Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op van het lid Palland over doorwerken na AOW-leeftijd naaraanleiding van het commissiedebat Pensioenonderwerpen d.d. 21 juni 2023
Vragen van het lid Palland (CDA) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over doorwerken na AOW-leeftijd naar aanleiding van het commissiedebat Pensioenonderwerpen d.d. 21 juni 2023 (ingezonden 5 december 2023).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 31 januari
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 653.
Vraag 1
Kunt u toelichten hoe het zit met de arbeidsrechtelijke positie van de werknemer bij
doorwerken na de Algemene Ouderdomswet(AOW)-leeftijd indien dit geschiedt bij dezelfde
werkgever als voor de AOW-leeftijd?
Antwoord 1
Het kan voor werknemers belangrijk zijn na de AOW-leeftijd door te werken, bijvoorbeeld
omdat werken voldoening geeft of vanwege de extra inkomsten. Daarnaast is het van
belang dat werken na de AOW-leeftijd wordt gefaciliteerd zodat werkgevers langer gebruik
kunnen maken van de ervaring en kennis van de generaties die nu aan het werk zijn.
Ook kan het helpen bij het tegengaan van de krapte op de arbeidsmarkt.
Het is belangrijk dat werkgever en werknemer tijdig het gesprek aangaan over de mogelijkheden
om na de AOW-leeftijd door te werken, als dit de wens van (één van) beide is. Om te
stimuleren dat deze gesprekken worden gevoerd, heb ik in de brief rondom de Seniorenkansenvisie1 aangekondigd dat voorlichting zal worden ingezet. Op 7 september jl. is de publiekscommunicatie
«Sommige werknemers zijn niet te stoppen» gestart. Doel hiervan is om onder meer werkgevers
te wijzen op de voordelen van het in dienst houden van medewerkers die de AOW-leeftijd
naderen en ze aan te moedigen met deze werknemers tijdig het gesprek aan te gaan.
Met de invoering van de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd in 2016 is het aantrekkelijker
geworden om mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt in dienst te nemen of te houden.
In geval de werknemer de AOW-leeftijd (heeft) bereikt, geldt er een verlicht arbeidsrechtelijk
regime. Zo geldt een loondoorbetalingsverplichting van zes weken in geval van ziekte
van AOW-gerechtigde werknemer en is bij ontslag de werkgever geen transitievergoeding
verschuldigd.
Daarnaast kunnen er in sommige gevallen in de arbeidsovereenkomst en/of cao bepalingen
zijn opgenomen die de arbeidsvoorwaarden regelen in geval de werknemer de AOW-gerechtigde
leeftijd (heeft) bereikt. Werkgevers en werknemers kunnen met elkaar afspreken dat
de werknemer na het bereiken van de AOW-leeftijd doorwerkt en onder welke voorwaarden.
Er zijn geen wettelijke belemmeringen om dit te doen.
Wat de arbeidsrechtelijke positie in een concrete situatie van de werknemer is indien
hij doorwerkt na de AOW-gerechtigde leeftijd bij dezelfde werkgever, is lastig aan
te geven. Dit is bijvoorbeeld afhankelijk van of de werknemer een arbeidsovereenkomst
voor onbepaalde tijd heeft, en of er specifieke afspraken zijn gemaakt tussen werkgever
en de werknemer. Binnen de grenzen van het arbeidsrecht en de cao zijn partijen vrij
om te onderhandelen over de arbeidsvoorwaarden waaronder gewerkt wordt in geval de
werknemer na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd bij dezelfde werkgever blijft
werken.
Vraag 2
Kan aangegeven worden of mensen, bijvoorbeeld werkzaam in de taxisector, na een dienstverband
van bijvoorbeeld 38 jaar en na het bereiken van de AOW-leeftijd het wat rustiger aan
willen doen maar wel willen continueren met werk bij hetzelfde bedrijf voor bijvoorbeeld
twee dagen in de week, opnieuw ingeschaald mogen worden alsof ze een nieuw dienstverband
hebben? Tellen de jaren die ze al gewerkt hebben niet meer mee voor hun dienstjaren
en voor het behalen van bijvoorbeeld jubilea, en wordt hen daarmee ook het recht op
bonussen en opgebouwde rechten ontnomen?
