Lijst van vragen : Lijst van vragen over het rapport Belastingen in maatschappelijk perspectief (Kamerstuk 32140-180)
2024D12661 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Financiën heeft over het door de Staatssecretaris van Financiën
toegezonden rapport Belastingen in maatschappelijk perspectief (Kamerstuk 32 140, nr. 180) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris voorgelegd.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Tielen
Adjunct-griffier van de commissie,
Kruithof
Nr
Vraag
1
Kan er bij fiscale maatregelen ten aanzien van gezondheid (bijvoorbeeld accijnzen
op tabak) sprake zijn van grondslagerosie? Zo ja, kunt u dit nader toelichten? Hoe
wordt hiermee rekening gehouden in de budgettaire consequenties?
2
Wat is de stand van zaken ten aanzien van motie-Geerdink c.s. (EK 36 418, AA)?
3
Kunt u aangeven welke opties uit het rapport een invulling zijn van de motie-Geerdink
c.s.(EK 36 418, AA)?
4
Wat is de stand van zaken van motie-Stoffer/Pouw-Verweij (Kamerstuk 36 410 XV, nr. 52?
5
Kunt u aangeven welke opties uit het rapport een invulling zijn van de motie-Stoffer/Pouw-Verweij
(Kamerstuk 36 410 XV, nr. 52)?
6
Kunt u aangeven welke maatregelen zijn overwogen door het Ministerie van Financiën,
maar uiteindelijk niet in de fichebundel terecht zijn gekomen?
7
Welke maatregelen dragen bij aan het garanderen van een marginale druk van 50% of
minder voor alle inkomensgroepen?
8
Welke positieve gevolgen voor de verduurzaming van gebouwen heeft fiche C02? Zorgt
de afschrijvingsbeperking ervoor dat belastingplichtigen minder geneigd zullen zijn
om te investeren in verduurzaming van gebouwen die zij in gebruik hebben genomen?
9
Kunt u ten behoeve van fiche C03 een overzicht verstrekken van de implementatie va
de earningsstrippingmaatregel in alle EU-lidstaten?
10
Kunt u een inschatting geven van de indirecte gedragseffecten van fiche C07 als gekozen
zou worden voor de variant waarbij het EU-gemiddelde van 22% zou worden gehanteerd?
Leidt dit tot een toename van directe investeringen in Nederland?
11
Kan een overzicht gegeven worden van alle aanpassingen in belastingtarieven die in
het basispad zitten? En kan daarbij aangegeven worden wat de meeropbrengst over de
komende jaren per belastingtarief is?
12
Welke fiscale regelingen (zoals aftrekposten) zijn door invoering van Pijler 2 niet
meer volledig mogelijk in huidige vorm?
13
Klopt het dat het nooit het eigenlijke doel is geweest om woningcorporaties onder
de Anti-Tax Avoidance Directive (ATAD) te laten vallen, gezien de compensatie die
de Staatssecretaris van Financiën in 2018 (Kamerstuk 30 030, nr. 7) direct al heeft voorgesteld?
14
In het hoofdstuk «een beter functionerende woningmarkt» wordt vrijwel alleen ingegaan
op de fiscale regelingen rondom eigenwoningbezit. Kunt u toelichten op basis van welke
feiten en overwegingen is besloten de fiscale maatregelen die de sociale huursector
raken, waaronder de vennootschapsbelasting (vpb), ATAD en overdrachtsbelasting, niet
zijn meegenomen in dit rapport, terwijl dit vanuit maatschappelijk perspectief zeer
relevante belastingen zijn?
15
Kunt u becijferen wat de strenge Nederlandse implementatie van de earningsstrippingmaatregel
de woningcorporaties kost?
16
Is het mogelijk eventuele negatieve effecten van de earningsstrippingsmaatregel voor
woningcorporaties te voorkomen door een andere vormgeving, of corporaties anders te
compenseren voor deze effecten?
17
Kunt u een overzicht maken van de totale lasten voor bedrijven in de afgelopen 15
jaar, in percentage van het bruto binnenlands product (bbp) per jaar?
