Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Crijns en Maeijer over het bericht dat 400.000 kinderen nooit buitenspelen
Vragen van de leden Crijns en Maeijer (beiden PVV) aan de Minister voor Medische Zorg en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat 400.000 kinderen nooit buitenspelen (ingezonden 5 april 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede
namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 24 april 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht: «Weinig ruimte, veel schermpjes; onderzoek Jantje Beton
slaat alarm: aantal binnenzittende kinderen verdubbeld?»1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik bekend mee.
Vraag 2
Wat vindt u er van dat 400.000 kinderen nooit buitenspelen?
Antwoord 2
Al geruime tijd weten we dat buitenspelen onder druk staat2. Ook deze data bevestigt dit beeld. Het feit dat een grote groep kinderen niet of
zelden buiten speelt is zorgelijk.
Het is een complex probleem. Alleen goede hardware (zoals uitdagende en veilige speelplekken)
is niet voldoende om kinderen naar buiten te krijgen. Complexe factoren als vrijetijdsbesteding,
georganiseerd aanbod, maar ook prestatiedruk op school zijn factoren die naar voren
komen als belemmering om te gaan buitenspelen3. Ik ondersteun een initiatief als het buitenspeelalarm dan ook van harte. Juist op
deze manier kunnen ouders en verzorgers het bewustzijn creëren dat spelen niet alleen
essentieel is, maar dat zij hierin ook een rol in hebben.
Daarnaast ondersteun en stimuleer ik gemeenten om buitenspeelbeleid te formuleren
en uit te voeren. Dit doe ik via verschillende programma’s die betrokken zijn bij
een gezonde buitenomgeving waarin gespeeld kan worden en waarin zowel ouders als kinderen
samen naar buiten kunnen gaan. Ook agendeer ik het belang van buitenspelen en voldoende
buitenspeelruimte bij andere departementen zoals bij het nationale programma Mooi
Nederland van het Ministerie van BZK.
Vraag 3
Klopt het dat er steeds minder speelplekken zijn waar kinderen veilig kunnen spelen?
Zo ja, kunt u hier een cijfermatig overzicht van geven?
Antwoord 3
Er ligt een grote druk op de beschikbare ruimte, die in de toekomst alleen maar groter
zal worden. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor afwegingen in de ruimtelijke ordening.
Hier valt ook de buitenspeelruimte onder. Tussen gemeenten zijn dan ook grote verschillen
te zien in hoe zij invulling geven aan buitenspelen. Dit varieert van gemeenten zonder
buitenspeelbeleid tot voorbeelden in gemeenten als Utrecht en Leiden die werken met
richtlijnen om voldoende ruimte voor buitenspelen te garanderen.
Het Mulier instituut meet met de «indicator sport- en speelplekken»4 hoeveel kinderen een sport- of speelplek in de buurt hebben. In 2023 hebben 77% van
de gemeenten de locaties van sport- en speelplekken geregistreerd (in 2022 was dit
nog 73%). Het gebrek aan (volledige) data-overzichten maakt het lastig om het beleid
over en de beschikbaarheid van sport- en speelplekken in Nederlandse gemeenten goed
te onderzoeken, evalueren of monitoren. Het Mulier instituut zet zich in om een zo
volledig mogelijk overzicht te verkrijgen, waarbij data nog ontbreekt van zo’n 23%
van de gemeenten.
De data uit deze indicator laat zien dat gemeenten speelplekken registreren, maar
zegt echter niets over het verdwijnen van speelplekken. Om te garanderen dat sport,
bewegen en spelen nu en in de toekomst voldoende ruimte krijgt, wordt aan de hand
van de motie van de leden Leijten en van Nispen5 een onderzoek uitgevoerd om te bepalen of en op welke manier nationale sturing op
sportvoorzieningen, beweegmogelijkheden, buitenspeelruimte van toegevoegde waarde
en gelegitimeerd is en hoe deze sturing eruit kan of moet zien. De eerste resultaten
van dit onderzoek verwacht ik eind 2024 met uw Kamer te kunnen delen.
Vraag 4
Klopt het dat de sociale veiligheid afneemt? Zo ja, kunt u hier een cijfermatig overzicht
van geven? Zo nee, hoe verklaart u dan dat het gebrek aan sociale veiligheid vaker
dan in 2022 een reden voor ouders is om hun kind binnen te houden?
Antwoord 4
Voor zover bij mij bekend is geen specifiek onderzoek gedaan naar de (ervaren) sociale
veiligheid tijdens het buitenspelen. Ik kan hier dan ook geen cijfermatig overzicht
van geven.
In het onderzoek dat Verian in opdracht van Jantje Beton heeft uitgezet, is sociale
veiligheid als geheel meegenomen. Dit is echter een breed construct dat gaat over
sociale, psychische en fysieke veiligheid. Het is niet mogelijk om te interpreteren
hoe de onderzoekers in dit geval de sociale veiligheid tijdens het buitenspelen hebben
bedoeld en hoe de respondenten dit hebben geïnterpreteerd. Hierdoor is het lastig
om te bezien of sociale veiligheid de enige reden is dat ouders hun kinderen binnen
houden.
Vraag 5
Hoe staat het met uw streven om speeltuinen inclusief te maken, zodat ook kinderen
met een beperking buiten kunnen spelen?
Antwoord 5
Middels een meerjarige subsidie ondersteun ik het Samenspeelfonds (een initiatief
van Jantje Beton en Stichting het Gehandicapte kind). Op dit moment zijn er in 142
gemeenten één of meerdere inclusieve samenspeelplekken gerealiseerd óf nog in ontwikkeling.
Tot 2026 worden er nog eens 110–150 inclusieve speeltuinen gerealiseerd. Het doel
is om tot een landelijke dekking te komen waarbij iedere gemeente een inclusieve speeltuin
heeft.
Vraag 6
Deelt u de mening dat buitenspelen een belangrijke en laagdrempelige manier is om
sociale contacten te onderhouden, te bewegen en motorische vaardigheden op te doen?
Zo ja, waarom zet u dan niet meer in op deze laagdrempelige manier van bewegen in
het kader van leefstijlpreventie, maar zoekt het kabinet haar heil in allerlei betuttelende
maatregelen?
Antwoord 6
Ik deel de mening dat buitenspelen positieve effecten heeft op voldoende bewegen,
motoriek en sociale contacten ten zeerste en zet mij ook op verschillende manieren
in om buitenspelen te stimuleren. Daarom ondersteun en stimuleer ik gemeenten om buitenspeelbeleid
te formuleren en uit te voeren. Dit doe ik onder andere middels de Buitenspeelcoalitie,
die onlangs het programma «de Buitenkans» heeft gelanceerd. Binnen dit programma worden
in 2024 en 2025 25 gemeenten ondersteund om buitenspeelbeleid op te zetten en uit
te voeren. Ook ondersteun ik het Samenspeelnetwerk, de Beweegalliantie en vanuit het
preventieakkoord het programma Gezonde Buurten.
Vraag 7
Bent u voornemens om u aan te sluiten bij het Buitenspeelalarm van Jantje Beton en
zo meer aandacht te vragen voor het belang van buitenspelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Jantje Beton is een van de belangrijkste partners om buitenspelen te stimuleren en
hier aandacht voor te genereren. In mijn eerstvolgende overleg met deze partij zal
ik bezien hoe ik vanuit het Ministerie van VWS het belang van buitenspelen nog beter
voor het voetlicht kan brengen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.