Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bisschop over de gevolgen van het aalverbod op vissen met de ankerkuil in grote wateren
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de gevolgen van het aalverbod op vissen met de ankerkuil in grote wateren (ingezonden 4 december 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 7 februari
2024)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 754
Vraag 1
Is de veronderstelling juist dat het aalverbod ook van toepassing is op vissen met
de ankerkuil in grote wateren als de Eems-Dollard, de Waddenzee en de Westerschelde,
terwijl hier geen sprake is visserij op de aal en ook niet van bijvangst van aal?1
Antwoord 1
Op basis van de EU-verordening inzake vangstmogelijkheden voor 20232 is de aalvisserij in de kustwateren, waaronder de Eems-Dollard, de Waddenzee en de
Westerschelde, gesloten voor zes maanden. Hierbij is er enige ruimte voor de lidstaten
om die periode zelf te bepalen, rekening houdend met het migratiepatroon van aal.
In de EU-verordening inzake vangstmogelijkheden voor 20243 is dit ook bepaald. In Nederland is de gesloten periode op basis hiervan vastgesteld
op 1 september tot 1 maart en nationaal opgenomen in de Uitvoeringsregeling zeevisserij.
Op grond van de EU-verordening inzake vangstmogelijkheden voor 2023 is het in de gesloten
periode verboden om op aal te vissen of aal onbedoeld mee te vangen. In de EU-verordening
inzake vangstmogelijkheden voor 2024 is het weliswaar niet meer verboden aal onbedoeld
mee te vangen, maar moeten lidstaten wel alle redelijke inspanningen leveren om incidentele
bijvangst van aal zo veel mogelijk te beperken en waar mogelijk uit te bannen. Gebruik
van een vistuig in de gesloten aalperiode kan dus alleen worden toegestaan als uit
onderzoek duidelijk is dat hiermee geen aal kan worden gevangen, of hooguit als incidentele
bijvangst. Daarom zijn alle vistuigen die bedoeld zijn om op aal te vissen, of die
geschikt zijn om aal onbedoeld mee te kunnen vangen in die periode in de Nederlandse
wateren verboden. Dit geldt ook voor de ankerkuil.
Vraag 2
Waarom is het aalverbod in de Uitvoeringsregeling visserij op alle typen ankerkuil
van toepassing verklaard, terwijl de ankerkuil die gebruikt wordt in het rivierengebied
door het aanbrengen van onder meer inkelingen aangepast is op de aalvisserij en de
ankerkuil die gebruikt wordt in onder meer de Eems-Dollard, Waddenzee en Westerschelde
dergelijke inkelingen niet heeft en niet geschikt is voor aalvangst?
Antwoord 2
In de visserijregelgeving is slechts één type ankerkuil gedefinieerd en dat is de
ankerkuil die is opgenomen in artikel 32a van de Uitvoeringsregeling visserij als
aalvistuig. Er is geen definitie van een ankerkuil specifiek voor het gebruik in de
kustwateren waar geen aal mee kan worden (bij)gevangen.
Vraag 3
Klopt het dat bij het vissen met de ankerkuil tijdens het Wageningen Marine Research
project (Eems, Waddenzee) hoegenaamd geen aal is (bij)gevangen?4
Antwoord 3
Het project waar u op doelt is onderdeel van een lopend onderzoek met als doel om
kennis over pelagische soorten te verzamelen. In deze specifieke toepassing van de
ankerkuil waarbij dit vistuig hoog in de waterkolom wordt toegepast, in combinatie
met de specifieke locaties waar dit onderzoek is uitgevoerd, wordt inderdaad nauwelijks
aal bijgevangen. Maar als dit vistuig op een andere wijze wordt toegepast dan in het
specifieke onderzoek, of op andere locaties in de Waddenzee dan kan wel bijvangst
van aal plaatsvinden. Daarom mag dit vistuig niet worden gebruikt in de gesloten periode
voor aalvisserij en is nog specifiek onderzoek nodig om te komen tot een ankerkuil
met specificaties waarbij in alle toepassingen aalvangst slechts als incidentele bijvangst
mogelijk is.
