Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Piri en Paternotte over het rapport van Don’t Buy into the Occupation (DBIO) aangaande investeringen in nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever
Vragen van de leden Piri (GroenLinks-PvdA) en Paternotte (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het rapport van Don’t Buy into Occupation (DBIO) aangaande investeringen in nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever (ingezonden 18 december 2023).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 5 februari 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport van DBIO «European Financial Institutions» Continued
Complicity in the Illegal Israeli Settlement Enterprise» waaruit blijkt dat 776 Europese
financiële instellingen actief zijn in illegale nederzettingen op bezet Palestijns
gebied?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van het feit dat veertien Nederlandse financiële instellingen door middel
van investeringen bijdragen aan de bouw en uitbreiding van illegale nederzettingen
in bezet Palestijns gebied?
Antwoord 2
Het standpunt van het kabinet ten aanzien van Israëlische nederzettingen in bezet
gebied is bekend. Nederland beschouwt Israëlische nederzettingen in bezet gebied als
strijdig met internationaal recht en een obstakel voor het bereiken van een twee-statenoplossing.
Bedrijfsactiviteiten die bijdragen aan het ontwikkelen of bestendigen van nederzettingen
beschouwt het kabinet dan ook als onwenselijk. Dit geldt ook voor financiële instellingen.
Vraag 3
Wat doet Nederland op dit moment om de in het rapport genoemde Nederlandse bedrijven
(waaronder booking.com) te ontmoedigen activiteiten in nederzettingen te ondernemen?
Is dit bekend bij uw ministerie?
Antwoord 3
Nederland kent sinds 2006 een ontmoedigingsbeleid ten aanzien van economische activiteiten
van Nederlandse bedrijven in nederzettingen. Conform dit beleid ondersteunt de Nederlandse
overheid geen activiteiten van bedrijven die direct bijdragen aan de aanleg en instandhouding
van nederzettingen, of deze direct faciliteren. Het gaat om activiteiten in nederzettingen,
activiteiten van bedrijven gevestigd in nederzettingen en activiteiten buiten nederzettingen
die ten gunste komen aan nederzettingen en kolonisten.
Ook voert Nederland EU-wetgeving met betrekking tot juiste en niet-misleidende herkomstaanduiding
uit. Dat betekent dat de herkomstaanduiding duidelijk moet maken wanneer een product
afkomstig is uit een Israëlische nederzetting in door Israël bezet gebied. Op grond
van het Associatieakkoord tussen de EU en Israël kunnen producten uit Israël, binnen
de grenzen van 1967, in aanmerking komen voor een preferentiële tariefbehandeling.
Producten die zijn geproduceerd in Israëlische nederzettingen in de sinds juni 1967
door Israël bezette gebieden, komen hiervoor niet in aanmerking en vallen buiten het
territoriale toepassingsgebied van het akkoord.
Het ontmoedigingsbeleid bestaat in aanvulling op de eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid
die bedrijven hebben om mensenrechten te respecteren. Van de zijde van het bedrijfsleven
verwacht het kabinet dat zij zaken doen in lijn met de OESO-richtlijnen voor Multinationale
Ondernemingen over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. In de dienstverlening van
Nederlandse ambassades worden ondernemers gewezen op mogelijke risico’s, waaronder
mensenrechtenterrein, zodat bedrijven hierin een zorgvuldige afweging kunnen maken.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat Nederlandse bedrijven investeren
of actief zijn in, onder internationaal recht, illegale nederzettingen? Hoe kan het
dat zij dit blijken te doen?
Antwoord 4
Het kabinet beschouwt bedrijfsactiviteiten die bijdragen aan de ontwikkeling of bestendiging
van illegale nederzettingen in bezet gebied inderdaad als onwenselijk. Daarnaast verwacht
het kabinet van alle Nederlandse bedrijven dat zij internationaal maatschappelijk
verantwoord opereren door invulling te geven aan internationale normen zoals vastgelegd
in de bovengenoemde OESO-richtlijnen. Het is vervolgens aan Nederlandse bedrijven
zelf om te bepalen welke activiteiten zij ontplooien en met welke partners zij samenwerken
en hierover op de gebruikelijke wijze verantwoording af te leggen.
Vraag 5
Was u ervan op de hoogte dat Nederlandse bedrijven investeren en actief zijn in illegale
nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever?
Antwoord 5
Het is mij bekend dat er zorgen en rapporten zijn met betrekking tot de betrokkenheid
van Nederlandse bedrijven bij illegale Israëlische nederzettingen op de Westelijke
Jordaanoever.
