Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kahraman en Veldkamp over de Turkse militaire aanvallen in Syrië en Irak
Vragen van het lid Kahraman en het lid Veldkamp (Nieuw Sociaal Contract) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de Turkse militaire aanvallen in Syrië en Irak (ingezonden 4 januari 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken) en Minister Ollongren (Defensie),
mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 7 februari 2024).
Vraag 1
Kent u de berichten over aanvallen van Turkije in Syrië en Irak in de afgelopen jaren
en recent nog op maandag 25 december 2023 (eerste kerstdag)?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat bij deze recente Turkse luchtaanvallen meerdere burgerdoden
en gewonden gevallen zijn?
Antwoord 2
In de periode 23 t/m 29 december 2023 hebben meerdere Turkse drone- en luchtaanvallen
in Syrië en Noord-Irak plaatsgevonden. De Turkse operaties richtten zich tegen de
Syrian Democratic Forces (SDF) en de Koerdische Arbeiderspartij (PKK). Volgens verschillende openbare bronnen
zijn hierbij diverse SDF en PKK-strijders omgekomen. In openbare bronnen wordt regelmatig
melding gemaakt van burgerslachtoffers.
Vraag 3
Kunt u ook bevestigen dat er bij deze luchtaanvallen kritische burgerinfrastructuur
als waterverdeelstations, elektriciteitscentrales en ziekenhuizen zijn getroffen?2 Zijn dergelijke burgerdoelen vanuit internationaal recht gerechtvaardigde doelen?
Antwoord 3
Het kabinet heeft niet eigenstandig kunnen verifiëren of bij de drone- en luchtaanvallen
kritieke civiele infrastructuur is getroffen. Wel staat vast dat civiele infrastructuur
(o.a. industrie) is beschadigd als gevolg van de aanvallen. Het leefgebied van burgers
in de grensstreek staat als gevolg van de aanvallen onder druk.
Volgens het humanitair oorlogsrecht zijn militaire doelen uitsluitend die objecten
die naar hun aard, ligging, bestemming of gebruik een daadwerkelijke bijdrage tot
de krijgsverrichtingen leveren en waarvan de gehele of gedeeltelijke vernietiging,
verovering of onbruikbaarmaking onder de omstandigheden van dat moment een duidelijk
militair voordeel oplevert. Gezien het ontbreken van de benodigde informatie over
de specifieke omstandigheden en afwegingen van Turkije, is het zeer complex om een
oordeel te vormen over de naleving van het humanitair oorlogsrecht door Turkije in
deze situatie.
Vraag 4
Daar waar NAVO-lid Turkije stelt dat de luchtaanvallen legitieme militaire (zelfverdediging)acties
zijn tegen (terreur)dreigingen van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) vanuit Syrië
en Irak, in hoeverre zijn volgens u deze Turkse claims gerechtvaardigd? Hoe verhoudt
zich deze claim met de structurele Westerse samenwerking met de Syrian Democratic
Forces (SDF) in de strijd tegen ISIS?
Antwoord 4
Het kabinet erkent de veiligheidszorgen van Turkije in de grensregio met Syrië en
Irak. Het land beroept zich op het recht van zelfverdediging en stelt dat de operaties
gericht zijn op het tegengaan van aanvallen van PKK en YPG op Turks grondgebied. Daarbij
stelt het kabinet voorop dat alle landen en dus ook Turkije moeten handelen conform
het internationaal recht, zodoende met de aantoonbare inachtneming van de eisen van
noodzakelijkheid en proportionaliteit. Daarnaast is het van groot belang dat burgerslachtoffers
worden vermeden. Dit benadrukt het kabinet ook in gesprekken met de Turkse autoriteiten.
Nederland blijft, evenals andere bondgenoten, ook met Turkije in gesprek over de impact
van de Turkse militaire acties in Noordoost Syrië op de capaciteit van de SDF om ISIS
te bestrijden en om detentiecentra en vluchtelingenkampen waar Foreign Terrorist Fighters (FTFs) en hun familieleden zich bevinden te beveiligen.
Vraag 5
Gelet op het feit dat Amerikaanse militairen die gestationeerd zijn in Syrië, een
Turkse drone hebben neergehaald die zich te dicht bij de Amerikaanse troepen bevond3, hoe voorkomen NAVO-leden dat ze tegenover elkaar komen te staan in Syrië en Irak
als Turkije deze aanvallen blijft uitvoeren?
Antwoord 5
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 voert Turkije operaties uit in Noord-Irak
en Syrië vanwege veiligheidszorgen in de grensregio.
