Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over het bericht ''Zo wil niemand leven', zegt zorgexpert over verwaarloosde Renny'
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht ««Zo wil niemand leven», zegt zorgexpert over verwaarloosde Renny» (ingezonden 12 maart 2024).
Antwoord van Minister Helder (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 26 april
2024).
Vraag 1 en 2
Wat is uw reactie op het bericht «Zo wil niemand leven», zegt zorgexpert over verwaarloosde
Renny?1
Bent u het ermee eens dat de omstandigheden zoals die worden beschreven waarin Renny
moet leven mensonterend zijn? Hoe kan het dat een cliënt jarenlang in slechte omstandigheden
leeft en geen goede zorg krijgt?
Antwoord 1 en 2
De situatie van Renny is schrijnend en onwenselijk. In situaties zoals die van Renny
gaat het vaak om mensen met een zorg- en ondersteuningsvraag waarbij het gedrag en
het kunnen begrijpen van de behoefte achter het gedrag een grote rol spelen. Het is
vaak zoeken naar het evenwicht tussen het respecteren van het recht op zelfbeschikking
en – als het echt niet anders kan – ingrijpen middels dwang, wat maakt dat het beantwoorden
van die zorg- en ondersteuningsvraag zeer complex is. Dit vraagt elke dag veel van
de zorgaanbieders en begeleiders en soms ook lef om te (h)erkennen dat het je als
zorgaanbieder niet in alle gevallen lukt om de behoeften achter het gedrag te begrijpen
waardoor situaties als die van Renny kunnen ontstaan. Op zorgaanbieders blijft altijd
de plicht rusten om continue te onderzoeken hoe het beter kan en daarbij hulp in te
schakelen wanneer zij er zelf niet uitkomen.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat hier geen sprake is van goede zorg en zelfs van verwaarlozing?
Antwoord 3
In de artikelen en fragmenten wordt een beeld geschetst dat niet wordt voldaan aan
de behoeften van Renny, zoals hij die op dat moment formuleert. Om in die behoeften
te voorzien is het aan de zorgaanbieder om continu de balans te zoeken tussen het
respecteren van het recht op zelfbeschikking en – als het echt niet anders kan – ingrijpen
middels dwang. Ik kan en mag er geen oordeel over hebben in dit individuele geval
of daarin de juiste afweging wordt gemaakt. Zoals hierboven benoemd blijft op zorgaanbieders
wel altijd de plicht rusten om te onderzoeken hoe het beter kan en daarbij hulp in
te schakelen wanneer zij er zelf niet uitkomen.
Vraag 4
Hoe kan het dat een cliënt jarenlang in slechte omstandigheden leeft en geen goede
zorg krijgt, terwijl al in 2019 is geconstateerd dat Renny in nood was en «langzaam
afglijdt naar de vergetelheid»?
Antwoord 4
Ik heb geen inzage in het advies dat in 2019 door CCE is afgegeven. De zorgaanbieder
laat desgevraagd weten op basis van de adviezen van CCE acties te hebben ingezet om
de situatie te verbeteren. De ingezette acties hebben wisselend effect gehad, maar
zeker nog niet gebracht waarop is ingezet, aldus de aanbieder. De zorgaanbieder zet
zich ook op dit moment in om de situatie te verbeteren en houdt daarbij de IGJ op
de hoogte.
De oproep van de bestuurder om een klacht in te dienen op het moment dat een cliënt
of zijn vertegenwoordiger van mening is dat afspraken niet worden nagekomen, onderschrijf
ik.
Vraag 5
Is de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) betrokken bij deze casus en zo ja,
sinds wanneer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De IGJ heeft op 8 maart jl. contact met de zorgaanbieder gehad en op 13 maart jl.
de melding van deze zorgaanbieder gekregen. De zorgaanbieder laat weten de IGJ te
informeren.
Over lopend toezicht/meldingen doet de IGJ geen nadere mededelingen.
Vraag 6
Zijn er nog meer situaties bekend van mensen die zorg nodig hebben en in een vergelijkbare
situatie moeten leven? Zo ja, om hoeveel mensen gaat het hier in totaal?