18
Wat is het jaarlijkse budgettair beslag van de bedrijfsopvolgingsregeling sinds 1996?
19
Hoe vaak hebben vertegenwoordigers van belangenorganisaties voor familiebedrijven
de afgelopen tien jaar met medewerkers van het Ministerie van Financiën gesproken?
20
In hoeverre zijn specifieke «tax credits» zoals beschreven in fiche C08 in lijn met
de Europese staatssteunregels?
21
Wat zijn de gevolgen van een versobering van de innovatiebox voor start- en scale-ups?
22
Wat is ervoor nodig om helder te krijgen of de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
doeltreffend is in het uitlokken van extra investeringen?
23
Klopt het dat de minimumbelasting van 15% (Pijler 2) die is afgesproken in OESO/IF
verband ontweken kan worden met «tax credits»? In hoeverre past dit bij de doelstelling
van Pijler 2? In hoeverre ondermijnt dit mechanisme Pijler 2?
24
Dubbele belasting, een ongelijk speelveld en nadelige impact op vestigingsklimaat
voor Nederlandse banken zijn ontstaan omdat Nederland (in tegenstelling tot andere
landen) over de geconsolideerde balans heft. Waarom is er voor die aanpak gekozen,
in afwijking van de toepasselijke fiscale praktijk?
25
Binnen welke termijn kan de voorgestelde aanpassing worden ingevoerd, zodat in de
toekomst dubbele heffing wordt vermeden?
26
Zijn er nog andere gebieden waar bij de fiscale behandeling van banken substantieel
afwijkt in Nederland, ten opzichte van andere EU-landen?
27
Kunt u een overzicht maken van fiscale regelingen die nu nog bestaan en waarvan in
de afgelopen tien jaar uit evaluatie is gebleken dat ze «niet doelmatig» of «niet
doeltreffend» zijn? Kunt u bij elk van deze regelingen toevoegen of er plannen zijn
om de regeling te versoberen of af te schaffen of niet?
28
Waarom is het fiche C08 over «tax credits» opgenomen in het rapport? Hoe past dit
bij het doel van «vereenvoudiging» en maatschappelijk perspectief?
29
Hebben leden van de werkgroep met belangenorganisaties gesproken over «tax credits»
voordat besloten werd fiche C08 op te nemen in het rapport?
30
Zijn er plannen om Pijler 2 zodanig aan te passen dat de minimumbelasting van 15%
niet ontweken kan worden door gebruik van «tax credits»? Zet u zich hiervoor in?
31
Hoe wordt aangekeken tegen de introductie van een wereldwijde (of Europese) minimumbelasting
ten aanzien van (zeer rijke) particulieren? Welke realistische scenario’s zouden daarvoor
bestaan en wat zouden deze de schatkist kunnen opleveren?
32
Wat zijn de mogelijkheden om binnen box 3 en/of box 2 vermogen of inkomsten daaruit
vrij te stellen voor (ex-)ondernemers/zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) die
in hun eigen pensioenvoorziening moeten voorzien?
33
Wat zijn realistische scenario’s voor invoering van een belasting of accijns op e-sigaretten?
Wat zouden deze schatkist kunnen opleveren?
34
Wat zijn realistische scenario’s voor de invoering van een vliegbelasting voor kleine
vliegtuigen (zoals privéjets) en wat zouden deze de schatkist kunnen opleveren?
35
Indien in internationaal verband afspraken zouden worden gemaakt over belastingen
voor de luchtvaart (btw op vliegtickets, accijns of kerosine, vliegbelasting) wat
zouden dan realistische scenario’s zijn en wat zouden deze de schatkist kunnen opleveren?
36
Kan ook een fiche worden opgesteld van het volledig afschaffen van de arbeidskorting,
en de voor en nadelen daarvan geschetst (fiche A06)?
