Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Erkens over het bericht 'Zonnepanelen minder gewild bij huiseigenaren: flink minder aanvragen dan voor de zomer'
Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Minister voor Klimaat en Energie over het bericht «Zonnepanelen minder gewild bij huiseigenaren: flink minder aanvragen dan voor de zomer» (ingezonden 29 november 2023).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 15 januari 2024).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Zonnepanelen minder gewild bij huiseigenaren: flink
               minder aanvragen dan voor de zomer»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Hoe kijkt u aan tegen de extreme daling van 90 procent in de vraag naar zonnepanelen
               in de regio Haaglanden, zoals gerapporteerd in het artikel?
            
Antwoord 2
            
De aangehaalde cijfers moeten worden bezien in de context van de marktontwikkeling
               van de voorbije 24 maanden en het reeds aanzienlijk opgestelde vermogen op Nederlandse
               daken. Waar de vraag naar nieuwe panelen momenteel lager ligt, was deze aan het begin
               van 2023 juist zeer hoog2. Er was toen sprake van hoge energieprijzen en veel aandacht voor de energierekening.
               Hierdoor was er veel interesse onder huiseigenaren die nog geen zonnepanelen hadden
               om deze te plaatsen. Veel mensen hebben dan ook in die periode geïnvesteerd in zonnepanelen.
               Na een dergelijke tijdelijke piek in de vraag, lag een tijdelijke terugval in de vraag
               dan ook in de lijn der verwachting. Er zijn echter nog andere redenen denkbaar waardoor
               mensen nu mogelijk minder snel tot een investering in zonnepanelen overgaan. Zo spelen
               er de onzekerheid rondom de afbouw van de salderingsregeling, wijzigingen in de voorwaarden
               voor het terugleveren van elektriciteit die leveranciers stellen aan zonnepaneelbezitters
               en de kans dat overbelasting van het stroomnet kan leiden tot het afschakelen van
               omvormers.
            
Over langere termijn bezien, is er echter nog steeds sprake van een aantrekkelijk
               rendement. Hierom is het aantal woningen met zonnepanelen de afgelopen jaren flink
               gegroeid en verwacht ik een verdere gestage groei voor zover er nog sprake is van
               geschikte daken en vervangingsinvesteringen. Over heel het kalenderjaar 2023 bezien
               zal er naar verwachting sprake zijn van een forse groei van het aantal zonnepanelen3. Ook het PBL verwacht in de nieuwste Klimaat- en Energieverkenning4 in de periode tot en met 2030 nog altijd een flinke groei in het aantal zonnepanelen
               op woningen. Hierbij is rekening gehouden met de voorgenomen afbouw van de salderingsregeling.
               Nederland is zonnekampioen in Europa en hoort bij de koplopers in de wereld als het
               gaat om het aantal zonnepanelen per huishouden. Dat is een goede zaak. De elektriciteit
               die deze zonnepanelen opwekken is schoon, dichtbij opgewekt en hernieuwbaar. Hierom
               hecht ik eraan dat mensen blijven investeren in zonnepanelen.
            
Vraag 3
            
Kunt u aangeven of er regionale verschillen zijn met betrekking tot de mate waarin
               de vraag naar zonnepanelen is afgenomen?
            
Antwoord 3
            
Nee, hier heb ik geen zicht op5. Ik verwacht dat de regionale variatie binnen de omstandigheden rondom het installeren
               van zonnepanelen beperkt is. Dit aangezien de belangrijkste factoren die de prijs
               en opbrengst van zonnepanelen beïnvloeden landelijk of zelfs internationaal tot stand
               komen. Ook is een groot aantal ondernemers actief op de Nederlandse markt, waardoor
               de consument desgewenst eenvoudig terecht kan bij aanbieders binnen en buiten zijn
               of haar directe omgeving.
            
Vraag 4
            
Hoe kunt u verklaren dat er een terugval is ontstaan voor aanvragen voor installatie
               van zonnepanelen? Kunt u een analyse maken van deze terugval en hierbij de rol van
               inflatie, kosten van zonnepanelen en netcongestie meenemen?
            
Antwoord 4
            
Het signaal dat de vraag naar zonnepanelen sinds de zomer is teruggelopen is herkenbaar.
               De vraag was echter zeer hoog aan het begin van 2023 en veel mensen hebben toen dus
               al geïnvesteerd in zonnepanelen. Een terugval vanaf dat hoge niveau viel dan ook te
               verwachten. Over heel 2023 genomen is het aantal zonnepanelen op Nederlandse daken
               overigens opnieuw weer flink gegroeid.
            