Antwoord 2
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 1 zijn de afspraken over arbeidsvoorwaarden
een aangelegenheid tussen werkgever en werknemer. In sommige gevallen zijn in de arbeidsovereenkomst
en/of cao wel voorwaarden opgenomen die van toepassing zijn nadat de werknemer de
AOW-leeftijd heeft bereikt. Indien dat het geval is, wordt de onderhandelingsvrijheid
van werkgever en werknemer begrensd door deze afspraken. In sommige gevallen is hierover
niets opgenomen en staat het de werkgever en de werknemer vrij om hierover afspraken
te maken. Zo ook over bijvoorbeeld de hoogte van het loon en het recht op bonussen,
mits dit niet in strijd is met dwingendrechtelijke bepalingen zoals het recht op minimumloon.
Het is dan ook lastig om aan te geven of een werknemer die werkzaam is in de taxisector
na het bereiken van de AOW-leeftijd opnieuw ingeschaald wordt op het moment dat hij
zijn werkzaamheden wil continueren bij dezelfde werkgever en welke gevolgen dit heeft
voor het recht op bijvoorbeeld bonussen. In geval een werknemer onder de werkingssfeer
valt van de CAO Zorgvervoer en Taxi blijkt wel uit hoofdstuk 3 van die cao dat voor
rijdend personeel het aantal ervaringsjaren van invloed is op de inschaling. Dit geldt
ook als er sprake is van opeenvolgende tijdelijke contracten of opvolgend werkgeverschap.2 Hierbij wil ik wel benadrukken dat de interpretatie van cao bepalingen is voorbehouden
aan de cao-partijen en de paritaire cao-commissie, het Sociaal Fonds Mobiliteit. Het
staat de werknemer en werkgever dus vrij om binnen de grenzen van de cao over beloning
te onderhandelen op het moment dat de werknemer na het bereiken van de AOW-leeftijd
weer in dienst treedt bij dezelfde werkgever.
Vraag 3
Kunt u aangeven of het scenario dat in vraag 2 is geschetst is toegestaan? Welke regels
gelden hiervoor?
Antwoord 3
Zie hiervoor de antwoorden op vragen 1 en 2.
Vraag 4
Bent u het eens dat indien de werkzaamheden die na de AOW-leeftijd gecontinueerd worden
en feitelijk inhoudelijk niet wijzigen de reeds opgebouwde dienstjaren van werknemer
mee dienen te blijven tellen voor de inschaling na AOW-leeftijd, naar aanleiding van
de uitspraak van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioen tijdens
het commissiedebat pensioenonderwerpen d.d. 21 juni dat «in de cao of in de arbeidsovereenkomst kan geregeld zijn dat bij het bereiken van
de AOW-leeftijd het dienstverband eindigt. De werknemer en de werkgever kunnen afspreken
dat er dan toch nog wordt doorgewerkt. Dan worden opnieuw afspraken gemaakt over de
arbeidsvoorwaarden. Uiteindelijk is het natuurlijk aan de werkgever en de werknemer
om daarover passende afspraken te maken.»?3
Antwoord 4
Zoals aangegeven bij de antwoorden op de vragen 1 en 2 zijn de afspraken over arbeidsvoorwaarden
een aangelegenheid tussen werkgever en werknemer. In sommige gevallen zijn in de arbeidsovereenkomst
en/of cao wel voorwaarden opgenomen die van toepassing zijn nadat de werknemer de
AOW-leeftijd heeft bereikt. Uit een onderzoek onder de 108 grootste bedrijfstak- en
ondernemingscao’s blijkt dat er geen expliciete bepalingen zijn dat dat de opgebouwde
dienstjaren niet langer meetellen voor de inschaling bij het bereiken van de AOW-leeftijd.
Het lijkt erop dat in deze cao’s opgebouwde dienstjaren dus blijven meetellen. Tegelijkertijd
is de interpretatie van cao-teksten aan de cao-partijen en eventuele aangewezen cao-commissies.
Als er in de arbeidsovereenkomst of cao hierover niets is opgenomen, is het aan de
werkgever en de werknemer om hierover duidelijke afspraken te maken. De opgebouwde
dienstjaren/ervaringsjaren kan de werknemer dan aandragen als onderhandeld wordt over
de inschaling.