37
Kunt u een update geven van de volgende fiches uit het Bouwstenen rapport van 2020:
– invoeren grondbelasting;
– verbreden belastingrondslag onroerende zaakbelasting (OZB);
– equivalentiefactoren toepassen op de hoogte heffingskortingen;
– aftrekbeperking op aandeelhouderskosten;
– afschrijvingsbeperking bij laagbelaste vermogensoverdrachten binnen concern?
38
Kunt u voor alle «opmerkelijke belastingconstructies» uit het interdepartementale
beleidsonderzoek (IBO) Vermogensverdeling aangeven of deze reeds zijn ingeperkt of
hoeveel geld het oplevert als deze wél zou worden ingeperkt?
39
Hoe verhoudt de boodschap: «Een doenlijk, uitvoerbaar en juridisch houdbaar belastingstelsel
vraagt om minder fiscale regelingen» zich tot het schrappen van enerzijds «fossiele
subsidies» en anderzijds pleiten voor aanvullende beprijzingsmaatregelen op het gebied
van klimaat en milieu?
40
Het belastingstelsel leunt voor bijna 50% op grondslag arbeid, 30% op consumptie,
20% op kapitaal. Hoe hebben deze percentages zich ontwikkeld in de afgelopen twintig
jaar in Nederland (per jaar)?
41
Het belastingstelsel leunt voor bijna 50% op grondslag arbeid, 30% op consumptie,
20% op kapitaal. Hoe zien deze percentages eruit in andere (vergelijkbare) landen?
42
Hoe past de suggestie van een stelsel met inkomensonafhankelijke toeslagen en een
groter aantal belastingtarieven in een doenlijk, uitvoerbaar en juridisch houdbaar
belastingstelsel?
43
In welke mate past of is de invoering van een extra inkomstenbelasting voor de hoogste
inkomens effectief en doelmatig om werkenden gelijk te belasten?
44
Er worden een aantal maatregelen voorgesteld als «aanvullende beprijzingsmaatregelen»
ten aanzien van klimaat en milieu. Klopt het dat deze maatregelen uiteindelijk op
de huishoudens zullen neerslaan? Wat wordt er in dit verband precies bedoeld met:
«de verschillende maatregelen vragen ook om een goed flankerend sociaal beleid»? In
hoeverre is het fiscale stelsel geëigend om ideologische doelstellingen na te streven?
En hoe effectief is dat?
45
Kan een overzicht gegeven worden van de inkomensverdeling en inkomensgelijkheid in
Nederland door de jaren heen?
46
Kan de inkomensgelijkheid in Nederland in een tabel vergeleken worden met andere Europese
landen? En breder in internationaal perspectief (voor zover data beschikbaar is)?
47
Hoe hebben de totale lasten op arbeid zich in de afgelopen jaren ontwikkeld? En de
lasten op vermogen en winst?
48
De derde instrumentele functie van belastingen is om het gedrag van burgers en bedrijven
te beïnvloeden. Is er een overzicht beschikbaar van alle belastingen die als doel
hebben om gedrag te beïnvloeden inclusief behaalde resultaten?
49
Wat is de totale lastendruk in Nederland, uitgedrukt in euro’s? Hoe hebben deze cijfers
zich door de afgelopen jaren heen ontwikkeld?
50
Wat is de actuele stand van het personeelstekort bij de Belastingdienst? Hoeveel medewerkers
stromen in de komende jaren uit?
51
Wat is de gemiddelde duur van een dienstverband bij de Belastingdienst van nieuw geworven
medewerkers? Neemt dit toe of af?
52
Klopt de lezing van het gegeven overzicht dat per 2028 op alle belangrijke ketens
ruimte in de IV-portfolio is?
53
Kan per keten aangegeven worden welk reeds voorgenomen beleidsvoornemen herpland zou
moeten worden om ruimte te maken voor nieuw beleid?
54
Hoeveel fiscale regelingen zijn in de afgelopen tien jaar afgeschaft of doelmatiger
gemaakt? En welke?
55
Hoeveel fiscale regelingen zijn er per 1 januari 2024? Wat is de geraamde budgettaire
derving in 2024?