Hoewel de relatieve terugval voor een groot deel lijkt te verklaren vanuit de zeer
               hoge vraag van begin 2023, spelen er ook, zoals eerder benoemd in het antwoord op
               vraag 2, de onzekerheid rondom de afbouw van de salderingsregeling, wijzigingen in
               de voorwaarden voor het terugleveren van elektriciteit die leveranciers stellen aan
               zonnepaneelbezitters en de kans dat overbelasting van het stroomnet kan leiden tot
               het afschakelen van omvormers.
            
Hoewel deze factoren niet voor iedere consument zullen meewegen en de investering
               in zonnepanelen naar inschatting blijft lonen (zie antwoord vraag 7), kan de combinatie
               van dergelijke ontwikkelingen en de berichtgeving wel bijdragen aan de onzekerheid
               die mensen ervaren als ze voor de beslissing staan om wel of niet te investeren in
               nieuwe panelen. Hier staat tegenover dat de directe kosten voor het installeren van
               zonnepanelen weer zijn gedaald6. Wie nu investeert is dus feitelijk een stuk minder geld kwijt voor dezelfde hoeveelheid
               zonnepanelen dan een jaar geleden.
            
Vraag 5
            
Kunt u aangeven welke economische impact deze terugval heeft op bedrijven in de zonnepanelenmarkt?
               Hoeveel bedrijven zijn geraakt door deze terugval?
            
Antwoord 5
            
Ik zie onder meer bij de installatiebranche zorgen over afnemende opdrachten, die
               zij in belangrijke mate wijt aan onrust onder consumenten door onduidelijkheid rondom
               de salderingsregeling en terugleverkosten. Tegelijkertijd deel ik de behoefte aan
               helderheid over de regels voor alle betrokkenen. Met de verwachte behandeling van
               het wetsvoorstel voor de afbouw van de salderingsregeling op 6 februari door de Eerste
               Kamer, kan er dan ook duidelijkheid geboden worden. Zoals aangegeven in het antwoord
               op vraag 4, denk ik dat de terugval niet geheel onverwacht was na de zeer hoge vraag
               eerder in 2023. Een duidelijk en stabiel kader voor wat betreft de regels rondom salderen
               kan bijdragen aan stabiliteit voor de marktpartijen.
            
Vraag 6
            
Kunt u aangeven in hoeverre de terugval impact heeft op de klimaatdoelen voor realisering
               van duurzame energie, in het bijzonder op de doelen voor de realisatie van zonnestroom?
            
Antwoord 6
            
In het Klimaatakkoord is afgesproken om in 2030 35 TWh aan grootschalige
(> 15 kWp) hernieuwbare opwek op land met zon en wind gerealiseerd te hebben. Dit
               gebeurt in het kader van het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (NP RES)
               waarbij het totale bod van de regio's met 55 TWh hier ruim bovenuit komt. De laatste
               RES-monitor7 laat zien dat naar alle waarschijnlijkheid het doel van 35 TWh in 2030 gehaald wordt.
            
Vraag 7
            
Kunt u aangeven welke maatregelen u treft om de installatie van zonnepanelen voor
               particulieren aantrekkelijk te maken? Hoe behoudt u draagvlak? Welke maatregelen treft
               u om de zonne-energiebranche te ondersteunen?
            
Antwoord 7
            
Ik vind het belangrijk dat investeren in zonnepanelen aantrekkelijk is en blijft.
               De dalende installatiekosten in combinatie met de nog altijd relatief hogere energieprijzen
               en de mogelijkheid tot salderen zorgen momenteel voor een korte terugverdientijd op
               een investering in zonnepanelen. Ook met de voorgenomen afbouw van de salderingsregeling
               blijft de terugverdientijd onder de 7 jaar8.
            
Milieu Centraal geeft in een recente publicatie zelfs aan dat de terugverdientijd
               nog circa 6 jaar is. Dit terwijl mensen in de regel bereid zijn om te investeren tot
               een terugverdientijd van 9 jaar9. Hierbij is het goed om in gedachte te houden dat de levensduur van de panelen een
               stuk langer is (tientallen jaren). Hierdoor zullen ze, ongeacht dergelijke schommelingen
               in de terugverdientijd, over de gehele levensduur bezien een flink rendement opleveren
               voor de consument.
            
