Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de conclusies van het inspectierapport ‘vernietiging adoptiedossiers’ en de rechtsbescherming van geadopteerden
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de conclusies van het inspectierapport «vernietiging adoptiedossiers» en de rechtsbescherming van geadopteerden (ingezonden 15 december 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 30 januari 2024). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 737.
Vraag 1
Deelt u de mening dat de vernietiging van dossiers onzorgvuldig, gebrekkig en onwettig
was, zoals ook is omschreven in het inspectierapport «vernietiging adoptiedossiers»?1
Antwoord 1
Graag verwijs ik u naar mijn beleidsreactie van 2 oktober 2023, waarin ik reageer
op het rapport van de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed over de vernietiging
van adoptiedossiers.
Vraag 2
Onderschrijft u dat u als Minister niet voor een geadopteerd persoon kunt bepalen
welke informatie over diens adoptiegeschiedenis wel of niet relevant is en onderschrijft
u dat voor veel geadopteerden hun papieren geschiedenis het enige bestaansbewijs is
voordat zij in Nederland aankwamen?
Antwoord 2
Of informatie uit een adoptiedossier wel of niet van waarde is voor een geadopteerde,
is een vraag die alleen de betrokken geadopteerde zelf kan beantwoorden. Ik zie het
als mijn taak om ervoor te zorgen dat wettelijke kaders rondom het beheer van dossiers
worden nageleefd en waar nodig bijgesteld. Daarbij ben ik me bewust van de waarde
van de afstammingsinformatie voor geadopteerden. In mijn beleidskeuzes over dossiervorming
en -beheer staat het belang van geadopteerden hierin voorop.
Vraag 3
Erkent u dat het vaststellen van een selectielijst in 2006 voor een langere bewaring
van adoptiedossiers schuurt met het principe dat «het belang van het kind prevaleert»?
Antwoord 3
Volgens de Selectielijst van 2006, en volgens de huidige Selectielijst van 2021 is
sprake van het blijvend bewaren van documentatie. Deze bewaartermijn dient het belang
van het kind. Vooruitlopend op de komst van deze lijst zijn er in de praktijk, zoals
eerder aan uw Kamer gemeld, al vanaf 2000 geen dossiers meer vernietigd waarin een
adoptie is voltooid.2
Vraag 4
Bent u zich ervan bewust dat de diensten die via het expertisecentrum interlandelijke
adoptie (INEA) worden aangeboden voor juist de eerste (’67–’79), tweede (’80-’89)
en derde (’90-’98) generatie geadopteerden te laat komt?
Antwoord 4
Het expertisecentrum interlandelijke adoptie is opgericht in navolging op de aanbevelingen
van commissie Joustra uit 2021. Eén van de aanbevelingen van de commissie was om zorg
te dragen voor een onafhankelijk landelijk expertisecentrum waarin de kennis op het
gebied van identiteitsvragen, zoektochten en nazorg zijn gebundeld. Op die manier
kunnen alle geadopteerden, ongeacht de adoptieperiode, gefaciliteerd worden bij de
toegang tot hun dossiers, de zoektocht naar hun geboorteouders, het vinden van passende
psychosociale hulp en juridische ondersteuning. Met de komst van INEA, het expertisecentrum
interlandelijke adoptie, is het ondersteuningsaanbod in Nederland versterkt en verwacht
ik dat geadopteerden beter geholpen worden bij vragen over hun adoptie of afkomst.
Ik ben mij tegelijkertijd bewust dat omstandigheden kunnen maken dat antwoorden te
laat komen, bijvoorbeeld wanneer de biologische familie inmiddels is overleden of
wanneer verdere informatie over de afkomst van de geadopteerde ontbreekt. Het expertisecentrum
kan geadopteerden desgewenst ook begeleiden in dit vaak emotionele proces.
Vraag 5
Onderkent u dat verwerking en herstel voor geadopteerden een zeer individueel proces
is waarbij maatwerk nodig is en dat niet iedere geadopteerde zich veilig en comfortabel
voelt bij groepsreizen en dat daarom de regelingen die nu worden aangeboden via INEA
in veel gevallen niet aansluiten bij de behoeften van geadopteerden?
