar beschikking heeft om fraude te
voorkomen, op te sporen en te corrigeren ten volle zal benutten. De Europese Commissie
speelt daarbij een rol in het samenspel met de nationale autoriteiten, de Europese
Rekenkamer, OLAF en het EOM. De recente nieuwsberichten laten zien hoe in het samenspel
tussen nationale autoriteiten, de Europese Commissie, het Europees Bureau voor fraudebestrijding
en het Europees Openbaar Ministerie mogelijke fraude wordt opgespoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.