Om het investeren in zonnepanelen aantrekkelijk te houden, zal met het wetsvoorstel,
               zoals dit door de Tweede Kamer is aangenomen, tot 1 januari 2027 de redelijke vergoeding
               voor teruggeleverde elektriciteit minimaal 80% van het kale leveringstarief bedragen.
               In de periode daarna zal de Minister voor Klimaat en Energie elke twee jaar de minimale
               hoogte of wijze van berekening van de redelijke vergoeding vaststellen. Ook voorziet
               het wetsvoorstel in twee evaluatiemomenten in 2025 en 2028, waarbij opnieuw gekeken
               wordt naar de terugverdientijd van investeringen in zonnepanelen. Dit biedt de mogelijkheid
               om tijdig bij te sturen indien nodig.
            
Tot slot wil ik het belang van duidelijke, eerlijke en transparante regels benadrukken
               voor het invoeden van opgewekte elektriciteit op het net. De verschillende wijzen
               die leveranciers hanteren om hun kosten te beheersen voor mensen met zonnepanelen
               dragen hier niet aan bij. Ik geef er de voorkeur aan om een aanpassing van de regels
               in één keer goed te regelen met dit wetsvoorstel en zo duidelijkheid te geven aan
               alle betrokken partijen.
            
Vraag 8
            
Kunt u aangeven wat de relatie is tussen de teruglopende aanvragen voor zonnepaneleninstallaties
               en terugleverkosten?10 In hoeverre hebben terugleverkosten impact op de terugval van aanvragen voor zonnepaneleninstallaties
               en in hoeverre zorgen deze kosten ervoor dat zonnepanelen minder aantrekkelijk worden
               en minder draagvlak hebben?
            
Antwoord 8
            
De terugleverkosten die leveranciers in rekening brengen bij klanten met zonnepanelen
               kunnen eraan bijdragen dat mensen die nog geen zonnepanelen hebben minder geneigd
               zijn om hierin te investeren. Terugleverkosten, of andere manieren die door leveranciers
               gehanteerd worden om kosten door te berekenen aan zonnepaneelbezitters, veroorzaken
               onduidelijkheid over de terugverdientijd. Zo rekent leverancier Vandebron bijvoorbeeld
               terugleverkosten aan klanten met zonnepanelen. Volgens eerdere berekeningen kan de
               terugverdientijd voor een klant bij leverancier Vandebron hierdoor met enkele jaren
               oplopen11. Dit gaat er echter vanuit dat Vandebron de huidige terugleverkosten in stand houdt.
               Als het wetsvoorstel voor de afbouw van de salderingsregeling wordt aangenomen, zullen
               de kosten die leveranciers maken als gevolg van het salderen afnemen. Hierdoor zullen
               zij minder kosten door hoeven te rekenen. Vandebron heeft dan ook aangegeven dat ze
               de kosten die ze in rekening brengen aan klanten met zonnepanelen af zullen bouwen
               naarmate de salderingsregeling wordt afgebouwd12.
            
Vraag 9
            
Deelt u de mening dat het zorgelijk is dat particulieren beboet worden met terugleverkosten
               voor zonnepanelen door energiebedrijven terwijl dit niet een taak is van deze bedrijven?
            
Antwoord 9
            
Het is onwenselijk dat leveranciers verschillende wijzen gaan hanteren om hun kosten
               als gevolg van klanten met zonnepanelen te beheersen. Het is van belang dat er duidelijke,
               eerlijke en transparante regels zijn voor het terugleveren van zelf opgewekte elektriciteit
               middels zonnepanelen op het net.
            
Tegelijkertijd is het zo dat leveranciers hebben aangegeven dat zij met specifieke
               kosten worden geconfronteerd door klanten met zonnepanelen. Door de bestaande salderingsregeling
               dienen leveranciers de door zonnepaneelbezitters teruggeleverde stroom verplicht af
               te nemen, ook op momenten dat deze weinig waard is, en dit te verrekenen met geleverde
               elektriciteit op duurdere momenten. Ook stijgen de onbalanskosten die gemaakt moeten
               worden als gevolg van de elektriciteit die ingevoed wordt op het net door klanten
               met zonnepanelen.
            
