Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Brink, Krul en Inge van Dijk over het niet doorgaan van amateur wielrenwedstrijden
Vragen van de leden Van den Brink, Krul en Inge van Dijk (allen CDA) aan de Ministers voor Langdurige Zorg en Sport en van Infrastructuur en Waterstaat over het niet doorgaan van amateur wielrenwedstrijden (ingezonden 15 november 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 15 januari 2024). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 525.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de column van de heer Zonneveld in het Algemeen Dagblad?1
Antwoord 1
Ja. Ik heb kennisgenomen van de column van de heer Zonneveld in het Algemeen Dagblad.
Ik ben bekend met het feit dat de politie motoragenten veelal moet inzetten voor andere
taken zoals het begeleiden, beveiligen, bewaken en beschermen van personen. Hierdoor
kunnen substantieel minder motoragenten worden ingezet voor de begeleiding van wielerwedstrijden.
Dit vind ik, als Minister voor Langdurige Zorg en Sport, erg spijtig.
Verder wil ik benoemen dat ik de oplossingsgerichtheid van de wielersector erg waardeer.
De organisatie van een wielerkoers is een samenspel tussen onder andere de organisator,
de vergunningverlener en de politie. Om vanuit het perspectief van de veiligheid de
wensen van de organisatoren en de mogelijkheden van de politie op elkaar te laten
aansluiten is de afgelopen jaren regelmatig contact tussen de organisatoren en de
politie. Er worden op nationaal, regionaal en lokaal niveau gezamenlijk afspraken
gemaakt en soms wordt een parcours aangepast om de wedstrijden toch op een veilige
manier door te kunnen laten gaan met minder politie-inzet.
Vraag 2
Herinnert u zich de aangenomen motie waarin de regering verzocht werd samen met de
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie (KNWU) praktische problemen rond de inzet van
vrijwillige burgermotorrijders op te lossen en tevens voor het eind van het jaar met
een oplossing te komen waarbij zo spoedig mogelijk vrijwillige burgermotorrijders
ingezet kunnen worden bij wielerkoersen?2
Antwoord 2
Ja. In de motie3 wordt de regering opgeroepen om samen met de KNWU praktische problemen rond de inzet
van (vrijwillige) burgermotorrijders op te lossen die rijdend aanwijzingen zouden
kunnen geven. Samen met de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van
Infrastructuur en Waterstaat doen wij wat vanuit onze rol mogelijk en gepast is om
bij te dragen aan het oplossen van de problematiek omtrent de inzet van motoragenten
bij wielerwedstrijden. Daarbij staat veiligheid altijd voorop. Zoals uw motie verzoekt,
heb ik hierover regelmatig contact met de KNWU.
Naast bovengenoemde motie is er nog een motie omtrent deze problematiek4. In het kader van beide moties wordt momenteel een pilot uitgevoerd. In overleg met
de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat
heb ik de opdracht gegeven aan Antea Group om te onderzoeken op welke manier wielerwedstrijden
op een verkeersveilige manier plaats kunnen vinden met een verminderde politie-inzet.
In augustus 2023 is Antea Group gestart met het interviewen van betrokken partijen,
zoals de KNWU, de politie en vrijwillige burgermotorrijders. Daarnaast heeft Antea
Group wielerwedstrijden in het parcours bijgewoond om zo een beeld te krijgen van
de te onderzoeken situatie. Omdat er momenteel geen wielerwedstrijden georganiseerd
worden, zal het onderzoek pas vervolgd worden in 2024.
Vraag 3
Herinnert u zich dat u heeft toegezegd de Kamer hierover voor het wetgevingsoverleg
Sport (dat op 20 november 2023 zou plaatsvinden) zou informeren over de voortgang
van de gesprekken over een oplossing voor de verminderde politie-inzet bij wielerwedstrijden?
Wanneer kan de Kamer deze informatie verwachten?5
Antwoord 3
De uitkomsten van het bovengenoemde onderzoek verwacht ik in de zomer van 2024. Ik
ben voornemens het rapport en de inzichten die mijn collega’s van Justitie en Veiligheid
en Infrastructuur en Waterstaat en ik hebben opgedaan met mogelijke vervolgstappen
met u te delen.
Vraag 4 en 7
Beseft u dat dit een dossier is dat al vele jaren speelt, aangezien de politie al
in 2018 heeft aangegeven mogelijk geen capaciteit meer te hebben voor de begeleiding
van amateur wielerwedstrijden? Beseft u dat een mogelijke oplossing voor het probleem
– de inzet van burger-motards – in omliggende landen al lange tijd wordt ingezet?
Zijn er inmiddels wielerrondes van de KNWU aangewezen als pilot voor het werken met
burger-motards? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke wielerrondes zijn dit?
Antwoord 4 en 7
Ja, daarvan ben ik me bewust. In Nederland worden ook al burger motorverkeersregelaars
in beperkte mate ingezet, onder toeziend oog van de politie. De wielerrondes die in
het voorjaar mogelijk als pilot zullen fungeren zijn nog niet bekend. Hierover worden
de gesprekken nog gevoerd. Het onderzoek van Antea Group is erop gericht om te onderzoeken
of een uitbreiding van de rol van burger motorverkeersregelaars mogelijk en wenselijk
is. Volledigheidshalve zij hierbij opgemerkt dat de wet- en regelgeving in de buurlanden
heel anders ingekleed is.
