Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boswijk over het onderzoek van de Groene Amsterdammer naar de illegale export van Nederlandse microchips naar Iran
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Financiën over het onderzoek van de Groene Amsterdammer naar de illegale export van Nederlandse microchips naar Iran (ingezonden 24 januari 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Financiën
(ontvangen 12 maart 2024).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Pakketje naar Teheran? Komt goed!» uit de Groene
Amsterdammer?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de verontwaardiging over de uitkomsten van dit onderzoek?
Antwoord 2
Sanctieomzeiling is helaas een bekend probleem. Net als andere lidstaten van de EU
maakt Nederland zich zorgen over deze omzeiling van de sancties. Omzeiling van sancties
is strafbaar in Nederland, en het tegengaan en handhaven hiervan blijft een prioriteit
van het kabinet. Inspanningen om omzeiling tegen te gaan zijn breed en vinden zowel
nationaal als internationaal plaats.
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat het buitengewoon onwenselijk is dat Iraanse vrachtwagens
zonder controle vanuit Nederland en de Europese Unie naar Iran kunnen rijden? Wanneer
gaan Nederland en de Europese Unie Iraanse vrachtwagens veel strenger controleren
op de export van gesanctioneerde goederen? En in hoeverre is het mogelijk om alle
Iraanse vrachtwagens bij vertrek uit de Schengenzone te controleren op gesanctioneerde
goederen?
Antwoord 3
Als iemand goederen uitvoert naar een land buiten de EU, moet een uitvoeraangifte
gedaan worden. Als iemand goederen uitvoert zonder een aangifte te doen dan is er
sprake van smokkel en dat is strafbaar.
Indien goederen vanuit Nederland via een andere lidstaat de EU verlaten, is het de
verantwoordelijkheid van de douane van die lidstaat om op het moment van daadwerkelijke
grensoverschrijding te controleren op smokkel (goederen die niet zijn aangegeven).
De Nederlandse Douane controleert risicogericht de in Nederland ingediende uitvoeraangiften
en de goederen waarop deze aangiften betrekking hebben. Indien fysieke controle van
goederen plaatsvindt, gebeurt dat op het moment van het verpakken of laden, naar aanleiding
van in Nederland gedane aangiften.
Daarnaast controleert de Nederlandse Douane goederen fysiek op het moment dat ze daadwerkelijk
via een haven of vliegveld in Nederland de EU verlaten. Dat gebeurt risicogericht
en steekproefsgewijs. Deze (uitgangs)controle dient om vast te stellen of er sprake
is van smokkel, omdat geen uitvoeraangifte is gedaan, goederen onderweg zijn verwisseld
of goederen in het vervoermiddel erbij zijn gestopt. De Douane betrekt alle signalen
over mogelijke smokkel in de risicoanalyses op basis waarvan de aanpak en inzet worden
bepaald.
Vraag 4
Wat vindt u van het voorstel van Cedric Ryngaert, hoogleraar internationaal recht,
om nieuwe technieken als gps en blockchain in te zetten om Iraanse vrachtwagens te
controleren, en zodoende ook smokkelaars af te schrikken?
Antwoord 4
Innovatie staat bij de Douane hoog op de agenda, en er wordt volop op ingezet. Innovatie
helpt om effectief en efficiënt te kunnen handhaven, en om grote hoeveelheden gegevens
te kunnen analyseren op risico’s. Samen met het onderwijs, het bedrijfsleven en de
wetenschap test de Douane veelbelovende technologieën en methodes, bijvoorbeeld voor
scan en detectie. Ook blockchain en GPS-technieken worden al bekeken op bruikbaarheid en toegevoegde waarde voor de
Douane. Ook hier zal de Douane de technieken risicogericht gebruiken, dus daar waar
de risico’s het grootst zijn. Voor de algemene aanpak van het risico verwijzen wij
u naar de beantwoording van vraag 3.
Vraag 5
Worden pakketjes die vanuit Nederland naar Iran worden verzonden gecontroleerd op
gesanctioneerde goederen? En zo nee, in hoeverre is het mogelijk om pakketjes naar
Iran extra te controleren op microchips?
Antwoord 5
Pakketjes die vanuit Nederland naar Iran worden verzonden worden risicogericht en
steekproefsgewijs gecontroleerd op gesanctioneerde goederen. De aantallen controles
zijn op dit moment verder opgevoerd. Dit omvat zowel pakketjes (postzendingen met
goederen) als brievenpost.
Vraag 6
In hoeverre is het mogelijk om bedrijven te verplichten de identiteit te controleren
bij aanschaf van microchips en bij verzending van pakketjes naar Iran?