De meeste leveranciers rekenen deze kosten door aan alle klanten, dus ook die zonder
               zonnepanelen. De ACM13 heeft begin 2023 globaal geschat dat dit klanten zonder zonnepanelen enkele tientallen
               euro’s per maand extra kost. Om hier meer inzicht in te krijgen doet de ACM momenteel
               een marktbrede studie naar de kosten en baten van klanten met zonnepanelen voor energieleveranciers.
               Uitkomsten worden in het eerste kwartaal van dit jaar verwacht. Door de salderingsregeling
               af te bouwen, zullen de kosten die leveranciers hieraan maken dalen. Daarbij biedt
               de afbouw een prikkel voor zonnepanelenbezitters om het eigen verbruik van opgewekte
               elektriciteit te verhogen. Ook dit heeft een dempend effect op de eerdergenoemde kosten.
            
Vraag 10
            
Kunt u aangeven of terugleverkosten als heffing juridisch mogelijk zijn?
Antwoord 10
            
Ja. Het via tarieven in rekening brengen van terugleverkosten voor mensen met zonnepanelen
               is niet verboden op basis van de Elektriciteitswet 1998. Die wet schrijft echter ook
               voor dat kleinverbruikers een redelijke vergoeding moeten krijgen voor teruggeleverde
               elektriciteit. Indien de hoogte van de terugleverkosten ervoor zorgt dat er geen sprake
               meer is van een redelijke vergoeding, dan kan er sprake zijn van een overtreding.
            
Zoals ik in eerdere vragen van uw Kamer heb aangegeven14, staat het afnemers vrij om bij een wijziging in de contractvoorwaarden over te stappen
               naar een andere leverancier als die gunstigere voorwaarden hanteert.
            
Vraag 11
            
Kunt u aangeven waarom terugleverkosten wel in rekening worden gebracht aan particuliere
               zonnepanelenbezitters en niet aan zonneparken? Deelt u de mening eens dat dit geen
               gelijk speelveld is wat betreft teruglevering?
            
Antwoord 11
            
Er is wat dit betreft sprake van een verschil tussen klein(zakelijke) verbruikers
               en een producent. Waar kleinverbruikers met zonnepanelen het voordeel hebben hun zelf
               opgewekte elektriciteit te kunnen salderen, is dit voor producenten zoals zonneparken
               niet het geval. Waar leveranciers door de salderingsregeling de door kleinverbruikers
               opgewekte zonnestroom verplicht dienen af te nemen voor een bepaalde prijs, leveren
               zonneparken als producenten aan de markt. Er is dus sprake van verschillende situaties
               met verschillende regelgevende kaders. Ik heb geen zicht op de onderlinge contractuele
               afspraken die worden gemaakt over het leveren van elektriciteit aan de markt door
               zonneparken.
            
Vraag 12
            
Kunt u een reflectie geven op de onduidelijkheid en onvoorspelbaarheid rondom de afbouw
               van de salderingsregeling voor bedrijven én particulieren? Kunt u aangeven in hoeverre
               een mogelijke vertraging van de invoering van de Energiewet ervoor zorgt dat onduidelijkheid
               aanhoudt?
            
Antwoord 12
            
Beide wetswijzigingen zijn van belang en wil ik zo snel mogelijk, maar uiterlijk per
               1 januari 2025 in werking laten treden. De Eerste Kamer heeft ondertussen besloten
               om het wetsvoorstel voor de afbouw van de salderingsregeling op 6 februari te gaan
               behandelen. Het wetsvoorstel Energiewet geeft een neutrale weergave van de huidige
               situatie onder de Elektriciteitswet 1998. Ten aanzien van het wetsvoorstel voor de
               afbouw van de salderingsregeling is in de Energiewet een zogeheten samenloopbepaling
               opgenomen (zie artikel 7.50). Deze treedt enkel in werking op het moment dat het wetsvoorstel
               voor de afbouw van de salderingsregeling tot wet is verheven. De invoering van de
               Energiewet heeft dus geen gevolgen voor de salderingsregeling.
            
Vraag 13
            
Kunt u aangeven hoe de Autoriteit Consument & Markt (ACM) terugleverkosten monitort
               met de voorwaarden dat deze op werkelijke kosten zijn gebaseerd en er niet onredelijke
               hoge winsten worden gemaakt door een heffing?
            
Antwoord 13
            
In de huidige situatie houdt de ACM toezicht op de leveringstarieven die de leverancier
               aan de kleinverbruiker in rekening brengt. Die leveringstarieven moeten redelijk zijn.
               Omdat in de huidige Elekticiteitswet in artikel 31c, eerste lid, een saldering regelt
               van maximaal 100% van de afgenomen elektriciteit, is daarmee eveneens een redelijk
               tarief verzekerd voor het deel van de ingevoede elektriciteit dat gesaldeerd mag worden.
               Voor het deel dat niet gesaldeerd mag worden, betaalt de leverancier een redelijke
               vergoeding aan de afnemer. De ACM houdt hier toezicht op en kan bij overtredingen
               optreden met een last onder dwangsom of een bindende aanwijzing.
            