Antwoord 5
Persoonlijke ervaringen en ondersteuningsbehoeften van geadopteerden verschillen en
vragen om maatwerk in de ondersteuningsmogelijkheden. INEA en de (landenspecifieke)
belangenorganisaties interlandelijke adoptie bieden zoveel mogelijk maatwerk. Daarnaast
heb ik een subsidieregeling ingesteld die ruimte biedt aan de belangenorganisaties
om ondersteuning op maat te ontwikkelen. De subsidie is bedoeld voor versterking van
zowel de belangenorganisaties als het ondersteuningsaanbod dat deze organisaties bieden,
waaronder ook zoektochten en rootsreizen vallen waar ten minste vijf geadopteerden
aan deelnemen.
Het jaar 2023 was het eerste volle jaar waarin de subsidieregeling van kracht was.
Desalniettemin hebben er al verschillende rootsreizen plaatsgevonden. De ervaringen
van de belangenorganisaties en de geadopteerden die hieraan hebben deelgenomen waren
veelal positief. Geadopteerden hebben ervaren dat zij steun aan elkaar hebben in het
gezamenlijk maken van de rootsreis. Dat neemt niet weg dat elke geadopteerde zijn
eigen proces loopt en voor sommige geadopteerden een groepsreis niet aansluit bij
zijn of haar behoefte. Enkele stichtingen kiezen er daarom voor om binnen de subsidiemogelijkheden
een ondersteuningsaanbod in de landen van herkomst zelf te creëren, zoals tolken,
veldwerkers et cetera, waar meerdere geadopteerden een beroep op kunnen doen. Ik vind
het van belang om de ervaringen met de regeling te monitoren. In september 2023 heb
ik in samenwerking met het expertisecentrum INEAeen bijeenkomst georganiseerd om de
ervaringen van de belangenorganisaties met de subsidieregeling te delen. Het uitwisselen
van de ervaringen tussen stichtingen bevordert het goed benutten van de subsidieregeling.
Vraag 6
Onderschrijft u dat het doel van adoptie is dat juridisch familierechtelijke betrekkingen
worden vastgesteld tussen adoptant(en) en minderjarige die geboren is uit andere ouders
en dat met de adoptie de persoonlijke informatie van de adoptant(en) daarmee afstammingsinformatie
wordt van de geadopteerde?
Antwoord 6
Door adoptie worden juridisch familierechtelijke betrekkingen vastgesteld tussen de
adoptiefouder(s) en de geadopteerde. Door deze juridische relatie raakt de persoonlijke
informatie van de adoptiefouder(s) aan de afstammingsinformatie van de geadopteerde.
Het is belangrijk dat een geadopteerde zijn of haar persoonlijke informatie kan inzien.
Het is echter niet in alle gevallen zo dat de complete adoptiedossiers toegankelijk
zijn voor geadopteerden, omdat deze dossiers ook informatie van anderen kunnen bevatten,
bijvoorbeeld medische gegevens van de adoptieouders. Hiervoor gelden de regels van
de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Zoals ik al heb aangegeven in mijn
antwoorden Kamervragen van 26 juni 2023, betekent dit dat er altijd een afweging moet
plaatsvinden tussen de verschillende belangen van betrokkenen van wie persoonsgegevens
in het dossier zijn opgenomen. Het recht op afstammingsinformatie weegt zwaar: dit
is erkend en afgebakend in nationale en internationale jurisprudentie. Inzage kan
in sommige gevallen worden geweigerd als de belangen van anderen worden geschaad.3 In de nieuwe adoptiewet die op dit moment in ontwikkeling is zal het recht op afstammingsinformatie
expliciete aandacht krijgen.