56
Hoeveel extra belastinginkomsten zijn in deze periode opgehaald als gevolg van het
afschaffen of hervormen van fiscale regelingen?
57
Wat is bekend over de doelmatigheid van het verlagen van het btw-tarief op voedsel
en op groente en fruit? In welke mate wordt dit aan consumenten doorberekend?
58
Voor welke fiscale regelingen zou het gunstig kunnen zijn om deze door directe subsidies
te vervangen?
59
Wat is het verloop van 2009–2023 van de samenstelling van de belastingmix?
60
Hoe heeft de verhouding in de belastingmix tussen lasten op arbeid, consumptie en
kapitaal zich in de afgelopen jaren ontwikkeld?
61
Hoe verhoudt de Nederlandse verhouding zich tot die in andere Europese landen en daarbuiten?
Kan dit middels een tabel inzichtelijk gemaakt worden?
62
Wat zijn de mogelijk verstorende consequenties voor de economie en mogelijk welvaartsverlies
indien de belastingmix meer verschuift richting het belasten van resultaat uit ondernemerschap,
winst of vermogen?
63
Kan ten aanzien van het lage btw-tarief op arbeidsintensieve producten en diensten
gekwantificeerd worden wat de zogenaamde tweede-orde effecten zijn van het schrappen
van het lage tarief?
64
Kan worden toegelicht hoe de maatregelen uit fiche H02 bijdragen aan de financiële
positie van lage inkomensgroepen?
65
Wat is de stand van zaken van het ruimer eigen belastinggebied?
66
Om welke bedragen gaat het bij de extra uitgaven voor vergrijzing en drukkend effect
op de inkomsten?
67
Wat zouden de consequenties voor de gemiddelde lastendruk zijn indien de AOW-leeftijd
verlaagd wordt naar 65 jaar?
68
Hoe groot is de grondslagerosie uitgedrukt in euro’s ten aanzien van het autodomein
indien er verder geen enkele aanvullende maatregel genomen wordt om elektrisch vervoer
te stimuleren?
69
Kunt u voorbeelden of scenario's geven van de uitdagingen die ontstaan als de benodigde
financiering van de overheid harder groeit dan de economie, of als de belastingsoort
zelfs trager groeit dan de economie?
70
Welke andere beleidsopties zijn geschikt om binnen het huidige stelsel de doorgrondelijkheid
en het inzicht te verbeteren, naast de aangedragen fiches A01 en A03, waardoor mensen
een beter inzicht krijgen in de mate waarin (aan het) werk (gaan) loont?
71
Welke rol spelen sociale grondrechten bij toeslagen (specifiek artikel 20, 22)?
72
In hoeverre hebben toeslagen een verstorende rol gespeeld in de primaire loonvorming
en arbeidsverhoudingen aan de onderkant van het loongebouw?
73
In de periode 2001–2021 zijn de lasten op arbeid met 1,9%-bbp gestegen. Kan dit ook
in miljarden euro's worden uitgedrukt?
74
In de periode 2001–2021 zijn de lasten op arbeid met 1,9%-bbp gestegen. Hoe zit het
met de lasten op kapitaal? Kan dit ook in miljarden euro's worden uitgedrukt?
75
In de periode 2001–2021 zijn de lasten op arbeid met 1,9%-bbp gestegen. Kan dit ook
worden weergeven voor de periode 2010–2021? (Zowel op arbeid, kapitaal, in euro's
en in %-bbp?)
76
Wat zouden de voordelen zijn van een verzilverbare heffingskorting?
77
Welke begrippen worden gehanteerd in welke stelsels?
78
Kunt u voor de afgelopen twintig jaar weergeven welk deel van de AOW-uitkeringen wordt
betaald uit de AOW-premie en welk deel uit de algemene middelen?
79
Voor verschillende fiscale regelingen maakt het uit om wat voor soort inkomen het
gaat. Welke soorten inkomen worden gebruikt voor welke verschillende regelingen?
80
Welke beleidsopties uit het IBO Vermogensverdeling wordt naar verwezen bij voetnoot
87?