Na inwerkingtreding van het wetsvoorstel voor de afbouw van de salderingsregeling
               gelden er extra regels over de redelijke vergoeding voor de ingevoede elektriciteit
               die niet gesaldeerd mag worden. De minimumvergoeding voor het deel van de ingevoede
               elektriciteit dat niet gesaldeerd mag worden is tot 1 januari 2027 gesteld op ten
               minste 80% van het kale leveringstarief. Daarna zal de Minister elke twee jaar, na
               advies van de ACM, de minimale hoogte of de wijze van berekening van de redelijke
               vergoeding vaststellen. De energieleverancier kan zijn terugleverkosten onderdeel
               maken van deze terugleververgoeding, zolang dit een redelijke vergoeding oplevert
               die dus ook tot 2027 voldoet aan de 80%-regel. De ACM zal hier toezicht op houden,
               en kan bij overtredingen optreden met een last onder dwangsom of een bindende aanwijzing
               of een bestuurlijke boete.
            
Vraag 14
            
Kunt u aangeven welke gesprekken u nu voert en heeft gevoerd met de ACM rondom het
               toezicht op terugleverkosten en over de invoering van deze terugleverkosten door energiebedrijven?
               Kunt u aangeven of er voldoende capaciteit is bij de ACM om ervoor te zorgen dat particulieren
               zonnepanelenbezitters een eerlijke prijs betalen?
            
Antwoord 14
            
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 13, zal de ACM op meerdere manieren toezicht
               houden op dat consumenten een redelijke prijs krijgen voor de teruggeleverde stroom.
               Er is regelmatig contact met de ACM over diverse onderwerpen aangaande de energiemarkt
               en het toezicht, waarbij uiteraard wel geldt dat dit gebeurt met oog voor de verschillende
               verantwoordelijkheden en de onafhankelijke rol van de toezichthouder respectievelijk
               de wetgever voor wat betreft de energiemarkt.
            
Om invulling te geven aan de oproep om het toezicht op de energiemarkt te verbeteren
               voorziet de ACM een meerjarige uitbreiding van haar capaciteit. Hiertoe heeft de ACM
               aan het begin van 2023 een claim ingediend. Ik heb uw Kamer bij de begrotingsbehandeling
               geïnformeerd over de extra middelen die voorzien zijn voor capaciteit bij de ACM om
               het toezicht te versterken de komende jaren15. Hiermee wordt geanticipeerd op onder andere de bevoegdheden waar de Energiewet in
               voorziet.
            
Vraag 15
            
Welke gesprekken zijn er gevoerd met energiebedrijven over de invoering van terugleverkosten?
               Hoe wijst u de energiebedrijven erop om consumenten juist te informeren voordat het
               wetsvoorstel voor de afbouw van de salderingsregeling is behandeld? In hoeverre is
               er nu transparantie bij energiebedrijven over verwachte terugleverkosten.
            
Antwoord 15
            
Ik spreek regelmatig met de sector over actuele ontwikkelingen. Vanuit mijn zijde
               betreur ik de verschillende wijzen die leveranciers hanteren om hun kosten als gevolg
               van klanten met zonnepanelen te beheersen. Deze methoden kunnen als ondoorzichtig
               of zelfs oneerlijk worden ervaren. Ik geef er juist de voorkeur aan om een aanpassing
               van de regels in één keer goed te regelen met het wetsvoorstel voor de afbouw van
               de salderingsregeling en zo duidelijkheid te geven aan consumenten, leveranciers en
               alle andere betrokken partijen.
            
Vraag 16
            
Kunt u aangeven waarom u het veranderen van energieleverancier voorstelt als oplossing
               voor deze terugleverkosten? Hoe rijmt u dit met de voorgestelde plannen voor voorspelbaarheid
               en de wens naar meer langdurige contracten?
            
Antwoord 16
            
Niet elke leverancier rekent dergelijke kosten expliciet door aan afnemers met zonnepanelen.
               Tegelijkertijd kunnen er bij mensen met zonnepanelen, net als bij alle afnemers, verschillende
               aspecten spelen bij het afwegen welk contract het meest aantrekkelijk is, afhankelijk
               van de individuele situatie en voorkeur.
            