Vraag 5 en 8
Deelt u de mening dat het volstrekt onwenselijk is als amateur wielerwedstrijden in
de nabije toekomst alleen nog maar op een afgesloten terrein (bijvoorbeeld volledig
afgezette «rondjes om de kerk»; koersen op het afgezette VAM-terrein in Drenthe) kunnen
plaatsvinden? Deelt u ook de mening dat het onverteerbaar is als dit het gevolg is
van te lang uitstellen door de overheid van het verkennen van de mogelijkheid om burger-motards
in te zetten?
Hoe gaat u de komende jaren voorkomen dat nog meer evenementen, wielerkoersen, maar
ook heel veel goede-doelenevenementen, zullen moeten worden afgezegd?
Antwoord 5 en 8
Ik kan dit niet helaas voorkomen. Motoragenten zijn in veel gevallen nodig om de wielerwedstrijden
te begeleiden en daarmee veiligheid te waarborgen. Op dit moment is slechts een beperkte
capaciteit bij de politie hiervoor. Dus als dat betekent dat sommige evenementen niet
plaats kunnen vinden of in een andere vorm, omdat het niet op een veilige manier kan,
dan is dat zeer spijtig en ook begrijpelijk.
Op dit moment wachten de betrokken ministeries het onderzoek van Antea Group af. Het
doel is dat de uitkomsten van het onderzoekinzichten geven in de vraag of en zo ja
hoe vrijwillige burgermotorrijders op een veilige manier in kunnen worden gezet bij
wielerwedstrijden, ter vervanging van politie.
Vraag 6
Klopt het dat er mogelijkheden zijn om in het kader van een proefproject de benodigde
tijdelijke ontheffingen te kunnen verlenen voor eventuele pilots met burger-motards
bij wielerrondes? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Om een tijdelijk experiment uit te voeren onder de wegenverkeerswet is naast een wetswijziging
ook een algemene maatregel van bestuur (AMvB) nodig, waarin het specifieke experiment
wordt opgenomen. Een dergelijke AMvB kost gemiddeld een jaar aan voorbereidingstijd
(naast de gemiddelde twee jaar voorbereidingstijd voor een wetswijziging). Daarom
wordt gekeken om binnen de huidige kaders van een wielerwedstrijd toch een pilot te
kunnen doen die voldoende inzicht geeft in de mogelijke inzet van burger motorverkeersregelaars.
Vraag 9
Wat is de stand van zaken van het (verkennen van) het wijzigen van het Reglement verkeersregels
en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) om de inzet van burger-motards mogelijk te maken?
Antwoord 9
De uitkomsten van het onderzoek van Antea Group kunnen een aanleiding zijn om verder
te kijken naar de organisatorische en juridische randvoorwaarden. Veiligheid staat
voorop, dus is het zaak om eerst de uitkomsten van het onderzoek af te wachten.
Vraag 10
Klopt het dat burger-motards thans – noodgedwongen – formeel op basis van artikel 58a
van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) op moeten
treden als (bevoegde) evenementenverkeersregelaars (waarbij zij vanaf de motor dus
geen aanwijzingen mogen geven aan het overige verkeer)? Is het als alternatief van
het wijzigen van het RVV 1990 ook mogelijk om in artikel 58a van het Besluit administratieve
bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), een vierde soort verkeersregelaar toe te
voegen, namelijk de motor-verkeersregelaar, zodat aan die categorie aparte voorwaarden
kunnen worden gesteld en bevoegdheden worden toegekend?
Antwoord 10
Momenteel wordt onderzocht of en hoe burger motorverkeersregelaars verkeersveilig
op een veilige manier kunnen worden ingezet, ter vervanging van motoragenten. Het
rijdend aanwijzingen kunnen geven wordt daarbij ook onderzocht. Het is namelijk vanzelfsprekend
gevaarlijk om rijdend aanwijzingen te geven vanaf een motorfiets waarbij in het geval
van een wielerkoers ook nog eens harder wordt gereden dan normaal.
In algemene zin wordt het kader van de Wegenverkeerswet 1994 toegepast voor een wielerwedstrijd.
Deze schrijft in artikel 10 voor dat er geen wedstrijden op de openbare weg mogen
worden gehouden. Artikel 148 biedt hiervoor een uitzonderingsgrond. Het klopt dat
burger motorverkeersregelaars geen wettelijke mogelijkheden hebben om rijdend aanwijzingen
te geven. Anderzijds gebeuren er tijdens de koers veel verkeersovertredingen. Denk
aan het harder rijden dan de maximumsnelheid, rechts inhalen en over zebrapaden rijden;
deze zijn net zo goed als het rijdend aanwijzingen geven niet geregeld. Tegelijkertijd
accepteren we deze overtredingen wel omdat ze onder toezicht van de politie, met toestemming
van het bevoegd gezag, plaatsvinden. Naar deze gedoogsituatie is eerder onderzoek
gedaan door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Waarover de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat, mede namens het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport en het Ministerie van Justitie en Veiligheid, heeft laten weten dat
uit het onderzoek blijkt dat deze gedoogsituatie geen gevolgen voor de verkeersveiligheid
of voor de renners heeft, zolang de koers wordt beveiligd of de wegen zijn afgesloten6.
We wachten nu eerst de uitkomsten van het lopende onderzoek van Antea Group af. Zoals
beschreven bij de beantwoording van vraag 9, kunnen de uitkomsten van het onderzoek
een aanleiding zijn om verder te kijken naar de organisatorische en juridische randvoorwaarden.
Waarbij uiteraard ook de uitkomsten van de eerder onderzoeken worden meegenomen7.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.