Vraag 6
Hoe verhoudt dit zich tot het ontmoedigingsbeleid dat het kabinet voert?
Antwoord 6
Het Nederlandse ontmoedigingsbeleid blijft onverkort van toepassing. Indien Nederlandse
bedrijven zich wenden tot de overheid, worden zij over dit beleid geïnformeerd. De
Nederlandse overheid verleent geen diensten aan bedrijven waar het gaat om activiteiten
die zij ontplooien in of ten behoeve van Israëlische nederzettingen in bezet gebied.
Zoals gezegd beschouwt het kabinet dergelijke activiteiten als onwenselijk.
Vraag 7
Deelt u de constatering dat het ontmoedigingsbeleid niet functioneert? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 8
Wat gaat u eraan doen om ervoor te zorgen dat het ontmoedigingsbeleid wel effectief
wordt?
Antwoord 8
Zoals in het antwoord op vraag 3 aangegeven, bestaat het ontmoedigingsbeleid in aanvulling
op de eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid die bedrijven hebben om mensenrechten
te respecteren. Het kabinet verwacht dat Nederlandse bedrijven zaken doen in lijn
met de OESO-richtlijnen voor internationaal maatschappelijk ondernemen. Het kabinet
zal het ontmoedigingsbeleid blijven uitdragen door bedrijven, ondernemers en vertegenwoordigers
van brancheorganisaties wanneer nodig over het vigerende beleid ten aanzien van Israëlische
nederzettingen te informeren.
Vraag 9
Bent u bereid in overleg te treden met de in het rapport genoemde Nederlandse financiële
instellingen en om aan te moedigen om investeringen terug te trekken als bedrijven
betrokken blijven bij activiteiten in de illegale nederzettingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Het kabinet is bereid de desbetreffende Nederlandse financiële instellingen te benaderen
en een toelichting te geven op het ontmoedigingsbeleid dat het kabinet toepast.
Vraag 10
Kunt u reflecteren op de aanbevelingen die worden gegeven in het rapport? Bent u bereid
deze uit te voeren?
Antwoord 10
Het kabinet zal de aanbevelingen in het rapport zorgvuldig bestuderen. Veel van de
genoemde ontwerpen zijn reeds onderdeel van reguliere beleidsdialoog in relevante
internationale gremia.
Vraag 11 en 12
Waarom is booking.com niet actief benaderd toen de activiteiten van dit bedrijf in
de nederzettingen aan het licht kwamen?2
Hoe kan het dat booking.com toch mee is genomen op handelsmissie naar Israël, terwijl
er in 2019 in interne memo’s bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken zorgen zijn
geuit over de activiteiten van dat bedrijf in illegale nederzettingen?
Antwoord 11 en 12
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is al geruime tijd met Booking.com in gesprek.
In een recent gesprek wees het ministerie Booking.com op de eigen verantwoordelijkheid
om internationaal maatschappelijk verantwoord te ondernemen en is het ontmoedigingsbeleid
ten aanzien van de bezette Palestijnse Gebieden onderstreept. Booking.com nam niet
deel aan de missie naar Israël en de Palestijnse Gebieden in 2020 (gepland voor 2019).
Vraag 13
Wat is het ontmoedigingsbeleid van het kabinet wanneer er wordt gezocht naar een Nederlands
bedrijf voor de aanbestedingsprocedure voor een project in een illegale nederzetting
op de Westelijke Jordaanoever? Zijn er richtlijnen die de Nederlandse ambassade dient
te volgen wanneer zij worden benaderd voor advies over een aanbesteding in een Israëlische
nederzetting?
Antwoord 13
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 14
Hoe kan het dat de Nederlandse ambassade Nederlandse bedrijven in contact brengt met
Israëlische bedrijven over projecten in illegale nederzettingen, terwijl in een juridisch
advies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken staat dat «strafrechtelijke aansprakelijkheid
van bedrijven die investeren in of exporteren naar Israëlische nederzettingen of op
andere wijze werkzaamheden uitvoeren actief zijn in nederzettingen [...] niet [kan]
worden uitgesloten»?
Antwoord 14
Het ontmoedigingsbeleid geldt eveneens voor aanbestedingsprocedures en projecten.
De Nederlandse overheid levert geen diensten aan bedrijven waar het gaat om activiteiten
die zij ontplooien in of ten behoeve van Israëlische nederzettingen in bezet gebied.
De Nederlandse ambassade faciliteert dan ook geen aanbestedingsprocedures voor projecten
in illegale nederzettingen en brengt dus ook geen Nederlandse bedrijven in contact
met Israëlische bedrijven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.