81
Kan er een overzicht gemaakt worden van de procedures en de ingeschatte proces risico's
(kwalitatief en kwantitatief)?
82
Kan voor een aantal voorbeeldhuishoudens (waaronder een alleenstaande, alleenstaande
met een of twee kinderen onder de 12 jaar, een tweepersoonshuishouden in de bijstand
en een tweepersoonshuishouden bijstand met een of twee kinderen onder de 12 jaar)
inzichtelijk gemaakt worden wat de netto consequenties voor het inkomen zijn wanneer
iemand vanuit de bijstand aan de slag gaat voor een baan tegen het minimumloon? Waarbij
ook rekening gehouden wordt met eventueel verlies van toeslagen (gemeentelijke regelingen
buiten beschouwing gelaten)?
83
Kan eenzelfde exercitie gedaan worden, maar dan onder de aanname dat de twee buitengewone
verhogingen van het wettelijk minimumloon (per 1 januari 2023 en 1 juli 2024) niet
zouden hebben doorgewerkt in de hoogte van de bijstand?
84
Welke beleidsopties zijn in het huidige stelsel te nemen om het probleem «Ook de problematiek
van alleenverdieners met een arbeidsongeschiktheidsuitkering die onder het sociaal
minimum uitkomen hangt samen met het verlies aan arbeidskorting» op te lossen?
85
In welke situaties en voor welke huishoudens er sprake van een de grootste uitschieters
in de marginale druk?
86
Wat zijn de belangrijkste oorzaken van het feit dat er tussen deze rekenkundige werkelijkheid
ten aanzien van marginale druk en de wijze waarop dit door veel werkenden ervaren
wordt zo’n groot verschil zit?
87
Wat is bekend over de relatie tussen de hoeveelheid zelfstandigen en de arbeidsproductiviteit?
88
Hoeveel zzp’ers werken er (op een gemiddeld moment) bij de Belastingdienst, in absolute
getallen en als percentage van de totale werknemerspopulatie? In welke afdelingen
zijn zij het vaakst actief?
89
Kan een overzicht gegeven worden van de systematiek van ontslagbescherming in andere
Noord- en West-Europese landen?
90
Met welke fiscale maatregelen is in de afgelopen jaren geprobeerd om de fiscale behandeling
tussen een zelfstandige of IB-ondernemer en een werknemer te verkleinen?
91
Met hoeveel procent is de gemiddelde lastendruk van een zelfstandige of IB-ondernemer
in deze periode gestegen?
92
Welk premies worden bedoeld met de premies die niet neutraal uitpakken?
93
Wat zijn de baten en lasten per premie?
94
Kunt u een overzicht geven van de verhogingen van de premie van het Arbeidsongeschiktheidsfonds
(Aof) van de afgelopen tien jaar, en daarbij aangeven wat de reden van de verhoging
was en daarbij ook expliciet dekking van andere doeleinde meenemen?
95
Welke beleidskeuzes zorgen voor de op tarieven die uit elkaar gegroeid zijn en welke
gevolgen hebben deze voor de tarieven?
96
Betekent het feit dat het toptarief voor een directeur-grootaandeelhouder (dga) met
een winst onder 200 duizend euro nu hoger ligt dan het toptarief van een werknemer
dat in theorie een mkb-er een hoger toptarief kan hebben dan een chief executive officer
(CEO) in loondienst met een inkomen van bijvoorbeeld een miljoen euro? Is hierbij
rekening gehouden met de recente verhoging middels een amendement van het box 2 tarief?
97
Klopt dit ook voor de gegeven mogelijke parameters in tabel 7?
98
Kan een overzicht gegeven worden van vergelijkbare regelingen als de 30%-regeling
in andere Noord- en West-Europese landen en daarbij worden aangegeven hoe verstrekkend
deze regelingen zijn?
99
Wat is de impact van ad-hoc en met een korte aanlooptijd verhogen van belastingtarieven
op het vestigingsklimaat, zoals bij de behandeling van het Belastingplan 2024 is gebeurd?