Vraag 5
Bent u bereid om inzicht voor AOW’ers in rechtspositie ten aanzien van het reeds opgebouwde
arbeidsverleden te betrekken bij de publiekscommunicatie net zoals het inzicht in
de financiële positie bij doorwerken na de AOW-leeftijd voor AOW’ers, omdat uit gesprekken
met sociale partners blijkt dat AOW’ers behoefte hebben aan flexibiliteit wanneer
zij besluiten door te werken na de AOW-leeftijd en dat het gebrek aan inzicht in hun
financiële positie bij doorwerken een belemmering voor het doorwerken kan zijn, zoals
aangegeven in de kabinetsbrief inzake de seniorenkansenvisie?4
Antwoord 5
Op 7 september jl. is gestart met de publiekscommunicatie «Sommige werknemers zijn
niet te stoppen». Onder dit motto worden werkgevers en werknemers aangemoedigd om
de mogelijkheden met betrekking tot doorwerken na het bereiken van de AOW-gerechtigde
leeftijd te bespreken. Om eventuele drempels weg te nemen die werkgevers ervaren om
met AOW’ers te werken en die werknemers ervaren om na de AOW-leeftijd door te werken,
vormen zowel feitelijke informatie als inspirerende verhalen, onderdeel van de communicatie.
Ook zijn de social media kanalen (LinkedIn en Facebook) van het Ministerie van SZW
ingezet om de inspirerende praktijkverhalen te delen. Daarbij is ook verwezen naar
feitelijke en praktische informatie voor zowel werkgevers (Ondernemersplein.nl5) als werknemers (Rijksoverheid.nl6). De informatie op Rijksoverheid.nl biedt onder meer informatie over de (financiële)
gevolgen van het doorwerken na het bereiken van de AOW-leeftijd, bijvoorbeeld dat
werken na de AOW-leeftijd geen gevolgen heeft voor de hoogte van de AOW-uitkering.
Voorafgaand aan de publiekscommunicatie is onderzoek gedaan naar de doelgroep en op
welke wijze de doelgroep het beste benaderd kon worden. Aan de hand daarvan zijn de
communicatiemiddelen vormgegeven en de kanalen gekozen voor de verspreiding van de
publiekscommunicatie.
De gevolgen voor de financiële positie van de doorwerkende AOW’er laten zich lastig
vertalen in concrete publieksinformatie. Dit omdat de rechtspositie ten aanzien van
opgebouwd arbeidsverleden voor iedere werknemer anders is evenals de gevolgen daarvan
op financieel gebied. De financiële gevolgen zijn sterk afhankelijk van hetgeen in
de cao of in de arbeidsovereenkomst is geregeld. Om die reden is deze informatie geen
onderdeel van de publiekscommunicatie.
De informatie die de publiekscommunicatie nu biedt en de informatie die te vinden
is op de pagina’s van Rijksoverheid.nl en Ondernemersplein.nl biedt, mijns inziens,
voldoende handvatten voor de werknemers om goed voorbereid het gesprek aan te kunnen
gaan met de werkgever over de mogelijkheid om na de AOW-leeftijd door te werken en
onder welke voorwaarden dat gebeurt.
Vraag 6
Bent u bereid om met sociale partners de positie van doorwerken na de AOW-leeftijd,
de rechtspositie en het in acht nemen van het arbeidsverleden van de werknemer bij
dezelfde werkgever te bespreken?
Antwoord 6
Binnen de grenzen van het arbeidsrecht en de cao staat het de werkgever en werknemer
vrij om te onderhandelen over de arbeidsvoorwaarden waaronder gewerkt wordt in geval
de werknemer na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd bij dezelfde werkgever
blijft werken. Het betreft een aangelegenheid tussen de werkgever en werknemer. Daarnaast
zijn sociale partners zelf aan zet als het aankomt op het onderhandelen over cao-bepalingen,
waaronder de bepalingen die zien op arbeidsvoorwaarden die gelden na het bereiken
van de AOW-leeftijd. Om deze voorgenoemde redenen zie ik geen rol voor mijzelf weggelegd
om met sociale partners hierover het gesprek te voeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.