Antwoord 6
Situaties als deze zijn eigenlijk altijd zeer lastig te vergelijken vanwege de complexiteit
van de zorgvraag en de specifieke omstandigheden van elke situatie. Daardoor is niet
aan te geven hoeveel vergelijkbare situaties er zijn. Als de IGJ meldingen van een
dergelijke situatie krijgt, worden deze beoordeeld en wordt bepaald of, en zo ja welke
vorm van toezicht passend is.
Vraag 7
Welke stappen worden er gezet om ervoor te zorgen dat Renny zo snel als mogelijk wel
de zorg en aandacht krijgt die hij nodig heeft?
Antwoord 7
Uit de artikelen maak ik op dat door de zorgaanbieder een nieuw multidisciplinair
overleg is ingepland om over de inzet van zorg en ondersteuning te spreken. Ik ga
er van uit dat dit overleg leidt tot een uitkomst die voor alle partijen meer bevredigend
is dan de huidige situatie.
Vraag 8
Welke stappen worden er gezet om ervoor te zorgen dat dit soort situaties niet langer
kunnen voorkomen?
Antwoord 8
Zorgaanbieders kunnen op verschillende wijzen hulp en ondersteuning vragen wanneer
het hen niet lukt om persoonsgerichte zorg voor mensen te organiseren (zie ook de
onlangs gepubliceerde wegwijzer complexe zorg2). Het veld vraagt de overheid daarbij overigens ook om vertrouwen in de zorgaanbieders.
Er kan daarmee niet van uit gegaan worden dat de juiste zorg áltijd geleverd kan worden,
omdat we te maken hebt met mensen waarvan de behoeftes en gedrag kunnen veranderen.
Maar het feit dat er een bepaalde periode niet voldaan kan worden aan de behoeften
achter het gedrag van iemand met een beperking, en er dus geen passende zorg geboden
kan worden, mag nooit worden geaccepteerd eindsituatie. Het vinden van passende zorg
voor deze doelgroep is altijd een complex samenspel waarbij de balans soms zoekraakt.
Het is van belang dat zorgaanbieders elke dag hun best doen om de mensen en hun behoeftes
te begrijpen en hierop te acteren en dat zij van elkaar willen leren om mensen met
een complexe zorgvraag de best passende zorg te leveren. Hier worden vanuit de Toekomstagenda
zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking (zie voor de laatste stand van
zaken Kamerstukken II, 2023–2024, 24 170 nr. 310) verschillende acties op uitgevoerd, waaronder het te starten Ontwikkelprogramma
complexe zorg, een kennisinfrastructuur voor EVB+ en LVB+ en een specificatie van
de leidraad persoonsgerichte zorg van het kwaliteitskompas.
Vraag 9 en 10
In hoeverre spelen tekortschietende budgetten en personeelstekorten een rol bij het
ontstaan van deze, of soortgelijke situaties?
Bent u het ermee eens dat bezuinigingen op de langdurige zorg het risico op slechte
zorg vergroten?
Antwoord 9 en 10
Er is geen sprake van bezuinigingen op de langdurige zorg. Rekening houdend met de
ombuigingsmaatregelen uit het coalitieakkoord Rutte IV nemen de uitgaven aan Wlz-gehandicaptenzorg
toe van € 12,3 miljard in 2023 tot € 14,0 miljard in 2028 (prijspeil 2023). Dat is
een stijging van bijna 14% in een periode van vijf jaar, terwijl op grond van de reguliere
demografische ontwikkelingen het aantal cliënten in de Wlz-gehandicaptenzorg slechts
met 4% toeneemt. Er komt via de groeiruimte voor de Wlz dus juist extra financiële
ruimte beschikbaar voor de ontwikkeling van de gehandicaptenzorg.
Daarnaast heb ik uw Kamer via mijn stand van zakenbrief geïnformeerd (Kamerstuk II,
2023–2024, 24 170, nr. 308.) over de verschillende gerichte maatregelen die ik in de afgelopen periode heb getroffen
om de gehandicaptenzorg op verschillende terreinen te ondersteunen. Over de jaren
2022 tot en met 2026 tellen deze middelen voor deze maatregelen op tot € 433 miljoen.
Deze extra middelen dragen eraan bij dat zorgaanbieders over voldoende middelen beschikken
om te kunnen investeren in goede kwaliteit van zorg.