100
Hoe heeft de positie van Nederland op de IMD World Competitiveness Index (IMD-index)
ten aanzien van de indicator belastingbeleid zich in de afgelopen 15 jaar ontwikkeld?
101
Wat is de oorzaak van de relatief zeer forse daling van de effectieve gemiddelde belastingdruk
voor bedrijven in Frankrijk en België, terwijl deze in Nederland juist steeg?
102
Wat wordt bedoeld met kleine bedrijven?
103
Wat was de omvang van de desbetreffende bedrijven en hoe was dat in 2020, 2021 en
2022?
104
Wat kunnen de gevolgen zijn voor het behalen van de Lissabondoelstelling van 3% als
het tarief van de innovatiebox wordt verhoogd of de voordelen per gebruiker worden
beperkt?
105
Hoe kijkt het innovatieve bedrijfsleven aan tegen een versobering van de innovatiebox?
106
Komen de gevolgen voor het afschaffen van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek voornamelijk
terecht bij het midden- en kleinbedrijf (mkb) of bij grotere bedrijven?
107
Welke concrete acties worden ondernomen om de administratieve lasten voor bedrijven
te verminderen?
108
Kan een overzicht gegeven worden van implementatie van internationale fiscale afspraken
waarbij Nederland verder is gegaan dan de minimumstandaard of de landen om ons heen?
109
In verhouding tot welke landen en in welke situaties is sprake van een dubbele belasting
in de bankenbelasting?
110
Wat zijn de gevolgen voor het brede Nederlands vestigingsklimaat als Nederland haar
fiscale regelingen afstemt op vergelijkbare landen?
111
Kan er een overzicht gemaakt worden van de landen die de bestaande regelingen hebben
aangepast met een omschrijving van de aangepaste en/of nieuwe regelingen?
112
Welke landen hebben of overwegen een systeem van Qualified Refundable Tax Credits
(QRTC)? Kan worden toegelicht hoe deze systemen er uit zien?
113
Is het voor QRTC noodzakelijk dat ze opeisbaar of uitbetaalbaar moeten zijn?
114
Is het voor QRTC mogelijk dat ze overdraagbaar of verkoopbaar zijn?
115
Hoe komt het dat er in Nederland relatief veel start-ups zijn, maar er maar weinig
doorgroeien naar een scale-up of verder?
116
Kunt u een (fictief) rekenvoorbeeld geven van een bedrijf (door onder andere de innovatiebox,
het tonnageregime of de liquidatieverliesregeling) op een effectief tarief onder de
15% komt?
117
Kunt u dit cijfermatig onderbouwen: «Bij dit voorstel past de kanttekening dat ondanks
de middelen die de VS heeft toegezegd aan de IRA, de totale klimaatsubsidies in Nederland
en Europa hoger liggen dan in de VS.»?
118
Is er enige duidelijkheid over welk deel van het opgebouwde vermogen van mensen bedoeld
is ter pensioenvoorziening of om na pensionering te consumeren? Is hierin een onderscheid
tussen werknemers in loondienst en ondernemers voor de inkomstenbelasting (IB-ondernemers)
waarneembaar?
119
Kan de vermogensongelijkheid in Nederland vergeleken worden in Europees en internationaal
perspectief? Uit welk jaar is de laatst beschikbare data op dit punt beschikbaar?
120
Kan toegelicht worden wat het effect van het (al dan niet) meenemen van pensioenvermogen
is op de vermogens(on)gelijkheid in Nederland?
121
Wat zijn de erf- en schenkbelastingtarieven in andere West- en Noord-Europese landen?
122
Geeft het niet meetellen van pensioenvermogen een vertekend beeld van de vermogensongelijkheid?
123
Kan het totale pensioenvermogen ook per percentiel (of deciel) worden uitgesplitst
in een figuur zoals figuur 30?
124
Kunt u figuur 30 aanvullen met het pensioenvermogen?