Naar aanleiding van het neerhalen van de Turkse drone door de VS hebben de Ministers
van Defensie van de VS en Turkije beiden benadrukt dat nauwe coördinatie in de regio
van belang is. Nederland brengt de Turkse activiteiten, het belang van aandacht voor
mogelijke consequenties en het belang van onderlinge coördinatie tussen Turkije en
de bondgenoten regelmatig op in bilaterale gesprekken met Turkije.
Vraag 6
Hebben deze militaire bombardementen door Turkije in Noord-Irak consequenties voor
de Nederlandse militaire inzet voor de NAVO-missie in Irak (NMI)?4 Hoe borgt Nederland dat onze militairen, die in het noorden van Irak worden gestationeerd,
geen slachtoffer worden van deze bombardementen? Heeft Turkije contact met zijn NAVO-bondgenoten
over deze bombardementen en worden ze vooraf gewaarschuwd?
Antwoord 6
De Turkse militaire operaties vinden plaats in het grensgebied van Turkije met Noord-Irak.
De Turkse militaire activiteiten hebben vooralsnog geen consequenties voor de Nederlandse
militaire inzet voor de NMI. NMI is niet actief in Noord-Irak.
Nederland heeft sinds de redeployment van de Force Protection eenheid die ten behoeve van Operation Inherent Resolve (OIR) gestationeerd was in Erbil nog enkele militairen gestationeerd op de bases
van de Anti-ISIS Coalitie in omgeving Erbil. De Nederlandse militairen in Erbil bevinden
zich niet in het gebied waar de Turkse operaties worden uitgevoerd. Het kabinet voorziet
dan ook geen consequenties voor de Nederlandse militairen ter plaatse.
Ten aanzien van Turkse contacten met NAVO-bondgenoten verwijs ik u naar het antwoord
op vragen 4 en 5.
Vraag 7
Zijn er in internationaal verband gesprekken met Turkije over deze militaire aanvallen
in deze twee landen, bijvoorbeeld in NAVO-verband? Kunt u aangeven wat de houding
is van Turkije in deze gesprekken?
Antwoord 7
De situatie in Noordoost Syrië en Irak is regelmatig onderwerp van gesprek in verschillende
internationale fora, waaronder de EU en de Anti-ISIS-coalitie. Zorgen over de mogelijke
gevolgen van deze militaire operaties worden daarin besproken. In bilaterale gesprekken
met de Turkse autoriteiten worden de Turkse operaties in Noord-Irak en Syrië regelmatig
besproken langs de lijnen van het antwoorden op vraag 4 en 5. De Turkse militaire
operaties zijn binnen de NAVO geen onderwerp van gesprek.
Vraag 8
Aangezien de grootste instroom van asielzoekers in Nederland komt vanuit Syrië (12.625
personen) en gelet op het feit dat Irak ook in de top 10 staat5, kunt u duiden wat de bombardementen door Turkije in deze twee landen voor impact
hebben op de asielinstroom in Nederland vanuit deze landen?
Antwoord 8
Het valt niet te voorspellen wat de impact van de Turkse militaire operaties in Noord-Irak
en Syrië is op de asielinstroom in Nederland. De asielinstroom in Nederland van personen
met de Syrische en Iraakse nationaliteit in de afgelopen jaren is niet direct te relateren
aan de diverse geweldsincidenten in Irak or Syrië.
Vraag 9
Op welke wijze zet Nederland zich in voor de minderheden in de gebieden waar Turkije
bombardementen uitvoert, zoals Jezidis en Arameeërs, Assyriërs en Chaldeeërs, en voor
leniging van de humanitaire nood in Syrië?
Antwoord 9
Het kabinet blijft zich inzetten voor de bescherming van kwetsbare minderheden in
Noord-Irak, waaronder jezidi’s en christenen. Het kabinet doet dit door deze gemeenschappen
te ondersteunen met het streven naar gerechtigheid, het verlenen van psychosociale
en geestelijke hulp (MHPSS), en het bijdragen aan een sociaaleconomisch toekomstperspectief.
De humanitaire noden in Syrië zijn zeer groot. Nederland is sinds aanvang van het
conflict een grote humanitaire donor in Syrië. Hulpbijdragen worden ter beschikking
gesteld via vaste kanalen, zoals de VN humanitaire fondsen en de Dutch Relief Alliance. Nederland behoort tot de top-3 donoren van het mondiale VN-noodhulpfonds Central Emergency Response Fund (CERF).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.