Schriftelijke vragen : Het bericht dat verantwoordingsorganen (VO’s) meer initiatief kunnen nemen
Vragen van het lid Synhaeve (D66) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over het bericht dat verantwoordingsorganen (VO’s) meer initiatief kunnen nemen (ingezonden 24 januari 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Onderzoek: VO’s zouden meer eigen initiatief kunnen
nemen»?1
Vraag 2
Hoeveel leden van een verantwoordingsorgaan zijn verkozen via open verkiezingen en
hoeveel leden zijn aangewezen door een sociale partner?
Vraag 3
Hoeveel pensioenfondsen hebben een onafhankelijke partij in een verantwoordingsorgaan,
zoals de Lijst voor Onafhankelijk Pensioentoezicht (LvOP) bij het Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds (ABP)? Hoe verhoudt de diversiteit van onafhankelijke partijen in verantwoordingsorganen
zich tot andere leden van verantwoordingsorganen?
Vraag 4
Bij hoeveel fondsen waar de leden van het verantwoordingsorgaan zijn aangewezen door
een sociale partner, wordt het fonds bestuurd middels een paritair bestuursmodel?
Hoe verhoudt zich dit tot de aanbeveling van de Monitoring Commissie Code Pensioenfondsen
(MCPF) dat het verantwoordingsorgaan «daadkrachtig en onafhankelijk» moet optreden?
Vraag 5
Ziet u ook dat een eerste stap naar een grotere rol voor deelnemers in benoemingen
van pensioenfondsbestuurders, waarvoor wordt gepleit door onderzoekers van Netspar,2 zou zijn dat er open verkiezingen voor verantwoordingsorganen worden gehouden bij
alle pensioenfondsen, zodat het verantwoordingsorgaan een vertegenwoordiging is van
de deelnemers?
Vraag 6
Hoe ziet een piramide van de leeftijden van deelnemers bij Nederlandse pensioenfondsen
eruit?3 Hoe verhoudt die zich tot een piramide van leeftijden van pensioenfondsbestuurders
en een piramide van leeftijden van leden van verantwoordingsorganen?
Vraag 7
Wat doen pensioenfondsen en verantwoordingsorganen om de diversiteit van het verantwoordingsorgaan
te vergroten? Maakt u zich naast de «geloofwaardige samenstelling» waar het artikel
over spreekt, ook zorgen over de continuïteit van verantwoordingsorganen?
Vraag 8
Welke acties kunnen er genomen worden als de diversiteit van pensioenfondsbesturen,
na de herziening van de Code Pensioenfondsen, ook volgend jaar niet verbetert?
Vraag 9
Welke belemmeringen ervaren jongeren en vrouwen om zitting te nemen in een verantwoordingsorgaan?
Hoe worden deze belemmeringen gemitigeerd?
Vraag 10
Hoe kunnen verantwoordingsorganen met elkaar in contact komen om kennis uit te wisselen,
wat aansluit bij de aanbeveling om te zorgen voor voldoende inhoudelijke ondersteuning?
Vraag 11
Welke verantwoordingsorganen zijn gevraagd om advies uit te brengen over het beleggingsbeleid
van het pensioenfonds?
Vraag 12
Wat kunnen deelnemers die het niet eens zijn met het beleggingsbeleid van hun pensioenfonds
doen, anders dan demonstreren voor de deur of boze brieven sturen? Bent u het eens
dat goede vertegenwoordiging in een verantwoordingsorgaan dat proactief aan de slag
gaat met problemen van deelnemers, bijvoorbeeld rond het beleggingsbeleid, een bijdrage
kan leveren om het vertrouwen in het pensioenstelsel verder te vergroten?
Vraag 13
Deelt u de analyse dat advies mogen geven over het beleggingsbeleid van het pensioenfonds,
een positie in een verantwoordingsorgaan aantrekkelijker kan maken voor (jongere)
werknemers?
Vraag 14
Kunt u deze vragen uiterlijk twee weken voor het commissiedebat Pensioenonderwerpen
beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Synhaeve, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.