Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kathmann over kinderopvanglocaties die trucs inzetten om meer omzet te draaien
Vragen van het lid Kathmann (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over kinderopvanglocaties die trucs inzetten om meer omzet te draaien (ingezonden 11 december 2023).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 15 februari 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2023–2024, nr. 629.
Vraag 1
Bent u bekend met het NOS-artikel van 5 december 2023 met de titel «Kinderdagverblijven
en bso’s gebruiken vaker trucs om omzet te verhogen»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Vraag 2
Hoe kijkt u naar de in het artikel omschreven situatie waarbij kinderopvanglocaties
administratieve trucs inzetten om hun winst te verhogen?
Antwoord 2
Ik zie graag dat de dienstverlening van kinderopvang goed aansluit bij de behoeften
van ouders en aanbieders. Daarbij is het van belang dat veranderingen in de dienstverlening
in goede afstemming tussen ouders, oudercommissies en kinderopvangorganisaties plaatsvinden.
Een situatie waarbij openingstijden worden verruimd zonder dat daar gebruik van wordt
gemaakt, is niet de bedoeling. Net als het aanpassen van pakketten waarbij ouders
een buitensporige hoeveelheid uren in vakanties dienen af te nemen. Er geldt geen
recht op KOT voor uren waarop de opvang gesloten is, met uitzondering van erkende
feestdagen.
De signalen over deze praktijken heb ik 14 december 2023 met de kinderopvangbranche
besproken. Daarbij heb ik het belang van goede afstemming met ouders alsmede de voorwaarden
voor het ontvangen van KOT benadrukt. Tevens heb ik de branche gevraagd in te zetten
op: 1) verbetering van transparantie: kinderopvangorganisaties zouden uurprijzen en
openingstijden op de website moeten vermelden, 2) het vergroten van de bekendheid
van stappen die ouders kunnen nemen bij een geschil of klacht. De brancheorganisaties
delen het belang van transparantie en hebben aangegeven zich hiervoor te zullen inspannen.
Ik verwacht dat deze stappen de transparantie in de sector vergroten en daarmee de
positie van ouders versterken. Ik zal in gesprek blijven met de brancheorganisaties
over de voortgang van deze stappen. Parallel ga ik onderzoeken of toezicht en nadere
regelgeving gericht op kinderopvangorganisaties wenselijk is.
Vraag 3
Heeft u in beeld in hoeverre er nog andere dan in het artikel beschreven methoden
zijn om oneigenlijk extra publiek geld via de kinderopvangtoeslag naar de kinderopvanglocaties
te doen toevloeien, zonder dat de gefactureerde uren zijn geleverd?
Antwoord 3
Ouders sluiten een privaatrechtelijke overeenkomst met hun kinderopvangorganisatie.
Hierin wordt het aantal contracturen vastgelegd. Indien een ouder vervolgens besluit
een deel van de gefactureerde uren niet te gebruiken, is er niet per se sprake van
oneigenlijk gebruik. De kinderopvangorganisatie maakt immers wel kosten gedurende
de gecontracteerde uren, ook als een ouder besluit zijn kind later te brengen of eerder
op te halen. Daarbij hecht ik er wel aan toe te voegen dat ik het zeer onwenselijk
acht wanneer een kinderopvangorganisatie de openingstijden verruimt zonder dat daar
gebruik van wordt gemaakt. Bovendien is er enkel recht op KOT voor de uren waarop
de opvang daadwerkelijk beschikbaar is. Sluitingen vanwege erkende feestdagen vormen
daarop een uitzondering.
Vraag 4
Heeft u zicht op de omvang van dit probleem? Bent u bereid hier onderzoek naar te
doen?
Antwoord 4
Er is geen overzicht op welke schaal de praktijken die besproken worden in het artikel,
worden toegepast en wat de financiële gevolgen voor ouders zijn. Dit overzicht is
er niet, omdat het gaat om gemaakte afspraken in een privaatrechtelijke overeenkomst
tussen kinderopvangorganisaties en ouders. De ouder en de kinderopvangorganisatie
sluiten een contract over onder andere het aantal af te nemen uren en de kosten. Deze
afspraken worden niet centraal vastgelegd en kunnen daarom niet worden gemonitord.
Ik zal in samenwerking met sectorpartijen een steekproef opzetten om meer zicht te
krijgen op openingstijden. Deze steekproef zal aansluiten bij het bestaande uurprijsonderzoek
van BOinK en Waarborgfonds Kinderopvang. Bovendien ga ik in gesprek met de Geschillencommissie
Kinderopvang om meer duiding te krijgen bij de signalen over pakketaanpassingen, het
uitbreiden van openingstijden en het in rekening brengen van incidentele sluitingen.
Vraag 5
Deelt u de zorg dat de ouders die extra uren in rekening gebracht krijgen en daarvoor
extra kinderopvangtoeslag ontvangen te maken kunnen krijgen met terugvorderingen?
Op welke manier kunnen ouders hiertegen beschermd worden?
Antwoord 5
Ouders ontvangen KOT voor het aantal uren overeengekomen in het contract met de kinderopvang.