Vraag 7
Beseft u dat ook (volwassen) geadopteerden mogelijk klachten kunnen hebben over de
handelwijze van vergunninghouders, zoals bijvoorbeeld over de inzage van hun adoptiedossier
in tegenstelling tot de antwoorden die u geeft op eerdere Kamervragen hierover?4
Antwoord 7
Het is inderdaad mogelijk dat geadopteerden klachten hebben over de handelwijze van
vergunninghouders. Deze geadopteerden kunnen in dat geval met hun klacht terecht bij
de Klachtencommissie Vergunninghouders Interlandelijke Adoptie.
Vraag 8
Waarom moeten klagers die het niet eens zijn met de beslissingen van de Klachtencommissie
Vergunninghouders Interlandelijke Adoptie (KVIA) direct naar de rechter en waarom
kunnen zij hierover niet klagen bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid?
Antwoord 8
Geadopteerden kunnen, net als adoptiefouders en aspirant-adoptiefouders, bij de Klachtencommissie
Vergunninghouders Interlandelijke Adoptie klagen wanneer zij niet tevreden zijn over
de dienstverlening van een vergunninghouder. Bij de totstandkoming van het Besluit
klachtencommissie vergunninghouders interlandelijke adoptie is expliciet overwogen
dat het ministerie klachten niet in tweede instantie kan behandelen.5 De rechtsrelatie tussen de klagers en de vergunninghouders waar zij zich hebben ingeschreven
voor bemiddeling, wordt beheerst door het civiele recht. Er is sprake van een civielrechtelijke
dienstverleningsovereenkomst tussen de (aspirant-)adoptiefouder en de vergunninghouder. Het ministerie is daarbij geen partij en heeft ook
geen directe rol als er op casusniveau een klacht is van een aspirant-adoptiefouder.
Als een (aspirant-)adoptiefouder ontevreden is over de geleverde diensten of de behandeling,
is de gang naar de civiele rechter daarom de aangewezen route.
Vraag 9
Bent u op de hoogte van de signalen dat geadopteerden door vergunninghouder Wereldkinderen
ernstig belemmerd worden in de uitoefening van hun recht op toegang tot hun adoptiedossier
en vindt u dat een instantie zoals een vergunninghouder dezelfde werkwijze en regels
dient te hanteren als overheidsinstanties zoals de Raad voor de Kinderbescherming?
Antwoord 9
Ik ben niet op de hoogte van individuele casuïstiek ten aanzien van inzageprocedures
bij stichting Wereldkinderen. In zijn algemeenheid geldt dat vergunninghouders bij
het verlenen van toegang tot dossiers gebonden zijn aan de wettelijke kaders, zoals
neergelegd in de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka),6 maar ook in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Dat houdt in dat niet
alleen de privacy van de geadopteerden, maar ook die van de adoptiefouders wordt beschermd.
Dit kan in de praktijk als belemmerend worden ervaren. Ook Stichting Wereldkinderen
is aan de regels van de Wobka en de AVG gebonden bij het bieden van inzage en geeft
hier uitvoering aan.
Signalen dat de huidige wettelijke kaders niet zouden volstaan en dat dit als belemmerend
wordt ervaren neem ik natuurlijk serieus en verneem ik graag om te betrekken in de
voorbereiding van de nieuwe adoptiewet. De waarborgen rond het recht op informatie
over afstamming en identiteit zal hierin een nadrukkelijke plek krijgen. In de voorbereiding
spreek ik zowel met partners in de adoptieketen als met (de belangenorganisatie voor)
interlandelijk geadopteerden zelf.
Vraag 10
Onderschrijft u dat dit een hiaat is in het huidige systeem nu duidelijk is dat de
vergunninghouders niet onder de Archiefwet vallen, waarmee het toezicht op de wijze
van archiveren, bewaren, vernietigen en inzageprocedures niet is gereguleerd voor
geadopteerden en houdt de nieuwe Stichting Interlandelijke Adoptie Nederland dit niet
in stand?
Antwoord 10
Vergunninghouders zijn private partijen en vallen om die reden niet onder de Archiefwet.