Antwoord 6
Het is de verantwoordelijkheid van bedrijven om na te gaan of de verkoop van hun goederen
mogelijk in strijd is met de sanctiewet. Bedrijven dienen voldoende maatregelen te
nemen om omzeiling van sancties te voorkomen. Doen zij dit niet dan lopen zij het
risico dat er strafrechtelijk onderzoek naar hen wordt ingesteld. Welke maatregelen
exact gepast zijn verschilt per bedrijf en per branche. De overheid onderzoekt welke
maatregelen betrokken bedrijven hebben genomen om dit soort praktijken te voorkomen,
en of deze maatregelen verbeterd kunnen worden.
Vraag 7
Hoe verklaart u de gestegen waarde van de Nederlandse export naar Iran in 2023? In
welke mate kan deze exportstijging worden toegeschreven aan de export van gesanctioneerde
goederen?
Antwoord 7
In het betreffende artikel worden cijfers genoemd van de Iraanse douane. Het is voor
het kabinet niet mogelijk om te verifiëren hoe de Iraanse douane tot deze cijfers
komt. Cijfers van het CBS laten zien dat de uitvoer naar Iran in de eerste 10 maanden
van 2023 lager was dan in 2022.2
De uitvoer van gesanctioneerde goederen naar Iran zonder exportvergunning betreft
smokkel en komt vanwege de heimelijke aard van smokkelactiviteiten niet terug in deze
cijfers. Voor meer duiding rond de uitvoer naar Iran in het licht van sancties verwijzen
wij u naar de Kamerbrief inzake «Stijging export naar Iran in de laatste maanden van
2022 en specificatie van handel in chemicaliën» (7 september 2023) en de Kamerbrief
«Exportbeperkende maatregelen tegen Iran en samenwerking binnen de EU» (23 mei 2023).3
Vraag 8
Staat u in contact met chipproducent NXP over deze problematiek? Welke stappen zetten
zij om te voorkomen dat hun microchips in verkeerde handen vallen?
Antwoord 8
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken staat in goed contact met de bedrijven wiens
producten het grootste risico op omzeiling met zich meebrengen, waaronder NXP. Het
kabinet kan niet namens bedrijven spreken.
Vraag 9
Deelt u de mening dat de boetes en gevangenisstraffen voor sanctie-ontduikers fors
moeten worden verhoogd? Zo ja, op welke termijn kan dit worden doorgevoerd?
Antwoord 9
Het kabinet is voorstander van strikte en efficiënte handhaving van sanctieschendingen,
en steunt in dat kader dan ook het EU-richtlijnvoorstel voor het strafbaar stellen
van overtreding van beperkende maatregelen. Dat voorstel heeft onder meer tot doel
om te zorgen voor doeltreffende, afschrikkende en evenredige strafrechtelijke sanctionering
van sanctieschendingen. In Nederland is overtreding van sanctiemaatregelen, waaronder
ontduiking, reeds verboden en strafbaar op grond van de Sanctiewet 1977 in combinatie
met de Wet op de economische delicten.
De strafmaat die hierop staat is een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of
een geldboete van de vijfde categorie (€ 103.000). Voor rechtspersonen geldt dat indien
deze boetecategorie geen passende bestraffing toelaat een geldboete kan worden opgelegd
van de zesde categorie (€ 1.030.000) of een geldboete van ten hoogste tien procent
van de jaaromzet van de rechtspersoon in het boekjaar voorafgaande aan de veroordeling.
Dit stemt ook overeen met wat het EU-richtlijnvoorstel op dit gebied vereist. Tegen
die achtergrond ziet het kabinet niet de noodzaak om de maximale boetes en gevangenisstraffen
voor sanctieschendingen te verhogen.
Vraag 10
In hoeverre ondervangt de beoogde modernisering van het Nederlandse sanctiestelsel
de hierboven geschetste problematiek?
Antwoord 10
Momenteel is het alleen mogelijk om sanctieschendingen strafrechtelijk te handhaven.
Onderdeel van de modernisering van het Nederlandse sanctiestelsel is om het handhavingsinstrumentarium
uit te breiden zodat sanctieschendingen ook bestuursrechtelijk kunnen worden aangepakt,
zoals het kunnen opleggen van bestuurlijke boetes. Deze uitbreiding geeft de overheid
meer instrumenten in handen om handhavend op te treden. Dit draagt bij een efficiënte
en effectieve handhaving.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
A. (Aukje) de Vries, staatssecretaris van Financiën -
Mede ondertekenaar
G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.