Ouders kunnen ervoor kiezen om hun kind minder uren naar de opvang te brengen dan
het aantal uren overeengekomen in het contract. Dit betekent niet dat er toeslag terugbetaald
moet worden. Voor het recht op KOT is het aantal uren dat in het contract is overeengekomen
leidend. Daarbij is er wel de voorwaarde dat de kinderopvangorganisatie daadwerkelijk
open is op de uren die in het contract zijn aangegeven, met uitzondering van erkende
feestdagen. De ouder heeft namelijk recht op KOT voor betaalde uren, die zijn overeengekomen
in het contract en waarbij de kinderopvang beschikbaar is. Ik zou ouders willen aanraden
alleen een contract aan te gaan voor beschikbare uren voor kinderopvang.
Als ouders het oneens zijn met pakketaanpassingen, uitbreidingen van openingstijden
of de uren die worden gefactureerd, dan is er de ruimte om dit te melden. In eerste
instantie kan een ouder hierover in gesprek gaan binnen de organisatie zelf. Ook kan
het signaal gemeld worden bij de oudercommissie van de betreffende organisatie. Oudercommissies
hebben adviesrecht op de tarieven en openingstijden, maar kunnen geen rol spelen bij
klachtenprocedures inzake overeenkomsten tussen een individuele ouder en de KOO. Ouders
kunnen daarnaast een formele klacht indienen bij de kinderopvangorganisatie. Een klachtenregeling
is voor iedere kinderopvangorganisatie verplicht. Als dit niet tot een bevredigende
uitkomst leidt, is een volgend meldpunt het Klachtenloket Kinderopvang.2 Dit loket geeft advies en informatie, en kan bemiddelen tussen ouder en kinderopvangorganisatie.
Mocht de klacht hierna nog niet zijn opgelost, dan kan deze worden ingediend door
de ouder bij de Geschillencommissie Kinderopvang.3 Zij geeft vervolgens een bindend advies. Naast deze opties hebben ouders ook de mogelijkheid
om, buiten de KOO om, een melding te doen bij de ACM Consuwijzer.4
Vraag 6
Op welke wijze bent u voornemens om bij het vaststellen van prijsregulerende, winstregulerende
en/of tariefregulerende maatregelen conform de motie Kathmann c.s.5 waarborgen in te bouwen zodat misbruik door bijvoorbeeld het rekenen van extra uren
niet mogelijk is?
Antwoord 6
Zoals ik heb aangegeven in de Kamerbrief6 van 15 september 2023, was een van de doelen van de herziening van het financieringsstelsel
om een betaalbaardere en financieel toegankelijkere kinderopvang te creëren. Op basis
van de impactanalyses zijn er zorgen over prijsstijgingen en de daarmee samenhangende
verdringingsrisico’s.
Tariefregulering is één van de maatregelen die verkend wordt om dit risico te verkleinen.
Indien voor tariefregulering wordt gekozen, zal de dienst kinderopvang in min of meerdere
mate moeten worden afgebakend. Hierbij zullen keuzes moeten worden gemaakt over het
aantal uren of dag(del)en die kinderopvangorganisaties bij ouders in rekening mogen
brengen en het al dan niet mogen aanbieden van aanvullende diensten. Komende maanden
wordt een aantal onderzoeken uitgezet. Hieronder valt monitoring en analyse van het
aanbod van de kinderopvangmarkt en een kostprijsonderzoek. Deze onderzoeken zullen
meer inzicht geven in hoeverre de huidige financieringssystematiek aansluit bij de
kostenstructuren in de kinderopvang en potentiële afbakeningen van de dienst. De verwachting
is dat de onderzoeken begin 2025 worden afgerond. De resultaten helpen een nieuw kabinet
met de afweging of tariefregulering een wenselijke en uitvoerbare optie is en hoe
daarbij recht kan worden gedaan aan de wensen van ouders omtrent urengebruik.
Vraag 7
Welke stappen kunt u op korte termijn nemen om het gebruik van administratieve trucs
om op oneigenlijke wijze meer winst te behalen tegen te gaan?
Antwoord 7
Zoals in mijn antwoord op vraag 2 aangegeven, heb ik op 14 december 2023 met de brancheorganisaties
de praktijken besproken die in het artikel zijn geschetst. Hierbij heb ik het belang
van goede afstemming met ouders alsmede de voorwaarden voor het ontvangen van KOT
benadrukt. Tevens heb ik, de branche gevraagd in te zetten op: 1) verbetering van
transparantie: kinderopvangorganisaties zouden uurprijzen en openingstijden op de
website moeten vermelden, 2) het vergroten van de bekendheid van stappen die ouders
kunnen nemen bij een geschil of klacht (zie antwoord vraag 2). De brancheorganisaties
delen het belang van transparantie en hebben aangegeven zich hiervoor te zullen inspannen.
Ik verwacht dat deze stappen de transparantie in de sector vergroten en daarmee ook
de positie van de ouders versterken. Ik zal in gesprek blijven met de brancheorganisaties
over de voortgang van deze stappen. Parallel ga ik onderzoeken of toezicht en nadere
regelgeving gericht op kinderopvangorganisaties wenselijk is.
Daarnaast zal ik om meer inzicht te krijgen op welke schaal uitbreiding van openingstijden
voorkomt, in samenwerking met de branche een steekproef opzetten. Deze steekproef
zal aansluiten bij het bestaande uurprijsonderzoek van BOinK en Waarborgfonds Kinderopvang.
Eveneens zal ik, om meer duiding te krijgen bij de in het artikel geschetste praktijken,
in gesprek gaan met de Geschillencommissie Kinderopvang.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
A. (Aukje) de Vries, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.