Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Podt over het bericht 'Mostafa is ongedocumenteerd, op leeftijd en nergens welkom – behalve in de Pauluskerk in Rotterdam'
Vragen van het lid Podt (D66) aan de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Mostafa is ongedocumenteerd, op leeftijd en nergens welkom – behalve in de Pauluskerk in Rotterdam» (ingezonden 23 februari 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid), mede namens de
Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 18 april 2024).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1244.
Vraag 1
Heeft u een indicatie van het aantal dakloze ouderen zonder verblijfsvergunning in
Nederland?
Antwoord 1
Bestaande methoden die het aantal dakloze mensen in Nederland monitoren, brengen niet
specifiek de groep dakloze ouderen zonder verblijfsvergunning in beeld. Daarom is
onbekend hoeveel dakloze ouderen zonder verblijfsvergunning in Nederland verblijven.
Op dit moment wordt het aantal dakloze mensen op twee manieren gemonitord op landelijk
niveau: De jaarlijkse schatting van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en
de kwantitatieve monitor dakloosheid van het CBS en VNG-Realisatie, die momenteel
samen met Valente en VWS wordt ontwikkeld. Beide methoden geven geen volledig beeld
van de groep dakloze mensen.
Om een beter beeld te krijgen van de groep dakloze mensen, zijn het Kansfonds en de
Hogeschool Utrecht gestart met een nieuwe telling middels de ETHOS-light methode.
Hierbij worden op één dag alle dakloze mensen in een bepaalde regio in kaart gebracht,
ongeacht leeftijd, nationaliteit of verblijfstatus. In 2023 is in twee centrumregio’s
geteld en in 2024 vindt de telling plaats in zes centrumregio’s. Door gebruik te maken
van deze methode krijgen we in ieder geval op regionaal niveau beter zicht op het
aantal dakloze mensen en hun profielkenmerken, waardoor regio’s ook beter zicht krijgen
op de groep mensen zonder verblijfsvergunning.
Vraag 2
Deelt u het beeld uit het artikel dat het aantal dakloze ouderen zonder verblijfsvergunning
– mensen die soms al decennia in Nederland zijn – toeneemt?
Antwoord 2
Omdat de groep dakloze ouderen zonder verblijfsvergunning niet afzonderlijk wordt
gemonitord door huidige monitoringsmethoden, is het niet mogelijk om feitelijk te
verifiëren in hoeverre het beeld klopt dat het aantal dakloze ouderen zonder verblijfsvergunning
toeneemt.
Vraag 3
Bent u het eens met de stelling dat de kans dat iemand op hoge leeftijd die al 30,
40 of 50 jaar in Nederland is, teruggaat naar het land van herkomst, nihil is? Zo
nee, hoe kunt u terugkeer aannemelijk maken?
Antwoord 3
Ik begrijp goed dat het voor personen die al lang in een land verblijven lastig kan
zijn om terug te keren naar het land van herkomst. Als een persoon echter geen recht
(meer) heeft op verblijf dan dient betrokkene Nederland te verlaten. In de eerste
plaats moet dus worden vastgesteld dat betrokkene in het geheel geen aanspraak meer
zou kunnen maken op verblijf. In de belangenafweging bij artikel 8 EVRM (verblijf
o.g.v. gezinsleven of privéleven) worden elementen als langdurig verblijf en voormalig
rechtmatig verblijf meegewogen. Betrokkene dient hiertoe zelf een verblijfsaanvraag
te doen. Heeft betrokkene geen recht (meer) op verblijf dan is deze zelf verantwoordelijk
voor het vertrek.
Indien nodig kan betrokkene voor het vertrek ondersteuning krijgen van de Nederlandse
overheid. Mocht het, ondanks herhaalde eigen inspanningen, niet lukken om terug te
keren dan kan betrokkene eventueel in aanmerking komen voor een vergunning «buitenschuld».
Als een persoon er desondanks zelf voor kiest om in Nederland te verblijven kan ingezet
worden op gedwongen vertrek.
Vraag 4
Klopt het dat deze ouderen onder de koppelingswet vallen, wat (onder meer) betekent
dat zij onverzekerbaar zijn en dus slechts recht hebben op «medisch noodzakelijke
zorg»?