Vraag 4
Klopt het dat Duitse visserijbedrijven de ankerkuil zonder inkelingen wel mogen gebruiken,
terwijl sprake is van dezelfde Europese aalverordening, omdat de regelgeving zich
in Duitsland richt op het niet mogen (bij)vangen van aal?5
Antwoord 4
In het antwoord op vraag 1 heb ik aangegeven hoe in Nederland de gesloten periode
voor aal is geregeld. Ook voor Duitsland geldt op dezelfde wijze als in Nederland
de regelgeving dat geen visserij mag plaatsvinden in de gesloten periode waarbij aal
kan worden gevangen. Deze bepaling, die EU breed van toepassing is, heeft zowel betrekking
op gerichte vangst van aal als op bijgevangen aal. De regelgeving ziet dus op het
niet mogen vangen van aal, waarbij in Nederland is bepaald dat als vistuigen meer
dan incidenteel aal kunnen bijvangen deze vistuigen dan niet gebruikt mogen worden.
Wanneer echter uit onderzoek blijkt dat bijvangst slechts incidenteel kan plaatsvinden
dan kan dit vistuig wel worden toegepast. Mogelijk geldt dit in de Duitse visserijsituatie
voor de ankerkuil.
Vraag 5
Is de veronderstelling juist dat de Europese aalverordening gebruik van ankerkuilen
zonder inkelingen, waarmee in principe geen aal kan worden (bij)gevangen, tijdens
de gesloten periode voor de aalvisserij niet verbiedt?
Antwoord 5
De Aalverordening ((EU) nr. 1100/20076) bevat geen verboden voor bepaalde vistuigen. Op grond van deze verordening hebben
lidstaten sinds 2009 nationale aalbeheerplannen opgesteld. In het Nederlandse aalbeheerplan
is een gesloten periode voor aalvisserij ingesteld door hiervoor een verbod op het
gebruik van aalvistuigen in deze periode in te stellen. Daarnaast is op grond van
de EU-verordening inzake vangstmogelijkheden voor 2023 voor kustwateren en het zeegebied
een verbod op zowel de vangst als bijvangst van aal van toepassing. In Nederland is
dit verbod ingevuld door aan te sluiten op het reeds langer van toepassing zijnde
verbod op het gebruik van aalvistuigen op grond van de Aalverordening, omdat met deze
vistuigen hoe dan ook aal kan worden gevangen, hetzij als hoofdvangst, hetzij als
bijvangst. Als met onderzoek kan worden onderbouwd dat een vistuig zodanig kan worden
aangepast dat aalvangst met dit vistuig nauwelijks meer mogelijk is dan kan dit vistuig
worden toegestaan in de gesloten periode. Hiervoor is dan een wetenschappelijke onderbouwing
nodig en ook de regelgeving zal hier dan op moeten worden aangepast. Voor de ankerkuil
ben ik voornemens om hiervoor onderzoek te starten.
Vraag 6
Bent u bereid op kortst mogelijke termijn de regelgeving zo aan te passen dat onderscheid
wordt gemaakt tussen de genoemde typen ankerkuil, waarbij ruimte wordt geboden voor
genoemde ankerkuilen zonder inkelingen (in de kustwateren en zeearmen) en waarbij
in principe geen aal kan worden bijgevangen, dan wel dat hiervoor ontheffingen worden
afgegeven?
Antwoord 6
Het is op grond van de EU-verordeningen inzake vangstmogelijkheden en de Uitvoeringsregeling
zeevisserij alleen mogelijk om een aangepaste ankerkuil toe te staan in de gesloten
periode voor aal, als er geen aal mee kan worden (bij)gevangen of dat deze vangst
verwaarloosbaar is. Als aal kan worden bijgevangen met de ankerkuil, zou het toestaan
van dit vistuig niet in overeenstemming zijn met de verplichting van lidstaten uit
de EU-verordening inzake vangstmogelijkheden voor 2024 om redelijke inspanningen te
leveren om incidentele bijvangst van aal zo veel mogelijk te beperken en waar mogelijk
uit te bannen. Een specifiek aangepaste ankerkuil voor andere soorten dan aal zal
daarom goed omschreven en gedefinieerd moeten worden. Onderzoek is nodig om tot een
zodanige omschrijving en een hierbij horende onderbouwing te komen waaruit blijkt
dat met de aangepaste ankerkuil geen (bij)vangst van aal meer kan plaatsvinden. Een
belangrijke voorwaarde is daarbij ook dat het toezicht en de handhaving van het gebruik
van dit vistuig in de gesloten periode uitvoeringstechnisch haalbaar moet zijn. Ik
wil mij in het komend jaar er voor inzetten dat de mogelijkheden hiervoor binnen de
gestelde kaders worden onderzocht en uitgewerkt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.