Wel stellen de Wobka en de AVG regels op het gebied van het archiveren en bewaren
van en inzage in adoptiedossiers. Zie daarvoor ook het antwoord op vraag 9. Zoals
aangegeven verken ik in de voorbereiding van de nieuwe adoptiewet op welke punten
in de Wobka verbeteringen nodig en mogelijk zijn, waarbij het van belang is te leren
van het verleden. De beschikbaarheid van afstammingsinformatie is een onderwerp dat
in het licht van de misstanden bij interlandelijke adoptie in het verleden mijn uitdrukkelijke
aandacht heeft en wat ik zorgvuldig uitwerk in gesprek met partners in de adoptieketen
en geadopteerden zelf.
Vraag 11
Onderschrijft u dat de Staat verantwoordelijk blijft voor een correct en foutloos
verloop van adopties uit het buitenland en alles in het werk dient te stellen om te
voorkomen dat misstanden en illegale adopties plaatsvinden?
Antwoord 11
De Staat moet voorzien in een adoptiestelsel waarin misstanden en illegale adopties
zoveel mogelijk worden voorkomen. Zoals ik eerder aan uw Kamer heb aangegeven ben
ik bezig om het nieuwe adoptiestelsel van waarborgen te voorzien die maken dat de
kans op risico’s zo klein mogelijk is. Daarbij wordt het systeem onder meer strenger
gereguleerd met versterkt toezicht en meer overheidsgezag bij de uitvoering van adoptieprocedures.7
Mijn besluit om interlandelijke adoptie als mogelijkheid te behouden in april 2022
ging samen met maatregelen om het systeem voor interlandelijke adoptie strikter te
reguleren. Een belangrijke maatregel met het oog op het buitenland betrof een heroverweging
van de samenwerkingsrelaties met de landen van herkomst, om zo de belangen van kinderen
die ter adoptie worden afgestaan beter te beschermen en misstanden zoveel als mogelijk
te voorkomen. Daartoe heeft de Centrale autoriteit voor internationale kinderaangelegenheden
een landenanalyse uitgevoerd, die op 2 november 2022 aan uw Kamer is toegezonden.
Als gevolg van deze landenanalyse wordt de samenwerking met in ieder geval acht van
de zestien landen van herkomst afgebouwd. Deze landenanalyse zal periodiek worden
herhaald. Ook blijven de samenwerkingsrelaties met de landen van herkomst gemonitord
worden, onder andere door middel van werkbezoeken van de Centrale autoriteit. Hierbij
worden ook NGO’s betrokken die kennis hebben van de feitelijke situatie in de landen
van herkomst.
Ook de nieuwe centrale bemiddelingsorganisatie die momenteel wordt opgericht, zal
bij de dagelijkse werkzaamheden in nauw contact met de partners in de landen van herkomst
staan en zal zicht houden en alert zijn op het verloop van de procedure aldaar.
Vraag 12
Kunt u toezeggen dat in het nieuwe systeem en in de nieuwe wet een toezichthoudende
taak bij de Inspectie Justitie en Veiligheid (zoals beschreven in uw brief van 20 oktober
2023) wordt geborgd daar waar het gaat om zowel de werkwijze in de buitenlanden als
ook de werkwijze in Nederland als ook het dossierbeheer en de inzage door (volwassen)
geadopteerden?8
Antwoord 12
Het toezicht in de keten voor interlandelijke adoptie zal zoals eerder aan uw Kamer
is gemeld worden vereenvoudigd en versterkt. Momenteel worden gesprekken gevoerd met
de Inspectie Justitie en Veiligheid over de invulling van haar toezichthoudende taak.
Ik houd uw Kamer vanzelfsprekend op de hoogte van de ontwikkelingen.
Vraag 13
Bent u zich ervan bewust dat, wanneer adoptiedossiers van de vier nu nog bestaande
vergunninghouders overgebracht worden naar een nieuw/ander particulier archief, voor
de overdracht van ieder afzonderlijk dossier conform van Algemene verordening gegevensbescherming
(AVG) de toestemming vereist is van alle betrokkenen wiens persoonsgegevens zijn verwerkt/opgenomen
in de dossiers en dat zonder deze toestemming de overdracht (deels) niet mag plaatsvinden?