Antwoord 4
Het koppelingsbeginsel (vastgelegd in artikelen 10 en 11 van de Vreemdelingenwet 2000)
is van toepassing op alle vreemdelingen in Nederland. Het recht op verstrekkingen
en voorzieningen is, voor zover dit in overeenstemming is met internationale verdragen,
afhankelijk van de verblijfsstatus van de betreffende vreemdeling en van de vraag
of aan de andere voorwaarden voor de verstrekking of voorziening, vastgelegd in de
betreffende materiewetten, wordt voldaan.
Dit geldt ook voor de Wet langdurige zorg (art. 2.1.1 onder lid 2) en daarmee de verzekeringsplicht
Zvw. Dat betekent dat indien betrokken niet voldoen aan de betreffende voorwaarden,
zij zich niet kunnen verzekeren. Nederland is evenwel gehouden vreemdelingen die zich
op Nederlands grondgebied bevinden medisch noodzakelijke zorg te bieden. Het recht
op medisch noodzakelijke zorg is een grondrecht (artikel 22 Grondwet) en ook neergelegd
in internationale verdragen (art. 11 en 13 ESH, art. 12 IVESCR, art. 15 Richtlijn
2003/9/EG, art. 12 VN Vrouwenverdrag en art. 24 IVRK). Nederland heeft deze verdragen
mede ondertekend en is daarom gehouden tot nakoming van de daarin neergelegde verplichtingen.
Dat laat onverlet dat een onverzekerde in beginsel zelf de kosten van de zorg moet
betalen. Medische noodzakelijke zorg mag echter niet worden geweigerd als blijkt dat
iemand onverzekerd is en de kosten niet zelf kan dragen. Als iemand dit niet kan betalen,
dan kunnen zorgaanbieders een beroep doen op de regeling onverzekerbare vreemdelingen
die wordt uitgevoerd door het CAK.
Vraag 5
Vindt u dat «medisch noodzakelijke zorg» voldoet voor dakloze ouderen?
Antwoord 5
Medisch noodzakelijke zorg wordt gedefinieerd als «zorg die volgens professionele
richtlijnen of standaarden geïndiceerd is en die doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht
wordt verleend en is afgestemd op de reële behoefte van de patiënt». Vrijwel alle
zorg uit het Nederlandse basispakket en langdurige zorg wordt vergoed door de regeling
onverzekerbare vreemdelingen. Alleen genderzorg en IVF zijn uitgesloten. Dat betekent
dat ongedocumenteerde dakloze ouderen in beginsel recht hebben op vrijwel alle zorg
waar ingezetenen ook recht op hebben, indien de zorgaanbieder bepaalt dat die zorg
medisch noodzakelijk is. Met de beschikbaarheid van deze financiële regeling voldoet
Nederland aan de internationale verdragen.
Aanvullend hierop zijn er verschillende maatschappelijke initiatieven die zich bekommeren
om het lot van ongedocumenteerde dakloze ouderen. Het is goed dat deze initiatieven
er zijn en dat zij signalen afgeven over de situatie en verbetermogelijkheden.
Vraag 6
Bent u het eens met de stelling dat juist mensen op leeftijd, al helemaal als ze geen
dak boven hun hoofd hebben, vaak juist méér zorg nodig hebben dan gemiddeld?
Antwoord 6
Eén van de knelpunten die diverse veldpartijen in de praktijk zien, is dat de situatie
van mensen verslechtert wanneer zij geen dak boven hun hoofd hebben en/of niet op
tijd medische zorg krijgen. In veel gevallen worden mensen mede daardoor ziek of verslechtert
hun gezondheid. Ik ga ervan uit dat hetzelfde geldt voor dakloze ouderen zonder verblijfsvergunning,
waarbij ik me kan voorstellen dat zij gezien hun bovengemiddelde kwetsbare gezondheid
meer zorg nodig hebben dan gemiddeld.
Eind vorig jaar is de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op werkbezoek
geweest in de Pauluskerk in Rotterdam. Tijdens dit werkbezoek heeft de Staatssecretaris
met betrokken professionals gesproken over de toegang tot medische zorg en dienstverlening
van de gemeente voor (dreigend) dakloze mensen in het algemeen. In dat gesprek kwam
het bovengenoemde knelpunt ook naar voren.
Vraag 7
Herkent u het beeld dat veel van deze mensen lang rond blijven lopen met aandoeningen,
waardoor klachten ernstiger worden en duurder om te genezen of verzorgen? Is er een
beeld van hoeveel dit kost?