Vraag 11
Herinnert u zich dat er vorig jaar onrust was bij dezelfde zorginstelling omdat tientallen
kwetsbare mensen gedwongen moesten verhuizen, om de zorg «efficiënter» te organiseren
en kosten te reduceren en dat de bestuurder destijds als reden gaf dat er per cliënt
steeds minder budget van de overheid werd gegeven? Wat is uw reactie op dat bericht?3
Antwoord 11
Ja, ik ken dat bericht. Mijn reactie is dat zorgaanbieders te allen tijde verantwoordelijk
zijn en blijven om goede zorg te verlenen aan hun kwetsbare cliënten. De sector gehandicaptenzorg
heeft hiervoor vanuit het brede werkveld een kwaliteitskompas ontwikkeld dat aangeeft
wat goede zorg voor mensen met een beperking inhoudt. De Nederlandse Zorgautoriteit
stelt jaarlijks tarieven vast die tenminste redelijkerwijs kostendekkend zijn om deze
goede zorg te verlenen. Vanuit de tariefstelling is er dus geen reden om zorg te leveren
die ondermaats is en niet voldoet aan het genoemde kwaliteitskader. Overigens is er
geen sprake van een dalend budget per cliënt, zoals ik ook bij antwoord 10 heb aangegeven.
Vraag 12
Welke relatie ziet u tussen deze bezuinigingsoperatie van Siza en de landelijke bezuinigingen
op de gehandicaptenzorg? Welke gevolgen heeft dit op de kwaliteit en het aanbod van
zorg?
Antwoord 12
Er is geen sprake van bezuinigingen op de gehandicaptenzorg, zoals ik bij antwoord
10 heb aangegeven. Daarbij geldt dat Siza zelf verantwoordelijk is voor haar bedrijfsvoering
en erop moet sturen dat zij op een doelmatige wijze zorg verleent die voldoet aan
het kwaliteitskompas voor de gehandicaptenzorg.
Vraag 13
Welke relatie ziet u tussen de situatie waarin Renny moet leven en bezuinigingen op
de gehandicaptenzorg?
Antwoord 13
Er is geen sprake van bezuinigingen op de gehandicaptenzorg, zoals ik bij antwoord
10 heb aangegeven. Daarmee zie ik ook geen relatie met de schrijnende situatie waarin
Renny leeft.
Vraag 14
Herkent u de signalen van de FNV dat het terugdraaien van de bezuinigingen op de langdurige
zorg nog niet is verwerkt in de tarieven en/of dat zorginstellingen deze bezuinigingen
alsnog doorvoeren?4? Hoe verhoudt dit zich tot het aangenomen amendement Dobbe, waarmee de bezuinigingen
van 193 miljoen euro voor dit jaar op de langdurige zorg zijn teruggedraaid?5
Antwoord 14
Deze signalen herken ik ten dele. Voor twee coalitieakkoordmaatregelen (meerjarige
contracten met budgetafspraken en doorontwikkeling kwaliteitskader verpleeghuiszorg)
geldt dat ik de NZa op grond mijn voorhangbrief van 19 september 2023 een aanwijzing
heb gegeven om de beoogde besparingen voor 2024 terug te draaien. De NZa heeft de
hieruit voortvloeiende verhoging van de Wlz-tarieven met € 225 miljoen nog vorig jaar
verwerkt via een tussentijdse verhoging van de tarieven voor 2024. Deze middelen zijn
daarmee ook vanaf begin dit jaar beschikbaar voor besteding door zorginstellingen.
Op 16 februari 2024 is vervolgens het amendement Dobbe aangenomen door de Tweede Kamer.
Dit amendement is verwerkt in de Voorjaarsnota, waarmee de overige voorgenomen besparingen
op het Wlz-kader voor 2024 zullen worden teruggedraaid. Dit betreft een bedrag van
€ 193 miljoen. Het aandeel van de gehandicaptenzorg hierin is ongeveer € 40 miljoen
en hangt samen met het beoogde terugdraaien van de korting op de normatieve huisvestingscomponent
(NHC). Via de voorlopige kaderbrief Wlz 2024–2029 zal ik uw Kamer nader informeren
hoe deze extra middelen zullen worden verwerkt in de tarieven en/of het Wlz-kader.
Vraag 15
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat de teruggedraaide bezuinigingen ook in de
praktijk worden teruggedraaid?
Antwoord 15
Bij antwoord 14 heb ik aangegeven hoe ik hiermee omga.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.