Antwoord 13
Met de komst van de centrale bemiddelingsorganisatie en de afbouw van de huidige vergunninghouders
moet zorgvuldig worden gekeken naar de overdracht van adoptiedossiers. Het adviesbureau
Andersson Elffers en Felix heeft bij het opstellen van het transitieplan, dat is meegezonden
bij mijn laatste voortgangsbrief over de transformatie van het interlandelijk adoptiesysteem
van 20 oktober 2023, een eerste verkenning naar de behoeften en mogelijkheden verricht.
Dit werk ik de komende periode samen met de betrokken partners nader uit tot een voorstel
voor overdracht en een proces dat moet worden doorlopen. Daarbij geef ik vanzelfsprekend
rekenschap aan de eisen die de wet daaraan stelt. Ik houd uw Kamer op de hoogte van
de voortgang.
Vraag 14
Kunt u aangeven of er momenteel sprake is van de digitalisering van adoptiedossiers
en, zo nee, of er überhaupt sprake is van plannen om de adoptiedossiers, weliswaar
veilig, te digitaliseren op de korte termijn?
Antwoord 14
De focus ligt in eerste instantie op het overdragen van afgesloten dossiers naar een
passende, nader te bepalen plek en van lopende dossiers naar IAN. Digitalisering van
dossiers is op dit moment (nog) niet aan de orde.
Vraag 15
Ben u zich ervan bewust dat een archief waarin informatie te vinden is over de adoptie,
voor veel geadopteerden momenteel totaal buiten zicht is omdat het onder ander door
verschillende particuliere initiatieven wordt bijgehouden?
Antwoord 15
Adoptiedossiers kunnen lastig vindbaar kunnen zijn, omdat dergelijke dossiers op verschillende
plekken liggen. INEA heeft om die reden op haar website een overzicht geplaatst met
overheidsinstanties en organisaties die geadopteerden kunnen helpen bij het verkrijgen
van cruciale informatie over hun adopties. Ik verwijs u daarvoor naar de volgende
webpagina: Zoek- en vindplaatsen van adoptiedossiers in Nederland – INEA.
Wanneer de Centrale autoriteit een inzageverzoek van een geadopteerde ontvangt, wordt
de geadopteerde ook altijd gewezen op de andere instanties waar nog meer informatie
over diens adoptie opgevraagd zou kunnen worden.
Vraag 16
Bent u bereid zich in te zetten voor een onafhankelijk onderzoek naar de voorgeschiedenis
van het adoptiesysteem in Nederland en het bijhouden van de adoptiedossiers waarin
ook de bemiddelaars bij adopties en de toegang tot dossiers voor geadopteerden in
beeld wordt gebracht?
Antwoord 16
Naar aanleiding van het rapport van de commissie Joustra wil ik me op dit moment te
richten op het zo goed mogelijk inrichten van het nieuwe adoptiesysteem, in combinatie
met de ontwikkeling van de nieuwe adoptiewet. Het bijhouden, beheren en inzien van
dossiers is hier een belangrijk onderdeel van.
Vraag 17
Zou u voorstander zijn van een onafhankelijk meldpunt voor adoptiemisstanden waarbij
geadopteerden zich kunnen melden?
Antwoord 17
Met de komst van INEA is er een centraal loket ingericht waar geadopteerden met allerhande
vragen rondom hun adoptie terecht kunnen, ook wanneer er sprake is van misstanden.
INEA kan geadopteerden verder op weg helpen in de vragen en behoeften die zij hebben,
onder meer met juridisch advies, maar ook met ondersteuning bij het vinden van dossiers
en afstammingsinformatie en met psychosociale ondersteuning. Ook heeft INEA een signalerende
taak, waarbij de ideeën, zorgen en klachten vanuit het veld en van geadopteerden die
zich tot INEA wenden worden verzameld en kunnen worden gedeeld met de betrokken partijen,
organisatie of instantie. Ik zie daarom geen meerwaarde in een onafhankelijk meldpunt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.