Antwoord 7
In algemene zin herken ik het beeld dat dakloze mensen – waaronder ook mensen die
dakloos en ongedocumenteerd zijn – vaak langer blijven rond lopen met aandoeningen
en klachten. Hier heb ik verschillende signalen over ontvangen van onder andere het
Leger des Heils en de Pauluskerk. Er zijn geen specifieke gegevens beschikbaar over
de zorg die aan dakloze ongedocumenteerde mensen geboden wordt of de kosten die hiermee
gemoeid zijn.
Vraag 8
Zijn er andere plekken, behalve de in het artikel genoemde Pauluskerk, waar deze dakloze
ouderen terecht kunnen voor de zorg die ze nodig hebben?
Antwoord 8
In geval van medisch noodzakelijke zorg kunnen mensen zich wenden tot alle zorgaanbieders,
zie hierover het antwoord op vraag 5. Verder zijn in verschillende steden straatartsen
actief die zorg verlenen aan dakloze mensen in het algemeen. Stichting Nederlandse
Straatdokters Groep is een maatschappelijk initiatief dat ondersteuning biedt aan
het netwerk van straatzorgverleners en krachten bundelt om werkbare, goede zorg toegankelijk
te maken voor dak- en thuisloze mensen in het algemeen.
Vraag 9
Is er vanuit de departementen enige vorm van beleid (in ontwikkeling) dat ziet op
een groeiende groep dakloze ouderen zonder verblijfsvergunning die steeds meer zorg
nodig zal hebben?
Antwoord 9
Binnen het huidige toelatingsbeleid is ruimte voor beoordeling van de vraag of er
nog mogelijkheden zijn om het verblijf van betrokkene toe te staan. Ik verwijs u naar
de uitleg hiervan in het antwoord op vraag 3. Er zijn geen ontwikkelingen die gericht
zijn op uitbreiding van dat kader.
Verder zijn er vormen van ondersteuning beschikbaar gericht op onderdak en zorg voor
ongedocumenteerden waaraan vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt
bijgedragen, zoals de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV) en het Medisch Opvangproject
Ongedocumenteerden (MOO). In de Landelijke Vreemdelingen Voorziening krijgen ongedocumenteerden
opvang en begeleiding als zij meewerken aan een bestendige oplossing voor hun situatie,
te weten terugkeer, doormigratie of, indien aan de orde, legalisering van verblijf.
Medische zorg is waar nodig onderdeel van de begeleiding, onder andere via MOO.
Ook biedt de overheid hulp bij het organiseren van vertrek, waar nodig ook gericht
op medische zorg. De gezondheidstoestand van de vreemdeling is uiteraard van belang
bij het organiseren van vertrek, bijvoorbeeld indien de medische situatie begeleiding
voorafgaand aan en tijdens de reis naar het land van herkomst noodzakelijk maakt.
Vraag 10
Indien het antwoord op vraag 9 «nee» luidt, wil dat dan automatisch zeggen dat het
Rijk vindt dat gemeenten deze zorg moeten bieden?
Antwoord 10
Onder verwijzing naar het antwoord op vraag 3 geldt voor alle vreemdelingen zonder
rechtmatig verblijf dat zij Nederland moeten verlaten. Waar nodig kan de overheid
hier ondersteuning bij bieden. Indien een vreemdeling van mening is alsnog recht op
verblijf te hebben, kan hij of zij een aanvraag indienen bij de IND. In het antwoord
op vraag 5 staat beschreven hoe medische zorg is georganiseerd voor vreemdelingen
zonder verblijfsrecht.
Verder heb ik in het antwoord op vraag 9 een aantal vormen van beleid geschetst die
van toepassing kunnen zijn op deze groep.
Vraag 11
Bent u in dat geval bereid met gemeenten in gesprek te gaan over echte oplossingen
voor deze groep, die gemeenten ontlasten, minder geld kosten en dakloze ouderen zonder
verblijfsvergunning een waardige oude dag bieden?
Antwoord 11
Zoals blijkt uit het antwoord op vraag 9 zie ik hiertoe geen noodzaak. Ik heb een
aantal vormen van beleid geschetst die van toepassing kunnen zijn op deze groep waarbij
ook gemeenten betrokken zijn. Bij de Landelijke Vreemdelingen Voorziening zijn zowel
gemeenten als rijkspartijen nauw betrokken om samen om oplossingen te vinden voor
de situatie van ongedocumenteerden.
Vraag 12
Kunt u bovenstaande vragen individueel beantwoorden?
Antwoord 12
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.