Het is voor een zonnepaneelbezitter dus verstandig om de voorwaarden van leveranciers
               te vergelijken en te kiezen voor het in zijn situatie meest gunstige aanbod. Zo geeft
               Vandebron aan dat er enkele duizenden klanten met zonnepanelen zijn overgestapt naar
               een andere leverancier sinds het bedrijf de terugleverkosten aankondigde16.
            
Tegelijkertijd hecht ik eraan dat er heldere en eenduidige spelregels zijn met betrekking
               tot het terugleveren van zelf opgewekte elektriciteit middels zonnepanelen. Zoals
               eerder aangegeven in het antwoord op vraag 9 verwacht ik dat met de afbouw van de
               salderingsregeling de kosten voor leveranciers zullen dalen en er dus minder kosten
               doorberekend hoeven te worden.
            
Vraag 17
            
Welke maatregelen gaat u op korte termijn treffen om ervoor te zorgen dat de zonnepanelenmarkt
               stabieler wordt? Welke maatregelen gaat u op korte termijn treffen om ervoor te zorgen
               dat consumenten worden beschermd tegen hoge terugleverkosten?
            
Antwoord 17
            
Zowel de consumenten als de energieleveranciers en installateurs hebben behoefte aan
               duidelijkheid. Het wetsvoorstel voor de afbouw van de salderingsregeling zal op 6 februari
               behandeld worden door de Eerste Kamer. Het aannemen hiervan zal de gewenste duidelijkheid
               bieden. Met dit wetsvoorstel zorg ik namelijk voor consistente regels voor kleinverbruikers
               en leveranciers. Zo zal er bijvoorbeeld een redelijke minimum terugleververgoeding
               gaan gelden voor het deel van de elektriciteit dat niet gesaldeerd mag worden.
            
De ACM houdt toezicht op de hoogte van deze redelijke terugleververgoeding. Ook kunnen
               er na aanname van het wetsvoorstel via algemene maatregel van bestuur nadere regels
               gesteld worden over de berekening van de vaste leveringskosten. Zie hiervoor ook het
               antwoord op vraag 13.
            
Vraag 18
            
Kunt u aangeven hoe de productie van zonnepanelen ervoor staat in Nederland ten opzichte
               van Europa? Hoe wordt de productie van zonnepanelen door de Europese Unie ondersteund
               met in achtneming van de Amerikaanse Inflation Reduction Act?
            
Antwoord 18
            
In navolging van de plannen van de Verenigde Staten om vergroening te stimuleren en
               om de eigen doelen van de Green Deal te behalen heeft de Europese Commissie afgelopen
               jaar het Green Deal Industrial Plan voorgesteld. Hier zit een mix van beleidsinstrumenten
               onder die ook de productie van zonnepanelen in de EU moet ondersteunen. De belangrijkste
               hiervan is de Net-Zero Industry Act. Samen met de industrie is het doel gesteld om
               in 2025 30 GW aan productiecapaciteit te hebben en het streefdoel om 40% van de Europese
               vraag naar zon-pv te kunnen voldoen.
            
De zon-pv sector kan meedingen naar verschillende subsidies onder EU-fondsen zoals
               Horizon Europe en het Innovatiefonds om deze plannen te realiseren. Afgelopen zomer
               heeft bijvoorbeeld het bedrijf Meyer Burger € 200 miljoen subsidie ontvangen uit het
               Innovatiefonds voor de bouw van een 3.5 GW fabriek voor zonnecellen en zonnepanelen.
               De huidige productiecapaciteit in de EU bedraagt ongeveer 3% van de totale wereldproductie.
               De Nederlandse productiecapaciteit is op dit moment marginaal. Met het Nationaal Groeifonds-voorstel
               SolarNL ziet Nederland echter de kans om het eigen marktaandeel in de productie van
               hoogwaardige zon-pv-technologieën in één klap substantieel te vergroten. SolarNL richt
               zich hierbij op onder meer de productie van zonnefolies, hoog-efficiënte zonnecellen
               en geïntegreerde zon-pv-producten. Ook wordt ingezet op circulariteit om de grondstoffenafhankelijkheid
               te verkleinen.
            
Vraag19
            
Kunt u deze vragen binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 19
            
Ik heb de beantwoording zo spoedig mogelijk aan uw Kamer verzonden.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
