Schriftelijke vragen : De vrijheid van meningsuiting voor ambtenaren
Vragen van de leden Chakor (GroenLinks-PvdA) en Kostić (PvdD) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de vrijheid van meningsuiting voor ambtenaren (ingezonden 16 januari 2024).
Vraag 1
Kent u de berichten «Friese ambtenaren moeten klimaatzorg inslikken» en «Ambtenaren
die openlijk overheid bekritiseren: mag dat en is het wenselijk?»?1, 2
Vraag 2
Deelt u de mening dat ook ambtenaren recht op vrijheid van meningsuiting, het recht
op vereniging, tot vergaderring en betoging hebben? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
In hoeverre worden deze rechten van ambtenaren door wet- of regelgeving meer beperkt
dan voor niet-ambtenaren? Welke wet- en regelgeving betreft dit?
Vraag 4
Kan bij de uitoefening van die rechten onderscheid bestaan tussen een persoon die
ze als privépersoon dan wel als ambtenaar uitoefent? Zo ja, op welke wijze? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 5
Hoe wordt de zin uit artikel 10 van de Ambtenarenwet concreet ingevuld waarin staat
dat een ambtenaar zicht dient te onthouden van het uitoefenen van de genoemde rechten
«indien door de uitoefening van deze rechten de goede vervulling van zijn functie
of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat
met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd»? Kunt u, onder
andere aan de hand van relevante jurisprudentie of concrete voorbeelden, aangeven
wanneer van een ambtenaar terughoudendheid wordt verwacht bij de uitoefening van genoemde
rechten?
Vraag 6
Wie beoordeelt er in eerste instantie of er sprake is van een overtreding van artikel 10
van de Ambtenarenwet? Wat kan een werkgever van een ambtenaar doen als die meent dat
een ambtenaar tegen artikel 10 van de Ambtenarenwet heeft gehandeld? Welke instrumenten
heeft de werkgever beschikbaar?
Vraag 7
Welke instrumenten heeft de ambtenaar ter beschikking om zich te verzetten indien
die van mening is dat de werkgever van een verkeerde uitleg van artikel 10 van de
Ambtenarenwet uitgaat of anderszins deze ambtenaar in de uitoefening van de genoemde
rechten beperkt?
Vraag 8
Deelt u de verwachting van de in het tweede bericht genoemde hoogleraar Bestuurskunde
aan de Universiteit Leiden dat uitingen en protestacties onder ambtenaren vaker zullen
voorkomen en dat met name «de jonge generatie ambtenaren meer de neiging voelt zich
uit te spreken over maatschappelijke kwesties»? Zo ja, wat betekent dat voor uw beleid
ten aanzien hiervan? Zo nee, waarom deelt u die verwachting niet?
Vraag 9
Kunt u in overleg treden met vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers van ambtenaren
om richtlijnen op te stellen hoe er met de bepaling van artikel 10 van de Ambtenarenwet
moet worden omgegaan? En kunt u de Kamer daarover berichten?
Indieners
-
Gericht aan
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
Glimina Chakor, Kamerlid -
Medeindiener
Ines Kostić, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.