Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Van der Lee en Stultiens over juridische duurzaamheidsrisico’s
Vragen van de leden Van der Lee en Stultiens (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Financiën over gebrekkig inzicht in juridische duurzaamheidsrisico’s (ingezonden 18 januari 2024).
Mededeling van Minister Van Weyenberg (Financiën) (ontvangen 7 februari 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek «Climate risk assessments must engage with the law»?1
Vraag 2
Bent u het eens met het onderzoek dat duurzaamheidsrisico’s in belangrijke mate beïnvloed
worden door juridische omstandigheden (rechtszaken, regulatoire veranderingen, etc.)?
Vraag 3
Bent u het met het onderzoek eens dat juridische duurzaamheidsrisico’s op dit moment
onvoldoende in kaart gebracht en gemitigeerd worden? Wat is uw reactie op het feit
dat uit recent onderzoek van het Network for Greening the Financial System2 blijkt dat 93 procent van de ondervraagde prudentiële toezichthouders aangeeft de
impact van juridische duurzaamheidsrisico’s nog niet te kwantificeren?
Vraag 4
Bent u het met het in vraag 1 genoemde onderzoek eens dat het onvoldoende is om enkel
naar financiële blootstelling te kijken om adequaat toezicht te houden op juridische
duurzaamheidsrisico’s?
Vraag 5
Kwantificeert De Nederlandsche Bank (DNB), eventueel i.s.m. de Europese Centrale Bank
(ECB), juridische duurzaamheidsrisico’s?
Vraag 6
Hoe omvangrijk is de blootstelling van Nederlandse financiële instellingen aan juridische
duurzaamheidsrisico’s? Bent u bereid DNB te vragen hier onderzoek naar te doen?
Vraag 7
Hoe kan de toezichtspraktijk omgaan met het feit dat juridische duurzaamheidsrisico’s
zich op vele verschillende, onverwachte en non-lineaire manieren kunnen materialiseren?
Welke stappen zet DNB daartoe nu al in de praktijk?
Vraag 8
Bent u bereid met de ondertekenaars van het klimaatakkoordcommitment en De Nederlandsche
Bank in gesprek te gaan over de noodzaak juridische duurzaamheidsrisico’s beter in
kaart te brengen? Wilt u daarin de vijf door het onderzoek geschetste risico-identificatiemethoden
meenemen?
Vraag 9
Deelt u de mening dat het ongewenst is dat Europese wetgeving (Verordening en Richtlijn
kapitaalvereisten – CRR/CRD, Solvabiliteitsrichtlijn, Richtlijn duurzaamheidsrapportage
door bedrijven – CSRD) niet expliciet maakt hoe bedrijven en instellingen juridische
duurzaamheidsrisico’s inzichtelijk moeten maken?
Vraag 10
Welke juridische ruimte is er, voor de Europese Commissie, dan wel voor uw ministerie
of de toezichthouder, om via lagere wetgeving dan wel de uitleg van wetgeving te expliciteren
hoe bedrijven juridische duurzaamheidsrisico’s in kaart moeten brengen? Bent u bereid
zich ervoor in te zetten (de toezichthouder) die ruimte te (laten) nemen?
Vraag 11
Klopt het dat de Richtlijn instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IORP-II)
en de Pensioenwet geen specifieke bepalingen kennen voor het in kaart brengen van
juridische klimaatrisico’s? Klopt het daarom dat er van pensioenfondsen op dit vlak
niks concreets verwacht wordt? Bent u het met ons eens dat dit onwenselijk is?
Vraag 12
Bent u van mening dat pensioenfondsen op dit moment voldoende rekening houden met
juridische duurzaamheidsrisico’s? Waarop baseert u dat?
Vraag 13
Wat zijn de consequenties voor pensioenfondsen die onvoldoende actie ondernemen om
juridische duurzaamheidsrisico’s te identificeren?
Vraag 14
Kunt u een toelichting geven op de samenhang tussen de verplichtingen uit artikel 15
van de Richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied
van duurzaamheid (CSDDD), zoals deze op hoofdlijnen in december jl. is overeengekomen,
en mogelijke klimaatwetgeving voor de Nederlandse financiële sector? Klopt het dat
artikel 15 in de huidige vorm financiële instellingen zal verplichten transitieplannen
op te stellen (ook voor scope 3) en de toezichthouder een handvat geeft om te handhaven?
Vraag 15
Klopt het dat CSDDD-artikel 15 in de meest recente vorm financiële instellingen niet
enkel zal verplichten «een bijdrage aan het Parijsakkoord» te leveren, zoals het klimaatakkoordcommitment
voorschrijft, maar met 1.5 °C-scenario’s te werken, en daarom in feite strenger is
dan het klimaatakkoordcommitment?
Vraag 16
Welke ruimte laat de uitwerking van CSDDD-artikel 15 om te sturen op relatievein plaats van absoluteemissiereductie, omdat dat laatste van groot belang is terwijl instellingen i.h.k.v.
het klimaatakkoordcommitment nog te vaak dat eerste doen?
Vraag 17
Op welke manier zal de uiteindelijke uitwerking van CSDDD-artikel 15 de voorkeur ten
aanzien van klimaatwetgeving voor de financiële sector beïnvloeden, bijvoorbeeld omdat
artikel 15 al om een inspanningsverplichting of klimaatplan vraagt?
Vraag 18
Kunt u een tijdlijn schetsen van het proces consultatie, definitieve Europese besluitvorming
rond gepaste zorgvuldigheid en verdere stappen rond het al dan niet ontwerpen van
klimaatwetgeving voor de financiële sector?
Vraag 19
Bent u bereid de focus van uw beleidsagenda voor duurzame financiering te verbreden
van de focus op klimaat en energie, naar alle door wetenschappers geïdentificeerde
dimensies van duurzaamheid, zoals biodiversiteit, waterkwaliteit, stikstof, fosfor,
etc.?3 Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe?
Mededeling
De schriftelijke vragen van de Kamerleden Van der Lee en Stultiens (beiden GroenLinks-PvdA)
over juridische duurzaamheidsrisico’s (kenmerk 2024Z00522), ingezonden op 18 januari 2024, kunnen met het oog op een zorgvuldige en volledige
beantwoording niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Uiteraard is
het streven de antwoorden binnen de tweede termijn van 3 weken aan uw Kamer te verzenden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.