125
Welke fiscale maatregelen zijn de afgelopen jaren genomen om vermogensgelijkheid te
verbeteren en/of vermogen zwaarder te belasten?
126
Wat zijn de verstorende nadelige effecten (in economisch of maatschappelijk opzicht)
van het zwaarder belasten van de twee grootste «subsidies» op vermogen, te weten pensioenopbouw
en de eigen woning?
127
Wat levert het boven een bedrag van tweemaal het modale inkomen niet langer verplicht
maken van pensioenopbouw door werknemers op aan extra belastinginkomsten?
128
Welk inzicht kan gegeven worden in waar het opgebouwde box-2 vermogen uit bestaat?
129
Wat zijn de meest doelmatige manieren om de belastingdruk voor mkb’ers en kleinere
ondernemers te verlagen?
130
Kan het opknippen van een vennootschap in meerdere bv's om vpb te ontwijken worden
aangepakt door middel van een anti-misbruikmaatregel (in plaats van het afschaffen
van het lage tarief)? Zo ja, hoe?
131
Hoeveel bedraagt de belastingderving? Met welke tarieven is gerekend?
132
Waarom is het evenwichtig om een dga-ondernemer met een modaal inkomen te belasten
tegen een tarief dat bijna 10%-punt hoger ligt dan het hiervoor gehanteerde tarief
in box 1?
133
Wat is de meest actuele inschatting van de mogelijke kosten (incidenteel en structureel)
van een box-3 uitspraak door de Hoge Raad in het nadeel van de Staat?
134
Hoe wordt in andere Noord- en West-Europese landen onderscheid gemaakt tussen illiquide
en liquide vermogen bij vermogens(rendements)heffing?
135
Wat zijn de tarieven van vermogens(rendements)heffing in andere Noord- en West-Europese
landen?
136
Kunnen alle mogelijke nadelen en verstorende effecten van vermogensaanwasbelasting
opgesomd worden?
137
Was het probleem rondom box 3 kleiner geweest als de wetgever het gewoon een «vermogensbelasting»
had genoemd (wat het al die jaren feitelijk al was)?
138
Welke landen betreft het die bij belasten van inkomen uit vermogen aan te sluiten
bij het moment van realisatie binnen de EU en Europese Economische Ruimte (EER)?
139
Kunt u een nadere onderbouwing geven van de ongeoorloofde staatssteun bij verschillende
behandeling aandelen?
140
Zijn er landen waar sprake was/is van een vermogensbelasting waarbij wél wordt ingeteerd
op het vermogen? Waarom is het daar geen schending van het eigendomsrecht?
141
Hoeveel procent van de rijkste ontvangers ontvangt een erfenis van meer dan 30.000
euro? En een erfenis van meer dan 100.000 euro? En meer dan 200.000 euro? Meer dan
500.000 euro?
142
Hoe wordt belastingontwijking door zeer vermogende personen, naast een exitheffing,
nog meer door andere Europese landen tegengegaan?
143
Welk deel van de 40% niet-woningeigenaren ontvangt huursubsidie welke voor een deel
wordt betaald door woningeigenaren?
144
Wat is bekend over de marktverstorende effecten van een te hoge overdrachtsbelasting?
145
Welke impact hebben aanpassingen in box 3 (en andere fiscale beleidswijzigingen) in
de afgelopen jaren gehad op het rendement van particuliere verhuurders?
146
Hoeveel gevallen zijn er bekend waarbij de kwalificatie eigen woning is vervallen
bij afwijking vanaf 1 euro van het aflosschema of een looptijd 361 maanden?
147
Wat is er voor nodig om de Belastingdienst te laten beschikken over voldoende contra-informatie
om op de 30-jaarstermijn te kunnen handhaven?
148
Wat is de geschatte budgettaire derving van afschaffing van de 30-jaarstermijn? Of
is hier vanwege het gebrek aan informatie geen realistische raming van te maken?
149
Als het oorspronkelijke uitgangspunt om de netto-huurwaarde te belasten was gehanteerd,
wat was het eigenwoningforfait dan geweest in 2018, 2020, 2022 en 2024?
150
Welke budgettaire derving is hiermee gemoeid voor de betreffende jaren?
151
Wanneer kan het beprijzen van methaan- en stikstofemissies in de landbouw door middel
van een rechtensysteem of nieuwe belastingen geborgd zijn?
152
Welke optie geniet op dit moment de voorkeur van het kabinet met betrekking tot het
beprijzen van methaan- en stikstofemissies? Een rechtensysteem of nieuwe belastingen?
153
Wat is mogelijke budgettaire derving van het permanent maken van de op dit moment
geldende accijnskorting op brandstof?
154
Wat is de verwachte budgettaire opbrengst per sector van het Emission Trade System
(ETS) 2 vanaf 2017?
155
Wat is de negatieve consequentie van het resultaat waaruit blijkt dat wegverkeer meer
aan milieubelasting betaalt dan dat het aan klimaatschade veroorzaakt?
156
Wat is het (economische) nadeel van de onderbelasting in de overige sectoren?
157
Kunt u voorbeelden geven van een gebrek aan handelingsperspectief om te verduurzamen
of de keuze om de internationale concurrentiepositie te beschermen?
158
Wat betekent de in de bundel fichemaatregelen gesuggereerde verdubbeling van de motorrijtuigenbelasting
(mrb) voor de verjonging van het personenwagenpark? Wat betekent dit voor de omvang
van de nieuwverkopen? Zowel op zichzelf staand als in combinatie met de onderzochte
verdubbeling van de aanschafbelasting (bpm)?
159
Kan per individueel voorgesteld nationaal afbouwpad duidelijk gemaakt worden wat de
mogelijke impact hiervan op mogelijke weglekeffecten, de impact op een gelijk speelveld
en onze economie, en de effectiviteit van al bestaand klimaatbeleid zoals het ETS
is? En indien hier onvoldoende bekend over is, dit aangeven?
160
Kunnen de in deze paragraaf aangedragen beleidsopties beoordeeld worden op maatschappelijk
draagvlak?
161
Kunt u een overzicht geven van de gedifferentieerde tarieven naar afstand voor de
Europese landen?
162
Kunt u inzicht geven in de verwachte prijsontwikkeling tot 2030 van een liter benzine
en diesel in eurocenten?
163
Kunt u voorrekenen wat de impact van de prijsstijgingen aan de benzinepomp in 2030
zijn op de maandelijkse uitgaven van een gebruiker met een jaarkilometrage van 13.000
tot 20.000 kilometer?
164
Kunt u onderbouwen waarom een verdubbeling van de BPM-tarieven leiden tot herstel
van de oorspronkelijke BPM-druk van 2010?
165
Welke overwegingen liggen ten grondslag aan dat de accijns op sigaretten, sigaren
en rooktabak niet automatisch worden geïndexeerd?
166
Kunt u een overzicht geven van de prijsverhogingen van tabaksproducten van de afgelopen
vijf jaar met daarbij de cijfers van het aantal rokers per jaar?
167
Hoeveel ziekenhuizen en revalidatiecentra zijn inmiddels rookvrij? Klopt het dat dit
aantal is afgenomen ten opzichte van 2023?
168
Wat is de stad van zaken van de introductie verbruiksbelasting op e-sigaretten?
169
Welke wetenschappelijke onderzoeken zijn inmiddels gedaan naar de schadelijke gevolgen
van het gebruik van e-sigaretten?
170
Stel dat de accijnsdruk in reële prijzen gelijk was gebleven, hoeveel extra opbrengsten
zouden dan in 2024 worden gegenereerd?
171
Wat is de stand van zaken van de wetgeving voor gemeenten om ongezonde voedselaanbieders
te weren?
172
Kunt u een overzicht geven van de door de industrie genomen stappen in het verlagen
van de hoeveelheden suiker in frisdrank?
173
Wordt er onderzoek gedaan naar de effecten van consumptie van belaste producten in
Hongarije?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
L.N. Kruithof, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.